Etaamb.openjustice.be
Decreet van 13 december 2017
gepubliceerd op 22 december 2017

Decreet houdende diverse fiscale wijzigingen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2017032048
pub.
22/12/2017
prom.
13/12/2017
ELI
eli/decreet/2017/12/13/2017032048/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 DECEMBER 2017. - Decreet houdende diverse fiscale wijzigingen (1)


Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het Wetboek der successierechten

Artikel 1.In artikel 42 van het Wetboek der successierechten wordt VIII aangevuld met de woorden "en als de vrijstelling bedoeld in artikel 55quinquies, zevende lid, van toepassing is, moet bij de schulden die specifiek zijn aangegaan om het hoofdverblijf te verwerven of te behouden uitdrukkelijk worden vermeld dat ze met dat doel zijn aangegaan".

Art. 2.In artikel 54, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten2, worden de woorden "Van het recht van successie wordt vrijgesteld" vervangen door de woorden "Van het recht van successie en van overgang bij overlijden wordt vrijgesteld".

Art. 3.In hetzelfde Wetboek wordt er een artikel 55quinquies ingevoegd, luidend als volgt : "

Artikel 55quinquies.§ 1. Van het recht van successie en van overgang bij overlijden wordt vrijgesteld, het netto-aandeel van de rechtverkrijgende echtgenoot/echtgenote of wettelijk samenwonende in de woning die de overledene en de echtgenoot/echtgenote of wettelijk samenwonende tot hoofdverblijf diende sinds minstens vijf jaar op de datum van het overlijden.

Voor de toepassing van het eerste lid blijkt het feit dat de overledene en de echtgenoot of wettelijk samenwonende hun hoofdverblijfplaats hadden in kwestieus onroerend goed, behoudens bewijs van het tegendeel, uit een uittreksel van het bevolkingsregister of van het vreemdelingenregister.

Als hoofdverblijfplaats wordt eveneens in aanmerking genomen, de laatste hoofdverblijfplaats van de echtgenoten of wettelijk samenwonenden als aan hun samenwonen een einde is gekomen, hetzij door de feitelijke scheiding van de echtgenoten of van de wettelijk samenwonenden, hetzij door een geval van overmacht of om dwingende reden van medische, familiale, beroeps-of maatschappelijke aard. § 2. Onder netto-aandeel bedoeld in § 1, eerste lid, moet worden begrepen de waarde van het deel dat de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende verkrijgt in de hoofdverblijfplaats, verminderd met de schulden.

Het aandeel van de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende in de schulden van de nalatenschap die specifiek zijn aangegaan om die hoofdverblijfplaats te verwerven of te behouden wordt bij voorrang aangerekend op hun deel in bedoeld goed.

Het aandeel van de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende in de overige schulden en begrafeniskosten wordt eerst aangerekend op de waarde van de bestanddelen van activa bedoeld in artikel 60bis, vervolgens op de waarde van de overige goederen van de nalatenschap, en ten slotte op de overblijvende waarde van het verkregen deel in de hoofdverblijfplaats. § 3. Ingeval, volgens de gegevens van het bevolkingsregister of van het vreemdelingenregister, de in § 1, eerste lid, gestelde voorwaarden zijn vervuld, past de ontvanger deze vrijstelling ambtshalve toe.

Indien de overledene, de echtgenoot/echtgenote of wettelijk samenwonende, zijn hoofdverblijfplaats niet heeft kunnen behouden in het gebouw, als bedoeld in § 1, derde lid, of indien een einde is gekomen aan het samenwonen door overmacht of om dwingende reden van medische, familiale, beroeps- of maatschappelijke aard, moet de toepassing van de vrijstelling uitdrukkelijk worden gevraagd in de aangifte van nalatenschap en, in voorkomend geval, moet de overmacht of de dwingende reden worden bewezen.".

Art. 4.Artikel 60ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 15 december 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005203367 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende verschillende wijzigingen in het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en in het Wetboek der successierechten sluiten en gewijzigd bij de decreten van 30 april 2009 en 11 april 2014, wordt vervangen als volgt: "

Art. 60ter.§ 1. Indien de erfopvolging van de overledene minstens één aandeel in volle eigendom in het onroerend goed bevat waar de overledene zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad sinds minstens vijf jaar op datum van zijn overlijden en dat onroerend goed, geheel of gedeeltelijk bestemd voor bewoning en in het Waalse Gewest gelegen, verkregen wordt door een erfgenaam, een legataris of een begiftigde in de rechte lijn, wordt het successierecht dat van toepassing is op de netto-waarde van zijn aandeel in die woning, na aftrek, in voorkomend geval, van de waarde van het beroepsdeel van dat onroerend goed onderworpen aan het verlaagde percentage van artikel 60bis, vastgesteld volgens het tarief aangegeven in onderstaande tabel.

Hierin wordt vermeld: onder littera a: het percentage geldend voor de overeenstemmende schijf; onder littera b: het totaalbedrag van de belasting op de voorgaande schijven.

Tabel met betrekking tot het preferentiele tarief voor de netto-aandelen in woningen

Schijf van het netto-aandeel

Erfgenaam, begiftigde legataris in de rechte lijn

Van

tot en met

A

B

EUR

EUR

Pct.

EUR

0,01

25.000,00

1

-

25.000,01

50.000,00

2

250,00

50.000,01

160.000,00

5

750,00

160.000,01

175.000,00

5

6.250,00

175.000,01

250.000,00

12

7.000,00

250.000,01

500.000,00

24

16.000,00

Meer dan 500.000,00

30

76.000,00


§ 2. Voor de toepassing van § 1 blijkt het feit dat de overledene zijn hoofdverblijfplaats had in kwestieus onroerend goed, behoudens bewijs van het tegendeel, uit een uittreksel van het bevolkingsregister of van het vreemdelingenregister.

Het voordeel van het verlaagd tarief blijft behouden zelfs indien de overledene zijn hoofdverblijfplaats niet in kwestieus onroerend goed heeft kunnen handhaven wegens overmacht of om dwingende reden van medische, familiale, beroeps- of maatschappelijke aard. § 3. Onder netto-waarde dient de waarde van het aandeel in de woning bedoeld in § 1 te worden verstaan, verminderd met het saldo van de schulden en de begrafeniskosten na toerekening op de goederen bedoeld bij artikel 60bis, zoals bepaald in artikel 60bis, § 2, met uitsluiting van die, welke in het bijzonder betrekking hebben op andere goederen. § 4. Ingeval, volgens de gegevens van het bevolkingsregister of van het vreemdelingenregister, de bij dit artikel bedoelde voorwaarden zijn vervuld, past de ontvanger dit verlaagde tarief ambtshalve toe.

Indien de overledene zijn hoofdverblijfplaats door overmacht of om dwingende reden van medische, familiale, beroeps-of maatschappelijke aard niet heeft kunnen behouden in kwestieus onroerend goed, als bedoeld in § 2, tweede lid, moet de toepassing van het verlaagd tarief uitdrukkelijk worden gevraagd in de aangifte van nalatenschap en, in voorkomend geval, moet de overmacht of de dwingende reden worden bewezen.".

Art. 5.In artikel 128 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 juli 1993 wordt punt 2° aangevuld met de woorden "of die, in het geval bedoeld in artikel 42, VIII, nalaat te vermelden dat een opgegeven schuld is aangegaan met als doel de hoofdverblijfplaats te verwerven of te behouden". HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten

Art. 6.In artikel 44 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, vervangen bij het decreet van 21 december 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten6, worden de leden 2 tot 4 opgeheven.

Art. 7.Artikel 44 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt: "Dat recht wordt tot 6 % verlaagd voor de bij authentieke akte vastgestelde verkopen op lijfrente met als doel de verkoop van de woning die sinds minstens 5 jaar de hoofdverblijfplaats van de verkoper is. Deze vermindering is niet van toepassing op de overeenkomsten bij onderhandse akte die ter registratie worden aangeboden.".

Art. 8.Artikel 44bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 17 december 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten5 en vervangen bij het decreet van 21 december 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten6, wordt opgeheven.

Art. 9.In hetzelfde Wetboek wordt er een artikel 46bis ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 46bis.§ 1. Voor wat betreft de verkopen, wordt de belastbare grondslag, bepaald overeenkomstig de artikelen 45 en 46, verminderd met 20.000 euro in geval van verwerving tegen betaling door een of meerdere natuurlijke personen van de geheelheid in volle eigendom van een geheel of gedeeltelijk tot bewoning aangewend of bestemd onroerend goed dat zal dienen tot hun hoofdverblijfplaats. Dit abattement wordt ook toegepast in geval van een aankoop van een bouwgrond of een woning in aanbouw of een woning op plan.

Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder hoofdverblijfplaats, tenzij tegenbewijs, het adres waarop de verkrijgers zijn ingeschreven in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister. Als datum van vestiging van de hoofdverblijfplaats geldt de datum van inschrijving in dit register.

Voor de toepassing van dit artikel wordt ook beschouwd als bouwgrond, de grond waarop een bouwwerk is opgericht, dat de aankoper wil slopen om er zijn hoofdverblijfplaats opnieuw te bouwen. § 2. Aan het in § 1 bedoelde abattement zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1° de verkrijgers moeten in of onderaan het document dat aanleiding geeft tot de heffing van het evenredig registratierecht of in een bij dat document gevoegd en ondertekend geschrift om de toepassing van deze bepaling verzoeken en verklaren dat zij voldoen aan de voorwaarden vermeld in deze paragraaf;2° geen van de verkrijgers mag op de datum bedoeld in § 2, 1°, niet voor de geheelheid volle eigenaar zijn van een ander onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd;3° elke verkrijger moet zich verbinden zijn hoofdverblijfplaats te vestigen op de plaats van het verkregen goed: a) indien het een bestaande woning betreft, binnen drie jaar na: (1) ofwel de datum van de registratie van het document dat tot de heffing van het evenredig registratierecht aanleiding geeft, wanneer dat document binnen de ervoor bepaalde termijn ter registratie wordt aangeboden;(2) ofwel de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie, wanneer dat document ter registratie wordt aangeboden na het verstrijken van de ervoor bepaalde termijn;b) indien het een bouwgrond of een woning in aanbouw of een woning op tekening betreft, binnen vijf jaar na de in a) bedoelde datum.4° elke verkrijger moet zich ertoe verbinden zijn hoofdverblijfplaats in het verkregen onroerend goed te behouden gedurende een ononderbroken periode van drie jaar vanaf het tijdstip waarop ze hun hoofdverblijfplaats gevestigd hebben in het onroerend goed waarvoor de vermindering is verkregen. Wat punt 2° betreft, mogen ze, als de aankoop gedaan wordt door verschillende personen, op de datum bedoeld in § 2, 1°, gezamenlijk niet voor de geheelheid volle eigenaar zijn van een ander onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd. § 3. Indien de in § 2, eerste lid, 2°, bedoelde voorwaarde of de voorwaarde bedoeld in lid 2 van dezelfde paragraaf niet vervuld wordt door: 1° elkeen van de verkrijgers, zijn ze ondeelbaar en solidair gehouden tot betaling van de aanvullende rechten berekend op het bedrag waarmee de in lid één bedoelde belastbare grondslag is verminderd, en van een boete gelijk aan die aanvullende rechten;2° sommige van de verkrijgers, zijn ze ondeelbaar en solidair gehouden tot betaling van de aanvullende rechten berekend op het bedrag waarmee de belastbare grondslag is verminderd, naar verhouding van hun aandeel in het verkregen onroerend goed, en van een boete gelijk aan die aanvullende rechten. § 4. Indien één van de in § 2, eerste lid, 3° en 4°, bedoelde voorwaarden : 1° niet vervuld wordt door elke van de verkrijgers na toepassing van § 1, zijn ze ondeelbaar en solidair gehouden tot betaling van de aanvullende rechten op het in § 1 bedoelde bedrag waarmee de belastbare grondslag werd verminderd;2° niet vervuld wordt door sommige van de verkrijgers, zijn ze ondeelbaar gehouden tot betaling van de aanvullende rechten op het in § 1 bedoelde bedrag waarmee de belastbare grondslag is verminderd, naar verhouding van hun wettelijk aandeel in het verkregen onroerend goed. Het eerste lid is niet van toepassing in geval van overmacht of om dwingende reden van medische, familiale, beroeps-of maatschappelijke aard."

Art. 10.Artikel 48 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt: "Voor de in artikel 44, tweede lid, bedoelde lijfrenteverkopen die bij authentieke akte worden vastgesteld, mag de overeenkomstig artikel 47 berekende verkoopwaarde van de blote eigendom echter niet lager zijn dan« In afwijking van lid 1 mag de belastbare grondslag, voor de lijfrenteverkopen van de blote eigendom van een onroerend goed waarvan het vruchtgebruik door de vervreemder gereserveerd is, vastgesteld bij authentieke akte en bedoeld in artikel 44, lid 2, niet lager zijn dan: - 50 % van de verkoopwaarde van de volle eigendom indien de maximale duur van de rente kleiner dan of gelijk is aan 20 jaar; - 40% van de verkoopwaarde van de volle eigendom indien de maximale duur van de rente hoger dan 20 jaar is.

Art. 11.In artikel 62, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 27 april 1978 en gewijzigd bij het decreet van 21 december 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten6, worden de woorden "Het bij de artikelen 44 en 44bis vastgestelde recht " vervangen door de woorden "Het bij artikel 44 vastgestelde recht".

Art. 12.In artikel 64 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 21december 2016, worden de woorden "of bij artikel 44bis"opgeheven.

Art. 13.In artikel 65 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 21december 2016, worden de woorden "of bij artikel 44bis"opgeheven.

Art. 14.In artikel 71 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 21december 2016, worden de woorden "of bij artikel 44bis"opgeheven.

Art. 15.Artikel 131bis, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 15 december 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005203367 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende verschillende wijzigingen in het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en in het Wetboek der successierechten sluiten en gewijzigd bij het decreet van 11 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) 2° wordt vervangen als volgt: "2° 5,5 % voor de schenkingen aan andere personen."; b) punt 3° wordt opgeheven.

Art. 16.In artikel 209, eerste lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, wordt c), ingevoegd bij het decreet van 17 december 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten5 en vervangen bij het decreet van 21 december 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten6, opgeheven.

Art. 17.In artikel 212, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij het decreet van 21 december 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten6, worden de woorden "of bij artikel 44bis" opgeheven. HOOFDSTUK III. - Wijziging in het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen

Art. 18.In artikel 98, § 1, van het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, ingevoegd bij de wet van 1 juni 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en 13 juli 2001, wordt punt B. vervangen als volgt: "B. Luchtvaartuigen zoals omschreven in artikel 94.

De belasting wordt vastgesteld op: (1) 0,00 euro voor de op afstand bestuurde luchtvaartuigen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4° en 5°, van het koninklijk besluit van 10 april 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/04/2016 pub. 15/04/2016 numac 2016014116 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim sluiten met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim met uitzondering van de op afstand bestuurde luchtvaartuigen die geacht zijn, in het verkeer te worden gebracht door vennootschappen, autonome overheidsbedrijven of verenigingen zonder winstoogmerk die leasingsactiviteiten uitoefenen;(2) 61,50 euro voor de paramotoren bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 juni 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren;(3) 619,00 euro voor de ultralichte motoraangedreven luchtvaartuigen; (4) 2478,00 euro voor de andere luchtvaartuigen.". HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen in de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld

Art. 19.Artikel 1bis van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, ingevoegd bij het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 01/07/2009 numac 2009202759 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende diverse wijzigingen van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, het decreet van 27 mei 2004 tot invoering van een belasting op de afgedankte bedrijfsruimten, het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen, het Waterwetboek, het Wetboek der successierechten en het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, de Ecobonus en tot voorziening in een machtiging aan de Regering om de Waalse fiscale wetgeving te codificeren sluiten, wordt opgeheven.

Art. 20.Artikel 3 van dezelfde wet, gewijzigd bij de decreten van 27 maart 2003 en 18 december 2008, wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt: "Voor de in de artikelen 7 en 8 bedoelde periodes die vanaf 1 januari 2018 beginnen te lopen, wordt het jaarlijkse kijk- en luistergeld tot nul euro teruggebracht".

Art. 21.In dezelfde wet worden de volgende artikelen opgeheven: 1° artikel 9, laatst gewijzigd bij het decreet van 19 september 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten3;2° artikel 10, gewijzigd bij de decreten van 27 maart 2003 en 5 december 2008;3° artikel 12, gewijzigd bij het decreet van 27 maart 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2003 pub. 28/03/2003 numac 2003200564 bron ministerie van het waalse gewest Decreet waarbij beslist wordt de Dienst Kijk- en Luistergeld bedoeld in artikel 3, eerste lid, 9°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten te verzorgen en tot wijziging van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld sluiten;4° artikel 13, laatst gewijzigd bij het decreet van 19 september 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten3;5° artikel 15, gewijzigd bij de decreten van 27 maart 2003 en 5 december 2008;6° artikel 16, gewijzigd bij het decreet van 27 maart 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2003 pub. 28/03/2003 numac 2003200564 bron ministerie van het waalse gewest Decreet waarbij beslist wordt de Dienst Kijk- en Luistergeld bedoeld in artikel 3, eerste lid, 9°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten te verzorgen en tot wijziging van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld sluiten;7° artikel 18, vervangen bij het decreet van 19 september 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten3;8° artikel 19, laatst gewijzigd bij het decreet van 19 september 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten3;9° artikel 20, laatst gewijzigd bij het decreet van 10 mei 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten0;10° artikel 21, gewijzigd bij het decreet van 27 maart 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2003 pub. 28/03/2003 numac 2003200564 bron ministerie van het waalse gewest Decreet waarbij beslist wordt de Dienst Kijk- en Luistergeld bedoeld in artikel 3, eerste lid, 9°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten te verzorgen en tot wijziging van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld sluiten;11° artikel 22, gewijzigd bij de decreten van 27 maart 2003 en 5 december 2008;12° artikel 23;13° artikel 24, gewijzigd bij de decreten van 27 maart 2003 en 10 december 2009;14° artikel 26, laatst gewijzigd bij het decreet van 19 september 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten3;15° artikel 27, laatst gewijzigd bij het decreet van 5 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/12/2008 pub. 18/02/2009 numac 2009200642 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het bodembeheer sluiten;16° artikel 28, laatst gewijzigd bij het decreet van 19 september 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten3. HOOFDSTUK V. - Wijzigingen in het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 01/07/1999 numac 1999027513 bron ministerie van het waalse gewest 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen sluiten betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen

Art. 22.Artikel 11 van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 01/07/1999 numac 1999027513 bron ministerie van het waalse gewest 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen sluiten betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen, vervangen bij het decreet van 19 september 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten3, wordt aangevuld met § 4, luidend als volgt: " § 4. De met de invordering belaste ambtenaren beschikken over alle onderzoeksbevoegdheden bedoeld bij dit decreet om de vermogenstoestand vast te leggen van de belastingplichtige en van de personen op wier goederen de belastingen, taksen, verschuldigd in hoofdsom en opcentiemen, de administratieve boetes en verhogingen, de nalatigheidsinteresten en de kosten worden ingevorderd overeenkomstig artikel 35ter, om de invordering van de belastingen, taksen, verschuldigd in hoofdsom en opcentiemen, de administratieve boetes en verhogingen, de nalatigheidsinteresten en de kosten te verzekeren.".

Art. 23.In artikel 30 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029068 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen inzake hoger onderwijs en secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) sluiten, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De nalatigheidsintrest is niet verschuldigd wanneer het bedrag ervan kleiner is dan 5 euro per maand.".

Art. 24.In artikel 34, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten7 en bij het decreet van 28 november 2013, wordt 1. vervangen als volgt: "1. indien de som van die interest minder bedraagt dan 5 euro per maand.".

Art. 25.Artikel 52bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 januari 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2008 pub. 19/02/2008 numac 2008200480 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende invoering van een ecobonus op de CO2-emissies van de autovoertuigen van natuurlijke personen sluiten en gewijzigd bij het decreet van 10 december 2009, wordt vervangen als volgt: "

Art. 52bis.Elke som die aan een persoon moet worden teruggegeven of betaald in het kader van de toepassing van de wettelijke bepalingen of krachtens de bepalingen van het burgerlijk recht met betrekking tot de onverschuldigde betaling, inzake de Waalse gewestelijke belastingen, heffingen en boetes, kan door de bevoegde ambtenaar zonder formaliteit worden aangewend ter betaling van de door deze persoon invorderbare Waalse gewestelijke belastingen, heffingen en boetes, interesten en kosten wanneer deze laatste een zekere en vaststaande schuld vormen op het tijdstip van de bestemming.

Het eerste lid blijft van toepassing in geval van beslag, overdracht, samenloop of een insolvabiliteitsprocedure.

Een kwitantie wordt zo spoedig mogelijk aan de belastingplichtige verleend en geldt als kennisgeving van de overeenkomstig het eerste lid uitgevoerde toewijzing.".

Art. 26.In artikel 57 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 01/07/2009 numac 2009202759 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende diverse wijzigingen van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, het decreet van 27 mei 2004 tot invoering van een belasting op de afgedankte bedrijfsruimten, het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen, het Waterwetboek, het Wetboek der successierechten en het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, de Ecobonus en tot voorziening in een machtiging aan de Regering om de Waalse fiscale wetgeving te codificeren sluiten, wordt § 1 vervangen als volgt: " § 1. De in artikel 56 bedoelde termijn wordt gestuit: 1° op de wijze voorzien bij de artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek;2° door afstand van de verstreken tijd van de verjaring;3° door verzending door de ontvanger bij aangetekend schrijven van een aanmaning tot betaling die de gegevens van het aanslagbiljet bevat. Wat punt 3° betreft, geldt de afgifte van het stuk aan de aanbieder van de universele postdienst als kennisgeving vanaf de derde daaropvolgende werkdag. Heeft de geadresseerde noch in België noch in het buitenland een gekende woonplaats, dan wordt de aanmaning tot betaling verzonden bij ter post aangetekende brief aan de procureur des Konings te Brussel. De kosten voor de aangetekende verzending zijn ten laste van de geadresseerde.

Indien de verjaring gestuit wordt, is een nieuwe verjaring die op dezelfde manier gestuit kan worden, vaststaand vijf jaar na de laatste stuitingsakte van de voorgaande verjaring indien er geen aanleg voor de rechtbank plaats heeft gevonden.

Art. 27.Artikel 57bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten1, wordt vervangen als volgt : "

Art. 57bis.Op grond van een insolvabiliteitsverslag opgemaakt door de bevoegde ontvanger en op grond waarvan hij de onmogelijkheid om een schuldvordering in te vorderen vaststelt, stelt laatstgenoemde de decharge voor deze oninbaar geachte schuldvordering aan de door de Regering aangewezen dienst.

De decharge voor deze schuldvordering kan aan de ontvanger alleen verleend worden indien de door de Regering aangewezen dienst vaststelt dat de ontvanger te bekwamer tijd alle nodige maatregelen getroffen en de nodige vervolgingen ingesteld heeft.

Art. 28.Artikel 57ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten1, wordt vervangen als volgt : "

Art. 57ter.De decharge geldt als decharge voor de ontvanger. Ze vormt geen kwijtschelding. De ontvanger annuleert de oninbare rechten in zijn comptabiliteit.".

Art. 29.De artikelen 57quater tot 57sexies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 september 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten3, worden opgeheven.

Art. 30.Artikel 58 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 58.Voor de invordering van de belastingen, de boetes en verhogingen, de interesten en de kosten heeft het Gewest een algemeen voorrecht op alle roerende goeden van de belastingplichtige met uitzondering van de schepen en boten en een wettelijke hypotheek op alle in België gelegen goeden die aan de belastingplichtige toebehoren en die voor hypotheek in aanmerking kunnen komen.

Het voorrecht bezwaart eveneens alle roerende goederen van de personen die de ingekohierde belastingen, boetes en verhogingen namens de belastingplichtige moeten betalen krachtens het gemeen recht, de bepalingen van dit decreet of de wetgeving die de ingekohierde belastingen ten laste van de belastingplichtige vastlegt.

De wettelijke hypotheek bezwaart eveneens de in België gelegen goederen die vatbaar zijn voor hypotheek en die toebehoren aan personen die de ingekohierde belastingen, boetes en verhogingen namens de belastingplichtige moeten betalen krachtens het gemeen recht, de bepalingen van dit decreet of de wetgeving die de ingekohierde belastingen ten laste van de belastingplichtige vastlegt.".

Art. 31.Artikel 64 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 64.§ 1. De door de Regering aangewezen dienst beslist in eerste en laatste instantie over de verzoekschriften m.b.t. de kwijtschelding of de matiging van de fiscale boetes of verhogingen van de belastingen. § 2. De in § 1 bedoelde verzoekschriften worden bij met redenen omkleed schrijven bij de door de Regering aangewezen dienst ingediend door de belastingplichtingen of de personen op wier goederen boetes of verhogingen van de belastingen worden ingevorderd.

Elk ingediend verzoekschrift bedoeld in § 1 is ontvankelijk wanneer: 1° de termijnen voor administratieve beroepen niet vervallen zijn, of;2° de administratieve geschillenfase niet afgesloten is. HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen in het decreet van 16 juli 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten4 tot invoering van een kilometerheffing voor het wegengebruik door zware vrachtwagens

Art. 32.Artikel 22 van het decreet van 16 juli 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014014338 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren sluiten4 tot invoering van een kilometerheffing voor het wegengebruik door zware vrachtwagens wordt vervangen als volgt: "

Art. 22.§ 1. Elke overtreding van dit decreet of van zijn uitvoeringsmaatregelen wordt bestraft met een administratieve boete.

Slechts één administratieve boete kan worden opgelegd voor het geheel van de in het eerste lid bedoelde overtredingen die met hetzelfde voertuig op dezelfde dag worden begaan. Het ingehouden bedrag is het bedrag van de overtreding onderworpen aan het hoogste tarief, overeenkomstig § 2.

Er wordt geen administratieve boete opgelegd voor elke overtreding begaan binnen een periode van drie uren na de eerste overtreding van dit decreet, van zijn uitvoeringsmaatregelen, van de wetgeving van het Brussels Hoofdstelijk Gewest of van de wetgeving van het Vlaams Gewest inzake kilometerheffing: 1° indien de betrokken overtredingen met hetzelfde voertuig worden begaan en;2° indien de eerste overtreding met een administratieve boete wordt bestraft. § 2. Het bedrag van de administratieve boetes wordt vastgesteld als volgt:

Categorie

Soort overtreding

Bedrag van de boete

A

1° ten gevolge van een opzettelijke handeling om de kilometerheffing te ontwijken detecteert het registratieapparaat de voertuigpositie of het door het voertuig afgelegde traject via satellietsignaal niet meer, 2° de documenten bij het voertuigen die nodig zijn voor de bepaling van de maximaal toegelaten massa (MTM) of van de euro-uitgifteklasse van het voertuig worden vervalst. 1000 EUR

B

1° het voertuig is voor de Belgische kilometerheffing niet uitgerust met een elektronisch registratieapparaat;2° vóór het gebruik van elke weg heeft de belastingplichtige geen overeenkomst gesloten, voor het betrokken voertuig, met de dienstverlener van zijn keuze. 800 EUR

C

1° het elektronische registratieapparaat is niet geactiveerd;2° het elektronische registratieapparaat dat het voertuig uitrust, is het apparaat van een ander voertuig; 3° de met de dienstverlener gesloten overeenkomst wordt opgeschort;4° het voertuig wordt gebruikt op het wegennet onderworpen aan een kilometerheffing nadat het elektronische registratieapparaat het signaal heeft uitgezonden dat het beschikbare saldo van de voorbetaling onvoldoende is;5° het elektronische registratieapparaat wijst op een defect of zendt geen signaal meer uit en de dienstverlener is niet gecontacteerd;6° het elektronische registratieapparaat wijst op een defect of zendt geen signaal meer uit;de dienstverlener is gecontacteerd maar de belastingplichtig volgt de door laatstgenoemde gegeven instructies niet.

500 EUR

D

Elke andere overtreding van de regelgeving inzake de kilometerheffing zoals bedoeld in dit decreet en zijn uitvoeringsmaatregelen.

100 EUR


§ 3. De bevoegde ambtenaar kan het bedrag van de boete vermeld in categorie C tot 250 euro terugbrengen wanneer het voor hetzelfde voertuig om de eerste overtreding van deze categorie vastgesteld tijdens hetzelfde kalenderjaar gaat.

In geval van goede trouw door de belastingplichtige kan de bevoegde ambtenaar de in § 2 bedoelde administratieve boetes verminderen indien deze boetes: 1° eenzelfde soort overtreding bestraffen;2° en bedoelde overtredingen zijn begaan tijdens een in de tijd beperkte periode door hetzelfde voertuig. § 4. De natuurlijke of rechtspersonen zijn burgerlijk verantwoordelijk voor de betaling van de administratieve boete en van de andere bedragen van welke aard ook die opgelegd worden aan hun gemachtigden of mandatarissen wegens een overtreding inzake kilometerheffing.

De Regering kan op grond van de door haar vastgestelde modaliteiten het bedrag van de boete indexeren". HOOFDSTUK VII. - Vastlegging van de gewestelijke opcentiemen

Art. 33.Voor de toepassing van Titel III/1 van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting van de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en onverminderd de toepassing van artikel 54 van dezelfde wet worden de gewestelijke opcentiemen vastgesteld op 33, 257% van de verminderde Belasting Staat.

De termen "verminderde belasting Staat" en "gewestelijke opcentiemen" hebben voor de toepassing van die bepaling de betekenis die hun wordt gegeven in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten.

Art. 34.Artikelen 132 en 133 van het programmadecreet houdende verschillende maatregelen betreffende de begroting inzake natuurrampen, verkeersveiligheid, openbare werken, energie, huisvesting, leefmilieu, ruimtelijke ordening, dierenwelzijn, landbouw en fiscaliteit, van 12 december 2014, worden opgeheven. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 35.De artikelen 6, 8, 9, 11 en 16 zijn van toepassing op de authentieke akten verleden vanaf 1 januari 2018 of op de onderhandse akten die vanaf 1 januari 2018 een bepaalde datum hebben ontvangen in de zin van artikel 1328 van het Burgerlijk Wetboek.

Art. 36.De artikelen 7 en 10 zijn van toepassing op de authentieke akten verleden vanaf 1 januari 2018.

Art. 37.Artikel 17 is van toepassing voor de wederverkopen van gebouwen verkregen bij overeenkomst gesloten vanaf 1 januari 2018.

Art. 38.De artikelen van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, zoals ze bestonden alvorens opgeheven te worden bij de artikelen 19 en 21, blijven van toepassing voor het kijkgeld verschuldigd voor de periodes die voor 1 januari 2018 beginnen te lopen.

Art. 39.De artikelen 33 tot 34 van dit decreet zijn van toepassing vanaf het aanslagjaar 2018.

Art. 40.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2018.

In afwijking van het eerste lid heeft artikel 18 uitwerking op 19 juli 2014.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 13 december 2017.

De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve vereenvoudiging, A. GREOLI De Minister van Economie, Industrie, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO De Minister van Begroting, Financiën, Energie, Klimaat en Luchthavens, J.-L. CRUCKE De Minister van Landbouw, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme, Erfgoed en afgevaardigd bij de Grote Regio, R. COLLIN De Minister van de Plaatselijke Besturen, Huisvesting en Sportinfrastucturen, V. DE BUE _______ Nota (1) Zitting 2017-2018. Stukken van het Waals Parlement, 972 (2017-2018) Nrs. 1 tot 5.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 13 december 2017.

Bespreking.

Stemming.

^