Etaamb.openjustice.be
Decreet van 13 juli 2007
gepubliceerd op 06 augustus 2007

Decreet houdende bevordering van een meer evenwichtige participatie van vrouwen en mannen in advies- en bestuursorganen van de Vlaamse overheid

bron
vlaamse overheid
numac
2007036224
pub.
06/08/2007
prom.
13/07/2007
ELI
eli/decreet/2007/07/13/2007036224/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 JULI 2007. - Decreet houdende bevordering van een meer evenwichtige participatie van vrouwen en mannen in advies- en bestuursorganen van de Vlaamse overheid (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende bevordering van een meer evenwichtige participatie van vrouwen en mannen in advies- en bestuursorganen van de Vlaamse overheid.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Art. 2.§ 1. Dit decreet is van toepassing op alle advies- en bestuursorganen van de Vlaamse overheid. § 2. In dit decreet wordt onder adviesorganen van de Vlaamse overheid verstaan alle strategische adviesraden, raden, commissies, comités, en andere organen, ongeacht de benaming ervan, die voldoen aan elk van de volgende voorwaarden : 1° opgericht zijn : - hetzij bij wet, wetskrachtig besluit, koninklijk besluit of ministerieel besluit om te adviseren in aangelegenheden die thans tot de bevoegdheid van de gewesten of gemeenschappen behoren; - hetzij bij decreet, bij besluit van de Vlaamse Regering, bij besluit van een Vlaamse minister; 2° hun opdracht bestaat er hoofdzakelijk in advies te verlenen, ongeacht de benaming ervan, uit eigen beweging of op verzoek;3° ze verlenen advies aan onder meer het Vlaams Parlement, de Vlaamse Regering, een Vlaamse minister of de Vlaamse administratie. Structurele onderverdelingen van een adviesorgaan, vermeld in het eerste lid, worden ook als adviesorgaan beschouwd als ze zelf bevoegd zijn om advies te verlenen aan de instanties, vermeld in 3°. § 3. In dit decreet wordt onder bestuursorganen van de Vlaamse overheid verstaan : de raden van bestuur of raden van beheer, ongeacht de benaming ervan, van een van de volgende instellingen : 1° een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap van de Vlaamse administratie;2° een privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap van de Vlaamse administratie;3° een instelling, vereniging of onderneming die opgericht werd door de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, vermeld in 1°, of een instelling, vereniging of onderneming waarin die agentschappen deelnemen, als ten minste de helft van het aantal bestuurders door of op voordracht van het desbetreffende agentschap wordt aangewezen;4° een andere instelling, vereniging of onderneming dan die welke vermeld in 1° tot en met 3°, die opgericht werd door de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, of waarin de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest deelneemt, als ten minste de helft van het aantal bestuurders door of op voordracht van de Vlaamse Regering wordt aangewezen.

Art. 3.Om een meer evenwichtige participatie van mannen en vrouwen te bevorderen mag ten hoogste twee derde van de stemgerechtigde leden van een advies-of bestuursorgaan van de Vlaamse overheid van hetzelfde geslacht zijn.

Dit quotum is, in voorkomend geval, afzonderlijk van toepassing op de effectieve leden en op de plaatsvervangende leden.

Art. 4.Als bij de aanwijzing van leden in een advies- of bestuursorgaan van de Vlaamse overheid een voordrachtprocedure gevolgd moet worden, en de voorgedragen kandidaturen het niet mogelijk maken om te voldoen aan de verplichting vermeld in artikel 3, dan moet de voordrachtprocedure hernomen worden. In voorkomend geval moeten de voordragende instanties die geen kandidaat van het ondervertegenwoordigde geslacht hadden voorgedragen, een extra kandidaat voordragen die van het ondervertegenwoordigde geslacht is.

Zolang een voordragende instantie niet voldoet aan die voorwaarde, blijft het mandaat open.

Als zes maanden na het vacant worden van het mandaat nog niet aan de verplichting, vermeld in artikel 4, voldaan is, kan de Vlaamse Regering, op voordracht van de minister onder wiens bevoegdheid het advies- of bestuursorgaan ressorteert, het vacante mandaat invullen zonder de voordrachtprocedure te volgen.

Art. 5.Onverminderd artikel 4, kan de Vlaamse Regering, als onmogelijk kan worden voldaan aan de voorwaarde vermeld in artikel 3, op gemotiveerd verzoek van de minister onder wiens bevoegdheid het advies- of bestuursorgaan ressorteert, afwijkingen toestaan.

De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden waaraan dit verzoek moet voldoen en stelt de procedure vast.

Als geen afwijking werd toegestaan, beschikt de minister onder wiens bevoegdheid het advies- of bestuursorgaan ressorteert over een termijn van drie maanden om te voldoen aan de voorwaarde gesteld in artikel 3.

Art. 6.Behalve als conform artikel 5 een uitzondering werd toegestaan, kan een advies- of bestuursorgaan van de Vlaamse overheid alleen geldig beraadslagen en beslissen als het conform artikel 3 samengesteld is.

Art. 7.Om de twee jaar en voor het eerst uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van dit decreet bevat het verslag dat uitgebracht wordt aan het Vlaams Parlement ter uitvoering van artikel 2 van het decreet van 13 mei 1997 houdende de opvolging van de resoluties van de Wereldvrouwenconferentie die van 4 tot september 1995 in Peking heeft plaatsgehad, een toelichting over de uitvoering van dit decreet.

Art. 8.In artikel 7 van het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van de strategische adviesraden, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Telkens wanneer in een strategische adviesraad één of meer mandaten ten gevolge van een voordrachtprocedure te begeven zijn en de voorgedragen kandidaturen het niet mogelijk maken om te voldoen aan de verplichting vermeld in artikel 7, eerste lid, moet de voordrachtprocedure hernomen worden. In voorkomend geval moeten de voordragende instanties die geen kandidaat van het ondervertegenwoordigde geslacht hadden voorgedragen, een extra kandidaat voordragen die van het ondervertegenwoordigde geslacht is. »

Art. 9.In artikel 5, § 7, van het decreet van 7 mei 2004 inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Telkens wanneer in de Raad één of meer mandaten te begeven zijn en de voorgedragen kandidaturen het niet mogelijk maken om te voldoen aan de verplichting vermeld in artikel 5, § 7, eerste lid, moet de voordrachtprocedure hernomen worden. In voorkomend geval moeten de voordragende instanties die geen kandidaat van het ondervertegenwoordigde geslacht hadden voorgedragen, een extra kandidaat voordragen die van het ondervertegenwoordigde geslacht is. »

Art. 10.De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het decreet van 15 juli 1997 houdende invoering van een meer evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in adviesorganen, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2000;2° het decreet van 18 mei 1999 houdende een meer evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de beheers- en bestuursorganen van de instellingen, ondernemingen, vennootschappen of verenigingen van de Vlaamse overheid, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2000.

Art. 11.De samenstelling van de advies- of bestuursorganen die voor de inwerkingtreding van dit decreet werden opgericht, wordt aangepast aan de bepaling, vermeld in artikel 3, bij de eerstvolgende volledige hernieuwing van de mandaten. Bij een hernieuwing van een of meer mandaten in afwachting van een volledige hernieuwing, wordt, zolang het quotum, vermeld in artikel 3, niet gerealiseerd is, een kandidaat van het ondervertegenwoordigde geslacht aangewezen. Uiterlijk op 1 januari 2009 dient de samenstelling van alle advies- of bestuursorganen die voor de inwerkingtreding van dit decreet werden opgericht, aangepast te zijn aan de bepaling, vermeld in artikel 3.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 13 juli 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT _______ Nota (1) Zitting 2006-2007. Stukken. - Ontwerp van decreet : 1190 - Nr. 1. - Amendement : 1190 - Nr. 2. - Verslag : 1190 - Nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1190 - Nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 4 juli 2007.

^