Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 19 juni 2014
gepubliceerd op 16 juli 2014

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van de bepalingen van het Waals Reglementair Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de tele-onthaalcentra

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014204553
pub.
16/07/2014
prom.
19/06/2014
ELI
eli/besluit/2014/06/19/2014204553/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JUNI 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van de bepalingen van het Waals Reglementair Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de tele-onthaalcentra


De Waalse Regering, Gelet op het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, inzonderheid op de artikelen 624/1 tot 624/26;

Gelet op het decreet van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2014 pub. 11/04/2014 numac 2014202282 bron waalse overheidsdienst Decreet waarbij bepalingen betreffende de tele-onthaalcentra in het decretale gedeelte van het Waalse wetboek voor Sociale Actie en Gezondheid ingevoegd worden sluiten waarbij bepalingen betreffende de tele-onthaalcentra in het decreetgevend gedeelte van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid ingevoegd worden;

Gelet op het Waals Reglementair Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 januari 2014;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 16 januari 2014;

Gelet op het advies nr. 56.212/4 van de Raad van State, gegeven op 21 mei 2014, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Gelet op het advies van de "Commission wallonne de la Santé" (Waalse Gezondheidscommissie), gegeven op 21 februari 2014;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.

Art. 2.In hoofdstuk 2 van titel 3 van boek 7 van het tweede deel van het Waals Reglementair Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wordt afdeling 4, met als opschrift « Tele-onthaalcentra », vervangen als volgt : « Afdeling 4. - Tele-onthaalcentra Onderafdeling 1. - Tele-onthaalcentra

Art. 1830.De hulp- en zorgverleningsdiensten bedoeld in artikel 624/2, § 1, van het decreetgevend wetboek omvatten met name : 1° de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, erkend krachtens de bepalingen van het decreetgevend wetboek;2° de zorg- en hulpverleningsdiensten gespecialiseerd in verslavingen, erkend krachtens de bepalingen van het decreetgevend wetboek;3° de centra voor levens- en gezinsvragen, erkend krachtens de bepalingen van het decreetgevend wetboek: 4° de verenigingen inzake geïntegreerde gezondheidszorg, erkend krachtens de bepalingen van het decreetgevend wetboek;5° het orgaan belast met de bestrijding van de mishandeling van senioren, erkend krachtens de bepalingen van het decreetgevend wetboek;6° de platforms inzake echtelijk geweld;7° de ploegen SOS Kinderen;8° de Alzheimerliga;9° de partners van het project Psy107 van het gebied, in voorkomend geval.

Art. 1831.Het actieplan van het centrum, bedoeld in artikel 624/8, 5°, van het decreetgevend wetboek, bestaat uit de volgende elementen : 1° de omgeving ervan op territoriaal en institutioneel vlak;2° de algemene organisatie ervan;3° de nagestreefde strategische en operationele doelstellingen;4° de acties gevoerd om die doelstellingen te halen;5° het personeel en de middelen bestemd voor de acties;6° de evaluatie in de vorm van kwantitatieve of kwalitatieve indicatoren.

Art. 1832.Naast de elementen bedoeld in artikel 624/8, tweede lid, van het decreetgevend wetboek, bevat de aanvraag tot erkenning van het centrum de vragenlijst betreffende de opdrachten bedoeld in de artikelen 624/2 tot 624/5 van het decreetgevend wetboek, opgemaakt door de administratie en aangevuld door het centrum.

Art. 1833.De aanvraag wordt ingediend bij aangetekend schrijven of via processen inzake elektronisch aangetekend schrijven waarbij het bewijs van de zending en van het tijdstip van de zending verkregen kan worden, alsook het bewijs van de identiteit van de verzender.

Art. 1834.§ 1. De administratie bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag binnen een termijn van tien dagen die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier.

Als het dossier onvolledig is, eist de administratie de ontbrekende stukken binnen een termijn van tien dagen die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier.

Als het centrum na afloop van een termijn van twee maanden, die ingaat op de datum waarop de ontbrekende stukken opgeëist worden, zijn aanvraag niet vervolledigd heeft, wordt de aanvraag onontvankelijk geacht.

De administratie geeft advies over de erkenningsaanvraag binnen een termijn van twee maanden, met ingang op de datum van ontvangst van het volledige dossier, en stuurt ze aan het centrum.

Het centrum beschikt over een maand om een antwoord te geven.

Na afloop van de termijn bedoeld in het vijfde lid richt de administratie het volledige dossier voor beslissing aan de Minister, samen met haar advies en de eventuele bemerkingen van het centrum.

De Minister beslist over de erkenningsaanvraag binnen een termijn van twee maanden die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier. § 2. De Administratie organiseert, overeenkomstig artikel 1848, § 1, een inspectie om het actieplan van het centrum op participatieve wijze te evalueren binnen een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de datum van toekenning van de erkenning.

De conclusies van de inspectie worden binnen drie maanden na de inspectie overgemaakt aan de inrichtende macht, die over één maand beschikt om haar bemerkingen te laten gelden.

Als de inspectie een overtreding van de normen vaststelt, past ze desgevallend de in de artikelen 1849 tot 1849/3 bedoelde procedures toe.

Art. 1835.De termijn bedoeld in artikel 624/9, eerste lid, van het decreetgevend wetboek wordt vastgelegd op negen maanden, te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van de erkenning.

Art. 1836.De wijzigingen die zich binnen het centrum hebben voorgedaan en die betrekking hebben op de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 624/2 en volgende van het decreetgevend wetboek, waaronder de inhoud van het actieplan, worden meegedeeld aan de administratie, die ontvangst bericht binnen tien dagen.

Art. 1837.De directeur van de dienst zorgt voor de integratie van het centrum in de maatschappij, alsook voor de contacten met de openbare diensten en de medische, psycho-sociale, juridische en onderwijsinstellingen.

De directeur ziet toe op de kwaliteit van de publieke relaties en is verantwoordelijk voor de boekhouding.

De directeur zorgt voor de continuïteit van de aangeboden dienst, met name via de ondertekening van overeenkomsten in het kader van de uitvoering van artikel 624/12 van het decreetgevend wetboek.

De directeur garandeert de cohesie van de actie van het centrum met de acties die door de andere erkende centra ontwikkeld worden.

Om in dienst te worden genomen legt de kandidaat voor die post een uittreksel uit zijn blanco strafregister voor en beschikt hij over een universitair diploma in de humane wetenschappen.

Art. 1838.§ 1. De verantwoordelijke voor de opleiding en de supervisie van de activiteit van de vrijwilligers vergewist zich van de kwaliteit en de efficiëntie van hun luisterbereidheid naar de gebruiker toe.

Om in dienst te kunnen worden genomen, legt de kandidaat voor die post een uittreksel uit zijn blanco strafregister voor en beschikt hij over de titel van psycholoog, overeenkomstig de wet van 8 november 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/11/1993 pub. 30/08/2012 numac 2012000536 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bescherming van de titel van psycholoog. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bescherming van de titel van psycholoog.

De directeur zorgt voor een efficiënte coördinatie tussen de werknemers die verantwoordelijk zijn voor de opleiding en de supervisie van de activiteit van de vrijwilligers. § 2. Al naar gelang van de opleidingsbehoeften van de vrijwilligers, heeft het centrum het recht om een beroep te doen op gekwalificeerde adviseurs in andere vakken dan degene die door het kaderpersoneel vertegenwoordigd worden.

Art. 1839.Om als secretaris in dienst te kunnen worden genomen legt de kandidaat een uittreksel uit zijn blanco strafregister voor en beschikt hij over een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs of over elke ander gelijkwaardig diploma erkend door de Franse Gemeenschap.

Art. 1840.De inlichtingen over de samenstelling van het personeel en de desbetreffende wijzigingen worden vooraf of binnen de maand waarin ze plaatsvinden aan de administratie overgemaakt, samen met de attesten op grond waarvan de anciënniteit bepaald kan worden, een afschrift van het arbeidscontract of van het aanhangsel bij het contract en een afschrift van het diploma of van de behaalde titel.

De wijzigingen in de samenstelling van het personeel worden ter goedkeuring aan de Minister of aan zijn gemachtigde voorgelegd.

De informatie die ontvangen wordt buiten de termijn bedoeld in het eerste lid wordt voor het volgende boekjaar in aanmerking genomen.

Art. 1841.Het centrum sluit met elk van zijn vrijwilligers een overeenkomst waarin de wederzijdse rechten en plichten vastliggen.

Het document wordt ondertekend door de vertegenwoordiger van het centrum, enerzijds, en door de betrokken vrijwilliger, anderzijds. De overeenkomst bepaalt dat de vrijwilliger zich niet als professional bij de gebruiker mag melden.

Art. 1842.Als het centrum verkeert in de toestand bedoeld in artikel 624/12, § 2, van het decreetgevend wetboek, verwittigt het de administratie binnen zeven kalenderdagen per gewone post.

In het schrijven wordt gewag gemaakt van een ontwerp met de compensatiemogelijkheden waarin het centrum van plan is te voorzien om vierentwintig uur op vierentwintig dienst te waarborgen.

Art. 1843.De opleiding van de vrijwilligers wordt georganiseerd als volgt : 1° een voorafgaande leeropleiding van minimum twintig uren inzake luistervermogen;2° een proeftijd bestaande uit minstens twaalf uren gesuperviseerde luistertechniek.

Art. 1844.In het kader van hun werk worden de vrijwilligers onderworpen aan een toezicht dat hoe dan ook bestaat uit : 1° een maandelijks groepsgewijs toezicht;2° een persoonlijk toezichts- of evaluatieonderhoud met een personeelslid van de personeelsformatie, al naar gelang van de behoeften van de dienst en minstens één keer om de twee jaar.

Art. 1845.De vergaderingen bedoeld in artikel 624/16 van het decreetgevend wetboek zijn het voorwerp van notulen.

De notulen worden gedurende vijf jaar ter beschikking van de administratie gesteld.

Art. 1846.§ 1. Jaarlijks wordt een subsidie aan het erkende centrum verleend ter dekking van uitsluitend de uitgaven voor het minimumpersoneel bedoeld in artikel 624/11, § 1, van het Wetboek. Die subsidie wordt verdeeld als volgt : 1° voor een voltijds equivalent belast met de directie en de organisatie van het centrum : a) 59.000 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 0 tot 4 jaar; b) 66.000 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 5 tot 9 jaar; c) 71.500 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 10 tot 14 jaar; d) 78.500 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 15 tot 19 jaar; e) 59.000 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 20 jaar en meer; 2° voor een voltijds equivalent belast met secretariaat : a) 37.000 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 0 tot 4 jaar; b) 40.500 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 5 tot 9 jaar; c) 45.000 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 10 tot 14 jaar; d) 49.000 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 15 tot 19 jaar; e) 52.500 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 20 tot 24 jaar; f) 59.000 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 25 jaar; 3° voor een voltijds equivalent verantwoordelijk voor de opleiding en het toezicht op de luisteractiviteit van de vrijwilligers : a) 59.000 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 0 tot 4 jaar; b) 66.000 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 5 tot 9 jaar; c) 71.500 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 10 tot 14 jaar; d) 78.500 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 15 tot 19 jaar; e) 83.000 euro voor personeel met een schaalanciënniteit van 20 jaar en meer;

De bedragen worden gekoppeld aan de spilindex 122,01, waarvan de basis die van 2004 is die toepasselijk is op 1 januari 2003, en aan de schommelingen van de gezondheidsindex, overeenkomstig de regels voorgeschreven bij de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. § 2. Jaarlijks wordt aan het erkende centrum een bedrag van 3.600 euro verleend voor de toekenning van een premie aan het personeel belast met de directie en de organisatie van het centrum.

Het bedrag wordt gekoppeld aan de spilindex 122,01, waarvan de basis die van 2004 is die toepasselijk is op 1 januari 2003, en aan de schommelingen van de gezondheidsindex, overeenkomstig de regels voorgeschreven bij de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. § 3. Jaarlijks wordt een vast bedrag van 28.200 euro voor werkingskosten aan het erkende centrum verleend.

Het bedrag wordt gekoppeld aan de spilindex 122,01, waarvan de basis die van 2004 is die toepasselijk is op 1 januari 2003, en aan de schommelingen van de index van de consumptieprijzen, overeenkomstig de regels voorgeschreven bij de wet van 1 maart 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

Alleen de eerste indexering van het boekjaar, bedoeld in het tweede lid, wordt toegepast op het vaste bedrag bedoeld in het eerste lid.

Art. 1847.§ 1. De door de Minister bepaalde personeelsuitgaven komen in aanmerking voor subsidies binnen de verplichtingen die aan de werknemers opgelegd worden.

De bezoldiging van het personeel bedoeld in artikel 624/11, § 1, van het decreetgevend wetboek komt slechts in aanmerking voor de subsidie naar rato van de weddeschalen aangenomen door de paritaire commissie waaronder de centra ressorteren, met inbegrip van de opwaardering van de lastige uren gepresteerd door het personeel dat aangesteld is voor de opdrachten die in het kader van de erkenning uitgevoerd worden. § 2. De werkingskosten die voor subsidies in aanmerking komen, alsook de regels voor de afschrijving van patrimoniale goederen worden door de Minister bepaald.

Art. 1848.§ 1. De activiteiten van het centrum worden gecontroleerd en geëvalueerd door de inspectie die georganiseerd wordt door de administratie, die : 1° nagaat of voldaan wordt aan de bepalingen aangenomen bij of overeenkomstig hoofdstuk 2/1 van Titel 2 van Boek VI van het tweede deel van het decreetgevend wetboek, met name de naleving van de erkenningsvoorwaarden en het behoud van de erkenning;2° het actieplan evalueert. Wat het eerste luik betreft, zorgt de directeur ervoor dat de institutionele overeenkomsten en de boekhouding ter beschikking van de administratie gesteld worden.

Wat het tweede luik betreft, zorgt de directeur ervoor dat alle werknemers bij de inspectie aanwezig zijn. § 2. De conclusies van de inspectie worden ter kennis van de inrichtende macht gebracht met inachtneming van de procedure bedoeld in artikel 1834, § 2, tweede lid. § 3. Behoudens bijzondere of buitengewone omstandigheden, worden de inspecties van de centra minstens om de drie jaar uitgevoerd.

Art. 1849.Als de administratie vaststelt dat de normen vastgelegd bij of overeenkomstig hoofdstuk 2/1 van Titel 2 van Boek VI van het tweede deel van het decreetgevend wetboek overtreden worden, geeft ze de inrichtende macht kennis van de aard van de overtreding door elk middel dat vaste datum aan de zending verleent, alsook van de termijn waarin orde op zaken gesteld moet worden.

Art. 1849/1.Na afloop van die termijn doet ze desgevallend een voorstel tot opschorting of intrekking van de erkenning, dat ze aan de inrichtende macht richt.

De inrichtende macht wordt voor een verhoor opgeroepen om haar argumenten te laten gelden. Zij kan zich door een adviseur van haar keuze laten bijstaan en inzage nemen van alle gegevens die haar betreffen.

Een proces-verbaal van verhoor dat van elk nieuw element vergezeld gaat, wordt opgemaakt en gericht aan de inrichtende macht, die over vijftien dagen beschikt om haar bemerkingen in te dienen.

Na afloop van bedoelde termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgelegd.

Art. 1849/2.De Minister spreekt zich over het voorstel tot opschorting of intrekking uit binnen een termijn van twee maanden.

Art. 1849/3.In geval van opschorting van de erkenning moet de inrichtende macht de administratie laten weten dat ze zich met de erkenningsvoorwaarden in overeenstemming heeft gebracht.

De inspectie stelt de gegrondheid van het in overeenstemming brengen vast.

Op gunstig advies van de inspectie wordt de opschorting door de Minister opgeheven op de datum van kennisgeving van het in overeenstemming brengen ervan.

Onderafdeling 2. - Coördinatiecel

Art. 1849/4.Een oproep tot indiening van een erkenningsaanvraag wordt in het Belgisch Staatsblad bekengemaakt, samen met een door de Minister opgemaakt formulier dat minstens de volgende elementen bevat : 1° de identificatie van de inrichtende macht;2° de omschrijving van haar organogram;3° het activiteitenprogramma bedoeld in artikel 624/25, § 2, tweede lid, van het decreetgevend wetboek;4° de evaluatie van de gehaalde en niet gehaalde doelstellingen als het gaat om een hernieuwingsaanvraag.

Art. 1849/5.De aanvragen worden ingediend bij aangetekend schrijven of d.m.v. een elektronisch aangetekende zending waarmee de zending, het tijdstip van de zending en de identiteit van de afzender bewezen kunnen worden.

Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt de administratie de ontbrekende documenten op binnen een termijn van tien werkdagen, die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier.

De administratie bericht ontvangst van elke erkenningsaanvraag binnen een termijn van tien werkdagen, die ingaat op de datum van ontvangst van het volledige dossier.

De aanvragen worden gericht aan de "Commission wallonne de la Santé".

De Commissie brengt advies uit volgens de modaliteiten waarin artikel 3, 10°, van het decreetgevend wetboek voorziet.

Het advies wordt gericht aan de Minister, die over twee maanden beschikt om te beslissen.

De beslissing tot erkenning omvat het activiteitenprogramma zoals goedgekeurd voor de erkenningsperiode.

Elke wijziging die in de loop van de erkenningsperiode in het activiteitenprogramma wordt aangebracht wordt ter goedkeuring aan de Minister voorgelegd.

Art. 1849/6.§ 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten verleent de Regering een subsidie van 60 000 euro aan de erkende coördinatiecel.

Het bedrag wordt gekoppeld aan de spilindex 122,01 waarvan de basis die van 2004 is die toepasselijk is op 1 januari 2013 en aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen. § 2. De uitgaven die de Cel doet voor de uitvoering van haar activiteitenprogramma, komen in aanmerking voor subsidies, overeenkomstig artikel 1846, § 2,.

Art. 1849/7.Als de Cel erkend is, onderwerpt ze zich aan de evaluatie die jaarlijks door de administratie georganiseerd wordt.

De evaluatie wordt op basis van het activiteitenverslag verricht met inachtneming van de volgende elementen : 1° de middelen uitgetrokken voor de opdrachten en de inhoud van de verwezenlijkte acties;2° de behaalde en niet behaalde doelstellingen op grond van de indicatoren opgenomen in het activiteitenprogramma.»

Art. 3.In afwijking van artikel 1839 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 2 van dit besluit, mogen de secretaressen die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit door een erkend centrum tewerkgesteld zijn en niet aan de diplomavereisten voldoen de in artikel 624/11, § 1, 2°, van het decreetgevend wetboek bedoelde secretariaatfunctie blijven uitoefenen.

Art. 4.In afwijking van artikel 12/1, § 1, van hetzelfde Wetboek, wordt voor het eerste en het tweede boekjaar, met ingang op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, een voorschot van negentig percent van de subsidie voor het lopende jaar uitbetaald uiterlijk 1 maart van het jaar van de subsidie.

Art. 5.Het actieplan bedoeld in artikel 37 van het decreet van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2014 pub. 11/04/2014 numac 2014202282 bron waalse overheidsdienst Decreet waarbij bepalingen betreffende de tele-onthaalcentra in het decretale gedeelte van het Waalse wetboek voor Sociale Actie en Gezondheid ingevoegd worden sluiten waarbij bepalingen betreffende de tele-onthaalcentra in het decreetgevend gedeelte van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid ingevoegd worden, wordt binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit door het centrum bij de administratie ingediend bij aangetekend schrijven of d.m.v. een elektronisch aangetekende zending waarmee de zending, het tijdstip van de zending en de identiteit van de afzender bewezen kunnen worden.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

Namen, 19 juni 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX

^