Etaamb.openjustice.be
Decreet van 27 maart 2014
gepubliceerd op 11 april 2014

Decreet waarbij bepalingen betreffende de tele-onthaalcentra in het decretale gedeelte van het Waalse wetboek voor Sociale Actie en Gezondheid ingevoegd worden

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014202282
pub.
11/04/2014
prom.
27/03/2014
ELI
eli/decreet/2014/03/27/2014202282/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MAART 2014. - Decreet waarbij bepalingen betreffende de tele-onthaalcentra in het decretale gedeelte van het Waalse wetboek voor Sociale Actie en Gezondheid ingevoegd worden (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.Titel 2 van Boek VI van het tweede deel van het Waalse wetboek voor sociale actie en gezondheid wordt aangevuld met een hoofdstuk 2/1, luidend als volgt : « Hoofdstuk 2/1. - Tele-onthaalcentra ».

Art. 3.Hoofdstuk 2/1, ingevoegd bij artikel 2, wordt aangevuld met een afdeling 1, luidend als volgt : « Afdeling 1. - Algemene bepalingen ».

Art. 4.In afdeling 1, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 624/1 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/1.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° « centrum » : Tele-onthaalcentrum bestemd voor personen met psychologische problemen;2° « gebruiker »: persoon met psychologische problemen die zich tot een Tele-onthaalcentrum wendt;3° « vrijwilliger » : persoon onderworpen aan de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers type wet prom. 03/07/2005 pub. 19/07/2005 numac 2005012166 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg sluiten betreffende de rechten van vrijwilligers die de in artikel 624/13 bedoelde opleiding heeft gevolgd en een in artikel 624/2 bedoelde luisteractiviteit ten gunste van een centrum uitoefent;4° « netwerk » : geheel van de instellingen die gelijktijdig of achtereenvolgens ten gunste van een gebruiker tussenkomen via een institutioneel overleg;5° « supervisie » : handeling inzake basis- of permanente opleiding, die concreet bestaat uit een reeks gesprekken tussen één of meer vrijwilligers en een derde die beschikt over een nuttige ervaring in de uit te voeren opdrachten en over vereiste capaciteiten om die gesprekken tot een goed einde te brengen;6° « Minister » : de Minister die voor gezondheid bevoegd is.»

Art. 5.Hoofdstuk 2/1, ingevoegd bij artikel 2, wordt aangevuld met een afdeling 2, luidend als volgt : « Afdeling 2. - Tele-onthaalcentra ».

Art. 6.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 5, wordt een onderafdeling 1 ingevoegd, luidend als volgt : « Onderafdeling 1. - Opdrachten ».

Art. 7.In onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel 624/2 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/2.§ 1. De basisopdracht van het erkende centrum bestaat erin vierentwintig uur op vierentwintig oor te hebben voor de gebruiker alsook hem eventueel te oriënteren naar de gepaste hulp- en zorgverleningsdiensten.

Luisteren naar de gebruiker zoals bedoeld in het eerste lid bestaat erin een welwillend oor voor elke gebruiker te hebben, hem antwoord te geven en eventueel te oriënteren om zo goed mogelijk in te spelen op de situatie en de moeilijkheden die zijn oproep gemotiveerd hebben.

Het centrum is elke dag van het jaar vierentwintig uur op vierentwintig telefonisch bereikbaar, zoals bedoeld in het eerste lid; de toegang kan via andere voorzieningen uitgebreid worden naar gelang van de evolutie van de informatie - en communicatietechnologieën. § 2. De Regering bepaalt de minimale lijst van de diensten bedoeld in de eerste paragraaf, eerste lid, alsook de modaliteiten voor de oriëntering van de gebruiker naar die diensten. »

Art. 8.In onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel 624/3 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/3.§ 1. Naast zijn hoofdopdracht bedoeld in artikel 624/2 kan het erkende centrum de volgende bijkomende activiteiten uitoefenen : 1° informatie verstrekken aan al dan niet professionele derden en ze sensibiliseren voor luisterbereidheid;2° de opleiding luisterbereidheid voor professionele derden;3° de supervisie van al dan niet professionele derden in het kader van het onthaal en de luisterbereidheid. De Regering kan een minimale lijst van derden opmaken ten gunste van wie het centrum de bijkomende activiteiten bedoeld in het eerste lid uitoefent. § 2. De Regering kan de lijst van de bijkomende activiteiten bedoeld in het eerste lid uitbreiden op voorstel van de « Commission wallonne de la santé » (Waalse commissie voor gezondheid). »

Art. 9.In onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel 624/4 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/4.Het erkende centrum bevordert het geheel van zijn activiteiten bij het publiek, alsook bij de vakmensen. »

Art. 10.In onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel 624/5 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/5.Om in netverband te kunnen werken verzamelt het erkende centrum informatie over de hulpmiddelen die beschikbaar zijn op zijn grondgebied, brengt het een samenwerking met de partners tot stand en sluit het een samenwerkingsovereenkomst met minstens één dienst voor geestelijke gezondheidszorg erkend krachtens de artikelen 539 en volgende, alsook met een geïntegreerde thuiszorgdienst bedoeld in artikel 434, 16°.

Elke samenwerkingsovereenkomst tussen een erkend centrum en een partner bevat minstens de volgende gegevens : 1° de identificatie van de partijen;2° het doel van de samenwerking; 3° de verplichtingen van de partijen, waaronder die betreffende de modaliteiten voor de communicatie van de relevante informatie t.o.v. de doelstelling nagestreefd door de samenwerking; 4° het beginsel van de naleving van dit hoofdstuk en van de bepalingen genomen ter uitvoering ervan;5° de duur van de overeenkomst;6° de voorwaarden voor de opzegging van de overeenkomst;7° de bevoegde instanties in geval van geschil. De overeenkomsten worden aan de Regering overgelegd binnen de maand waarin ze gesloten worden. »

Art. 11.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 5, wordt een onderafdeling 2 ingevoegd, luidend als volgt : « Onderafdeling 2. - Erkenning ».

Art. 12.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 624/6 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/6.Er kan hoogstens één centrum erkend worden voor elke provincie die tot 1 000 000 inwoners telt. Voor elke provincie met meer dan 1 000 000 inwoners kunnen hoogstens twee centra erkend worden. »

Art. 13.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 624/7 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/7.Om de erkenning te verkrijgen wordt het centrum georganiseerd door een vereniging zonder winstoogmerk of een stichting, zoals bedoeld in de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, en oefent het zijn activiteiten uit op het grondgebied van het Franse taalgebied. »

Art. 14.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 624/8 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/8.De aanvraag tot erkenning wordt door het centrum bij de Regering ingediend.

Het aanvraagdossier bevat op zijn minst : 1° de identificatie van de inrichtende macht;2° de melding van het grondgebied bestreken door de onthaalactiviteit;3° het bewijs van het bestaan van de activiteit van het centrum minstens één jaar voor de indiening van de aanvraag;4° de omschrijving van de ploeg;5° het actieplan, waarvan de inhoud door de Regering bepaald wordt. De inhoud en de modaliteiten voor de indiening en de behandeling van de erkenningsaanvraag worden nader bepaald door de Regering. »

Art. 15.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 624/9 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/9.De erkenning wordt door de Regering voor onbepaalde duur verleend zodra vastgesteld wordt dat de normen nageleefd worden of dat de normen die pas na de afgifte van de erkenning nageleefd kunnen worden, het voorwerp zijn van een verbintenis dat ze door de inrichtende macht nageleefd zullen worden binnen een termijn die door de Regering bepaald wordt.

De verplichtingen die op het tijdstip van de erkenningsaanvraag nagekomen moeten worden betreffen : 1° de rechtsvorm van het centrum;2° het bestaan van de activiteit van het centrum minstens één jaar tevoren. De verplichtingen die het voorwerp zijn van een verbintenis van de inrichtende macht betreffen de uitoefening van de opdrachten en de werking bedoeld in de artikelen 624/2 en volgende. ».

Art. 16.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 624/10 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/10.De procedures tot toekenning van de erkenning worden nader bepaald door de Regering. ».

Art. 17.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 5, wordt een onderafdeling 3 ingevoegd, luidend als volgt : « Onderafdeling 3. - Werking ».

Art. 18.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 17, wordt een artikel 624/11 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/11.§ 1. Het erkende centrum beschikt over minimum volgend personeel : 1° een voltijds equivalent belast met de directie en de organisatie van het centrum;2° een voltijds equivalent secretariaat;3° anderhalve voltijds equivalent verantwoordelijk voor de opleiding en de supervisie van de luisteractiviteit van de vrijwilligers. De personen bedoeld in het eerste lid zijn de administratief verantwoordelijken.

Onder « voltijds equivalent » wordt verstaan een werknemer die krachtens een arbeidsovereenkomst naar rato van achtendertig uur per week tewerkgesteld is. § 2. De Regering bepaalt de lijst van de diploma's en de specifieke kwalificaties alsook de bijscholingsverplichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van de functies bedoeld in paragraaf 1.

De specifieke taken i.v.m. elke functie worden nader bepaald door de Regering. ».

Art. 19.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 17, wordt een artikel 624/12 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/12.§ 1. Om de in artikel 624/2 bedoelde opdracht te vervullen doet het centrum een beroep op vrijwilligers.

Het centrum zorgt ervoor dat het aantal beschikbare vrijwilligers per centrum volstaat om elke dag van het burgerlijk jaar, zondagen en feestdagen inbegrepen, vierentwintig op vierentwintig een luisteractiviteit te waarborgen. § 2. Als het erkende centrum vaststelt dat het aantal beschikbare vrijwilligers gedurende een periode van een maand niet volstaat om een welwillend oor te bieden volgens de modaliteiten bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, en dat de partners van de overige erkende centra de toegankelijkheid van het centrum niet kunnen garanderen, overeenkomstig artikel 624/2, § 1, derde lid, verwittigt het de Regering volgens de modaliteiten die zij bepaalt. § 3. De Regering bepaalt de inhoud en de modaliteiten betreffende de informatie die het centrum haar meedeelt i.v.m. de indienstneming van zijn vrijwilligers. ».

Art. 20.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 17, wordt een artikel 624/13 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/13.De vrijwilligers bedoeld in artikel 624/12 worden door het centrum uitgekozen, opgeleid en gesuperviseerd met inachtneming van de bepalingen van dit hoofdstuk.

De minimale inhoud van de opleiding bedoeld in het eerste lid kan door de Regering in overleg met de directeurs van de erkende centra bepaald worden. ».

Art. 21.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 17, wordt een artikel 624/14 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/14.De gezamenlijke ploeg is gehouden tot het beroepsgeheim bedoeld in artikel 458 van het strafwetboek en tot de inachtneming van de anonimiteit van de gebruiker. ».

Art. 22.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 17, wordt een artikel 624/15 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/15.De centra bieden de gebruikers gratis gehoor, ongeacht de toegepaste technologie. ».

Art. 23.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 17, wordt een artikel 624/16 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/16.§ 1. De verantwoordelijken voor de directie en de organisatie en de verantwoordelijken voor de opleiding en de supervisie van de erkende centra vergaderen minstens vier keer per jaar om te zorgen voor de cohesie van de acties die door het geheel van de erkende centra gevoerd worden op het Franstalige grondgebied. § 2. De verantwoordelijken zorgen volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten voor de opvolging van de werken die bij de Regering gevoerd worden. ».

Art. 24.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 17, wordt een artikel 624/17 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/17.De vergaderingen bedoeld in artikel 624/16 hebben o.a. tot doel : 1° in het kader van de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 624/3, de organisatie, op gezamenlijke wijze, van beroepsactiviteiten en het uitwerken van de dragers die noodzakelijk zijn voor die activiteiten;2° het uitwerken en de organisatie van gemeenschappelijke opleidingen zowel voor professionele derden als voor de vrijwilligers van de erkende centra;3° het gezamenlijk werven van vrijwilligers; 4° de uitwisseling van overwegingen en goede praktijken over specifieke thematieken i.v.m. met het luisteren naar de problemen van de gebruiker. ».

Art. 25.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 17, wordt een artikel 624/18 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/18.Gegevens over de gebruiker worden ingezameld met inachtneming van de deontologische regels en de bescherming van het privéleven, alsook van de anonimiteit van de gebruiker. ».

Art. 26.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 17, wordt een artikel 624/19 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/19.Het erkende centrum houdt een geïnformatiseerd bestand met de genummerde telefoonoproepen, de tussenkomsten met melding van dag en uur, de aard van het behandelde probleem, de identificatie van de vrijwilliger en het gegeven antwoord.

Het bestand wordt minstens vijf jaar bewaard.

De Regering kan bepalen welke bijkomende gegevens in het bestand opgenomen moeten worden. ».

Art. 27.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 5, wordt een onderafdeling 4 ingevoegd, luidend als volgt : « Onderafdeling 4. - Subsidiëring ».

Art. 28.In onderafdeling 4, ingevoegd bij artikel 27, wordt een artikel 624/20 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/20.Binnen de perken van de begrotingskredieten verleent de Regering een toelage aan het erkende centrum voor de uitvoering van de opdrachten omschreven in dit hoofdstuk.

De toelage kan de personeels- en werkingskosten dekken volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt. ».

Art. 29.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 5, wordt een onderafdeling 5 ingevoegd, luidend als volgt : « Onderafdeling 5. - Evaluatie, controle en sancties ».

Art. 30.In onderafdeling 5, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel 624/21 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/21.Wanneer een centrum erkend wordt, wordt het onderworpen aan de evaluatie die door de Regering georganiseerd wordt.

De modaliteiten en de periodiciteit van de evaluatie worden door de Regering bepaald op basis van de opdrachten van het centrum en met inachtneming van de bepalingen aangenomen bij of krachtens dit hoofdstuk. ».

Art. 31.In onderafdeling 5, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel 624/22 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/22.De kwalitatieve evaluatie van de erkende centra en de administratieve en financiële controle erop worden uitgeoefend door de diensten die de Regering aanwijst.

De diensten bedoeld in het eerste lid hebben vrije toegang tot de lokalen van het centrum en hebben het recht om ter plaatse inzage te nemen van de stukken en documenten die ze nodig achten voor de uitvoering van hun opdracht. ».

Art. 32.In onderafdeling 5, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel 624/23 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/23.§ 1. De erkenning van het geheel of een gedeelte van de activiteiten die door een centrum uitgeoefend worden kan elk ogenblik opgeschort of ingetrokken worden wegens niet-naleving van de bepalingen van dit hoofdstuk of van de overeenkomstig dit hoofdstuk vastgelegde bepalingen. § 2. De opschorting van de erkenning heeft tot gevolg dat de storting van de toelagen opgeschort wordt tot de datum waarop orde op zaken gesteld wordt.

De intrekking van de erkenning heeft tot gevolg dat geen toelage meer gestort wordt vanaf de datum van de beslissing.

Als het gaat om een gedeeltelijke opschorting of intrekking van de activiteit, worden de toelagen verhoudingsgewijs verminderd. ».

Art. 33.In onderafdeling 5, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel 624/24 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/24.De procedures tot opschorting en tot intrekking van de erkenning worden nader bepaald door de Regering. ».

Daartoe bepaalt de Regering de vormen en termijnen en waarborgt ze het recht om gehoord te worden vooraleer de beslissing genomen wordt. ».

Art. 34.Hoofdstuk 2/1, ingevoegd bij artikel 2, wordt aangevuld met een afdeling 3, luidend als volgt : « Afdeling 3. - Coördinatiecel ».

Art. 35.In afdeling 3, ingevoegd bij artikel 34, wordt een artikel 624/25 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/25.§ 1. De Regering kan volgens de modaliteiten die zij bepaalt een coördinatiecel voor de Tele-onthaalcentra erkennen die de volgende opdrachten zal vervullen : 1° overleg tussen haar leden met het oog op de bevordering en de ondersteuning van de kwaliteit van de activiteiten;2° de vertegenwoordiging van de erkende centra op gemeenschappelijke of individuele wijze als ze daarom vragen;3° de ontwikkeling van uitwisselingen en overwegingen tussen haar leden, met name de organisatie en de ondersteuning van de samenwerking tussen centra bedoeld in de artikelen 624/16 en 624/17;4° de totstandbrenging van banden met de federaties of andere representatieve organen van de sector. § 2. De cel die wenst erkend te worden wordt georganiseerd in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk.

De cel maakt een activiteitenprogramma op dat voorziet in de wijze waarop de opdrachten vermeld in paragraaf 1 uitgevoerd zullen worden inzake inhoud, doelstellingen, evaluatie van het halen hiervan in de vorm van indicatoren en begroting.

De erkenning heeft een duur van vier jaar. Ze is hernieuwbaar. »

Art. 36.In afdeling 3, ingevoegd bij artikel 34, wordt een artikel 624/26 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 624/26.§ 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten verleent de Regering een toelage aan de erkende cel voor de uitvoering van de opdrachten omschreven in deze afdeling.

De toelage kan de personeels- en werkingskosten dekken volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt. ».

Art. 37.In afwijking van de artikelen 624/8 tot 624/10 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de artikelen 14 tot 16 van dit decreet, blijven de op de datum van inwerkingtreding van dit decreet erkende centra hun erkenning als Tele-onthaalcentrum voor onbepaalde duur genieten voor zover een in artikel 624/8, 5°, bedoeld actieplan wordt opgemaakt, volgens de modaliteiten bepaald door de Regering en met inachtneming van de opdrachten en de werkingsnormen die vastliggen in hoofdstuk 2/1, titel 2, boek VI, van het tweede deel van hetzelfde Wetboek.

Art. 38.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2015.

De Regering kan voorzien in een datum van inwerkingtreding die voorafgaat aan die vermeld in het vorige lid.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 27 maart 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-Cl. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO ___________________ (1) Zitting 2013-2014. Stukken van het Waals Parlement, 993 (2013-2014). Nrs. 1 tot 3.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 26 maart 2014.

Bespreking.

Stemming.

^