gepubliceerd op 23 mei 2022
Uittreksel uit arrest nr. 147/2021 van 21 oktober 2021 Rolnummer 7380 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2019 « houdende de algemene ontvangstenbegroting v Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters J.(...)
Uittreksel uit arrest nr. 147/2021 van 21 oktober 2021 Rolnummer 7380 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2019 « houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 », ingesteld door Gaëtan Huvenne en anderen.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters J.-P. Moerman, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters en S. de Bethune, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter F. Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat via elektronische verzending aan het Hof is toegezonden en ter griffie is ontvangen op 27 maart 2020, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2019 « houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2019) door Gaëtan Huvenne, de nv « Envisager », Yvan Bellemans en Chantal Lemaire, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.
M.-P. Donea, advocaat bij de balie van Waals-Brabant. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2019 « houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 » (hierna : het decreet van 19 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2019 pub. 31/12/2019 numac 2019031226 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 19/12/2019 pub. 28/02/2020 numac 2020030154 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 sluiten). Die bepalingen hebben betrekking op de wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. Zij beogen meer bepaald een einde te maken aan het systeem van registratie tegen het verlaagd tarief van 6 %, dat sedert 1 januari 2018 van kracht is, en van toepassing is op de verkopen van onroerende goederen tegen lijfrente onder bepaalde voorwaarden.
B.2. Bij artikel 19 van het decreet van 19 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2019 pub. 31/12/2019 numac 2019031226 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 19/12/2019 pub. 28/02/2020 numac 2020030154 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 sluiten wordt het verlaagde tarief van 6 % opgeheven dat van toepassing is op de verkopen van onroerende goederen tegen lijfrente onder bepaalde voorwaarden. Het bepaalt : « In artikel 44 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten wordt het tweede lid, [ingevoerd] bij het decreet van 13 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018070002 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032046 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032048 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende diverse fiscale wijzigingen sluiten, opgeheven.
Artikel 44, lid 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet van 13 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018070002 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032046 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032048 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende diverse fiscale wijzigingen sluiten, blijft evenwel van toepassing in [geval] van een verkoop vastgesteld bij een onderhandse akte die voor 21 december 2019 van een vaste datum is voorzien in de zin van artikel 1328 van het Burgerlijk Wetboek.
Onderworpen aan de teruggave zijn de proportionele rechten, geïnd op de onderhandse akte waarvan sprake in vorig lid, wanneer de verkoop bij authentieke akte wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 44, lid 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet van 13 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018070002 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032046 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032048 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende diverse fiscale wijzigingen sluiten, ter hoogte van het verschil tussen de geïnde proportionele rechten en de proportionele rechten berekend op grond van de toepassing van artikel 44, lid 2, van hetzelfde Wetboek ».
B.3. Bij artikel 20 van het decreet van 19 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2019 pub. 31/12/2019 numac 2019031226 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 19/12/2019 pub. 28/02/2020 numac 2020030154 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 sluiten wordt de minimale belastbare grondslag opgeheven die van toepassing is op de verkopen van onroerende goederen tegen lijfrente onder bepaalde voorwaarden. Het bepaalt : « In artikel 48 van hetzelfde Wetboek wordt het tweede lid, [ingevoerd] bij het decreet van 13 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018070002 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032046 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032048 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende diverse fiscale wijzigingen sluiten, opgeheven.
Artikel 48, lid 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet van 13 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018070002 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032046 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032048 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende diverse fiscale wijzigingen sluiten, blijft evenwel van toepassing in [geval] van een verkoop vastgesteld bij een onderhandse akte die voor 21 december 2019 van een vaste datum is voorzien in de zin van artikel 1328 van het Burgerlijk Wetboek.
Onderworpen aan de teruggave zijn de proportionele rechten, geïnd op de onderhandse akte waarvan sprake in vorig lid, wanneer de verkoop bij authentieke akte wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 48, lid 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet van 13 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018070002 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032046 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032048 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende diverse fiscale wijzigingen sluiten, ter hoogte van het verschil tussen de geïnde proportionele rechten en de proportionele rechten berekend op grond van de toepassing van artikel 48, lid 2, van hetzelfde Wetboek ».
B.4.1. In de oorspronkelijke ontwerpbegroting was enkel voorzien in het eerste lid van elk van de voormelde bepalingen. Op 28 november 2019 worden die opheffingsbepalingen in de parlementaire voorbereiding dan als volgt verantwoord : « Die twee artikelen beogen de bijzondere gunstige regeling voor de verkopen tegen lijfrente die bij het decreet van 13 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018070002 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032046 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032048 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende diverse fiscale wijzigingen sluiten is ingevoerd, af te schaffen. Uit diverse analyses blijkt dat de ingevoerde bepalingen technische en juridische lacunes inhouden, en het risico op misbruiken openen. Het blijkt ingewikkeld om de noodzakelijke verbeteringen erin aan te brengen en daarbij tevens een bruikbare en toegankelijke tekst te behouden.
De gunstige regeling wordt dus afgeschaft voor alle akten die vanaf 1 januari 2020 zijn verleden » (Parl. St., Waals Parlement, 2019-2020, nrs. 81/1 en 82/1, bijlage 6, p. 10).
Het risico op misbruik dat in die parlementaire voorbereiding wordt vermeld, werd op 13 december 2019 vervolgens in die zin gepreciseerd dat het hoofdzakelijk betrekking heeft op het minimaliseren van de verkoopprijs, het niet voorzien in enige rente of het minimaliseren ervan, of nog het realiseren van de verkoop van de blote eigendom en vervolgens die van het vruchtgebruik op korte termijn, met als enig doel het fiscale voordeel te genieten (Parl. St., Waals Parlement, 2019-2020, nrs. 81/5 en 82/3, p. 8). De bevoegde minister voegt in hetzelfde document eraan toe dat dat zeer recente mechanisme weinig werd gebruikt en dat de afschaffing ervan beantwoordt aan een doel van sociale rechtvaardigheid (ibid., p. 29).
B.4.2. Het tweede lid van de artikelen 19 en 20 van het decreet van 19 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2019 pub. 31/12/2019 numac 2019031226 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 19/12/2019 pub. 28/02/2020 numac 2020030154 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 sluiten, dat een overgangsmaatregel gepaard laat gaan met de opheffing bij het eerste lid, werd ingevoerd bij een amendement van 13 december 2019 met de volgende verantwoording : « Bij het beëindigen van de toepassing van een fiscale maatregel moet rekening worden gehouden met de voorzienbaarheid ervan ten aanzien van de Waalse belastingschuldigen die reeds zijn betrokken bij het toepassingsgebied van de bepalingen. Zulks betreft het beginsel van gewettigd vertrouwen.
In het precieze geval van het einde van de regeling die gunstig is voor de verkopen tegen lijfrente, die is ingevoerd bij het decreet van 13 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018070002 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032046 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 type decreet prom. 13/12/2017 pub. 22/12/2017 numac 2017032048 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende diverse fiscale wijzigingen sluiten, hebben sommigen zich reeds sterk verbonden bij een verkoop aan dit einde van het jaar 2019, door een voorlopige verkoopovereenkomst (onderhandse akte) te sluiten.
Die belastingschuldigen beschikken niet over de mogelijkheid om de verkoop te annuleren wegens een wijziging van de belastingregeling, met als gevolg van de afschaffing van de twee gecombineerde gunstige maatregelen voor de lijfrente dat zij een sterke stijging van de verschuldigde rechten kunnen vaststellen.
Bovendien, in geval van een banklening, zijn de aanbiedingen van de bank dan vaak reeds gedaan en zal het vaak niet mogelijk zijn om ook die niet-geplande verhoging van de fiscaliteit te financieren.
Om elk financieel risico te vermijden en rechtszekerheid te bieden aan de personen die zich reeds hebben verbonden, wordt tot een specifieke overgangsmaatregel beslist, door het mogelijk te maken het voordeel van de twee gunstige bepalingen over de verkopen tegen lijfrente te genieten voor de authentieke akten die zijn verleden na 1 januari 2020, onder de strikte voorwaarde dat die het voorwerp uitmaken van een voorlopige verkoopovereenkomst die is voorzien van een vaste datum tot en met vrijdag 20 december 2019.
Een registratie van de voorlopige verkoopovereenkomst volstaat dus.
Dit waarborgt de belastingschuldige dat hij de voordelen geniet en waarborgt de overheid dat elke mogelijkheid van misbruik via een vorm van antidatering is uitgesloten.
De datum van 20 december 2019 wordt in aanmerking genomen en redelijk geacht gezien de publieke kennisname van de noodzaak van een registratie van de onderhandse akte op vrijdag 13 december 2019 » (Parl. St., Waals Parlement, 2019-2020, nr. 81/4, p. 2).
Tijdens de parlementaire debatten werd eraan toegevoegd dat de maatregel bestemd is voor « diegenen die zich geheel te goeder trouw en met volle vertrouwen ten aanzien van de Waalse Regering hebben verbonden » en dat de « datum van 20 december het minimum is dat kon worden gedaan » (Parl. St., Waals Parlement, 2019-2020, nrs. 81/5 en 82/3, p. 36).
B.4.3. Het derde lid van de artikelen 19 en 20 van het decreet van 19 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2019 pub. 31/12/2019 numac 2019031226 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 19/12/2019 pub. 28/02/2020 numac 2020030154 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 sluiten, dat strekt tot het preciseren van de voorwaarden voor teruggave van de reeds geïnde proportionele rechten, werd ingevoerd bij twee amendementen van 19 december 2019 met de volgende verantwoording : « Om elke dubbelzinnigheid weg te nemen die nadelig kan zijn voor de belastingschuldigen en met inachtneming van de bedoeling van de wetgever om behoorlijk bestuur en gewettigd vertrouwen te verzekeren, wordt in een specifieke teruggave voorzien wanneer men wordt geconfronteerd met de registratie van een onderhandse akte zonder opschortende voorwaarde [...]. [...] Het terug te geven bedrag stemt in dat geval dus overeen met het verschil tussen het recht dat is geïnd op de overeenkomst bij onderhandse akte en het recht dat zou zijn geïnd indien het in artikel 44, tweede lid, bedoelde tarief en de belastbare grondslag van artikel 48, tweede lid, waren toegepast » (Parl. St., Waals Parlement, 2019-2020, nr. 81/6, pp. 2-3).
B.5. Artikel 21 van het decreet van 19 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2019 pub. 31/12/2019 numac 2019031226 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 19/12/2019 pub. 28/02/2020 numac 2020030154 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 sluiten, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2019, bepaalt : « Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2020 ».
Ten aanzien van de ontvankelijkheid B.6. De Waalse Regering is van mening dat het beroep onontvankelijk is, met name om reden dat de tweede verzoekende partij, rechtspersoon, de beslissing om het beroep in te stellen niet heeft voorgelegd en dat zij niet voldoende bewijst dat de bestreden bepalingen haar rechtstreeks en ongunstig raken.
B.7.1. Artikel 7, derde lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof voorziet erin dat het bewijs van de beslissing om het beroep in te stellen « op het eerste verzoek » moet worden voorgelegd. Die formulering laat het Hof toe om af te zien van een dergelijk verzoek, met name wanneer de rechtspersoon door een advocaat wordt vertegenwoordigd, zoals te dezen het geval is.
Die interpretatie belet niet dat een partij opwerpt dat de beslissing om het beroep in te stellen niet is genomen door de bevoegde organen van de rechtspersoon, op voorwaarde dat zij haar opwerping aannemelijk maakt, wat zij kan doen met alle middelen van recht. Zulks is te dezen niet het geval.
B.7.2. In haar memorie van antwoord en op verzoek van de Waalse Regering heeft de tweede verzoekende partij overigens het bewijs voorgelegd van de beslissing om het beroep tot vernietiging in te stellen.
B.8.1. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt; bijgevolg is de actio popularis niet toelaatbaar.
B.8.2. De tweede verzoekende partij, in haar hoedanigheid van naamloze vennootschap wier maatschappelijk doel met name bestaat in het geven van advies bij vastgoedtransacties tegen lijfrente, kan rechtstreeks en ongunstig worden geraakt door de bestreden bepalingen die het gunsttarief afschaffen dat tot dusver van toepassing was op de verkopen tegen lijfrente onder bepaalde voorwaarden, hetgeen zodoende het risico van een daling van de activiteit in die sector met zich meebrengt.
B.9.1. De Waalse Regering betwist ook het belang van de eerste en de derde verzoekende partij om in rechte te treden, in zoverre zij niet zouden aantonen dat hun belang bij de vernietiging actueel is.
B.9.2. Aangezien minstens één verzoekende partij doet blijken van een voldoende belang bij het beroep, is het niet nodig te onderzoeken of de andere verzoekende partijen ook doen blijken van een belang om de vernietiging van de bestreden bepaling te vorderen.
B.10. De excepties worden verworpen.
Ten gronde Wat betreft het eerste middel B.11. Het eerste middel is afgeleid uit de schending, door de artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van 19 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2019 pub. 31/12/2019 numac 2019031226 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 19/12/2019 pub. 28/02/2020 numac 2020030154 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 sluiten, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de beginselen van rechtszekerheid en niet-retroactiviteit van de wetten.
Volgens de verzoekende partijen verlenen de bestreden bepalingen, zonder redelijke verantwoording, terugwerkende kracht aan de afschaffing van het verlaagde tarief van 6 % dat van toepassing is op de verkopen tegen lijfrente onder bepaalde voorwaarden, en doen zij afbreuk aan het gewettigd vertrouwen van de partijen bij een voorlopige verkoopovereenkomst die is gesloten vóór de inwerkingtreding van die bepalingen. De verzoekende partijen zijn eveneens van mening dat de overgangsbepaling die gepaard gaat met de afschaffing van het verlaagde tarief, onbruikbaar is in de feiten en de betrokken personen, bijgevolg, niet de mogelijkheid heeft kunnen bieden om tijdig te handelen teneinde hun belangen te vrijwaren.
B.12.1. De artikelen 44 en 48 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten bepaalden, vóór de opheffing ervan bij de bestreden bepalingen : «
Art. 44.Het recht bedraagt 12,50 ten honderd voor de verkoop, de ruiling en iedere overeenkomst tot overdracht onder bezwarende titel van eigendom of vruchtgebruik van onroerende goederen.
Dat recht wordt tot 6 % verlaagd voor de bij authentieke akte vastgestelde verkopen op lijfrente met als doel de verkoop van de woning die sinds minstens 5 jaar de hoofdverblijfplaats van de verkoper is. Deze vermindering is niet van toepassing op de overeenkomsten bij onderhandse akte die ter registratie worden aangeboden ». «
Art. 48.Gaat de overeenkomst over de blote eigendom van een onroerend goed waarvan het vruchtgebruik door de vervreemder is voorbehouden, zo mag de belastbare grondslag niet lager zijn dan de verkoopwaarde van de volle eigendom.
In afwijking van lid 1 mag de belastbare grondslag, voor de lijfrenteverkopen van de blote eigendom van een onroerend goed waarvan het vruchtgebruik door de vervreemder gereserveerd is, vastgesteld bij authentieke akte en bedoeld in artikel 44, lid 2, niet lager zijn dan : - 50 % van de verkoopwaarde van de volle eigendom indien de maximale duur van de rente kleiner dan of gelijk is aan 20 jaar; - 40 % van de verkoopwaarde van de volle eigendom indien de maximale duur van de rente hoger dan 20 jaar is ».
Onder de gelding van die bepalingen werd het voordeel van het verlaagde tarief en van de belastbare grondslag die specifiek is voor de verkopen tegen lijfrente onder bepaalde voorwaarden, enkel toegepast op de authentieke akten, op de datum van de ondertekening ervan, met uitsluiting van de overeenkomsten bij onderhandse akte die ter registratie werden aangeboden.
B.12.2. De artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van 19 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2019 pub. 31/12/2019 numac 2019031226 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 19/12/2019 pub. 28/02/2020 numac 2020030154 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 sluiten, welke die regeling opheffen, zijn van toepassing op de authentieke akten die werden ondertekend vanaf 1 januari 2020, zijnde na het aannemen van het decreet. Zij hebben bijgevolg geen terugwerkende kracht.
B.13. Door de bestreden bepalingen aan te nemen, heeft de decreetgever toepassing gemaakt van zijn ruime beoordelingsbevoegdheid in fiscale zaken. Wetskrachtige bepalingen die het tarief en de heffingsgrondslag van een belasting definiëren, kunnen te allen tijde geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd, zodat de rechtsonderhorigen niet wettig erop kunnen vertrouwen dat die bepalingen in de toekomst ongewijzigd behouden blijven.
B.14.1. Het is juist dat de toepassing van de bestreden bepalingen de plannen kan doorkruisen van de ondertekenaars van een voorlopige verkoopovereenkomst. De decreetgever heeft daar evenwel rekening mee gehouden door een overgangsmaatregel aan te nemen. Daardoor kunnen authentieke akten die na 1 januari 2020 zijn verleden het verlaagde registratietarief genieten dat is opgeheven, op voorwaarde dat zij het voorwerp hebben uitgemaakt van een voorlopige verkoopovereenkomst die is voorzien van een vaste datum, uiterlijk op 20 december 2019.
B.14.2. De verzoekende partijen voeren aan dat de datum die in aanmerking is genomen voor de toepassing van die overgangsmaatregel, in de feiten onhaalbaar is omdat hij te beperkt is in de tijd.
Het risico op misbruik, dat in de parlementaire voorbereiding is aangevoerd om de afschaffing van het gunsttarief te verantwoorden, zoals in B.4.1 is vermeld, vermocht ook de beperking van het temporele toepassingsgebied van de overgangsmaatregel op wettige wijze te verantwoorden. De decreetgever heeft bovendien de risico's op « antidatering » willen verminderen (Parl. St., Waals Parlement, 2019-2020, nr. 81/4, p. 2). Door de betrokken personen maar enkele dagen te laten om de overgangsmaatregel te genieten, heeft de decreetgever het belang dat de ondertekenaars van een voorlopige verkoopovereenkomst erbij hebben om de rechtsgevolgen van hun onroerende verrichting te voorzien, niet op onredelijke wijze geschonden.
Voor het overige is de toepassing van het verlaagde tarief van 6 % een aangelegenheid waarin de decreetgever het optreden van een notaris heeft willen opleggen, gelet op de rol van raadgever die laatstgenoemde op zich moet nemen ten aanzien van elk van de partijen, alsook op zijn onpartijdigheid. Aangezien de notarissen op 6, 16 en 17 december 2019 werden ingelicht door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, is de uiterste datum voor de registratie van een voorlopige verkoopovereenkomst, vastgesteld bij de bestreden overgangsmaatregel, niet van dien aard dat hij de betrokken personen, geadviseerd door hun notaris, verhindert om te handelen teneinde het verwachte fiscale voordeel te vrijwaren.
B.15. Het eerste middel is niet gegrond.
Wat betreft het tweede middel B.16. Het tweede middel is afgeleid uit de schending, door de artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van 19 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2019 pub. 31/12/2019 numac 2019031226 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 19/12/2019 pub. 28/02/2020 numac 2020030154 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 sluiten, van artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het beginsel van niet-retroactiviteit van de wetten.
B.17.1. Artikel 16 van de Grondwet bepaalt : « Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling ».
B.17.2. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt : « Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord genot van hun eigendom. Niemand zal van zijn eigendom worden beroofd behalve in het algemeen belang en met inachtneming van de voorwaarden neergelegd in de wet en in de algemene beginselen van het internationaal recht.
De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren ».
B.17.3. Aangezien artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens een draagwijdte heeft die analoog is met die van artikel 16 van de Grondwet, vormen de erin vervatte waarborgen een onlosmakelijk geheel met die welke zijn opgenomen in artikel 16 van de Grondwet, zodat het Hof, bij zijn toetsing van de bestreden bepaling, ermee rekening houdt.
B.18. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens biedt niet alleen bescherming tegen een onteigening of een eigendomsberoving (eerste alinea, tweede zin), maar ook tegen elke verstoring van het genot van de eigendom (eerste alinea, eerste zin) en elke regeling van het gebruik van de eigendom (tweede alinea).
Volgens artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol tast de bescherming van het eigendomsrecht op geen enkele wijze het recht aan dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang. Een billijk evenwicht dient tot stand te worden gebracht tussen de vereisten van het algemeen belang en die van de bescherming van het eigendomsrecht.
De inmenging in het recht op het ongestoord genot van de eigendom is enkel verenigbaar met dat recht indien ze een redelijk verband van evenredigheid heeft tot het nagestreefde doel, dit wil zeggen indien ze het billijke evenwicht tussen de vereisten van het algemeen belang en die van de bescherming van dat recht niet verbreekt. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is eveneens van oordeel dat de lidstaten ter zake over een grote appreciatiemarge beschikken (EHRM, 2 juli 2013, R.Sz. t. Hongarije, § 38).
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat « een wetswijziging die een legitieme verwachting ongedaan maakt op zich een inmenging in het eigendomsrecht kan uitmaken (zie, mutatis mutandis, Maurice t. Frankrijk [GC], nr. 11810/03, § § 67-71 en 79, EHRM 2005-IX; Draon t. Frankrijk [GC], nr. 1513/03, § § 70-72, 6 oktober 2005; en Hasani t. Kroatië (besl.), nr. 20844/09, 30 september 2010) » (EHRM, 2 juli 2013, R.Sz. t. Hongarije, § 33).
B.19. Te dezen voeren de verzoekende partijen aan dat het op het ogenblik van de voorlopige verkoopovereenkomst is dat de voorwaarden voor belastingheffing worden bepaald. Uitgaande van dat postulaat, zouden het verlaagde tarief van 6 % en de specifieke belastbare grondslag die de kopers verwachten te betalen, een legitieme verwachting in de zin van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens uitmaken. Die bewering is evenwel onjuist met betrekking tot het in de vroegere artikelen 44 en 48 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten bedoelde registratierecht. Luidens die artikelen geldt de vermindering enkel voor de bij authentieke akte vastgestelde overeenkomsten en is zij niet van toepassing op de overeenkomsten bij onderhandse akte die ter registratie worden aangeboden.
Zoals in B.13 is vermeld, kunnen wetskrachtige bepalingen die het tarief en de heffingsgrondslag van een belasting definiëren, te allen tijde geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd, zodat de rechtsonderhorigen niet wettig erop kunnen vertrouwen dat die bepalingen in de toekomst ongewijzigd behouden blijven. De kopers van een onroerend goed tegen lijfrente konden dus enkel op het ogenblik van de ondertekening van de authentieke akte, zijnde na de ondertekening van de voorlopige verkoopovereenkomst, op wettige wijze verwachten het verlaagde registratietarief te genieten. De legitieme verwachting in de zin van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens kan enkel op dat moment worden verkregen.
B.20. Het tweede middel is niet gegrond.
Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep.
Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 21 oktober 2021.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, F. Daoût