Etaamb.openjustice.be
Decreet van 10 januari 2019
gepubliceerd op 25 januari 2019

Decreet tot wijziging van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2019030053
pub.
25/01/2019
prom.
10/01/2019
ELI
eli/decreet/2019/01/10/2019030053/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 JANUARI 2019. - Decreet tot wijziging van het decreet van 2 juni 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Wijzigingsbepalingen

Artikel 1.In artikel 1 van het decreet van 2 juni 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 4° wordt vervangen door « 4° het gebied : de administratieve onderafdeling waarin het geheel van de leergangen van een welbepaalde kunstoriëntatie van de studies begrepen is ;» ; 2° er worden een punt 9° en een punt 10° toegevoegd, luidend als volgt : « 9° de Inspectiedienst van het kunstonderwijs : de dienst bedoeld in artikel 3, tweede lid, 5°, van het decreet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/03/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007029052 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs sluiten betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs ;» « 10° de Algemene Raad : de Algemene Raad voor het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan bedoeld in 121. ».

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « een of verschillende volgende afdelingen » vervangen door de woorden « een of verschillende volgende gebieden » ;2° in § 3, eerste lid, worden de woorden « 51, § 2 » vervangen door de woorden « 51, §§ 2 tot 5 » ; - a) wordt vervangen door de volgende bepaling : « a) de doelstellingen inzake kunstopvoeding en -opleiding die specifiek zijn voor elk gebied; - c) wordt vervangen door de volgende bepaling : « c) het aantal studiejaren die in elke studierichting kunnen georganiseerd worden ; » » 3° in § 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid wordt de zin « Elke wijziging van het programma moet ter goedkeuring aan de Regering worden voorgelegd.» geschrapt; b) het eerste lid wordt aangevuld met twee nieuwe leden, luidend als volgt : « De inrichtende macht kan ook instemmen met een programma van cursussen voorgesteld door één of meerdere representatieve organisaties van inrichtende machten en goedgekeurd door de Regering na advies van de Algemene Raad. Elke wijziging van een programma van cursussen moet ter goedkeuring aan de Regering worden voorgelegd. ».

Art. 3.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : « De goedkeuring door de Regering van een programma van cursussen bedoeld in artikel 4, § 4, is ook vereist voor de toelating tot de subsidies van de basis- of aanvullende kunstleergangen. ».

Art. 4.In hetzelfde decreet wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 7bis.- De diensten van de Regering worden bevoegd om na te kijken of de inrichtende macht, naast de verplichtingen bedoeld in artikel 24, § 2, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, de gelijkheid van behandeling naleeft tussen de leerlingen ingeschreven in deze inrichtingen.

Bij niet-naleving van het vorige lid is de procedure bedoeld in artikel 24, § 2ter, van de bovenvermelde wet van 29 mei 1959 van toepassing. ».

Art. 5.In artikel 16, vierde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « in § 2 » vervangen door de woorden « in het derde lid ».

Art. 6.Artikel 23 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling :

Artikel 23.- In de gebieden van spreekkunst en toneelkunst, muziek en danskunst, na advies van de Algemene Overlegraad van het gewoon secundair onderwijs mogen de lestijden in de kunsthumaniora bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, georganiseerd worden in de inrichtingen voor secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan waarvan de Regering de lijst bepaalt naar rata van een inrichting per onderwijszone. Deze lijst omvat de zeven hierna vermelde inrichtingen : 1° Conservatoire de Musique Arthur Grumiaux de Charleroi ;2° Académie intercommunale de Musique, de danse et des arts de la parole de Court-Saint-Etienne et Ottignies-Louvain-la-Neuve ;3° Académie de Musique Grétry de Liège ;4° Conservatoire de Musique de Huy ;5° Académie de Musique d'Ixelles ;6° Académie de Musique de Mons ;7° Conservatoire de Musique de Namur.»

Art. 7.In artikel 23bis van hetzelfde decreet worden de woorden « en van de Raad voor perfectionnering » geschrapt.

Art. 8.Artikel 27 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 9.In artikel 28 van hetzelfde decreet worden de woorden « van de artikelen 26 en 27 » vervangen door de woorden « van artikel 26 ».

Art. 10.In artikel 31, in § 2 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een lid ingevoegd tussen het eerste en tweede lid, luidend als volgt : « Tijdens een overgangsperiode van vijf schooljaren en met ingang van 1 september 2019 wordt de jaarlijkse dotatie van de lestijden van een schooljaar berekend op basis van het gemiddelde van het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen over de drie vorige schooljaren in de zin van artikel 11 en per gebied.» ; 2° in het tweede lid worden de woorden « in het eerste lid » vervangen door de woorden « in het eerste en tweede lid » ;3° in het derde lid worden de woorden « in het eerste lid » vervangen door de woorden « in het eerste en tweede lid ».

Art. 11.In artikel 32 van hetzelfde decreet worden de woorden « of de afdeling van de betrokken inrichting » telkens vervangen door de woorden « of het betrokken gebied van de inrichting ».

Art. 12.Artikel 33 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «

Artikel 33.- Voor de toepassing van artikel 29 en volgens het gemiddelde van het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen van de drie laatste schooljaren bepaalt de Regering per gebied de coëfficiënten voor de aanpassing van de dotaties bedoeld in artikel 31, § 2. ».

Art. 13.Artikel 38 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 14.In artikel 39 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in 1° worden de woorden « afdelingen op het » geschrapt ;b) in 2° worden de woorden « de afdeling op het gebied » vervangen door de woorden « het gebied ».

Art. 15.In artikel 40, eerste lid, 1° worden de woorden « en de afdelingen » geschrapt.

Art. 16.In artikel 41bis, in punt 5, van hetzelfde decreet wordt het woord « Vervolmakingsraad » vervangen door de woorden « Algemene Raad ».

Art. 17.In artikel 45 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° « 8° » wordt telkens vervangen door « tweede lid, 13° » ;2° in § 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in d) worden de woorden « de twee inrichtende machten » vervangen door de woorden « de inrichtende macht van de inrichting voor secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan en de andere partij » ;g) in g) wordt het woord « Vervolmakingsraad » vervangen door de woorden « Algemene Raad ».

Art. 18.In artikel 51 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 2 wordt 12° vervangen als volgt : « 12° leraar experimentele praktijken.» ; 2° in 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in 4° worden de woorden in de Franse tekst « de l'écriture » vervangen door de woorden « d'écriture » ;b) 6° wordt vervangen als volgt : « 6° leraar instrumentale opleiding, voor elke van de volgende specialiteiten : 1) chromatische accordeon ;2) alt ;3) fagot;4) barok- en klassieke fagot ;5) klarinet ;6) klavecimbel ;7) contrabas;8) hoorn ;9) natuurlijke hoorn ;10) doedelzak ;11) blokfluit ;12) dwarsfluit ;13) barok- en klassieke dwarsfluit ;14) gitaar en begeleidingsgitaar ;15) harp ;16) hobo ;17) barok-en klassieke hobo ;18) luit ;19) mandoline ;20) musette ;21) orgel ;22) slaginstrumenten ;23) piano ;24) pianoforte ;25) saxofoon ;26) schuiftrombone ;27) trompet ;28) natuurlijke trompet ;29) tuba ;30) viola da gamba ;31) viool ;32) barokviool ;33) cello ;34) barokcello ;» ; c) 7° wordt geschrapt ;d) 8° wordt vervangen als volgt : « 8° leraar instrumentale jazz-opleiding en jazz-ensemble voor elke van de volgende specialiteiten : 1) jazz-accordéon en jazz-ensemble ;2) jazz-drum en jazz-ensemble ;3) jazz-houten blaasinstrumenten en jazz-ensemble ;4) jazz-klavier en jazz-ensemble ;5) jazz-contrabas en jazz-ensemble ;6) jazz-koper en jazz-ensemble ;7) jazz-gitaar, jazz-begeleidingsgitaar en jazz-ensemble ;8) jazz-basgitaar en jazz-ensemble ;9) jazz-harmonica en jazz-ensemble ;10) jazz-vibrafoon en jazz-ensemble ;11) jazz-viool en jazz-ensemble ;» ; e) 12° wordt vervangen als volgt : « 12° leraar zang en vocale kamermuziek ;» ; f) 19° wordt vervangen als volgt : « 19° leraar jazz-zang en jazz-ensemble ;» ; g) de paragraaf wordt aangevuld met een 24°, luidend als volgt : « 24° leraar digitale muziekcreatie.» ; 3° in § 4 wordt 8° geschrapt.

Art. 19.In artikel 56 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « De betrekkingen met onvolledige dagtaak kunnen uitsluitend tijdelijk gecreëerd worden naar rata van één wekelijkse lestijd die voor subsidiëring in aanmerking komt.Het personeelslid dat tijdelijk in een ambt aangesteld of aangeworven wordt, kan slechts in vast verband benoemd of aangeworven worden als minstens twee lestijden die in het betrokken ambt definitief vacant zijn geworden, hem kunnen worden toegekend met inachtneming van de voorrangsregels. » ; 2° in het vijfde lid, 2° et 3°, wordt het woord « drie » vervangen door het woord « twee ».

Art. 20.In artikel 71, in § 1, 1°, van hetzelfde decreet worden de woorden « in het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan of » ingevoegd tussen de woorden « dat reeds » en de woorden « in het onderwijs met volledig leerplan ».

Art. 21.In artikel 100 van hetzelfde decreet wordt § 3 vervangen als volgt : « § 3. De buitenlandse bekwaamheidsbewijzen bedoeld in § 2 van dit artikel zijn de bekwaamheidsbewijzen waarvan : 1° de gelijkstelling erkend kan worden overeenkomstig de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften, artikel 4 van het koninklijk besluit van 4 september 1972 tot vaststelling van de voorwaarden tot en de procedure van het verlenen van de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften of artikel 92 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies ;2° de beroepskwalificaties erkend kunnen worden overeenkomstig het decreet van 19 oktober 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/10/2017 pub. 10/11/2017 numac 2017013961 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de erkenning van de beroepskwalificaties voor de uitoefening van ambten van het onderwijzend personeel in de inrichtingen voor voorschools, lager en secundair gewoon en gespecialiseerd onderwijs, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en niet universitair hoger onderwijs, kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de erkenning van de beroepskwalificaties voor de uitoefening van ambten van het onderwijzend personeel in de inrichtingen voor voorschools, lager en secundair gewoon en gespecialiseerd onderwijs, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en niet universitair hoger onderwijs, kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan van de Franse Gemeenschap.».

Art. 22.In artikel 100bis van hetzelfde decreet, in § 3, 5°, worden de woorden « de vervolmakingsraad van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan » vervangen door de woorden « Algemene Raad ».

Art. 23.In artikel 102 van hetzelfde decreet worden de woorden « een diploma geaggregeerde hoger secundair onderwijs ; of uit een diploma van master met didactische finaliteit » vervangen door de woorden « een diploma van geaggregeerde lager secundair onderwijs (afgekort : GLSO) of een diploma geaggregeerde hoger secundair onderwijs (afgekort : GHSO) of uit een diploma van master met didactische finaliteit ».

Art. 24.In artikel 104 van hetzelfde decreet, in het eerste lid, 5°, h), worden de woorden « leraar transdisciplinaire creatie » vervangen door de woorden « leraar experimentele praktijken ».

Art. 25.Artikel 104ter van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «

Artikel 104ter.- Voor de toepassing van de artikelen 105, 106 en 107 moet rekening worden gehouden tussen de vroegere academische graden en de nieuwe academische graden die worden uitgereikt door de inrichtingen voor hoger onderwijs met volledig leerplan, zoals bepaal in : a) het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, inzonderheid op artikel 184 ;b) het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, inzonderheid op de artikelen 161 en 164.».

Art. 26.In artikel 105 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1°, c), worden tussen het 2de en het 3de streepje de volgende woorden ingevoegd : « - GPBO experimentele praktijken ;» ; 2° punt 5° wordt vervangen als volgt : « 5° leraar experimentele praktijken : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van hoger kunstonderwijs van de 2e of 3e graad van het gebied van de plastische, visuele en ruimtekunsten, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring in experimentele praktijken en een bewijs van pedagogische bekwaamheid - diploma van master met didactische finaliteit van het gebied van de plastische, visuele en ruimtekunsten, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring in experimentele praktijken ; - diploma van licentiaat of master van het gebied van plastische, visuele en ruimtekunsten, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - een bekendheid aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring in experimentele praktijken en een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; b) voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen in a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid ;c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO experimentele praktijken ; - GHSO uit het gebied van de plastische, visuele en ruimtekunsten. ».

Art. 27.In artikel 106 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° wordt het opschrift « a) Vereiste bekwaamheidsbewijzen » aangevuld met de items, luidend als volgt : « - Diploma master in de muziek : muziekvorming ; - Diploma master in de muziek : muziekvorming (met didactische finaliteit). » ; 2° in 6° worden de woorden « (verscheidene specialiteiten van klassieke en oude instrumenten) » geschrapt ;3° in 7° worden de woorden « leraar instrumentale vorming jazz en leraar jazzensemble » vervangen door de woorden « leraar instrumentale vorming jazz (diverse specialiteiten) en jazz-ensemble ». Onder hetzelfde punt 7°, a), 1ste streepje worden de woorden « uitgereikt voor de specialiteit die onderricht moet worden » ingevoegd tussen « diploma van het hoger kunstonderwijs jazzinstrument » en «, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; » ; 4° het opschrift van 11° wordt vervangen als volgt : « 11° leraar zang en vocale kamermuziek : » ;5° het opschrift van 18° wordt vervangen als volgt : « 18° leraar jazz-zang en jazz-ensemble : » ;6° artikel 106 wordt aangevuld met een 23°, luidend als volgt : « 23° leraar digitale muziekcreatie : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van master met didactische finaliteit in de muziek : compositie, toegepaste en interactieve muziek ; - diploma van master met didactische finaliteit in de muziek : muziekinformatica ; - diploma van master met gespecialiseerde of grondige finaliteit in de muziek, toegepaste en interactieve muziek, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - diploma van master met gespecialiseerde of grondige finaliteit in de muziek : muziekinformatica, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - diploma van master met didactische finaliteit in de muziek, andere specialiteiten, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring in digitale muziekcreatie ; - diploma van master met gespecialiseerde of grondige finaliteit, andere specialiteiten, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring in digitale muziekcreatie en het bewijs van pedagogische bekwaamheid. b) voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : De bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a), 3e, 4e en 6e streepjes, zonder het bewijs van de pedagogische bekwaamheid ;c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid van het onderwijs : - GPBO van de digitale muziekcreatie ; - GHSO uit het gebied van de muziek. ».

Art. 28.In artikel 107 van hetzelfde decreet wordt 8° geschrapt.

Art. 29.In artikel 112 van hetzelfde decreet wordt 3° vervangen als volgt : « 3° zes werkende leden en vier plaatsvervangende leden, gekozen uit de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan, in vast verband benoemd of aangeworven, de leden van het hoger kunstonderwijs, in vast verband of aangeworven of in tijdelijk verband aangesteld op basis van een overeenkomst met onbepaalde duur, de leden van de inspectiedienst van het kunstonderwijs en de titularissen van een universitair diploma in de psychopedagogie of in de opvoedingswetenschappen. ».

Art. 30.Hoofdstuk VII van hetzelfde decreet wordt vervangen door hoofdstuk VII, luidend als volgt : « Hoofdstuk VII. - De Algemene Raad voor het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplant.

Art. 121.- § 1. Er wordt, bij de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, een Algemene Raad voor het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan opgericht, hierna de « Algemene Raad » genoemd. ». § 2. De Algemene Raad heeft als opdracht een advies uit te brengen : 1° over elke vraag betreffende de werking, de verbetering en de kwaliteit van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan, hetzij op aanvraag van de Regering, hetzij op eigen initiatief;2° over elk nieuw programma van cursussen, zoals bedoeld in artikel 4, § 4, tweede lid ;3° over elk dossier betreffende de oprichting en de toelating tot subsidies van een nieuwe inrichting of een nieuw gebied, zoals bedoeld in artikel 41bis ;4° over elke aanvraag om afwijking over de opening van de cursussen buiten het grondgebied van de gemeente bedoeld in artikel 45, § 1 ;5° over de keuze, door de Regering, van deskundige onderwijzende leden van de Commissie voor de erkenning van nuttige ervaring, alsook van hun plaatsvervangers bedoeld in artikel 100bis, § 3, 5°.

Art. 121bis.- § 1. De Algemene Raad is samengesteld : 1° voor elke representatieve organisatie van de inrichtende machten, uit twee werkende leden en twee plaatsvervangende leden ;2° voor elke representatieve vakbondsvereniging, uit een werkend lid en een plaatsvervangend lid ;3° voor het bestuurs- en onderwijzend personeel van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan, uit acht werkende leden en acht plaatsvervangende leden, naar rata, respectievelijk van twee per onderwijsgebied ;4° voor de inspectiedienst van het kunstonderwijs, uit vier werkende leden, waaronder de inspecteur-coördinator van de betrokken dienst, naar rata van één inspecteur per onderwijsgebied ;5° voor de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap : - uit de ambtenaar-generaal belast met de organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan, of zijn afgevaardigde ; - uit de ambtenaar-generaal belast met het beheer van de personeelsleden van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan of zijn afgevaardigde ; 6° uit een vertegenwoordiger van de Regering. § 2. De werkende leden bedoeld in § 1, 1°, oefenen, afwisselend, om de twee jaar, het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap van de Algemene Raad uit. § 3. De leden bedoeld in § 1, 1°, 2°, 3° en 5°, alsook de inspecteur-coördinator bedoeld in 4°, zijn stemgerechtigd. De andere leden bedoeld in dezelfde paragraaf hebben een raadgevende stem. § 4. De Regering bepaalt de nadere regels voor de aanstelling van de leden van de Raad.

Art. 121ter.- § 1. Het mandaat van de leden van de Algemene Raad duurt vier jaar. Het is hernieuwbaar, met uitzondering van het mandaat van de leden bedoeld in artikel 121bis, § 1, 3°, dat één keer achtereenvolgens hernieuwbaar is. § 2. Het mandaat wordt niet bezoldigd.

De leden van de Algemene Raad hebben recht op de terugbetaling van hun vervoerkosten overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.

Art. 121quater.- De Regering bepaalt de werkingsregels van de Algemene Raad. ». HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 31.§ 1. Het personeelslid dat op 31 augustus 2019 in vast verband benoemd of aangeworven is in een ambt dat vóór de inwerkingtreding van dit decreet bestond, wordt geacht vanaf 1 september 2019 in vast verband benoemd of aangeworven te zijn, in voorkomend geval, in het overeenstemmende nieuwe ambt voortvloeiend uit een wijziging van het opschrift volgens de overeenstemmingstabel opgenomen in bijlage I bij dit decreet. § 2. Bij een wijziging van het opschrift van het ambt worden de diensten die in het ambt vóór de inwerkingtreding van dit decreet door het personeelslid in tijdelijk verband gepresteerd worden, geacht gepresteerd te zijn in het nieuwe overeenstemmende ambt volgens de overeenstemmingstabel opgenomen in bijlage I bij dit decreet.

In dit kader, voor het schooljaar 2019-2020 worden de personeelsleden die hun kandidatuur ingediend hebben voor de ambten voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit decreet, geacht dit te hebben gedaan voor de nieuwe ambten in de vormen en termijnen.

Art. 32.§ 1. Wanneer de toepassing van dit decreet een splitsing van het ambt inhoudt, wordt het personeelslid dat op 31 augustus 2019 in vast verband benoemd of aangeworven wordt in een ambt zoals het bestond vóór de inwerkingtreding van dit decreet, geacht met ingang van 1 september 2019 in elk nieuwe overeenstemmende ambt in vast verband benoemd of aangeworven te zijn op basis van de overeenstemmingstabel opgenomen in bijlage II bij dit besluit, indien het personeelslid over een vereist bekwaamheidsbewijs of een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs beschikt voor dit (deze) nieuwe ambt(en). De toepassing van deze bepaling mag echter niet tot gevolg hebben dat het volume van de globale opdracht die het personeelslid definitief de dag vóór de inwerkingtreding van dit decreet genot, gewijzigd wordt. § 2. Bij een splitsing van het ambt worden de diensten die in het ambt vóór de inwerkingtreding van dit decreet door het personeelslid in tijdelijk verband gepresteerd worden, geacht gepresteerd te zijn in elk nieuwe overeenstemmende ambt op basis van de overeenstemmingstabel opgenomen in bijlage I bij dit decreet als het personeelslid over een vereist bekwaamheidsbewijs of een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs beschikt.

In dit kader, voor het schooljaar 2019-2020, worden de personeelsleden die hun kandidatuur ingediend hebben voor de ambten voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit decreet, geacht dit te hebben gedaan voor de nieuwe ambten.

Art. 33.De personeelsleden die in vast verband benoemd of aangeworven worden voor een opdrachtlast met onvolledige prestaties, behouden, in het (de) nieuwe ambt(en), het recht om hun opdracht uit te breiden overeenkomstig de statutaire bepalingen waaronder ze ressorteren.

De prioritaire tijdelijke personeelsleden behouden de mogelijkheid om in vast verband benoemd of aangeworven te zijn alsook aangesteld of aangeworven te zijn in de hoedanigheid van prioritaire tijdelijke personeelsleden in het (de) nieuwe ambt(en) volgens de statutaire bepalingen waaronder ze ressorteren.

Art. 34.In het kader van de regels bedoeld in dit hoofdstuk behoudt het benoemde of tijdelijke personeelslid waarvoor een nuttige ervaring voor een ambt vóór 1 september 2019 erkend wordt, deze erkenning in de uitoefening van zijn nieuwe ambt(en).

Art. 35.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2019.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 10 januari 2019.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President, Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT _______ Nota Zitting 2018-2019 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 719-1.

Commissieamendementen, nr. 719-2.- Commissieverslag nr. 719-3. - Tekst aangenomen tijdens de commissie, nr. 719-4.- Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 719-5.

Integraal verslag.- Bespreking en aanneming.- Vergadering van 9 januari 2019.

^