gepubliceerd op 31 juli 2014
Decreet tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten
5 MEI 2014. - Decreet tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten
Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.Definities Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1. sociaal trefpunt : vereniging of openbare instelling die in het kader van dit decreet erkend is en via buurtwerk en sociaal groepswerk de sociale cohesie tussen de bewoners van haar werkingsgebied versterkt;2. sociale cohesie : het gevoel tot een sociale omgeving te behoren dat ontstaat door sociale bindingen, solidariteit en betrokkenheid bij netwerken;3. buurtwerk : methode van sociaal werk die, uitgaand van de mogelijkheden en behoeften van de bewoners van een werkingsgebied, tot doel heeft de levensomstandigheden van de bewoners - in het bijzonder van de mensen die moeilijk toegang hebben tot de rechten vermeld in artikel 23 van de Grondwet - te verbeteren, hun handelingsmogelijkheden te vergroten en ze in staat te stellen tot zelforganisatie;4. sociaal groepswerk : methode van sociaal werk die het individu helpt om via zinvolle groepsbelevenissen te ontdekken hoe het goed kan functioneren in de maatschappij;5. werkingsgebied : een of meer gemeenten van het Duitse taalgebied of een deel van die gemeenten waarvan het sociale trefpunt via zijn aanbod en activiteiten de bewoners bereikt;6. partnerorganisaties : openbare of private niet-commerciële dienstverrichters die bijdragen tot de bevordering van de sociale cohesie en die met het sociale trefpunt samenwerken en/of een gezamenlijk aanbod uitwerken;7. coördinator : gekwalificeerde persoon die de aanspreekpartner voor de bezoekers van het trefpunt is en die het aanbod en de activiteiten van het trefpunt op elkaar afstemt en begeleidt.Zo nodig voert de coördinator zelf activiteiten uit en begeleidt hij de vrijwillige medewerkers van het sociaal trefpunt.
Art. 2.Voorwerp Dit decreet regelt de erkenning en ondersteuning van verenigingen en openbare instellingen die via buurtwerk en sociaal groepswerk de sociale cohesie tussen de mensen in een bepaald werkingsgebied sterken.
Art. 3.Gelijkheid van de geslachten Alle in dit decreet vermelde hoedanigheden gelden voor beide geslachten.
Art. 4.Doelgroepen Het aanbod en de activiteiten van de sociale trefpunten zijn afgestemd op de belangen van de volgende doelgroepen : 1. de algemene doelgroep : alle personen die binnen het werkingsgebied van het sociale trefpunt wonen;2. de specifieke doelgroep : personen die binnen het werkingsgebied van het sociale trefpunt wonen en sociaal uitgesloten dreigen te worden of sociaal uitgesloten zijn en daardoor moeilijk toegang hebben tot de rechten vermeld in artikel 23 van de Grondwet.
Art. 5.Algemene doelstellingen en aanbod § 1 - De erkende sociale trefpunten hebben in hun werk in de eerste plaats tot doel ervoor te zorgen dat iedereen aan het economische, politieke, sociale en culturele leven kan deelnemen, alsook de uitwisseling van kennis en ervaring en actief burgerschap te bevorderen.
Dat doel wordt opgesplitst in de volgende subdoelstellingen : 1. de diversiteit van de maatschappij en de sociale cohesie onder de burgers versterken;2. vereenzaming voorkomen en verminderen;3. waardering en erkenning voelbaar maken;4. autonomie bevorderen en mensen ondersteunen bij het leren kennen en uitdrukken van hun eigen behoeften en belangen;5. mensen in staat stellen tot zelforganisatie en zelfhulp. § 2 - Om de doelstellingen vermeld in § 1 te verwezenlijken, omvat het aanbod van de sociale trefpunten op zijn minst : 1. het creëren van een intergenerationele en/of interculturele ontmoetingsruimte;2. behoeftegestuurd advies en hulp in het dagelijkse leven, vooral via doorverwijzing naar het bestaande aanbod van andere dienstverrichters;3. behoeftegestuurde doorverwijzing van het doelpubliek naar andere dienstverrichters;4. vormingsaanbod op basis van de behoefte vastgesteld overeenkomstig artikel 6;5. samenwerking en conceptuele afstemming met partnerorganisaties;6. sensibiliseringswerk voor sociale cohesie;7. regelmatige informatie van het publiek - in het bijzonder van de doelgroepen vermeld in artikel 4 - over de activiteiten;8. nieuw aanbod en nieuwe projecten die verband houden met nieuwe maatschappelijke uitdagingen en behoeften van de doelgroepen;9. aansluiting zoeken bij lokale samenwerkingsstructuren en netwerken.
Art. 6.Stand van zaken In het kader van de door de Regering vastgestelde voorwaarden maken de sociale trefpunten een stand van zaken over hun werkingsgebied op. Die stand van zaken bevat de analyse van de bestaande behoeften van de burgers en het overzicht van het bestaande aanbod van de dienstverrichter.
De stand van zaken wordt opgemaakt in samenwerking met de partnerorganisaties en in het bijzonder met de gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn die zich binnen het werkingsgebied van de sociale trefpunten bevinden. HOOFDSTUK 2. - ERKENNING
Art. 7.Erkenningscriteria § 1 - Sociale trefpunten worden overeenkomstig dit decreet erkend indien ze aan de volgende voorwaarden voldoen : 1. opgericht zijn als vereniging zonder winstoogmerk of onder één of meer OCMW's ressorteren.Indien de vereniging, naast haar activiteiten als sociaal trefpunt, diensten aanbiedt die met toepassing van andere regelteksten ondersteund worden, moet de vereniging die verschillende activiteiten duidelijk scheiden qua financiën, structuur en arbeidsovereenkomsten, en dit zowel met betrekking tot het personeel als met betrekking tot de financiële middelen die voor elk van die activiteiten worden ingezet; 2. haar werkingsgebied binnen het Duitse taalgebied definiëren;3. zich ertoe verplichten de doelstellingen bepaald in artikel 5 te verwezenlijken;4. overeenkomstig artikel 6 een stand van zaken over dat werkingsgebied opgemaakt hebben;5. overeenkomstig § 3 een concept uitwerken;6. over een coördinator beschikken die voldoet aan de criteria vermeld in § 2;7. in het Duitse taalgebied over de infrastructuur beschikken die voor de aangeboden hulp en de activiteiten noodzakelijk is;8. voldoen aan de geldende voorschriften voor een aangepaste inrichting voor personen met een handicap;9. vrijwilligers bij hun werk betrekken. § 2 - De coördinatoren die in de sociale trefpunten werken, voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° op zijn minst houder zijn van een bachelor in een sociale of pedagogische richting;2° een uittreksel uit het strafregister (model 2) voorleggen.Indien die personen hun woonplaats in het buitenland hebben, beschikken ze over een gelijkwaardig document van een bevoegde overheid waaruit blijkt dat ze een activiteit kunnen uitoefenen op het gebied van opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, jeugdbijstand, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen.
Op met redenen omkleed verzoek kan de Regering andere diploma's dan die vermeld in het eerste lid, 1°, voor de functie van coördinator in aanmerking nemen, indien een buitengewone nuttige beroepservaring of een bijzondere opleiding voor de betrokken functie voorhanden is of indien er voor de vereiste kwalificatie een bewezen gebrek aan arbeidskrachten heerst. § 3 - De sociale trefpunten werken een concept uit met het oog op de algemene doelstellingen vermeld in artikel 5 en op basis van de stand van zaken vermeld in artikel 6.
Het concept bevat de missie en visie/de richtsnoeren van het sociale trefpunt, alsook de hogere doelstellingen die binnen het werkingsgebied met het sociale trefpunt worden beoogd en die als leidraad kunnen dienen voor het concrete werk en het aanbod.
Bij de uitwerking van het concept worden de volgende personen betrokken : 1. de bewoners binnen het werkingsgebied;2. de personen die gebruik maken van de sociale trefpunten;3. de vrijwillige medewerkers van de sociale trefpunten;4. de partnerorganisaties;5. de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die voor het betrokken werkingsgebied bevoegd zijn. De Regering bepaalt de andere kadervoorwaarden voor de uitwerking van het concept.
Art. 8.Verplichtingen tot behoud van de erkenning Voor het behoud van de erkenning komen de erkende sociale trefpunten de verplichtingen vermeld in dit decreet na, met inbegrip van de voorwaarden vermeld in artikel 7.
De erkende sociale trefpunten komen in het bijzonder de volgende verplichtingen na : 1. samenwerking en conceptuele afstemming met partnerorganisaties;2. sociaalruimtelijke netwerken opzetten en in de gemeente(n) verankerd zijn;3. de participatie van de doelgroepen vermeld in artikel 4, in het bijzonder van de specifieke doelgroep, in het sociale trefpunt ondersteunen;4. de openingstijden voorgeschreven in artikel 11, § 2, in acht nemen;5. een behoorlijke autonome boekhouding overleggen die altijd kan worden ingezien en financiële controle mogelijk maakt;6. een beroep doen op vrijwillige medewerkers bij de uitoefening van de taken;7. de rechten en plichten van de vrijwilligers in een huishoudelijk reglement vastleggen en hun deelneming aan voortgezette opleidingen aanmoedigen;8. overeenkomstig artikel 14 jaarlijks, uiterlijk op 30 april, een activiteitenverslag, een balans en een resultatenrekening van het vorige boekjaar, alsook een begroting voor het volgende boekjaar bij de Regering indienen.
Art. 9.Erkenningsprocedure § 1 - Uiterlijk op 30 juni van elk jaar dienen de verenigingen een schriftelijke aanvraag om erkenning als sociaal trefpunt bij de Regering in.
De stukken en bewijzen vermeld in artikel 7 worden bij de aanvraag gevoegd. § 2 - De Regering onderzoekt de aanvragen om erkenning en neemt uiterlijk op 30 oktober van het aanvraagjaar een beslissing. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de erkenning als toegekend.
De erkenning wordt voor onbepaalde duur toegekend.
Indien niet voldaan is aan één of meer voorwaarden die voor een erkenning noodzakelijk zijn, weigert de Regering de erkenning of kent ze in afwijking van het tweede lid een voorwaardelijke voorlopige erkenning voor een beperkte termijn van ten hoogste drie jaar toe.
De Regering legt de nadere regels vast. § 3 - De erkende sociale trefpunten kunnen een nieuwe aanvraag om erkenning indienen : 1. indien de eventueel voor bepaalde duur verleende erkenning verstreken is;2. indien wordt vastgesteld dat de gegevens vermeld in de erkenning niet meer met de werkelijkheid overeenstemmen of indien er anderszins aanleiding bestaat om die gegevens te wijzigen.
Art. 10.Schorsing en intrekking van de erkenning Indien één of meer verplichtingen niet worden nagekomen, maant de Regering het erkende sociale trefpunt overeenkomstig de door haar vastgestelde regels aan om die verplichtingen na te komen.
Indien het erkende sociale trefpunt, na de aanmaning vermeld in het eerste lid, de verplichtingen nog altijd niet nakomt, schorst de Regering zijn erkenning en/of trekt ze zijn erkenning in.
De Regering legt de nadere regels vast. HOOFDSTUK 3. - ONDERSTEUNING
Art. 11.Subsidie § 1 - Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen en onder de voorwaarden bepaald in dit artikel kent de Regering een erkend sociaal trefpunt subsidie voor personeels- en werkingskosten toe voor de diensten bepaald in dit decreet.
Aan dienstverrichters die de diensten bepaald in dit decreet aanbieden en van wie de coördinator in het bijzonder de actieve deelname beoogt van mensen die te kampen hebben met uitsluiting of isolement, kent de Regering subsidie voor personeels- en werkingskosten toe, en dit uitsluitend met toepassing van dit decreet. § 2 - Voor de personeelskosten krijgen de sociale trefpunten subsidie voor : 1. een VTE-betrekking van coördinator, indien de lokalen, met uitzondering van vier weken per jaar, in de regel minstens 24 uur per week gedurende minstens vier dagen voor de doelgroep geopend zijn;2. een halve VTE-betrekking van coördinator, indien de lokalen, met uitzondering van vier weken per jaar, in de regel minstens 15 uur per week gedurende minstens drie dagen voor de doelgroep geopend zijn. De subsidie van de personeelskosten bedraagt 87,5 % van de werkelijke loonkosten en wordt berekend volgens de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid". Indien in het kader van tewerkstellingsmaatregelen subsidies worden verkregen, worden die subsidies afgetrokken. § 3 - Voor de werkingskosten krijgen de sociale trefpunten een subsidie ten belope van : 1. 12.000 euro, indien de vereiste openingstijden vermeld in § 2, 1°, worden nageleefd en de doelgroepen van het sociale trefpunt begeleid worden door een vrijwillige of professionele kracht; 2. 6.000 euro, indien de vereiste openingstijden vermeld in § 2, 2°, worden nageleefd en de doelgroepen van het sociale trefpunt begeleid worden door een vrijwillige of professionele kracht. § 4 - De subsidies vermeld in de § § 2 en 3 worden alleen toegekend indien de gemeenten of openbare centra voor maatschappelijk welzijn die voor het betrokken werkingsgebied bevoegd zijn, zich contractueel ertoe verbinden minstens 12,5 % van de werkelijke loonkosten vermeld in § 2 te dragen.
Art. 12.Bijzondere subsidie § 1 - Naast de subsidies vermeld in artikel 11 kan de Regering een erkend sociaal trefpunt, op met redenen omkleed verzoek, een bijzondere financiering toekennen voor bijzondere en in de tijd beperkte projecten. Die financiering kan gebruikt worden om werkings- en personeelskosten binnen het project te dekken.
Bijzondere projecten zijn projecten die tegelijk aan de volgende voorwaarden voldoen : 1. bijzonder belangrijk zijn voor de betrokken doelgroep;2. gepaard gaan met uitzonderlijke kosten. § 2 - Voor de ondersteuning van de projecten vermeld in § 1 gelden de volgende voorwaarden : 1. de looptijd van het project bedraagt hoogstens twee jaar;2. de doelstellingen van het project zijn duidelijk gedefinieerd, meetbaar, aantrekkelijk voor de gebruikers, realistisch en begrensd in de tijd; 3. de subsidie voor personeels- en werkingskosten bedraagt hoogstens 5.000 euro per project; 4. de projectverantwoordelijke bezorgt de Regering binnen een maand na de vastgelegde einddatum van het project een eindverslag dat een financiële en inhoudelijke balans van het project omvat. § 3 - Bij de aanvraag om subsidie worden de volgende stukken resp. bewijzen gevoegd : 1. de motivering van het project, in het licht van de voorwaarden vermeld in § 1, tweede lid;2. de beschrijving van het project, met inachtneming van de vereisten gesteld in § 2, 2°;3. de kostenraming en het financieringsconcept van het project.
Art. 13.Overeenkomst § 1 - De ondersteuning van de erkende sociale trefpunten geschiedt op basis van een overeenkomst. De partners bij de overeenkomst zijn de Regering, het sociale trefpunt en de gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn die bevoegd zijn voor de betrokken werkingsgebieden.
Het concept vermeld in artikel 7, § 3, wordt bij de overeenkomst gevoegd.
De overeenkomst bevat de handelingsdoelen, alsook de concrete maatregelen voor de uitvoering van het concept die bij ondertekening van de overeenkomst reeds bekend zijn; die handelingsdoelen en maatregelen kunnen aan de behoeften aangepast worden bij beslissing van het opvolgingscomité ingesteld bij § 3.
Aanvullende maatregelen die niet in de overeenkomst zijn vermeld en die het sociale trefpunt in de loop van een activiteitenjaar neemt, worden bewezen in het activiteitenverslag vermeld in artikel 8, tweede lid, 8°.
De Regering bepaalt het kader en de verdere inhoud van de overeenkomst. § 2 - De overeenkomst heeft een looptijd van minstens één jaar en hoogstens vijf jaar. Indien het sociale trefpunt erkend blijft, is de overeenkomst na het verstrijken van de looptijd verlengbaar.
Voor de verlenging van de overeenkomst : 1. wordt het concept herwerkt nadat overeenkomstig artikel 6 een nieuwe stand van zaken werd opgemaakt;2. legt de Regering het overeenkomstig 1° herwerkte concept ter advies voor aan het opvolgingscomité vermeld in § 3. § 3 - Voor de opvolging en evaluatie van de overeenkomst, alsook voor de evaluatie van het concept stelt de Regering een opvolgingscomité in waarin alle partners bij de overeenkomst vertegenwoordigd zijn.
Het opvolgingscomité : 1. bespreekt jaarlijks de uitvoering van het concept en van de overeenkomst;2. onderzoekt het ontwerp van het concept om de overeenkomst op te maken en te verlengen. De Regering legt de nadere regels vast.
Art. 14.Activiteitenverslag Om aanspraak te kunnen maken op de ondersteuning vermeld in dit hoofdstuk maakt het sociale trefpunt jaarlijks een activiteitenverslag op waarin de doelstellingen van het concept kwantitatief en kwalitatief geëvalueerd worden en de handelingsdoelen vermeld in artikel 5 eventueel aangepast worden aan de resultaten van de evaluatie.
Uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het jaar van de ondersteuning wordt het activiteitenverslag overgezonden aan de Regering.
Bij het activiteitenverslag worden een balans en een resultatenrekening van het vorige jaar, alsook een begroting voor het volgende boekjaar gevoegd. Aanpassingen van de begroting kunnen tot 30 september bij de Regering worden ingediend. HOOFDSTUK 4. - CONTROLEBEPALINGEN
Art. 15.Controle Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, kan de Regering - onder de door haar vastgestelde voorwaarden - te allen tijde laten onderzoeken of de bepalingen van dit decreet worden nageleefd. HOOFDSTUK 5. - SLOTBEPALINGEN
Art. 16.Overgangsbepaling § 1 - Aan verenigingen die bij inwerkingtreding van dit decreet een coördinator in een sociaal trefpunt in dienst hebben, kan de Regering, na een met redenen omklede aanvraag, een overgangsperiode toekennen om hen in staat te stellen aan de kwalificatievereiste van artikel 7, § 2, te voldoen. Die overgangsperiode eindigt zodra de betrekking van coördinator opnieuw is toegewezen. § 2 - Aan de verenigingen die bij inwerkingtreding van dit decreet reeds diensten van een sociaal trefpunt aanbieden, kan de Regering, na een met redenen omklede aanvraag, een overgangsperiode toekennen om hen in staat te stellen om voor de infrastructuur van het sociaal trefpunt te voldoen aan artikel 7, § 1, 8° (aangepaste inrichting voor personen met een handicap).
Art. 17.Inwerkingtreding Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2015.
Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Eupen, 5 mei 2014.
De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, O. PAASCH De Minister van Cultuur, Media en Toerisme, Mevr. I. WEYKMANS De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, H. MOLLERS _______ Nota Zitting 2013-2014 Parlementaire stukken : 159 (2012-2013) Nr. 1 Voorstel van decreet 159 (2013-2014) Nr. 2-7 Voorstellen tot wijziging 159 (2013-2014) Nr. 8 Verslag Integraal verslag : 5 mei 2014 - Nr. 65 Bespreking en aanneming