Etaamb.openjustice.be
Decreet van 21 september 2023
gepubliceerd op 19 januari 2024

Decreet tot wijziging van het decreet van 2 juni 1998 tot organisatie van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2023046143
pub.
19/01/2024
prom.
21/09/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 SEPTEMBER 2023. - Decreet tot wijziging van het decreet van 2 juni 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten tot organisatie van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Wijzigingsbepalingen

Artikel 1.Aan artikel 1 van het decreet van 2 juni 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten tot organisatie van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) 5° wordt vervangen door hetgeen volgt: "5° de studierichting: de administratieve onderverdeling van een artistieke basisvorming, die deze structureert in onderwijsstappen; b) 6° wordt vervangen door het volgende punt: "6° vaardigheid: het vermogen om een georganiseerd geheel van kennis, knowhow en interpersoonlijke vaardigheden toe te passen om een bepaald aantal taken uit te voeren;".

Art. 2.In hetzelfde decreet wordt het tweede artikel 2bis, zoals ingevoegd bij het decreet van 7 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/07/2022 pub. 19/08/2022 numac 2022015392 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten tot wijziging van het decreet van 2 juni 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten tot organisatie van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, hernummerd tot artikel 2ter.

Art. 3.Aan artikel 4 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) § 2 wordt vervangen door hetgeen volgt: " § 2 In elk van de in § 1 bedoelde gebieden kan het volgende worden georganiseerd: - basiscursussen kunst; - aanvullende artistieke cursussen; - cursusbegeleidingen; - remediëring.

Er kunnen vier studierichtingen inzake artistieke basiscursussen worden georganiseerd: a) een voorbereidende studierichting met inleidende cursussen in artistieke praktijken;b) een opleidingsstudierichting die, naast de voorbereidende richting, de eerste leerjaren omvat;c) een kwalificatiestudierichting die de laatste jaren van de cursussen omvat, in een minimale vorm van studieorganisatie;d) een overgangsstudierichting die de laatste jaren van de cursussen omvat, in een verbeterde vorm van studieorganisatie, die de maximale structuur vertegenwoordigt. De regering zal een lijst opstellen van basis- en aanvullende kunstcursussen die kunnen worden georganiseerd en zal bepalen welke cursussen in aanmerking komen voor begeleiding en remediëring.

Op advies van de in artikel 20 bedoelde studieraad kiest de inrichtende macht de basiscursussen kunstvakken, aanvullende cursussen kunstvakken, begeleidings- en remediërende activiteiten die zij organiseert; b) § 3 wordt vervangen door hetgeen volgt : " § 3.In elk gebied bedoeld in § 1, 1° artistieke basiscursussen worden gedefinieerd in termen van: a) structuur;b) voorwaarden voor toelating en voor het behalen van getuigschriften en diploma's;c) artistieke onderwijs- en opleidingsdoelstellingen;d) vaardigheden die leerlingen moeten oefenen en beheersen;2° aanvullende kunstvakken worden gedefinieerd in termen van: a) structuur;b) toelatingsvoorwaarden;c) artistieke onderwijs- en opleidingsdoelstellingen;d) vaardigheden die leerlingen moeten oefenen. De cursusstructuur bestaat uit: - het aantal studiejaren dat kan worden georganiseerd; - het aantal wekelijkse lestijden dat georganiseerd kan worden.

Vaardigheden omvatten: - de artistieke intelligentie van de leerling, d.w.z. zijn vermogen om de samenhang van een artistieke taal waar te nemen; - de technische beheersing van de leerling, d.w.z. zijn vermogen om het gebruik van de technische elementen die specifiek zijn voor elke cursus of specialiteit te beheersen; - de autonomie van de leerling, d.w.z. zijn vermogen om zelfstandig een artistieke activiteit te ontdekken, te ontwikkelen en te produceren van een kwaliteit die gelijkwaardig is aan die welke de opleiding mogelijk heeft gemaakt; - de creativiteit van de leerling, d.w.z. zijn vermogen om vrijelijk gebruik te maken van een artistieke taal die hij kent of die hij heeft ontwikkeld om iets origineels te produceren.

Alle georganiseerde cursussen hebben de volgende doelstellingen: 1° om leerlingen in staat te stellen de vaardigheden te verwerven die nodig zijn om het secundaire kunstonderwijsproces met beperkt leerplan vol te houden en er vooruitgang in te boeken;2° de beoefening van een artistieke activiteit mogelijk maken. De regering bepaalt de structuur van de cursussen, de doelstellingen van de artistieke vorming en cursus en de vaardigheden die de leerlingen moeten oefenen en beheersen.

De toelatingsvoorwaarden worden vastgesteld in overeenstemming met de bepalingen van artikel 8.

De voorwaarden voor het verkrijgen van getuigschriften en diploma's worden vastgesteld in overeenstemming met de bepalingen van artikel 16.

Op advies van de in artikel 20 bedoelde studieraad kiest de inrichtende macht de studierichtingen, studiejaren en studietijdlestijden die zij organiseert, met inachtneming van de bepalingen van artikel 7. Zij kan besluiten bepaalde studiejaren samen te voegen tot groepen studiejaren.

Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde decreet worden de woorden "artikel 4, § 3" vervangen door de woorden "artikel 4, § 2".

Art. 5.Aan artikel 8 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) § 1: 1) 1° wordt vervangen door hetgeen volgt : "1° voldoen aan de voorwaarden inzake leeftijdsvereisten of inschrijving in het onderwijs met volledig leerplan;"; 2) 2° wordt vervangen door hetgeen volgt : "2° in voorkomend geval, voor een of meer andere cursussen, voldoen aan de voorwaarden met betrekking tot: - het behalen van getuigschriften of diploma's; - voldoen aan de voorwaarden voor doorgang bedoeld in artikel 21, tweede lid, 4°, a) ; - voldoen aan de validatievoorwaarden bedoeld in artikel 21, tweede lid, 4°, b) ; - deelname aan cursussen, studierichtingen of studiejaren ; of worden vrijgesteld door de klassen- en toelatingsraad overeenkomstig artikel 21, tweede lid, 1°. "; 3) 3° wordt vervangen door hetgeen volgt : "3° in voorkomend geval voldoen aan de voorwaarden bepaald door de klassen- en toelatingsraden bedoeld in artikel 21;" ; 4) in lid 2 worden de punten "1° en 3° " vervangen door "1° en 2° "; b) in § 2 van hetzelfde artikel 8 worden de woorden "artikel 21, tweede lid, 3° " vervangen door de woorden "artikel 21, tweede lid, 4°, a".)

Art. 6.Aan artikel 9 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid worden de woorden "artikel 8, § 1, 1° en 3°, en § 2, 1° " vervangen door de woorden "artikel 8, § 1, 1°, 2° en 3° ".b) in het tweede lid van hetzelfde artikel worden de termen "1° en 3° " vervangen door de termen "1° en 2° ".

Art. 7.De volgende wijzigingen worden aangebracht aan artikel 12, § 1, van hetzelfde decreet: a) in 2° wordt "artikel 8, eerste paragraaf, 3° " vervangen door "artikel 8, eerste paragraaf, 2° ";b) in 3° wordt "artikel 8, § 1, 3° " vervangen door "artikel 8, § 1, 2° ".

Art. 8.Aan artikel 16 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in lid 1 wordt "artikel 4, § 3, punt 1° " vervangen door "artikel 4, § 2"; b) lid 2 van hetzelfde artikel wordt vervangen door hetgeen volgt: "Een getuigschrift wordt uitgereikt aan leerlingen die aan het einde van elk van de opleidings- en kwalificatiestudierichtingen voldoen aan de door de regering gestelde voorwaarden."; c) lid 3 van hetzelfde artikel wordt vervangen door hetgeen volgt: "Een eindstudiediploma wordt uitgereikt aan de leerlingen die aan het einde van de overgangsstudierichting voldoen aan de door de regering gestelde voorwaarden."; d) Lid 4 van hetzelfde artikel wordt vervangen door hetgeen volgt : "In de aanvullende kunstcursussen wordt een bezoekjaar gevalideerd wanneer de leerling voldoet aan de validatievoorwaarden vermeld in artikel 21, tweede lid, 4°, b).

Art. 9.Artikel 17 van hetzelfde decreet wordt geschrapt.

Art. 10.Aan artikel 21, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in 1° worden de woorden "de criteria" vervangen door de woorden "één of meer van de criteria";b) in punt a), eerste streepje, van 2° wordt het woord "aanvullende" vervangen door het woord "bijkomende";c) 4° wordt vervangen door hetgeen volgt : "4° voorwaarden : a) de overgang van het ene naar het andere leerjaar in de basiskunstvakken;b) validering van een jaar bijwonen van aanvullende kunstcursussen;"; d) in 5° worden de woorden "de vaardigheden van de leerlingen steunend op de basisvaardigheden vermeld in artikel 4, § 3, 1°, b)" vervangen door de woorden "de vaardigheden vermeld in artikel 4, § 3".

Art. 11.In artikel 22 van hetzelfde decreet wordt de volgende zin ingevoegd na 6° en de woorden "remediëring": "Voor de toepassing van punt 1° wordt verstaan onder: - formatieve beoordeling: beoordeling die tijdens het leren wordt uitgevoerd, met als doel de vooruitgang van de leerling te beoordelen, te meten wat de leerling heeft geleerd en inzicht te krijgen in de aard van de moeilijkheden die hij bij het leren ondervindt; het doel is de vooruitgang van de leerling te verbeteren, te corrigeren of bij te stellen met betrekking tot wat is geleerd en wat wordt verwacht; het kan gedeeltelijk gebaseerd zijn op zelfbeoordeling; - summatieve beoordeling: beoordeling om vast te stellen hoeveel de leerlingen hebben geleerd in relatie tot het beheersingsniveau van de vaardigheden waar ze naar streven aan het einde van een of meer leerreeksen; - getuigschrift-gebaseerde beoordeling: beoordeling gebruikt om een getuigschrift of diploma toe te kennen".

Art. 12.Aan het eerste lid van artikel 34 wordt het volgende toegevoegd: "voor zover elke leerling de mogelijkheid wordt geboden om de studies die hij heeft aangevat, met succes af te ronden in de laatste jaren bedoeld in artikel 4, § 2, tweede lid, c) en d), volgens de nadere regels die hem door de betrokken instelling werden meegedeeld".

Art. 13.De volgende wijzigingen worden aangebracht aan artikel 38bis van hetzelfde decreet: a) de woorden "en op gunstig advies van de Inspectie voor kunstonderwijs" worden geschrapt;b) de woorden "na advies van de Algemene Raad voor het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan, machtiging verlenen en, in voorkomend geval," worden ingevoegd na de woorden "de regering kan,".

Art. 14.De volgende wijzigingen worden aangebracht aan artikel 51 van het decreet: a) § 2 wordt vervangen door hetgeen volgt : " § 2 De ambten die leden van het onderwijzend personeel op het gebied van plastische, beeldende en ruimtelijke kunsten kunnen vervullen, zijn die van docent: 1° interieurdesign en decoratie;2° boekkunst: boekbinden;3° boekkunsten: typografie en letterkunde;4° glaskunst;5° monumentale kunsten;6° digitale kunsten;7° juwelen;8° keramiek;9° cinegrafie;10° tekenfilms;11° textiele creatie;12° design;13° tekening;14° bouwkundig tekenen en modelbouw;15° schrijnwerk;16° ijzerwerk;17° multidisciplinaire opleiding;18° etsen;19° kunstgeschiedenis en esthetische analyse;20° illustratie en strips;21° infografie;22° lithografie;23° metaal;24° schilderkunst;25° fotografie;26° aardewerk;27° experimentele praktijken;28° reclame en visuele communicatie;29° restauratie van kunstwerken en kunstvoorwerpen;30° scenografie;31° beeldhouwwerk;32° serigrafie;33° styling, ornamenten en maskers;34° artistieke technieken;35° aarde- en emailtechnologie;36° videografie; 37° glas-in-lood."; b) § 3 van genoemd artikel wordt vervangen door hetgeen volgt : "3 De ambten die de leden van het onderwijzend personeel op het gebied van de muziek kunnen uitoefenen, zijn die van docent: 1° muzikale opleiding;2° algemene jazzopleiding;3° instrumentele opleiding, voor elk van de volgende specialiteiten: 1) chromatisch accordeon;2) diatonisch accordeon;3) altviool;4) fagot;5) barok en klassieke fagot;6) beiaard;7) klarinet;8) klavecimbel;9) contrabas;10) hoorn;11) natuurhoorn;12) doedelzakken en musette;13) boekhoorn;14) blokfluit;15) dwarsfluit;16) barok- en klassieke fluit;17) gitaar;18) elektrische gitaar;19) harp;20) hobo;21) barokke en klassieke hobo;22) luit;23) mandoline;24) orgaan;25) slagwerk;26) piano;27) pianoforte;28) saxofoon;29) schuiftrombone;30) trompet;31) natuurtrompet;32) tuba;33) viola da gamba;34) viool;35) barokviool;36) cello;37) barokcello;4° instrumentale jazzopleiding, voor elk van de volgende specialiteiten : 1) jazzaccordeon;2) jazzdrums;3) jazzhoutenblaasinstrumenten;4) jazzkeyboards;5) jazzcontrabas;6) jazzkoperblaasinstrumenten;7) jazzgitaar;8) jazzbasgitaar;9) jazz-harmonica;10) jazzvibrafoon;11) jazzviool;5° instrumentale training in de lokale traditie;6° zingen;7° jazzzang;8° popzang;9° muzikale analyse en schrijven;10° digitale muziek maken;11° in elektroakoestische muziekcompositie;12° koorzang;13° ritmes en ritmiek;14° instrumentaal zicht-lezen en transpositie;15° muziekgeschiedenis en -analyse;16° muzikale improvisatie;17° instrumentale kamermuziek;18° lyrische kunst;19° instrumentaal ensemble;20° lichamelijke expressie;21° belast met de begeleiding met klavecimbel;22° belast met de orgelbegeleiding;23° belast met de pianobegeleiding";c) § 5 van hetzelfde artikel wordt vervangen door hetgeen volgt : "5 De ambten die leden van het onderwijzend personeel op het gebied van dans mogen uitoefenen zijn die van docent: 1° klassieke dans;2° hedendaagse dans;3° jazzdans;4° tapdans;5° traditionele dans;6° urban dance;7° belast met de pianobegeleiding voor dans;8° belast met de percussiebegeleiding voor dans;9° belast met de begeleiding van traditionele danslessen".

Art. 15.Aan artikel 100, § 5, van hetzelfde decreet wordt een derde lid toegevoegd, dat als volgt luidt: "Voor het gebied dans, met uitzondering van begeleidingsambten, kan de regering op advies van de Inspectiedienst voor kunstonderwijs erkennen dat het geheel van de artistieke vorming van de aanvrager hem in staat stelt de betrokken ambten uit te oefenen. Om de vier jaar beoordeelt de regering of deze maatregel nog nodig is".

Art. 16.In artikel 104 van het decreet wordt paragraaf 1, punt 5°, vervangen door wat volgt: "5° een personeelslid dat zich kandidaat stelt voor een betrekking als leraar multidisciplinaire vorming door vast benoemd te zijn in een andere betrekking in het gebied van de plastische, beeldende en ruimtelijke kunsten bedoeld in artikel 51, § 2, met uitzondering van de betrekkingen leraar kunstgeschiedenis en esthetische analyse, leraar artistieke technieken en leraar aarde- en emailtechniek.

Art. 17.De volgende wijzigingen worden aangebracht aan artikel 105 van het decreet: a) het opschrift van 3° "Docent ambachten, grafisch en picturaal onderzoek, gedrukte beelden, binnenhuis- architectuur, textielcreatie, monumentale kunsten, volumes en vuurkunsten:" wordt vervangen door wat volgt: "3° Leraar : -binnenhuisdesign en -decoratie; -boekkunst: boekbinden; -De kunst van het boek: typografie en de studie van belettering; -glaskunst; -monumentale kunst; -digitale kunsten; -juwelen; -keramiek; -cinegrafie; -animatiefilms; -textieldesign; -design; -tekenen; -architecturaal tekenen en modelleren; -schrijnwerk; -ijzerwerk; -gravure; -illustraties en strips; -infografie; -lithografie; -metaal; -schilderkunst; -fotografie; -aardewerk; -reclame en visuele communicatie; -restauratie van kunstwerken en kunstvoorwerpen; -scenografie; -beeldhouwkunst; -serigrafie; -styling, ornamenten en maskers; -videografie; -loodglaswerk; b) 3°, c) wordt vervangen door: "c) bekwaamheidsbewijs inzake pedagogie in het onderwijzen: -AESS op het gebied van beeldende, visuele en ruimtelijke kunst; -AESS op het gebied van spektakelkunsten en omroep- en communicatietechnieken; -CAPE voor de te geven cursus; -andere CAPE: - voor het ambt van docent binnenhuisdesign en decoratie: CAPE in decoratie of CAPE in ontwerp - decorateur of CAPE in ontwerp/decorateur - decoratie; - voor het ambt van docent boekkunst: boekbinden: CAPE in boekdrukkunst: boekbinden, vergulden/typografie en belettering ; - voor het ambt van docent boekkunst: typografie en belettering: CAPE boekkunst: boekbinden, vergulden/typografie en belettering; - voor het ambt van docent monumentale kunsten: CAPE monumentale schilderkunst of CAPE monumentale beeldhouwkunst; - voor het ambt van docent cinematografie: CAPE in cinematografie, videografie en geluidstechniek; - voor het ambt van docent illustratie en stripverhaal: CAPE in tekenen; - voor het ambt van docent infografie: CAPE in digitale kunsten; - voor het ambt van docent schilderen: CAPE voor monumentale schilderkunst; - voor het ambt van docent beeldhouwen: CAPE voor monumentale beeldhouwkunst; - voor het ambt van docent styling, ornamenten en maskers: CAPE voor styling-, ornamenten- en maskerontwerp; - voor het ambt van docent videografie: CAPE in cinegrafie, videografie en geluidstechniek"; c) 4° wordt vervangen door : "4° leraar artistieke technieken: a) vereiste bekwaamheidsbewijzen: -Master in infografie of digitale kunsten, uitgereikt door een instelling voor hoger onderwijs, aangevuld met een bekwaamheidsbewijs inzake pedagogie; - Licentiaat- of masterdiploma in de beeldende, visuele en ruimtelijke kunsten, aangevuld met een bekwaamheidsbewijs inzake pedagogie; -Master in didactiek in de beeldende, visuele en ruimtelijke kunsten; - Licentiaat- of masterdiploma spektakelkunsten en omroep- en communicatietechnieken, aangevuld met een bekwaamheidsbewijs inzake pedagogie;

Master in lesgeven op het gebied van spektakelkunsten en omroep- en communicatietechnieken; - erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met een bekwaamheidsbewijs inzake pedagogie; - een bekendheid als bedoeld in artikel 100, § 2, met betrekking tot het ambt en de te geven cursussen, aangevuld met een bekwaamheidsbewijs inzake pedagogie; b) bekwaamheidsbewijzen die voldoende worden geacht: -de bekwaamheidsbewijzen genoemd onder a) zonder bekwaamheidsbewijs inzake pedagogie;c) een bekwaamheidsbewijs inzake pedagogie: -CAPE voor artistieke technieken; -AESS uitgereikt door een Hogere kunstschool of in infografie of digitale kunsten door een instelling voor hoger onderwijs; d) een nieuw 6° wordt toegevoegd, dat als volgt luidt: "6° Docent aarde- en emailtechnologie: a) vereiste bekwaamheidsbewijzen: -een ingenieursdiploma, een masterdiploma farmacie of een masterdiploma scheikunde, afgegeven door een universitaire instelling, aangevuld met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs; -een licentiaat- of masterdiploma in de beeldende, beeldende en ruimtelijke kunsten, aangevuld met erkenning van relevante ervaring en een pedagogisch bekwaamheidsbewijs; -Master in lesgeven in de beeldende, visuele en ruimtelijke kunsten, aangevuld met erkenning van relevante ervaring; -erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs; -een bekendheid als bedoeld in artikel 100, § 2, met betrekking tot het ambt en de toe te kennen cursus, aangevuld met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs; b) bekwaamheidsbewijzen die voldoende worden geacht: -bekwaamheidsbewijzen genoemd onder a) zonder pedagogisch bekwaamheidsbewijs ;c) bekwaamheidsbewijzen inzake pedagogische vaardigheid in het onderwijzen : -CAPE in aarde- en emailtechnologie; -AESS op het gebied van beeldende, visuele en ruimtelijke kunst; -AESS uitgereikt door een universitaire instelling.".

Art. 18.In artikel 106 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in 1° : - onder punt a), worden de volgende woorden toegevoegd : " - elk diploma van master in muziek, aangevuld met de erkenning van de nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - elk diploma van didactische master in muziek, aangevuld met de erkenning van de nuttige ervaring. » ; - punt b) wordt vervangen als volgt : " - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid. » ; b) in 2° : - in het opschrift wordt het woord " samenzang » vervangen door het woord " koorgezang » ; - punt b) wordt vervangen als volgt : " - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder het bewijs van pedagogische bekwaamheid. » ; - onder c) wordt het volgende bekwaamheidsbewijs toegevoegd : " - CAPE van koorgezang. » ; c) in het opschrift van 3° worden de woorden " muziek en ontleding » vervangen door de woorden " muziek en muziekontleding » ;d) in het opschrift van 4° worden de woorden " muziekschrijven en ontleding » vervangen door de woorden " muziekontleding en muziekschrijven » ;e) 6° " leraar instrumentale opleiding » wordt vervangen als volgt : " 6° leraar instrumentale opleiding voor elk van de volgende specialiteiten : - chromatisch accordeon ; - alto ; - fagot ; - barok- en klassiek fagot ; - klarinet ; - klavecimber ; - contrabas ; - hoorn ; - natuurlijk hoorn ; - doedelzak en musette; - blokfluit ; - dwarsfluit ; - barok- en klassieke dwarsfluit ; - gitaar ; - harp ; - hobo ; - barok- en klassieke hobo ; - luit ; - mandoline ; - orgel ; - slaginstrumenten ; - piano ; - pianoforte ; - saxofoon ; - schuiftrombone ; - trompet ; - natuurtrompet ; - tuba ; - viola da gamba ; - viool ;; - barokviool ; - cello ; - barookcello. » ; f) er wordt een 6° bis ingevoegd na 6°, luidend als volgt : " 6° bis leraar instrumentale opleiding, voor elk van de volgende specialiteiten : - diatonisch accordeon ; - beiaard ; - boekhoorn ; - elektrische gitaar : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - elk diploma van master in muziek, aangevuld met de erkenning van de nuttige ervaring en het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - elk diploma van didactische master in muziek, aangevuld met de erkenning van de nuttige ervaring ; - de erkenning van de nuttige ervaring, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bekwaamheidsbewijzen inzake pedagogie voor het onderwijzen: - CAPE instrumentale opleiding van de te onderwijzen specialiteit ; - AESS in de muziek. » ; g) in het opschrift van 7° worden de woorden " en leraar jazz-ensemble » geschrapt ;h) in 7°, c), eerste streepje worden de woorden " en jazz-ensemble jazz » vervangen door de woorden " van de te onderwijzen specialiteit » ;i) in het opschrift van 10° worden de woorden " zichtlezen - transpositie » vervangen door de woorden " zichtlezen en transpositie » ;j) in het opschrift van 11° worden de woorden " en vocale kamermuziek » geschrapt;k) in het opschrift van 13° worden de woorden " (continuo en specifieke begeleiding) » geschrapt ;l) 16° wordt vervangen als volgt : " 16° leraar ritme en ritmiek : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van bachelor in ritme en ritmiek aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - eindejaarsdiploma van het " Institut de Rythmique Jaques-Dalcroze de Belgique », uitgereikt in de specialiteit ritmiek, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - elk diploma van het hoger kunstonderwijs, aangevuld met de erkenning van de nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - elk diploma van master in muziek, aangevuld met de erkenning van de nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - elk diploma van didactische master in muziek, aangevuld met de erkenning van de nuttige ervaring; b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid ;c) bekwaamheidsbewijzen inzake pedagogie voor het onderwijzen: - CAPE ritmiek ; - CAPE praktijk van wereldmuziekritmes ; - CAPE ritme en ritmiek ; - AESS in de muziek. » ; m) 17° wordt vervangen als volgt : " 17° leraar lichamelijke expressie : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - eindejaarsdiploma van het " Institut de Rythmique Jaques-Dalcroze de Belgique » uitgereikt in de specialiteit lichamelijke expressie, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - elk diploma van het hoger kunstonderwijs, aangevuld met de erkenning van de nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - elk diploma van master in muziek, spreek- en toneelkunst of vertoningskunst en verspreidings- en communicatietechnieken, aangevuld met de erkenning van de nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - elk diploma van didactische master in muziek, spreek- en toneelkunst of vertoningskunst en verspreidings- en communicatietechnieken, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring ; - bachelor in vertoningskunsten en verspreidings- en communicatietechnieken : circuskunst ; - de erkenning van nuttige ervaring in hedendaagse dans, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bekwaamheidsbewijzen inzake pedagogie voor het onderwijzen: - CAPE in lichamelijke expressie ; - AESS in de muziek ; - AESS in spreek- en toneelkunst . » ; n) in het opschrift van 18° worden de worden " en jazz-ensemble » geschrapt ;o) in het opschrift van 19° worden de woorden " componeren van » ingevoegd tussen de woorden " van » en " muziek » ;p) 20° wordt geschrapt;q) in het opschrift van 21° wordt het woord " muziek » toegevoegd voor het woord " improvisatie » ;r) in het opschrift van 22° wordt het woord " erfgoedinstrumenten » vervangen door de woorden " instrumentale opleiding lokale traditie » en in c), wordt het volgende opschrift toegevoegd : " - CAPE instrumentale opleiding lokale traditie » ;s) in 21°, a), en 22°, a), worden de volgende woorden toegevoegd : " - diploma van het hoger kunstonderwijs of kunsthoger onderwijs, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - elk diploma van master in muziek, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - elk diploma van didactische master in muziek, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring. » ; t) in 21°, c), en 22°, c), tweede streepje, worden de woorden " van de » ingevoegd tussen de woorden " gebied » en " muziek » ;u) in het opschrift van 24° worden de woorden " en pop-ensemble » geschrapt.

Art. 19.In artikel 107 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in 2°, a), onder het achtste streepje wordt het woord " nuttige » toegevoegd na de woorden " - diploma van didactische master van de gebieden van het toneel en de spreekkunsten, optie redekunst, aangevuld met de erkenning van ervaring » ;b) in 3°, c), worden de volgende woorden toegevoegd : " - AESS in Romaanse talen en literatuur.» ; c) 4° wordt vervangen als volgt : " 4° leraar lichamelijke expressie : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - eindejaarsdiploma van het " Institut de Rythmique Jaques-Dalcroze de Belgique », uitgereikt in de specialiteit lichamelijke expressie, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - elk diploma van het hoger kunstonderwijs, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - elk diploma van master in muziek, toneel en spreekkunsten of in vertoningskunsten en technieken voor de verspreiding en de communicatie aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - elk diploma van didactische master in muziek, toneel en woordkunsten en vertoningskunsten en technieken voor de verspreiding en de communicatie aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring ; - bachelor in vertoningskunsten en technieken voor de verspreiding en de communicatie : circuskunsten ; - de erkenning van nuttige ervaring in hedendaagse dans, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid in het onderwijs : - CAPE lichamelijke expressie ; - AESS gebied muziek ; - AESS gebieden van het toneel en de woordkunsten. ».

Art. 20.Artikel 108 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : " Artikel 108. - De vereiste bekwaamheidsbewijzen, de voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen en de bewijzen van pedagogische bekwaamheid voor de ambten bedoeld bij artikel 51, § 5, die de personeelsleden kunnen uitoefenen voor het onderwijzen van de danskunst, worden als volgt vastgesteld : 1° leraar klassieke dans : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - de erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - de erkenning van het geheel van de kunstopleiding zoals bedoeld in artikel 100, § 5, derde lid, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid ;c) bewijs van pedagogische bekwaamheid in het onderwijs : - CAPE klassieke dans ;2° leraar hedendaagse dans : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - de erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - de erkenning van het geheel van de kunstopleiding zoals bedoeld in artikel 100, § 5, derde lid, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid ;c) bewijs van pedagogische bekwaamheid in het onderwijs : - CAPE hedendaagse dans ;3° leraar jazzdans : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - de erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - de erkenning van het geheel van de kunstopleiding zoals bedoeld in artikel 100, § 5, derde lid, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijs van pedagogische bekwaamheid in het onderwijs : - CAPE jazzdans ;4° leraar tapdansen : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - de erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - de erkenning van het geheel van de kunstopleiding zoals bedoeld in artikel 100, § 5, derde lid, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid. b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid ;c) bewijs van pedagogische bekwaamheid in het onderwijs : - CAPE tapdansen ;5° leraar traditionele danse : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - de erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - de erkenning van het geheel van de kunstopleiding zoals bedoeld in artikel 100, § 5, derde lid, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid ;c) bewijs van pedagogische bekwaamheid in het onderwijs : - CAPE traditionele dans ;6° leraar stadsdansen : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen - de erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - de erkenning van het geheel van de kunstopleiding zoals bedoeld in artikel 100, § 5, derde lid, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid ; b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijs van pedagogische bekwaamheid in het onderwijs : - CAPE stadsdansen ;7° leraar belast met de begeleiding op de piano van het gebied van de dans : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van licentiaat of master in muziek, afdeling instrumentale opleiding, optie klavierinstrumenten, specialiteit piano of begeleiding op de piano, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - diploma van licentiaat of master in muziek, afdeling jazz, specialiteit jazz-piano of jazz-klavierinstrumenten, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - diploma van didactische master in muziek, afdeling instrumentale opleiding, optie klavierinstrumenten, specialiteit piano of begeleiding op de piano ; - diploma van didactische master in muziek, optie jazz, specialiteit jazz-piano of jazz-klavierinstrumenten ; - diploma van het hoger kunstonderwijs van piano, jazz-piano of jazz-klavierinstrumenten, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - eindgetuigschrift van pianobegeleiding, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid ;c) bewijs van pedagogische bekwaamheid in het onderwijs : - CAPE pianobegeleiding van de cursussen klassieke dans ; - CAPE pianobegeleiding in het gebied van de dans ; - AESS van het gebied van de muziek ; 8° leraar belast met de begeleiding aan slaginstrumenten in het gebied van de dans : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van licentiaat of master in muziek, afdeling instrumentale opleiding, optie slaginstrumenten, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - diploma van didactische master in muziek, afdeling instrumentale vorming, optie slaginstrumenten ; - diploma van het hoger kunstonderwijs in de slaginstrumenten, jazz-slaginstrumenten of jazz-drum, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - diploma van master in muziek, afdeling jazz, optie jazz-drum, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - diploma van didactische master in muziek, afdeling jazz, optie jazz-drum; b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid in het onderwijs : - CAPE begeleiding leergangen hedendaagse dans en jazz-dans ; - AESS in het muziekgebied. » ; 9° leraar belast met de begeleiding van de leergangen traditionele dans : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma licentiaat of master in muziek, afdeling instrumentale vorming, alle opties, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; - diploma van didactische master in muziek, afdeling instrumentale vorming, alle opties, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring ; - de erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid ; b) voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder a) zonder het bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid in het onderwijs : - CAPE begeleiding van leergangen traditionele dans ; - AESS van het muziekgebied. ». HOOFDSTUK 2. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 21.Er wordt vanaf het schooljaar 2023-2024 een periode van twee schooljaren toegekend om leerlingen die in het schooljaar 2022-2023 in de derde en vierde leerjaren in de studierichting van muziekopleiding zitten, de gevolgde studies te laten voltooien.

Art. 22.§ 1. Het personeelslid dat op 26 augustus 2024 benoemd of aangeworven is vast verband in een ambt zoals het bestond vóór de inwerkingtreding van dit decreet, wordt geacht benoemd of aangeworven te zijn in vast verband vanaf 26 augustus 2024, in voorkomend geval, in het bijbehorende nieuwe ambt dat dezelfde titel draagt of voortkomt uit een fusie of een wijziging van opschrift volgens de overeenstemmingstabel opgenomen in bijlage 1 van dit decreet. § 2. In geval van behoud, fusie of wijziging van een opschrift van een ambt worden de diensten die het tijdelijke personeelslid in het ambt van vóór de inwerkingtreding van dit decreet heeft verricht, geacht te zijn geleverd in het desbetreffende nieuwe ambt volgens de overeenstemmingstabel opgenomen in bijlage 1 bij dit decreet.

In dit kader worden voor het schooljaar 2024-2025 worden de personeelsleden die hun kandidatuur hebben ingediend voor de ambten voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit decreet, geacht dit op correcte wijze en binnen de gestelde termijnen voor de nieuwe ambten te hebben gedaan.

Art. 23.§ 1. Indien de toepassing van dit decreet tot een ambtssplitsing leidt, wordt het personeelslid dat op 26 augustus 2024 benoemd of aangeworven is in vast verband in een ambt zoals het bestond vóór de inwerkingtreding van dit decreet, geacht benoemd of aangeworven te zijn in vast verband met ingang van 26 augustus 2024, in elk van de overeenkomstige nieuwe ambten op basis van de overeenstemmingstabel opgenomen in bijlage bij dit decreet indien het personeelslid over een vereist of voldoend geachte bekwaamheidsbewijs beschikt voor dit/deze nieuwe ambt(en) of indien het personeelslid vóór 26 augustus 2024 feitelijk het muziekinstrument of de specialiteit onderwezen in de betrokken inrichtende macht gedurende 150 dagen voor het gesubsidieerd officieel onderwijs en gedurende 180 dagen voor het gesubsidieerd vrij onderwijs, berekend volgens de nadere regels die eigen zijn aan elk statuut. De toepassing van deze bepaling kan echter niet tot gevolg hebben dat de totale omvang van de opdrachtlast waarvan het personeelslid definitief genoot aan de vooravond van de inwerkingtreding van dit decreet, wordt gewijzigd. § 2. Bij een ambtssplitsing worden de diensten die geleverd worden in een ambt voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit decreet door het tijdelijke personeelslid, geacht te zijn verleend in elk van de nieuwe overeenkomstige ambten op grond van de overeenstemmingstabel opgenomen in bijlage 1 bij dit decreet indien het personeelslid over een vereiste of voldoende geachte bekwaamheidsbewijs beschikt voor dit/deze nieuwe ambt(en) of indien het personeelslid vóór 26 augustus 2024 daadwerkelijk het muziekinstrument of de specialiteit heeft onderwezen in de betrokken inrichtende macht gedurende 150 dagen voor officieel gesubsidieerd onderwijs en gedurende 180 dagen voor vrij gesubsidieerd onderwijs, berekend volgens de nadere regels die eigen zijn aan elk statuut.

In dit kader, voor het schooljaar 2024-2025, worden de personeelsleden die hun kandidatuur hebben ingediend voor de ambten voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit decreet, geacht dit op correcte wijze en binnen de gestelde termijnen voor de nieuwe ambten te hebben gedaan.

Art. 24.De personeelsleden die benoemd of aangeworven zijn in vast verband voor een opdrachtlast met onvolledige prestatie, behouden, in het/de nieuwe ambt(en), het recht hun opdrachtlast uit te breiden overeenkomstig de statutaire bepalingen waartoe ze behoren.

De prioritaire tijdelijke personeelsleden behouden de mogelijkheid om in het/de nieuwe ambt(en) aangesteld of ingehuurd te worden en om in het/de nieuwe ambt(en) te worden benoemd of aangeworven als prioritaire tijdelijke personeelsleden, volgens de statutaire voorwaarden waaronder ze behoren.

Art. 25.In het kader van de regels voorzien in dit hoofdstuk behoudt het benoemde of tijdelijke personeelslid voor wie een nuttige ervaring erkend wordt voor een ambt vóór 26 augustus 2024, het voordeel van deze erkenning bij de uitoefening van zijn nieuwe ambt(en) op basis van de overeenstemmingstabel opgenomen in bijlage bij dit decreet.

Art. 26.De personeelsleden die geacht worden benoemd of aangeworven te zijn in vast verband of op een prioritaire tijdelijke basis genieten de weddeschaal verbonden aan hun nieuwe ambt(en) overeenkomstig de overeenstemmingstabel opgenomen in bijlage bij dit besluit, behalve indien de weddeschaal die betrekking heeft op hun oorspronkelijke ambt oorspronkelijke hen een hogere wedde oplevert.

Art. 27.De personeelsleden die geacht worden te zijn benoemd of aangeworven in vast verband of op een prioritaire tijdelijke basis en die genoten hebben van de overgangsmaatregelen bedoeld in artikel 32 van het decreet van 10 januari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/01/2019 pub. 25/01/2019 numac 2019030053 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten tot wijziging van het decreet van 2 juni 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en die voor een van de nieuwe ambten, van de weddeschaal genieten zoals bedoeld in artikel 2, punt 3, a), tweede lid, van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 25 juni 1998 tot vaststelling van de weddeschalen van de leden van het leidend en onderwijs-personeel en van het opvoedend hulppersoneel van het secundair kunstonderwijs, met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, genieten deze weddeschaal voor alle nieuwe ambten die voortvloeien uit het ambt zoals het bestond vóór de inwerkingtreding van voormeld decreet van 10 januari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/01/2019 pub. 25/01/2019 numac 2019030053 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten, op basis van de overeenstemmings-tabel opgenomen in de bijlage bij dit decreet en met het volgende opschrift "Ambten voortvloeiend uit de splitsing van vroegere ambten ».

Art. 28.Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 28 augustus 2023, met uitzondering van de volgende maatregelen die op 26 augustus 2024 in werking treden : - de artikelen 5 tot 7, 14, 16, 17 en 22 tot 26 ; - artikel 18, met uitzondering van de punten a) en m), die uitwerking hebben tegelijkertijd met ingang van dit decreet ; - in artikel 20, de punten 1° tot 3° van artikel 108 van het decreet van 2 juni 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, zoals gewijzigd, die uitwerking hebben tegelijkertijd met ingang van dit decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 21 september 2023.

P.-Y. JEHOLET Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en het Onderwijs voor sociale promotie F. DAERDEN Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op " Wallonie-Bruxelles Enseignement » B. LINARD VicePresidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten F. BERTIEAUX Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd en de Promotie van Brussel C. DESIR Minister van Onderwijs _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 580-1. - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 580-2 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 20 september 2023.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^