gepubliceerd op 22 oktober 2024
Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang en tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders
14 DECEMBER 2023. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang en tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap Gelet op het
decreet van 31 maart 2014Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
31/03/2014
pub.
23/07/2014
numac
2014203218
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet betreffende het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren
type
decreet
prom.
31/03/2014
pub.
02/07/2014
numac
2014202570
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet betreffende de kinderopvang
sluiten betreffende de kinderopvang, artikel 6, tweede lid, ingevoegd bij het
decreet van 22 mei 2023Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
22/05/2023
pub.
03/11/2023
numac
2023205455
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap
sluiten, artikel 7, tweede tot vijfde lid, gewijzigd bij de decreten van 2 maart 2015, 10 december 2020, 15 december 2021 en 14 december 2023, artikel 8, § 1, tweede lid, en § 3, artikel 9, derde lid, artikel 10, § 2, 2° en 3°, artikel 10.1, tweede lid, ingevoegd bij het
decreet van 22 mei 2023Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
22/05/2023
pub.
03/11/2023
numac
2023205455
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap
sluiten en gewijzigd bij het decreet van 14 december 2023, artikel 12, tweede lid, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 12 december 2019 en gewijzigd bij het
decreet van 22 mei 2023Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
22/05/2023
pub.
03/11/2023
numac
2023205455
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap
sluiten, en vierde lid, ingevoegd bij het decreet van 14 december 2023, artikel 16, derde lid, artikel 16.2, § 2, ingevoegd bij het
decreet van 2 maart 2015Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
02/03/2015
pub.
27/03/2015
numac
2015201528
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 19 januari 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Staat Malta tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting en het Protocol, ondertekend te Brussel op 28 juni 1974, zoals gewijzigd door de Aanvullende Overeenkomst ondertekend te Brussel op 23 juni 1993
type
decreet
prom.
02/03/2015
pub.
01/04/2015
numac
2015201529
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 16 maart 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Helleense Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Athene op 25 mei 2004
sluiten en gewijzigd bij het
decreet van 22 mei 2023Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
22/05/2023
pub.
03/11/2023
numac
2023205455
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap
sluiten, alsook artikel 16.4, § 2, vierde lid, ingevoegd bij het
decreet van 2 maart 2015Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
02/03/2015
pub.
27/03/2015
numac
2015201528
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 19 januari 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Staat Malta tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting en het Protocol, ondertekend te Brussel op 28 juni 1974, zoals gewijzigd door de Aanvullende Overeenkomst ondertekend te Brussel op 23 juni 1993
type
decreet
prom.
02/03/2015
pub.
01/04/2015
numac
2015201529
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 16 maart 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Helleense Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Athene op 25 mei 2004
sluiten;
Gelet op het decreet van 22 mei 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/05/2023 pub. 03/11/2023 numac 2023205455 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap sluiten tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap, artikel 18 en artikel 47;
Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang;
Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders;
Gelet op advies 65/2023 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 24 maart 2023;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 29 september 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor begroting, d.d. 29 september 2023;
Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van dertig dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 26 oktober 2023 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 74.761/3;
Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 6 november 2023 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de minister die bevoegd is voor de kinderopvang;
Na beraadslaging, Besluit :
HOOFDSTUK 1 - Wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt: "3° kinderopvang: overeenkomstig artikel 2, eerste lid, 2°, van het decreet, de regelmatige opvang van kinderen in vastgelegde ruimten, buiten de woning van de personen belast met de opvoeding, met uitzondering van de activiteiten die vorming, onderwijs, jeugd, jeugdbijstand, cultuur, toerisme of sport als hoofddoel hebben;" 2° in de bepaling onder 6° worden de woorden "door aangesloten onthaalouders aanbiedt" vervangen door de woorden "aanbiedt die wordt verricht door aangesloten onthaalouders en/of als huisarbeider werkende kinderbegeleiders"; 3° er wordt een bepaling onder 7.1° ingevoegd, luidende: "7.1° als huisarbeider werkende kinderbegeleider: persoon die werkzaam is in de kinderopvang en die in opdracht van een dienst voor onthaalouders - in het kader van een arbeidsovereenkomst of als statutair personeelslid - bij voorrang baby's en peuters van anderen opvangt en/of eventueel buitenschoolse opvang aanbiedt;" 4° de bepaling onder 10°, opgeheven bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt hersteld als volgt: "10° co-initiatief voor de opvang van baby's en peuters: dienstverrichter die baby's en peuters in collectieve vorm opvangt en een opvangcapaciteit van hoogstens twaalf plaatsen heeft;" 5° de bepaling onder 13° wordt vervangen als volgt: "13° centrum voor kinderopvang: het centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap opgericht bij het decreet van 22 mei 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/05/2023 pub. 03/11/2023 numac 2023205455 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap sluiten tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap;" 6° de bepaling onder 20°, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt vervangen als volgt: "20° webportaal: een digitaal platform voor kinderopvang dat door de Regering ter beschikking wordt gesteld van de dienstverrichters en de personen belast met de opvoeding.Het dient om de personen belast met de opvoeding te informeren, om plaatsen in de kinderopvang aan te vragen, te beheren en toe te wijzen, alsook om de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden te controleren."
Art. 2.In artikel 7, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 5° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt; 2° de paragraaf wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende: "6° één vertegenwoordiger van het centrum voor kinderopvang."
Art. 3.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 2, eerste lid, worden de woorden "de erkenning van zelfstandige onthaalouders resp.de toelating van aangesloten onthaalouders" vervangen door de woorden "de erkenning van zelfstandige onthaalouders of co-initiatieven voor de opvang van baby's en peuters, dan wel de toelating van aangesloten onthaalouders of van kinderopvang door als huisarbeider werkende kinderbegeleiders"; 2° paragraaf 3 wordt opgeheven.
Art. 4.Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 april 2018 en 15 juli 2021, wordt vervangen als volgt: "Art. 10 - De bedragen vastgelegd in artikel 72, § 2, derde lid, artikel 74, eerste lid, artikel 76, § 1, § 2, eerste lid, § 3 en § 4, artikel 93, § 1, eerste lid, artikel 94, artikel 94.1, artikel 116, § 1, artikel 117, eerste lid, artikel 135, § 1, eerste en tweede lid, alsook artikel 193, zijn gekoppeld aan de indexering van de wedden van de openbare dienst van de Duitstalige Gemeenschap op basis van de spilindex 138,01.
De in de bijlage vastgelegde inkomensgrenzen zijn gekoppeld aan de spilindex 138,01 en worden op basis van de indexering van de wedden in de openbare sector van de Duitstalige Gemeenschap aan de index van de maand december van het betrokken inkomensjaar aangepast.
De tarieven voor de kostenbijdrage van de personen belast met de opvoeding die zijn vastgelegd in artikel 119.2, eerste lid, in artikel 119.3, eerste lid, en in de bijlage, zijn gekoppeld aan de spilindex 138,01 en worden jaarlijks in juli op basis van de indexering van de wedden in de openbare sector van de Duitstalige Gemeenschap aangepast aan de index van de maand december van het vorige jaar."
Art. 5.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 12 - De diensten voor kinderopvang zorgen ervoor dat de in artikel 7, eerste lid, van het decreet vermelde personen die van hen een opdracht hebben gekregen, de daarin vermelde stukken hebben ingediend voordat ze van start gaan met hun activiteit."
Art. 6.Artikel 13, 2°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "2° bewijzen dat ze een EHBO-cursus voor eerste hulp aan baby's, peuters en kinderen hebben voltooid of zich contractueel ertoe verplichten zo'n cursus te voltooien binnen een jaar nadat ze met de activiteit van start gaan. De EHBO-kennis wordt om de twee jaar opgefrist. De diploma's en getuigschriften vermeld in artikel 88, § 5, gelden tot twee jaar na het behalen ervan als voltooide EHBO-cursus voor eerste hulp aan baby's, peuters en kinderen."
Art. 7.In artikel 15, tweede lid, 11°, van hetzelfde besluit worden de woorden "lichamelijke of geestelijke beperking" vervangen door de woorden "beperking of psychische stoornis".
Art. 8.Artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt vervangen als volgt: "Art. 18 - Met behoud van de toepassing van de artikelen 154 en 174 is dit hoofdstuk alleen van toepassing op de crèches, de co-initiatieven voor de opvang van baby's en peuters en de locaties voor buitenschoolse opvang, met uitzondering van de locaties voor buitenschoolse opvang die de kinderopvang in een vestiging van een door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde gewone of gespecialiseerde basisschool aanbieden."
Art. 9.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 20 - De ruimten waar de kinderopvang plaatsvindt en alle ruimten die voor de kinderen toegankelijk zijn, voldoen aan de volgende criteria: 1° voor zover niet nader gedefinieerd, stemt de grootte van de ruimten overeen met het aantal opgevangen kinderen, zodat deze zich vrij kunnen bewegen;2° er is een slaap- en rustruimte;3° in de opvangvoorzieningen waar maaltijden voor kinderen worden voorbereid, is er een keukenblok met een spoelbak, een fornuis en een koelkast;4° de ruimten zijn ingericht met het voor de opvang noodzakelijke meubilair en met voldoende speelgoed;5° de ruimten zijn in goede toestand en er wordt voor gezorgd dat dit zo blijft; 6° de begeleiders zijn telefonisch bereikbaar in de ruimten."
Art. 10.Artikel 21, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 11.In artikel 24, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de eerste zin opgeheven.
Art. 12.In hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, wordt een artikel 28.1 ingevoegd, luidende: "Art. 28.1 - De diensten voor kinderopvang wijzen de personen belast met de opvoeding erop dat zieke kinderen alleen kunnen worden opgevangen, als er geen besmettingsgevaar voor de andere opgevangen kinderen bestaat.
In twijfelgevallen kunnen de diensten voor kinderopvang een medisch attest verlangen dat bevestigt dat het kind in kwestie geen besmettingsgevaar voor de andere opgevangen kinderen inhoudt."
Art. 13.In artikel 30 van hetzelfde besluit worden de woorden "ontvangen van het departement de fiscale attesten voor de personen belast met de opvoeding, vullen die attesten in en zenden ze door aan de personen belast met de opvoeding" vervangen door de woorden "vullen de fiscale attesten voor de personen belast met de opvoeding in".
Art. 14.In titel 2, ondertitel 1, hoofdstuk 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 april 2018 en 15 juli 2021, wordt een afdeling 4.1 ingevoegd, die de artikelen 31.1 en 31.2 bevat, luidende: "Afdeling 4.1 - Prioriteringscriteria bij het toewijzen van de kinderopvangplaatsen
Art. 31.1 - De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de diensten die door de Duitstalige Gemeenschap gesubsidieerd worden, alsook op die van het centrum voor kinderopvang.
Art. 31.2 - § 1 - Bij het toewijzen van kinderopvangplaatsen nemen de diensten voor kinderopvang de opvangaanvragen in de volgende volgorde in aanmerking: 1° aanvragen van de centrale autoriteit van de Gemeenschap voor adoptie (ZBGA) of van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor de jeugdbijstand en de jeugdbescherming in het kader van de consensuele of gerechtelijke jeugdbijstand, de pleegzorg of de jeugdbescherming;2° aanvragen voor kinderen die in het Duitse taalgebied ingeschreven zijn als leerling in het gewoon of gespecialiseerd basisonderwijs;3° aanvragen van aanvragers die hun woonplaats hebben in het Duitse taalgebied;4° aanvragen van aanvragers die in het Duitse taalgebied een activiteit als werknemer, statutair personeelslid of zelfstandige uitoefenen of wiens partner die dezelfde woonplaats als de aanvrager heeft, een van die activiteiten in het Duitse taalgebied uitoefent;5° aanvragen voor broers of zussen van kinderen die al door dezelfde dienst voor kinderopvang worden opgevangen;6° aanvragen van aanvragers die hun woonplaats hebben in de gemeente die voor de betrokken dienst voor kinderopvang het mogelijke tekort geheel of gedeeltelijk draagt;7° aanvragen in chronologische volgorde. Als woonplaats geldt de plaats waar een persoon zijn hoofdverblijfplaats heeft overeenkomstig de bevolkingsregisters bepaald in artikel 1, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten of zijn referentieadres heeft overeenkomstig artikel 1, § 2, van dezelfde wet.
Voor de in het eerste lid, 4°, vermelde activiteit als werknemer of als statutair personeelslid geldt de vestigingseenheid of, als dat gegeven niet beschikbaar is, de exploitatiezetel als plaats van de activiteit.
Voor de in het eerste lid, 4° vermelde activiteit als zelfstandige geldt de gemeente waar de activiteit hoofdzakelijk wordt uitgeoefend, als plaats van de activiteit. § 2 - Bij de prioritering van de toewijzing is telkens de situatie op de datum van de aanvraag doorslaggevend.
In afwijking van het eerste lid is voor de toepassing van § 1, eerste lid, 5°, de situatie op de aangevraagde begindatum van de opvang doorslaggevend."
Art. 15.Artikel 32 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt vervangen als volgt: "Art. 32 - Als de diensten voor kinderopvang overeenkomstig artikel 7, tweede en derde lid, van het decreet of overeenkomstig andere bepalingen van dit besluit ertoe verplicht zijn de veiligheid van de ruimten van de kinderopvangvoorzieningen te bewijzen met een gunstig brandveiligheidsadvies van de bevoegde brandweercommandant, dienen die diensten voor kinderopvang, in de volgende situaties, opnieuw zo'n gunstig advies over de brandveiligheid van de ruimten waar de kinderopvang plaatsvindt in bij het departement, waarbij dat advies niet ouder mag zijn dan zes maanden: 1° minstens om de zes jaar na inwerkingtreding van de erkenning;2° bij elke belangrijke wijziging van de structuur van het gebouw van de opvangvoorziening; 3° telkens als het departement erom verzoekt."
Art. 16.In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1, tweede lid, 7°, wordt het woord "infrastructuur" vervangen door het woord "ruimten";2° in § 1, tweede lid, wordt de bepaling onder 16° opgeheven;3° paragraaf 2, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt vervangen als volgt: " § 2 - Indien het gaat om de voorlopige erkenning van een dienst voor kinderopvang die overeenkomstig artikel 7, tweede en derde lid, van het decreet of overeenkomstig andere bepalingen van dit besluit ertoe verplicht is de veiligheid van de ruimten van zijn kinderopvangvoorzieningen te bewijzen met een gunstig brandveiligheidsadvies van de bevoegde brandweercommandant, moet dat advies over de brandveiligheid van de ruimten waar de kinderopvang plaatsvindt, dat niet ouder mag zijn dan zes maanden, ook worden ingediend. Indien het gaat om de voorlopige erkenning van een dienst voor onthaalouders, worden bovendien de volgende stukken en gegevens bijgevoegd: 1° de in artikel 58 vermelde procedure om te bepalen hoe kandidaten die een toelating als aangesloten onthaalouder aanvragen, geschikt worden bevonden;2° het aangevraagde aantal aangesloten onthaalouders en als huisarbeider werkende kinderbegeleiders dat in opdracht van de dienst voor onthaalouders kan werken;3° de beschrijving van de samenwerking met de aangesloten onthaalouders. Indien het gaat om de voorlopige erkenning van een crèche, wordt bovendien een advies van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven bijgevoegd over de vraag of de ruimten van de crèche voldoen aan de geldende voorschriften inzake toegankelijkheid van de ruimten van de crèche." 4° paragraaf 2.1, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 januari 2017 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt opgeheven; 5° paragraaf 3, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt opgeheven.
Art. 17.In artikel 38 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "de ruimten waar de opvang zal plaatsvinden" vervangen door de woorden "de naleving van de algemene en bijzondere erkenningsvoorwaarden";2° het tweede lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt opgeheven.
Art. 18.In artikel 42, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "en 16°," vervangen door de woorden ", en § 2, eerste lid,";2° in het tweede lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt het woord "infrastructuur" vervangen door het woord "ruimten".
Art. 19.In artikel 43, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt het woord "infrastructuur" vervangen door het woord "ruimten".
Art. 20.In artikel 47, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "en 16°," vervangen door de woorden ", en § 2, eerste lid,";2° in het tweede lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt het woord "infrastructuur" vervangen door het woord "ruimten".
Art. 21.In artikel 48, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt het woord "infrastructuur" vervangen door het woord "ruimten".
Art. 22.Artikel 51 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, wordt vervangen als volgt: "Art. 51 - § 1 - In afwijking van de artikelen 49 en 50 kan de Minister een dienst voor kinderopvang of een van de kinderopvangvoorzieningen ervan wegens dringende noodzakelijkheid zonder voorafgaande aanmaning of hoorzitting voorlopig voor onbepaalde duur sluiten om een van de volgende redenen: 1° als dat in het belang is van de volksgezondheid;2° als er ernstige aanwijzingen zijn dat het welzijn, de veiligheid of de gezondheid van de kinderen in gevaar is;3° als er ernstige aanwijzingen zijn dat de toepasselijke bepalingen zwaar geschonden worden. De Minister beslist op grond van een advies van de inspectie en bij een met bijzondere redenen omklede beslissing.
De voorlopige sluiting van de dienst of van een van zijn kinderopvangvoorzieningen heeft de schorsing van de erkenning van de dienst tot gevolg en dit voor de duur van de voorlopige sluiting. § 2 - De Minister deelt zijn beslissing tot voorlopige sluiting zo snel mogelijk per e-mail of via een andere elektronische weg en op dezelfde dag per aangetekende brief mee aan de betrokken dienst voor kinderopvang. De dienst kan binnen drie dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van de beslissing, bij de Minister een verzoek indienen om te worden gehoord. De betrokkene wordt dan gehoord binnen tien dagen na toezending van de aangetekende brief. Het verzoek om te worden gehoord heeft geen opschortende werking.
Nadat de betrokkene is gehoord, wordt de beslissing tot voorlopige sluiting door de Minister bevestigd of opgeheven. De Minister deelt zijn beslissing zo snel mogelijk per e-mail of via een andere elektronische weg en op dezelfde dag per aangetekende brief mee aan de betrokken dienst. Indien er geen verzoek om te worden gehoord is ingediend binnen de termijn vermeld in het eerste lid, geldt de beslissing als bevestigd.
De personen belast met de opvoeding van de opgevangen kinderen worden door het departement persoonlijk ingelicht over de voorlopige sluiting van de dienst of van een van de kinderopvangvoorzieningen ervan. § 3 - Tegelijkertijd met de in § 2, tweede lid, vermelde bevestiging van de beslissing, dan wel, indien er geen verzoek om te worden gehoord is ingediend, na het verstrijken van de in § 2, eerste lid, vermelde termijn, deelt de Minister aan de dienst mee binnen welke termijn de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid, moeten worden verholpen.
De in het eerste lid vermelde termijn om de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid, te verhelpen, kan door de Minister worden verlengd.
Als de dienst de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid, binnen de door de Minister vastgelegde termijn verhelpt, heft de Minister de voorlopige sluiting onmiddellijk op. Het departement licht de personen belast met de opvoeding van de opgevangen kinderen persoonlijk in over de heropening van de dienst."
Art. 23.In artikel 52 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, worden de woorden "schorsing van de erkenning wordt bevestigd overeenkomstig artikel 51, § 1, vierde lid" vervangen door de woorden "voorlopige sluiting wordt bevestigd overeenkomstig artikel 51, § 2, tweede lid";2° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden "of de voorlopige sluiting wordt bevestigd, dan wel, indien er geen verzoek is ingediend om te worden gehoord, overeenkomstig artikel 51, § 2, eerste lid, na het verstrijken van de daarin vermelde termijn".
Art. 24.Artikel 53, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Indien de dienst voor kinderopvang na het verstrijken van de duur van de schorsing vermeld in artikel 50 de verplichtingen nog altijd niet nakomt of indien de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid na het verstrijken van de termijn vermeld in artikel 51, § 3, niet verholpen zijn, kan de Minister na een advies van de inspectie de in voorkomend geval voorlopige of definitieve erkenning intrekken."
Art. 25.Artikel 59 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt vervangen als volgt: "Art. 59 - Het centrum voor kinderopvang wordt van rechtswege als erkende dienst voor onthaalouders beschouwd."
Art. 26.Artikel 60 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 60 - § 1 - De dienst voor onthaalouders zorgt ervoor dat de bepalingen van titel 3 en 4 worden nageleefd.
De dienst voor onthaalouders vertrouwt de opvang van kinderen uitsluitend toe aan aangesloten onthaalouders die overeenkomstig titel 3 toegelaten werden of aan als huisarbeider werkende kinderbegeleiders.
Als de dienst voor onthaalouders een opdracht aan aangesloten onthaalouders toevertrouwt, sluit hij met hen daartoe een schriftelijke overeenkomst. § 2 - Onder de volgende voorwaarden kan de dienst voor onthaalouders buitenschoolse opvang organiseren: 1° de opvang van baby's en peuters heeft voorrang;2° het maximale aantal kinderen dat tegelijk mag worden opgevangen, wordt voor elke aangesloten onthaalouder in acht genomen; 3° de aangesloten onthaalouder kan vrij beslissen of hij al dan niet buitenschoolse opvang aanbiedt."
Art. 27.In artikel 61, 5°, van hetzelfde besluit worden de woorden "en het opvangkapitaal vermeld in artikel 133" opgeheven.
Art. 28.In artikel 62 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt vervangen als volgt: " § 1 - De dienst voor onthaalouders beschikt minstens over het sociaal-pedagogisch geschoold personeel bepaald in de volgende tabel:
Aantal als huisarbeider werkende kinderbegeleiders en toegelaten aangesloten onthaalouders
Aantal sociaal-pedagogisch geschoold personeel, uitgedrukt in voltijdsequivalenten
1-18
1 1/2
19-24
2
25-30
2
31-36
2 1/2
37-42
3
43-53
3
54-59
3
60-65
3 1/2
66-71
3 2/3
72-77
4
78-83
4 1/2
84-89
4 2/3
90-95
5
96-101
5 1/2
102-107
5 2/3
108-113
6
Voor de berekening van de personeelssleutel wordt het maximumaantal als huisarbeider werkende kinderbegeleiders en toegelaten aangesloten onthaalouders van het kalenderjaar in kwestie in aanmerking genomen." 2° paragraaf 2 wordt opgeheven.
Art. 29.Artikel 63, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 30.In artikel 65, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "aangesloten onthaalouders" vervangen door de woorden "aangesloten onthaalouders of als huisarbeider werkende kinderbegeleiders".
Art. 31.In artikel 66 van hetzelfde besluit worden de woorden "van een aangesloten onthaalouder" vervangen door de woorden "van een aangesloten onthaalouder of als huisarbeider werkende kinderbegeleider".
Art. 32.Artikel 68, § 1, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 33.In artikel 72, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "cumulatieve" opgeheven.
Art. 34.In artikel 73 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden ", met inbegrip van de retributie vermeld in artikel 85, § 2" opgeheven;2° (geldt alleen voor de Duitse tekst).
Art. 35.Artikel 75 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 36.In artikel 76 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt vervangen als volgt: " § 1 - Voor de kosten van de organisatie van de voortgezette opleiding van de aangesloten onthaalouders vermeld in artikel 125 en de voortgezette opleiding van het sociaal-pedagogisch geschoold personeel vermeld in artikel 14, alsook voor de kosten van de aanschaffing van pedagogisch materiaal, ontvangt de dienst voor onthaalouders een subsidie van hoogstens 5.486,95 euro. De subsidie wordt pas uitbetaald nadat het departement de ingediende bewijzen onderzocht heeft." 2° in paragraaf 2, vervangen bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt het woord "cumulatieve" opgeheven; 3° paragraaf 4, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt vervangen als volgt: " § 4 - Voor de kosten die ontstaan om een mobiele internetverbinding ter beschikking te stellen van de aangesloten onthaalouders in het kader van hun samenwerking met de dienst voor onthaalouders, ontvangt de dienst voor onthaalouders een subsidie van hoogstens 5.169,44 euro.
De subsidie wordt pas uitbetaald nadat het departement de ingediende bewijzen onderzocht heeft."
Art. 37.Artikel 79 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden ", alsook op die van het centrum voor kinderopvang".
Art. 38.Artikel 80 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 3 september 2015, wordt vervangen als volgt: "Art. 80 - Voor de toepassing van deze afdeling geldt: 1° bij de opvang van baby's en peuters: a) opvang voor een hele dag: kinderopvang van vijf uur of meer, maar van minder dan tien uur per dag;b) opvang voor een halve dag: kinderopvang van minder dan vijf uur per dag;c) langdurige opvang: kinderopvang van tien uur of meer per dag;2° bij de opvang van kinderen in het kader van buitenschoolse opvang: a) opvang voor een hele dag: kinderopvang van vijf uur of meer, maar van minder dan tien uur per dag;b) opvang voor een halve dag: kinderopvang van drie uur of meer, maar van minder dan vijf uur per dag;c) opvang voor een derde van een dag: kinderopvang van minder dan drie uur per dag; d) langdurige opvang: kinderopvang van tien uur of meer per dag."
Art. 39.In artikel 81 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt opgeheven;2° in paragraaf 2 worden de woorden "50 % van het ingehouden reservatiegeld" vervangen door de woorden "150 euro".
Art. 40.Artikel 82 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 3 september 2015, 19 april 2018 en 15 juli 2021, wordt vervangen als volgt: "Art. 82 - § 1 - De kostenbijdrage van de personen belast met de opvoeding wordt betaald in de vorm van een dagforfait dat is vastgesteld overeenkomstig de tabel vermeld in de bijlage.
De kostenbijdrage dekt niet de kosten voor dieetvoeding, biologische voeding, geneesmiddelen, luiers, poedermelk en specifieke, door de personen belast met de opvoeding gewenste producten. § 2 - Het toepasselijke percentage van het in paragraaf 1 vermelde dagforfait wordt berekend als volgt: 1° voor opvang voor een hele dag: 100 %;2° voor opvang voor een halve dag: 60 %;3° voor opvang voor een derde van een dag in het kader van buitenschoolse opvang: 40 %; 4 voor langdurige opvang: 160 %.
In afwijking van het eerste lid zijn de volgende bijdragepercentages voor kinderopvang van toepassing: 1° voor gezinnen met minstens twee kinderen onder drie jaar die fiscaal ten laste zijn, bedraagt de bijdrage 70 % per kind;2° voor gezinnen met minstens drie kinderen fiscaal ten laste, bedraagt de bijdrage 70 % per kind;3° voor kinderen die, bovenop de kinderbijslag, een bijslag voor kinderen met een beperking ontvangen, bedraagt de bijdrage 70 %..
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder 'gezin' verstaan: de meerderjarige gezinsleden van wie het inkomen overeenkomstig artikel 83, § 1, eerste en tweede lid, meetelt voor de berekening van de kostenbijdrage."
Art. 41.Artikel 83 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 83 - § 1 - De kostenbijdrage wordt berekend op basis van het gecumuleerd inkomen van de meerderjarige gezinsleden van de aanvrager.
Als meer dan twee meerderjarige gezinsleden een inkomen hebben, worden de twee hoogste inkomens in aanmerking genomen.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder 'inkomen' verstaan: het totaal belastbaar inkomen op het aanslagbiljet van de inkomstenbelasting. De dienst voor onthaalouders zorgt ervoor dat de gezinsleden het aanslagbiljet indienen.
Als een meerderjarig gezinslid geen aanslagbiljet van de inkomstenbelasting kan voorleggen of als het inkomen van het betrokken jaar niet op het aanslagbiljet staat, zorgt de dienst voor onthaalouders ervoor dat het gezinslid andere bewijzen van zijn belastbaar inkomen voorlegt. De Minister kan preciseren hoe die bewijzen gelijkgesteld kunnen worden met het totaal belastbaar inkomen op het aanslagbiljet van de inkomstenbelasting.
Als die bewijzen niet worden voorgelegd, wordt de hoogste kostenbijdrage aangerekend. § 2 - Het gezinsinkomen wordt bepaald bij het begin van de opvang. Als de opvang begint tussen januari en juni wordt het inkomensjaar J-3 in aanmerking genomen. Als de opvang begint tussen juli en december wordt het inkomensjaar J-2 in aanmerking genomen.
Voor een gezin waarvan reeds een kind bij dezelfde dienstverrichter wordt opgevangen en waarvan het inkomen reeds werd berekend, geldt dat inkomen in afwijking van het eerste lid ook bij het begin van de opvang van het volgende kind verder als basis voor de berekening van de kostenbijdrage. § 3 - Elk jaar op 1 juli wordt het gezinsinkomen opnieuw bepaald en de kostenbijdrage dienovereenkomstig aangepast. Daartoe wordt het inkomensjaar J-2 in aanmerking genomen. § 4 - De aanvrager meldt aan de dienst voor onthaalouders elke wijziging van de gezinssamenstelling of elke wijziging van de in artikel 82, § 2, tweede lid, vastgelegde gereduceerde bijdragepercentages. De dienst voor onthaalouders bepaalt vervolgens welke tarieven voortaan van toepassing zijn.
Als daardoor hogere tarieven van toepassing zijn, gelden die vanaf de maand die volgt op de wijziging.
Als daardoor lagere tarieven van toepassing zijn, gelden die vanaf de maand die volgt op de melding van de wijziging."
Art. 42.Artikel 84 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 43.Artikel 85 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 85 - In het kader van het in het opvangcontract vastgelegd opvangplan vordert de dienst voor onthaalouders het verschuldigde dagforfait in, ongeacht de werkelijke aanwezigheid van het kind.
In afwijking van het eerste lid vordert de dienst voor onthaalouders het verschuldigde dagforfait in op basis van de werkelijke aanwezigheid als die het in het opvangcontract vastgelegd opvangplan overschrijdt.
Het dagforfait is niet verschuldigd voor de volgende dagen: 1° de dagen waarop de dienst voor onthaalouders geen opvang aanbiedt; 2° de dagen waarop het kind afwezig is wegens ziekte, vanaf de tweede opeenvolgende afwezigheidsdag waarop het kind volgens het opvangplan naar de opvang zou komen, gestaafd door een medisch attest."
Art. 44.In artikel 87 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt: "1° de minimale oppervlakte bedraagt per opvangplaats 6 m2 speel- en eetruimte en 2 m2 slaap- en rustruimte;2° in de bepaling onder 11° worden de woorden "artikel 20, 5°" vervangen door de woorden "artikel 20, 3°";3° in de bepaling onder 15° worden de woorden "minstens één keer per jaar" vervangen door de woorden "bij verontreiniging";4° in de bepaling onder 16°, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 januari 2017, wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een puntkomma; 5° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 17°, luidende: "17° er zijn verscheidene speelzones;" 6° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 18°, luidende: "18° de veiligheid van de ruimten wordt in het bijzonder bewezen door een gunstig brandveiligheidsadvies van de bevoegde brandweercommandant."
Art. 45.In artikel 88 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt het woord "cumulatieve" opgeheven;2° in paragraaf 2, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt het woord "cumulatieve" opgeheven;3° in paragraaf 3, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt het woord "cumulatieve" opgeheven;4° paragraaf 4 wordt opgeheven; 5° paragraaf 5 wordt vervangen als volgt: " § 5 - De kinderbegeleiders beschikken minstens over een van de diploma's en getuigschriften vermeld in artikel 18.1 van het besluit van de Regering van 7 juni 2001 houdende organisatie van de organismen van openbaar nut der Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren ervan.
De Minister kan houders van andere kwalificaties toelaten. De Minister beslist na een advies van het departement binnen zestig dagen na ontvangst van de volledige schriftelijke aanvraag. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de aanvraag als geweigerd." 6° (geldt alleen voor de Duitse tekst).
Art. 46.In artikel 92 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 2, eerste lid, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt het woord "cumulatieve" opgeheven; 2° in § 2.1, eerste lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, wordt het woord "cumulatieve" opgeheven.
Art. 47.In artikel 93 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° (geldt alleen voor de Duitse tekst);2° paragraaf 2 wordt opgeheven.
Art. 48.In artikel 94 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 april 2018 en 15 juli 2021, worden de woorden "hoogstens 1.148,77 euro" vervangen door de woorden "41,03 euro per opvangplaats".
Art. 49.Artikel 96 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden ", alsook op die van het centrum voor kinderopvang".
Art. 50.Artikel 97 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 97 - Voor de toepassing van deze afdeling geldt: a) opvang voor een hele dag: kinderopvang van vijf uur of meer, maar van minder dan tien uur per dag;b) opvang voor een halve dag: kinderopvang van minder dan vijf uur per dag; c) langdurige opvang: kinderopvang van tien uur of meer per dag."
Art. 51.Artikel 98 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 98 - De artikelen 82 tot 85 gelden mutatis mutandis ook voor de crèches, met uitzondering van artikel 82, § 2, eerste lid, 3°."
Art. 52.In titel 2, ondertitel 3, van hetzelfde besluit wordt hoofdstuk 3, opgeheven bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, hersteld als volgt: "Hoofdstuk 3 - Co-initiatief voor de opvang van baby's en peuters Afdeling 1 - Bijzondere erkenningsvoorwaarden
Art. 99 - Het co-initiatief voor de opvang van baby's en peuters heeft een opvangcapaciteit van minstens zeven en hoogstens twaalf plaatsen.
Artikel 86, § 2, geldt mutatis mutandis ook voor het co-initiatief voor de opvang van baby's en peuters.
Art. 100 - Met behoud van de toepassing van de artikelen 19 tot 22 gelden voor de co-initiatieven voor de opvang van baby's en peuters de volgende aanvullende voorwaarden voor de inrichting van de ruimten: 1° de trappen zijn bij voorkeur uitgerust met gesloten treden en de toegang tot de trappen is beveiligd met traphekjes.Indien een trap niet uitgerust is met gesloten treden, mogen baby's en peuters ze alleen in begeleiding van een volwassene gebruiken; 2° de bedden en wiegen beantwoorden aan de richtlijnen van de Minister;3° eventuele zandbakken zijn zo afgedekt dat verontreiniging voorkomen wordt.Het zand wordt bij verontreiniging vervangen. Afdeling 2 - Bijzondere verplichtingen
Art. 101 - Het co-initiatief voor de opvang van baby's en peuters zorgt ervoor dat voldoende kinderbegeleiders aanwezig zijn en beschikt minstens over het aantal kinderbegeleiders bepaald in de volgende tabel:
Aantal opvangplaatsen
Aantal kinderbegeleiders uitgedrukt in voltijds-equivalenten
7
1,40
8
1,60
9
1,80
10
2,00
11
2,20
12
2,40
Artikel 88, § 5, geldt mutatis mutandis ook voor de co-initiatieven voor de opvang van baby's en peuters.
Art. 102 - Artikel 64 en de artikelen 67 tot 69 gelden mutatis mutandis ook voor de co-initiatieven voor de opvang van baby's en peuters. Afdeling 3 - Kostenbijdrage van de personen belast met de opvoeding
Art. 103 - De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de co-initiatieven voor de opvang van baby's en peuters die door de Duitstalige Gemeenschap gesubsidieerd worden, alsook op die van het centrum voor kinderopvang.
Art. 104 - De artikelen 82 tot 85 gelden mutatis mutandis ook voor de co-initiatieven voor de opvang van baby's en peuters, met uitzondering van artikel 82, § 2, eerste lid, 3°."
Art. 53.In titel 2, ondertitel 3, hoofdstuk 4, afdeling 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt een artikel 107.1 ingevoegd, luidende: "Art. 107.1 - De bepalingen van deze afdeling zijn uitsluitend van toepassing op de locaties voor buitenschoolse opvang die de kinderopvang niet aanbieden in een vestiging van een door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basisschool voor gewoon of gespecialiseerd onderwijs."
Art. 54.Artikel 110 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt vervangen als volgt: "Art. 110 - § 1 - De locatie voor buitenschoolse opvang zorgt ervoor dat voldoende kinderbegeleiders aanwezig zijn en beschikt minstens over het aantal kinderbegeleiders bepaald in de volgende tabel:
Gemiddelde aanwezigheid
Aantal kinderbegeleiders
1-16
1
17-32
2
33-48
3
49-64
4
65-80
5
81-96
6
De gemiddelde aanwezigheid wordt berekend door het totaal aantal aanwezige kinderen per openingsdag te delen door het aantal openingsdagen per kalenderjaar. § 2 - Artikel 88, § 5, geldt mutatis mutandis ook voor de locaties voor buitenschoolse opvang. § 3 - In gemotiveerde uitzonderingsgevallen kan de Minister aan de locatie voor buitenschoolse opvang een termijn toekennen waarbinnen die locatie aan de normen vermeld in paragraaf 1 moet voldoen. De Minister beslist na een advies van het departement binnen zestig dagen na ontvangst van de volledige schriftelijke aanvraag. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de aanvraag als geweigerd."
Art. 55.In artikel 114 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt vervangen als volgt: " § 1 - Om subsidie te kunnen krijgen, zijn er gemiddeld genomen over het kalenderjaar minstens zes kinderen aanwezig in de locatie voor buitenschoolse opvang.De gemiddelde aanwezigheid wordt berekend door het totaal aantal aanwezige kinderen per opvangeenheid te delen door het aantal openingsdagen per kalenderjaar. Elke openingsdag kan ofwel één, ofwel twee opvangeenheden omvatten. Bij twee opvangeenheden is er één voorschoolse en één naschoolse opvangeenheid." 2° in § 2, tweede lid, worden de woorden " § 1, 2°," vervangen door de woorden "paragraaf 1";3° in § 2, derde lid, worden de woorden " § 1, 2°," vervangen door de woorden "paragraaf 1".
Art. 56.Artikel 115 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt vervangen als volgt: "Art. 115 - § 1 - Om subsidie te kunnen krijgen, zorgt de locatie voor buitenschoolse opvang ervoor dat voldoende kinderbegeleiders aanwezig zijn en beschikt ze minstens over het aantal kinderbegeleiders bepaald in de volgende tabel:
Gemiddelde aanwezigheid
Aantal kinderbegeleiders
1-10
1
11-22
2
23-36
3
37-50
4
51-64
5
De gemiddelde aanwezigheid wordt berekend door het totaal aantal aanwezige kinderen per openingsdag te delen door het aantal openingsdagen per kalenderjaar. § 2 - Indien aan de locatie voor buitenschoolse opvang een termijn wordt toegekend waarbinnen ze aan de normen vervat in artikel 110 moet voldoen, blijft de subsidiëring overeenkomstig deze afdeling onaangetast."
Art. 57.Artikel 116 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt vervangen als volgt: "Art. 116 - § 1 - Voor de organisatie van een locatie voor buitenschoolse opvang krijgt de dienst voor kinderopvang per opgevangen kind 1,67 euro subsidie voor elk aangevangen opvanguur. § 2 - De dienst voor kinderopvang dient de per locatie voor buitenschoolse opvang opgestelde kwartaaloverzichten van de aanwezigheden en het maximale aantal gelijktijdig opgevangen kinderen in bij het departement en dit uiterlijk zes weken na afloop van elk kwartaal.
Als het kwartaaloverzicht van de aanwezigheden te laat wordt ingediend, kan subsidie worden ingehouden: 5 % van de subsidie als het kwartaaloverzicht één maand te laat worden ingediend en 10 % van de subsidie als het twee of meer maanden te laat wordt ingediend. § 3 - De dienst voor kinderopvang dient de jaarlijkse bewijzen voor de subsidiëring bij het departement in en dit uiterlijk zes weken na afloop van het laatste kwartaal van het voorafgaande jaar.
Als de jaarlijkse bewijzen te laat worden ingediend, kan subsidie worden ingehouden: 5 % van de subsidie als ze één maand te laat worden ingediend en 10 % van de subsidie als ze twee of meer maanden te laat worden ingediend."
Art. 58.Artikel 116.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 3 september 2015 en gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 april 2018 en 15 juli 2021, wordt opgeheven.
Art. 59.Artikel 117 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 117 - De locatie voor buitenschoolse opvang kan een aanvullende subsidie van 0,65 euro per aangevangen opvanguur krijgen voor de opvang van kinderen met een beperking of met een bijzondere zorgbehoefte, voor zover die kinderen meer begeleiding en aandacht nodig hebben.
Daartoe dient de locatie voor buitenschoolse opvang een individuele schriftelijke aanvraag in bij het departement, samen met een door een gespecialiseerde instelling of een arts-specialist uitgebracht advies of eventueel een sociaal verslag. Binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de volledige aanvraag, stelt het departement een advies op en zendt het over aan de Minister. Indien binnen die termijn geen advies wordt verstrekt, wordt dit beschouwd als een negatief advies.
Binnen zestig dagen na ontvangst van het advies van het centrum, respectievelijk na het verstrijken van de in het tweede lid vermelde termijn, beslist de Minister of de afwijking wordt toegestaan. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de aanvraag als geweigerd."
Art. 60.Artikel 118 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 61.In artikel 119 van hetzelfde besluit worden de woorden "De artikelen 78 en 93 gelden" vervangen door de woorden "Artikel 78 geldt".
Art. 62.In titel 2, ondertitel 3, hoofdstuk 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 3 september 2015, 19 april 2018 en 15 juli 2021, wordt een afdeling 4 ingevoegd, die de artikelen 119.1 tot 119.3 bevat, luidende: "Afdeling 4 - Kostenbijdrage van de personen belast met de opvoeding"
Art. 63.In titel 2, ondertitel 3, hoofdstuk 4, afdeling 4, van hetzelfde besluit wordt een artikel 119.1 ingevoegd, luidende: "Art. 119.1 - De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de locaties voor buitenschoolse opvang die door de Duitstalige Gemeenschap gesubsidieerd worden, alsook op die van het centrum voor kinderopvang."
Art. 64.In dezelfde afdeling wordt een artikel 119.2 ingevoegd, luidende: "Art. 119.2 - De kostenbijdrage van de personen belast met de opvoeding wordt betaald in de vorm van een forfait van 0,51 euro per aangevangen opvanguur.
De kostenbijdrage dekt niet de kosten voor dieetvoeding, biologische voeding, geneesmiddelen, luiers, poedermelk en specifieke, door de personen belast met de opvoeding gewenste producten.
In afwijking van het eerste lid is het eerste opvanguur van de dag kosteloos."
Art. 65.In dezelfde afdeling wordt een artikel 119.3 ingevoegd, luidende: "Art. 119.3 - In afwijking van artikel 119.2 betalen de personen belast met de opvoeding een kostenbijdrage in de vorm van een dagforfait van 7,65 euro voor de kinderopvang in het kader van een buitenschoolse opvang op vakantiedagen en pedagogische conferentiedagen. Voor de opvang op vakantiedagen wordt een opvangplaats altijd voor een week toegewezen.
De locatie voor buitenschoolse opvang zorgt ervoor dat de personen belast met de opvoeding de opvangplaats die ze hen aanbiedt, binnen een maand bevestigen door betaling van de in het eerste lid vermelde dagforfaits.
De locatie voor buitenschoolse opvang rekent het dagforfait aan, ongeacht of het kind werkelijk aanwezig is.
Het dagforfait is niet verschuldigd of wordt terugbetaald voor de volgende dagen: 1° de dagen waarop de locatie voor buitenschoolse opvang geen opvang aanbiedt;2° de dagen waarop het kind afwezig is wegens ziekte, vanaf de tweede opeenvolgende afwezigheidsdag waarop het kind volgens het opvangplan naar de opvang zou komen, gestaafd door een medisch attest. De locatie voor buitenschoolse opvang licht de personen belast met de opvoeding in over de nadere regels omtrent de betaling en terugbetaling."
Art. 66.In titel 2, ondertitel 3, hoofdstuk 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 3 september 2015, 19 april 2018 en 15 juli 2021, wordt een afdeling 5 ingevoegd, die de artikelen 119.4 tot 119.5 bevat, luidende: "Afdeling 5 - Prioriteringscriteria bij het toewijzen van de opvangplaatsen
Art. 119.4 - De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de locaties voor buitenschoolse opvang die door de Duitstalige Gemeenschap gesubsidieerd worden, alsook op die van het centrum voor kinderopvang.
Art. 119.5 - In afwijking van artikel 31.2 nemen de locaties voor buitenschoolse opvang de opvangaanvragen in aanmerking in de volgende volgorde bij het toewijzen van kinderopvangplaatsen in het kader van een buitenschoolse opvang op vakantiedagen en pedagogische conferentiedagen: 1° aanvragen van de centrale autoriteit van de Gemeenschap voor adoptie (ZBGA) of van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor de jeugdbijstand en de jeugdbescherming in het kader van de consensuele of gerechtelijke jeugdbijstand, de pleegzorg of de jeugdbescherming; 2° aanvragen in chronologische volgorde."
Art. 67.Artikel 121 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 121 - De aangesloten onthaalouders dienen de stukken vermeld in artikel 7, eerste lid, van het decreet in voordat ze van start gaan met hun activiteit."
Art. 68.In artikel 122 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 2, tweede lid, worden de woorden "onderzoekt of betrokkene fysiek en psychisch belastbaar genoeg is om zijn activiteit na de bovenste leeftijdsgrens te kunnen voortzetten en" opgeheven;2° in § 3, eerste lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 22 september 2022, worden de woorden "beschikken over een bewijs dat ze opgeleid zijn tot kinderverzorger, kinderbegeleider of opvoeder of over een daarmee gelijkgesteld diploma" vervangen door de woorden "minstens beschikken over een van de diploma's en getuigschriften vermeld in artikel 88, § 5".
Art. 69.Artikel 123, § 1, 2°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "2° te bewijzen dat ze een EHBO-cursus voor eerste hulp aan baby's, peuters en kinderen hebben voltooid of zo'n cursus te voltooien binnen een jaar nadat ze met de activiteit van start gaan. De EHBO-kennis wordt om de twee jaar opgefrist. De diploma's en getuigschriften vermeld in artikel 88, § 5, gelden tot twee jaar na het behalen ervan als voltooide EHBO-cursus voor eerste hulp aan baby's, peuters en kinderen;"
Art. 70.In artikel 124 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, worden de woorden "artikel 59" vervangen door de woorden "artikel 15".
Art. 71.(Geldt alleen voor de Duitse tekst).
Art. 72.Artikel 132 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt vervangen als volgt: "Art. 132 - § 1 - De aangesloten onthaalouders hebben een opvangcapaciteit van hoogstens vier plaatsen. § 2 - In afwijking van paragraaf 1 kunnen de aangesloten onthaalouders een aanvraag indienen om hun opvangcapaciteit uit te breiden tot hoogstens zes plaatsen.
De uitbreiding van de opvangcapaciteit is mogelijk op voorwaarde dat de ruimtelijke mogelijkheden dit toelaten. De uitbreiding kan ten vroegste na één jaar activiteit worden toegestaan.
De dienst voor onthaalouders legt elke individuele afwijking schriftelijk vast.
Het departement ontvangt een afschrift van de afwijking. § 3 - De aangesloten onthaalouders mogen hoogstens vier baby's of peuters en in totaal hoogstens zes kinderen tegelijk opvangen, waarbij de eigen kinderen van nul tot zes jaar in het maximale aantal gelijktijdig opgevangen kinderen inbegrepen zijn.
Als de opvangcapaciteit met toepassing van paragraaf 2 wordt uitgebreid, wordt ook het maximale aantal gelijktijdig opgevangen baby's en peuters én het maximale aantal gelijktijdig opgevangen kinderen dienovereenkomstig verhoogd."
Art. 73.Artikel 133 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 74.Artikel 134.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt vervangen als volgt: "Art. 134.1 - Voor de toepassing van dit hoofdstuk geldt: 1° bij de opvang van baby's en peuters: a) opvang voor een hele dag: kinderopvang van vijf uur of meer, maar van minder dan acht uur per dag;b) opvang voor een halve dag: kinderopvang van minder dan vijf uur per dag;c) langdurige opvang: kinderopvang van acht uur of meer per dag;2° bij de opvang van kinderen in het kader van buitenschoolse opvang: a) opvang voor een hele dag: kinderopvang van vijf uur of meer, maar van minder dan acht uur per dag;b) opvang voor een halve dag: kinderopvang van drie uur of meer, maar van minder dan vijf uur per dag;c) opvang voor een derde van een dag: kinderopvang van minder dan drie uur per dag; d) langdurige opvang: kinderopvang van acht uur of meer per dag."
Art. 75.In artikel 135 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 10 december 2015, 19 april 2018, 15 juli 2021 en 29 maart 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° (geldt alleen voor de Duitse tekst);2° paragraaf 2 wordt opgeheven.
Art. 76.In artikel 137, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 april 2018 en 15 juli 2021, wordt het woord "cumulatieve" opgeheven.
Art. 77.In artikel 138, tweede lid, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden "het aangevraagde maximale aantal gelijktijdig opgevangen kinderen" vervangen door de woorden "de aangevraagde opvangcapaciteit".
Art. 78.In artikel 139, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "In de toelating wordt" vervangen door de woorden "In de toelating worden de opvangcapaciteit en".
Art. 79.Artikel 141 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 141 - § 1 - De toelating blijft geldig tot de in artikel 122, § 1, vastgelegde bovenste leeftijdsgrens is bereikt.
Als overeenkomstig artikel 122, § 2, een afwijking van de vastgelegde bovenste leeftijdsgrens wordt toegestaan, wordt de overeenkomstig het eerste lid toegekende toelating verlengd voor de duur van de toegestane afwijking.
De aangesloten onthaalouder kan de kinderopvang pas na ontvangst van de toelating aanvangen. § 2 - In afwijking van paragraaf 1 kan de toelating in gemotiveerde uitzonderingsgevallen voor kortere duur toegekend worden."
Art. 80.Artikel 147 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, wordt vervangen als volgt: "Art. 147 - § 1 - In afwijking van de artikelen 145 en 146 kan de Minister een kinderopvangvoorziening wegens dringende noodzakelijkheid zonder voorafgaande aanmaning of hoorzitting voorlopig voor onbepaalde duur sluiten om een van de volgende redenen: 1° als dat in het belang is van de volksgezondheid;2° als er ernstige aanwijzingen zijn dat het welzijn, de veiligheid of de gezondheid van de kinderen in gevaar is;3° als er ernstige aanwijzingen zijn dat de toepasselijke bepalingen zwaar geschonden worden. De Minister beslist op grond van een advies van de inspectie en bij een met bijzondere redenen omklede beslissing.
De voorlopige sluiting van de kinderopvangvoorziening heeft de schorsing van de toelating van de aangesloten onthaalouder tot gevolg en dit voor de duur van de voorlopige sluiting. § 2 - De Minister deelt zijn beslissing tot voorlopige sluiting zo snel mogelijk per e-mail of via een andere elektronische weg en op dezelfde dag per aangetekende brief mee aan de betrokken aangesloten onthaalouder. De aangesloten onthaalouder kan binnen drie dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van de beslissing, bij de Minister een verzoek indienen om te worden gehoord. De betrokkene wordt dan gehoord binnen tien dagen na toezending van de aangetekende brief. Het verzoek om te worden gehoord heeft geen opschortende werking.
Nadat de betrokkene is gehoord, wordt de beslissing tot voorlopige sluiting door de Minister bevestigd of opgeheven. De Minister deelt zijn beslissing zo snel mogelijk per e-mail of via een andere elektronische weg en op dezelfde dag per aangetekende brief mee aan de betrokken aangesloten onthaalouder. Indien er geen verzoek om te worden gehoord is ingediend binnen de termijn vermeld in het eerste lid, geldt de beslissing als bevestigd.
De dienst voor onthaalouders ontvangt een afschrift van de in deze paragraaf vermelde beslissingen en licht de personen belast met de opvoeding van de opgevangen kinderen persoonlijk in over de voorlopige sluiting van de kinderopvangvoorziening. De dienst voor onthaalouders waarborgt overeenkomstig artikel 66 in de mate van het mogelijke de continuïteit van de opvang van het kind. § 3 - Tegelijkertijd met de in § 2, tweede lid, vermelde bevestiging van de beslissing, dan wel, indien er geen verzoek om te worden gehoord is ingediend, na het verstrijken van de in § 2, eerste lid, vermelde termijn, deelt de Minister aan de betrokken aangesloten onthaalouder mee binnen welke termijn de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid, moeten worden verholpen.
De in het eerste lid vermelde termijn om de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid, te verhelpen, kan door de Minister worden verlengd.
Als de aangesloten onthaalouder de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid, binnen de door de Minister vastgelegde termijn verhelpt, heft de Minister de voorlopige sluiting onmiddellijk op. Het departement licht de personen belast met de opvoeding van de opgevangen kinderen persoonlijk in over de heropening van de kinderopvangvoorziening.
De dienst voor onthaalouders ontvangt een afschrift van de in deze paragraaf vermelde beslissingen."
Art. 81.Artikel 148, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Indien de aangesloten onthaalouder na het verstrijken van de duur van de schorsing vermeld in artikel 146 de verplichtingen nog altijd niet nakomt of indien de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid na het verstrijken van de termijn vermeld in artikel 147, § 3, niet verholpen zijn, trekt de dienst voor onthaalouders de toelating in."
Art. 82.In artikel 149, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 60, § 1, tweede lid" vervangen door de woorden "artikel 60, § 1, derde lid".
Art. 83.Titel 4 van hetzelfde besluit, dat de artikelen 152 tot 167 bevat, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 3 september 2015, 19 april 2018, 15 juli 2021 en 22 december 2022, wordt vervangen als volgt: "Titel 4 - Als huisarbeider werkende kinderbegeleiders
Art. 152 - De bepalingen van deze titel zijn uitsluitend als bijzondere verplichtingen overeenkomstig artikel 60, § 1, van toepassing op de dienst voor onthaalouders. Die dienst zorgt ervoor dat de bepalingen van deze titel worden nageleefd.
Art. 153 - Artikel 88, § 5, geldt mutatis mutandis ook voor de als huisarbeider werkende kinderbegeleiders.
Art. 154 - De artikelen 19 tot 22 gelden mutatis mutandis ook voor de als huisarbeider werkende kinderbegeleiders.
Bijkomend gelden volgende voorwaarden voor de inrichting van de ruimten: 1° de trappen zijn bij voorkeur uitgerust met gesloten treden en de toegang tot de trappen is beveiligd met traphekjes.Indien een trap niet uitgerust is met gesloten treden, mogen kinderen tot zes jaar die alleen in begeleiding van een volwassene gebruiken; 2° de bedden en wiegen beantwoorden aan de richtlijnen van de Minister;3° eventuele zandbakken zijn zo afgedekt dat verontreiniging voorkomen wordt.Het zand wordt bij verontreiniging vervangen; 4° indien de als huisarbeider werkende kinderbegeleider huisdieren heeft, zijn de richtlijnen van de Minister van toepassing;5° overeenkomstig de wet van 22 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2009 pub. 29/12/2009 numac 2009024496 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook type wet prom. 22/12/2009 pub. 29/12/2009 numac 2009024499 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling van rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming voor werknemers tegen tabaksrook type wet prom. 22/12/2009 pub. 31/03/2010 numac 2010000174 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling van rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming voor werknemers tegen tabaksrook. - Duitse vertaling type wet prom. 22/12/2009 pub. 31/03/2010 numac 2010000173 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook. - Duitse vertaling sluiten betreffende een regeling voor rookvrije plaatsen en ter bescherming van de bevolking tegen tabaksrook is het verboden in de slaap- en opvangruimten te roken. Art. 155 - § 1 - De als huisarbeider werkende kinderbegeleiders vangen de kinderen altijd zelf op. § 2 - In afspraak met de dienst voor onthaalouders kunnen als huisarbeider werkende kinderbegeleiders onder hun verantwoordelijkheid stagiairs opnemen.
De stagiair kan de als huisarbeider werkende kinderbegeleiders niet vervangen.
Art. 156 - De dienst voor onthaalouders beveelt de als huisarbeider werkende kinderbegeleiders aan om hun eigen kinderen overeenkomstig de richtlijnen van het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren te laten inenten.
Art. 157 - De dienst voor onthaalouders zorgt ervoor dat alle meerderjarige bewoners van de ruimten waar de als huisarbeider werkende kinderbegeleiders opvang aanbieden, voordat de activiteit van de als huisarbeider werkende kinderbegeleiders van start gaat, aan de inspectie toestemming hebben geven om die ruimten overeenkomstig artikel 17, § 1, tweede lid, 4°, van het decreet tijdens de openingstijden te bezoeken.
Gedurende hun activiteit delen de als huisarbeider werkende kinderbegeleiders elke wijziging van de gegevens vermeld in het eerste lid binnen dertig dagen schriftelijk mee aan de dienst voor onthaalouders.
Tijdens de duur van de activiteit kan de dienst voor onthaalouders de als huisarbeider werkende kinderbegeleiders te allen tijde om een actuele stand van de gegevens vermeld in het eerste lid verzoeken.
Art. 158 - De dienst voor onthaalouders legt een opvangcapaciteit vast voor elke als huisarbeider werkende kinderbegeleider.
Art. 159 - § 1 - De Minister kan een kinderopvangvoorziening wegens dringende noodzakelijkheid zonder voorafgaande aanmaning of hoorzitting voorlopig voor onbepaalde duur sluiten om een van de volgende redenen: 1° als dat in het belang is van de volksgezondheid;2° als er ernstige aanwijzingen zijn dat het welzijn, de veiligheid of de gezondheid van de kinderen in gevaar is;3° als er ernstige aanwijzingen zijn dat de toepasselijke bepalingen zwaar geschonden worden. De Minister beslist op grond van een advies van de inspectie en bij een met bijzondere redenen omklede beslissing. § 2 - De Minister deelt zijn beslissing tot voorlopige sluiting zo snel mogelijk per e-mail of via een andere elektronische weg en op dezelfde dag per aangetekende brief mee aan de betrokken als huisarbeider werkende kinderbegeleider. De als huisarbeider werkende kinderbegeleider kan binnen drie dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van de beslissing, bij de Minister een verzoek indienen om te worden gehoord. De betrokkene wordt dan gehoord binnen tien dagen na toezending van de aangetekende brief. Het verzoek om te worden gehoord heeft geen opschortende werking.
Nadat de betrokkene is gehoord, wordt de beslissing tot voorlopige sluiting door de Minister bevestigd of opgeheven. De Minister deelt zijn beslissing zo snel mogelijk per e-mail of via een andere elektronische weg en op dezelfde dag per aangetekende brief mee aan de betrokken als huisarbeider werkende kinderbegeleider. Indien er geen verzoek om te worden gehoord is ingediend binnen de termijn vermeld in het eerste lid, geldt de beslissing als bevestigd.
De dienst voor onthaalouders ontvangt een afschrift van de in deze paragraaf vermelde beslissingen en licht de personen belast met de opvoeding van de opgevangen kinderen persoonlijk in over de voorlopige sluiting van de kinderopvangvoorziening. De dienst voor onthaalouders waarborgt overeenkomstig artikel 66 in de mate van het mogelijke de continuïteit van de opvang van het kind. § 3 - Tegelijkertijd met de in § 2, tweede lid, vermelde bevestiging van de beslissing, dan wel, indien er geen verzoek om te worden gehoord is ingediend, na het verstrijken van de in § 2, eerste lid, vermelde termijn, deelt de Minister aan de betrokken als huisarbeider werkende kinderbegeleider mee binnen welke termijn de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid, moeten worden verholpen.
De in het eerste lid vermelde termijn om de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid, te verhelpen, kan door de Minister worden verlengd.
Als de als huisarbeider werkende kinderbegeleider de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid, binnen de door de Minister vastgelegde termijn verhelpt, heft de Minister de voorlopige sluiting onmiddellijk op. Het departement licht de personen belast met de opvoeding van de opgevangen kinderen persoonlijk in over de heropening van de kinderopvangvoorziening.
De dienst voor onthaalouders ontvangt een afschrift van de in deze paragraaf vermelde beslissingen."
Art. 84.In artikel 171, tweede lid, 10°, van hetzelfde besluit worden de woorden "lichamelijke of geestelijke beperking" vervangen door de woorden "beperking of psychische stoornis".
Art. 85.In artikel 174, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 4°, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een puntkomma; 2° het lid wordt aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende: "5° de veiligheid van de ruimten wordt in het bijzonder bewezen door een gunstig brandveiligheidsadvies van de bevoegde brandweercommandant."
Art. 86.In artikel 178, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 3° wordt de puntkomma op het einde van de zin vervangen door een punt;2° de bepaling onder 4° wordt opgeheven.
Art. 87.In artikel 179, § 1, van hetzelfde besluit wordt het woord "cumulatieve" opgeheven.
Art. 88.In artikel 180 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt vervangen als volgt: " § 1 - Het initiatief voor occasionele kinderopvang bepaalt een hoofdverantwoordelijke die minstens voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 178, § 2. Artikel 88, § 5, geldt mutatis mutandis voor de hoofdverantwoordelijke van het initiatief voor occasionele kinderopvang." 2° in § 3, eerste lid, worden de woorden ", 1° en 2°" opgeheven.
Art. 89.Artikel 181 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 90.In artikel 186 van hetzelfde besluit worden de woorden "Artikel 26 en de artikelen 30 tot 31" vervangen door de woorden "Artikel 26, artikel 28.1 en de artikelen 30 tot 31".
Art. 91.Artikel 193 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 193 - Voor de organisatie van het initiatief voor occasionele kinderopvang krijgt de organiserende instantie een forfaitair bedrag van 76,50 euro per openingsdag en een aanvullend forfaitair bedrag van 5,10 euro per aanwezig kind, waarbij voor elk van die bedragen als voorwaarde geldt dat gemiddeld genomen over het kalenderjaar minstens vijf kinderen aanwezig zijn. De gemiddelde aanwezigheid wordt berekend door het totaal aantal aanwezige kinderen door het aantal openingsdagen per kalenderjaar te delen.
In afwijking van het eerste lid worden de daarin vermelde forfaitaire bedragen per openingsdag verlaagd tot 6,00 euro, als de organiserende instantie een personeelssubsidie krijgt overeenkomstig het decreet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/05/2014 pub. 31/07/2014 numac 2014204327 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten type decreet prom. 05/05/2014 pub. 18/07/2014 numac 2014204328 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 1 juni 2004 betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen sluiten tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten of overeenkomstig het besluit van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid"."
Art. 92.In artikel 196 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid, 7°, wordt het woord "infrastructuur" vervangen door het woord "ruimten";2° in het tweede lid wordt de bepaling onder 16° opgeheven; 3° het artikel wordt aangevuld met een derde lid, luidende: "Indien het gaat om de voorlopige erkenning van een initiatief voor occasionele kinderopvang dat overeenkomstig artikel 7, tweede en derde lid, van het decreet of overeenkomstig andere bepalingen van dit besluit ertoe verplicht is de veiligheid van de ruimten van zijn kinderopvangvoorzieningen te bewijzen met een gunstig brandveiligheidsadvies van de bevoegde brandweercommandant, moet dat advies over de brandveiligheid van de ruimten waar de kinderopvang plaatsvindt, dat niet ouder mag zijn dan twee maanden, ook worden ingediend."
Art. 93.In artikel 197, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "14° en 16°" vervangen door de woorden "en 14°, en derde lid".
Art. 94.In artikel 205, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 juli 2021, worden de woorden "31 augustus 2025" vervangen door de woorden "31 december 2023".
Art. 95.In hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, wordt een artikel 207.1 ingevoegd, luidende: "Art. 207.1 - Indien de resultatenrekening van de locatie voor buitenschoolse opvang op het einde van het kalenderjaar 2023, rekening houdend met alle ontvangsten, een tekort vertoont, dan neemt de Duitstalige Gemeenschap dat tekort volledig voor haar rekening, voor zover de locatie voor buitenschoolse opvang de bepalingen van de artikelen 113 tot 119 naleeft."
Art. 96.In hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, wordt een artikel 207.2 ingevoegd, luidende: "Art. 207.2 - § 1 - In afwijking van de artikelen 88 en 110 worden de kinderbegeleiders of begeleiders die op 31 december 2023 voor een dienst werken en aan de op dat tijdstip geldende diplomavoorwaarden, maar niet aan de vanaf 1 januari 2024 geldende voorwaarden voldoen, door de Minister van ambtswege voor onbepaalde duur toegelaten als kinderbegeleider. § 2 - In afwijking van artikel 153 laat de Minister de aangesloten onthaalouders die op grond van artikel 45, § 1, tweede lid, van het decreet van 22 mei 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/05/2023 pub. 03/11/2023 numac 2023205455 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap sluiten tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap een aanbod als werknemer bij het centrum voor kinderopvang aannemen en niet over een van de in artikel 88, § 5, vermelde diploma's en getuigschriften beschikken, van ambtswege voor onbepaalde duur toe als kinderbegeleider. § 3 - In afwijking van artikel 180 laat de Minister de hoofdverantwoordelijken van een initiatief voor occasionele kinderopvang die op 31 december 2023 voor een initiatief voor occasionele kinderopvang werken en aan de op dat tijdstip geldende diplomavoorwaarden, maar niet aan de vanaf 1 januari 2024 geldende voorwaarden voldoen, van ambtswege voor onbepaalde duur toe als hoofdverantwoordelijke van een initiatief voor occasionele kinderopvang."
Art. 97.In hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, wordt een artikel 207.3 ingevoegd, luidende: "Art. 207.3 - Het centrum vergoedt de reiskosten van de leden van de adviescommissie voor kinderopvang overeenkomstig het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap."
Art. 98.De bijlage van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.
HOOFDSTUK 2 - WIJZIGING van HET BESLUIT van DE REGERING van 22 MEI 2014 BETREFFENDE DE ZELFSTANDIGE ONTHAALOUDERS
Art. 99.In artikel 2 van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt: "3° kinderopvang: overeenkomstig artikel 2, eerste lid, 2°, van het decreet, de regelmatige opvang van kinderen in vastgelegde ruimten, buiten de woning van de personen belast met de opvoeding, met uitzondering van de activiteiten die vorming, onderwijs, jeugd, jeugdbijstand, cultuur, toerisme of sport als hoofddoel hebben;" 2° in de bepaling onder 8° worden de woorden "meer dan vijf uur" vervangen door de woorden "vijf uur of meer";3° in de bepaling onder 9° worden de woorden "meer dan drie uur en van hoogstens" vervangen door de woorden "drie uur of meer, maar van minder dan";4° in de bepaling onder 10° wordt het woord "hoogstens" vervangen door de woorden "minder dan"; 5° de bepaling onder 11°, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, wordt vervangen als volgt: "11° centrum: het centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap opgericht bij het decreet van 22 mei 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/05/2023 pub. 03/11/2023 numac 2023205455 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap sluiten tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap;" 6° de bepaling onder 16,° ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, wordt opgeheven;7° de bepaling onder 17°, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, wordt vervangen als volgt: "17° webportaal: een digitaal platform voor kinderopvang dat door de Regering ter beschikking wordt gesteld van de dienstverrichters en de personen belast met de opvoeding.Het dient om de personen belast met de opvoeding te informeren, om plaatsen in de kinderopvang aan te vragen, te beheren en toe te wijzen, alsook om de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden te controleren;" 8° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 18°, luidende: "18° zelfstandige onthaalouders in hoofdberoep: zelfstandige onthaalouders die hun activiteit in de zin van de sociale zekerheid voor zelfstandigen in hoofdberoep uitoefenen;" 9° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 19°, luidende: "19° zelfstandige onthaalouders in bijberoep: zelfstandige onthaalouders die hun activiteit in de zin van de sociale zekerheid voor zelfstandigen in bijberoep uitoefenen of in een gelijkwaardig statuut overeenkomstig artikel 37 van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen."
Art. 100.Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 april 2018 en 20 mei 2021, wordt vervangen als volgt: "Art. 6 - De bedragen vastgelegd in de artikelen 29, 29.2, 30, 31, 50.1 en 58.1 zijn gekoppeld aan de indexering van de wedden van de openbare dienst van de Duitstalige Gemeenschap op basis van de spilindex 138,01.
Het in artikel 29.3 vastgelegde maximumbedrag van het gezinsinkomen is gekoppeld aan de spilindex 138,01 en wordt op basis van de indexering van de wedden van de openbare dienst van de Duitstalige Gemeenschap aangepast aan de index van de maand december van het betrokken inkomensjaar.
De in artikel 29.3 vastgelegde subsidies en dagtarieven zijn gekoppeld aan de spilindex 138,01 en worden op basis van de indexering van de wedden van de openbare dienst van de Duitstalige Gemeenschap jaarlijks in juli aangepast aan de index van de maand december van het vorige jaar."
Art. 101.Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, wordt vervangen als volgt: "Art. 7 - De zelfstandige onthaalouders dienen de stukken vermeld in artikel 7, eerste lid, van het decreet in voordat ze van start gaan met hun activiteit."
Art. 102.Artikel 8, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 22 september 2022 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, wordt vervangen als volgt: "In afwijking van paragraaf 1 kunnen de zelfstandige onthaalouders een afwijking van de vastgelegde onderste leeftijdsgrens aanvragen, voor zover ze minstens 18 jaar oud zijn en minstens beschikken over een van de diploma's en getuigschriften vermeld in artikel 18.1 van het besluit van de Regering van 7 juni 2001 houdende organisatie van de organismen van openbaar nut der Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren ervan."
Art. 103.Artikel 10, 2°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "2° te bewijzen dat ze een EHBO-cursus voor eerste hulp aan baby's, peuters en kinderen hebben voltooid of zo'n cursus te voltooien binnen een jaar nadat ze met de activiteit van start gaan. De EHBO-kennis wordt om de twee jaar opgefrist. De diploma's en getuigschriften vermeld in artikel 8, § 3, eerste lid, gelden tot twee jaar na het behalen ervan als voltooide EHBO-cursus voor eerste hulp aan baby's, peuters en kinderen."
Art. 104.Artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 april 2018 en 22 december 2021, wordt vervangen als volgt: "Art. 19 - § 1 - De zelfstandige onthaalouders hebben een opvangcapaciteit van hoogstens vier plaatsen. § 2 - In afwijking van paragraaf 1 kunnen de zelfstandige onthaalouders een aanvraag indienen om hun opvangcapaciteit uit te breiden tot hoogstens zes plaatsen.
Daartoe dienen de zelfstandige onthaalouders een individuele schriftelijke aanvraag bij het centrum in. Binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de volledige aanvraag, stelt het centrum een standpunt op en zendt het dat standpunt over aan de Minister.
Binnen 40 dagen na ontvangst van het standpunt van het centrum, dan wel na het verstrijken van de in het tweede lid vermelde termijn, beslist de Minister of de uitbreiding van de opvangcapaciteit wordt toegekend. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de aanvraag als geweigerd.
De uitbreiding van de opvangcapaciteit is mogelijk op voorwaarde dat de ruimtelijke mogelijkheden dit toelaten. De uitbreiding kan ten vroegste na één jaar activiteit worden toegestaan.
Het departement voegt de toekenning van de uitbreiding van de opvangcapaciteit toe aan het erkenningsdossier van de zelfstandige onthaalouder. § 3 - De zelfstandige onthaalouders mogen hoogstens vier baby's of peuters en in totaal hoogstens zes kinderen tegelijk opvangen, waarbij de eigen kinderen van nul tot zes jaar in het maximale aantal gelijktijdig opgevangen kinderen inbegrepen zijn.
Als de opvangcapaciteit met toepassing van paragraaf 2 wordt uitgebreid, wordt ook het maximale aantal gelijktijdig opgevangen baby's en peuters én het maximale aantal gelijktijdig opgevangen kinderen dienovereenkomstig verhoogd."
Art. 105.In artikel 23 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° § 1, derde lid, wordt opgeheven;2° paragraaf 2 wordt opgeheven;3° paragraaf 3 wordt opgeheven.
Art. 106.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de woorden "ontvangen van het departement de fiscale attesten voor de personen belast met de opvoeding, vullen die attesten in en zenden ze door aan de personen belast met de opvoeding" vervangen door de woorden "vullen de fiscale attesten voor de personen belast met de opvoeding in".
Art. 107.In artikel 29.2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° § 1, eerste lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 21 april 2022, wordt vervangen als volgt: "Voor de activiteit als zelfstandige onthaalouder kunnen de zelfstandige onthaalouders een subsidie krijgen." 2° § 1, tweede lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 21 april 2022, wordt vervangen als volgt: "De subsidie bedraagt per opvangplaats per jaar hoogstens: 1° 915,70 euro voor de zelfstandige onthaalouders in hoofdberoep; 2° 628,50 euro voor de zelfstandige onthaalouders in bijberoep." 3° in § 1, derde lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, worden de woorden "het maximumaantal baby's en peuters dat tegelijkertijd kan worden opgevangen," vervangen door de woorden "de opvangcapaciteit";4° in § 1, vierde lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, worden in de inleidende zin de woorden "het in artikel 19, § 2, vermelde maximale aantal gelijktijdig opgevangen baby's of peuters" vervangen door de woorden "de in artikel 19, § 2, vermelde opvangcapaciteit";5° in § 1, vierde lid, 1°, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, worden de woorden "een verhoging van het maximale aantal gelijktijdig opgevangen baby's of peuters" vervangen door de woorden "een uitbreiding van de opvangcapaciteit".
Art. 108.Artikel 29.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, wordt vervangen als volgt: "Art. 29.3 - § 1 - De zelfstandige onthaalouders kunnen een subsidie krijgen van hoogstens 22,95 euro per voor een hele dag opgevangen baby of peuter, 13,77 euro per voor een halve dag opgevangen baby of peuter of 9,18 euro per voor een derde van een dag opgevangen baby of peuter, als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° minstens een van de personen belast met de opvoeding die een beroep doen op de opvang heeft recht op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming overeenkomstig artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;2° de factuur voor de in 1° vermelde personen bevat een verwijzing naar de in dit lid vermelde subsidie van de Duitstalige Gemeenschap per opvang voor een hele dag. § 2 - De zelfstandige onthaalouders kunnen een subsidie krijgen van hoogstens 10,20 euro per voor een hele dag opgevangen baby of peuter, 6,12 euro per voor een halve dag opgevangen baby of peuter of 4,08 euro per voor een derde van een dag opgevangen baby of peuter, als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° het gezinsinkomen van de personen die een beroep doen op de opvang bedraagt minder dan 21.961,93 euro met toepassing van artikel 83 van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang; 2° de factuur voor de in 1° vermelde personen bevat een verwijzing naar de in dit lid vermelde subsidie van de Duitstalige Gemeenschap per opvang voor een hele dag. Het gezinsinkomen wordt bepaald door het centrum. Als het inkomen lager is dan het maximumbedrag vastgelegd in het eerste lid, 1°, deelt het centrum dat mee aan de zelfstandige onthaalouder en aan het departement. § 3 - In afwijking van de § § 1 en 2 kunnen de zelfstandige onthaalouders die subsidie niet voor de opvang van hun eigen kinderen krijgen.
Als de zelfstandige onthaalouders eigen kinderen opvangen, lichten ze het departement schriftelijk daarover in voordat ze van start gaan met de opvang. § 4 - De in de § § 1 en 2 vermelde subsidies kunnen telkens hoogstens voor één kind toegekend worden. Ze kunnen niet voor hetzelfde kind toegekend worden."
Art. 109.Artikel 29.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, wordt opgeheven.
Art. 110.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 april 2018 en 20 mei 2021, wordt vernummerd tot § 1, eerste lid;2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: " § 2 - In afwijking van paragraaf 1 kunnen de zelfstandige onthaalouders die aanvullende subsidie niet voor de opvang van hun eigen kinderen krijgen. Als de zelfstandige onthaalouders eigen kinderen opvangen, lichten ze het departement schriftelijk daarover in voordat ze van start gaan met de opvang."
Art. 111.In artikel 32 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het eerste lid en het tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt een lid ingevoegd, luidende: "De zelfstandige onthaalouders gebruiken het webportaal om de subsidies vermeld in de artikelen 29 tot 31 te verkrijgen." 2° in het tweede lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, worden de woorden "voor aanneembare werkingskosten" opgeheven;3° in het derde lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, worden de woorden "voor aanneembare werkingskosten" opgeheven;4° het vierde lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, wordt opgeheven.
Art. 112.In artikel 33, tweede lid, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden "het aangevraagde maximale aantal gelijktijdig opgevangen kinderen" vervangen door de woorden "de aangevraagde opvangcapaciteit".
Art. 113.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1, derde lid, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, worden de woorden "In de erkenning wordt" vervangen door de woorden "In de erkenning worden de opvangcapaciteit en";2° in § 2, vierde lid, worden de woorden "In de erkenning wordt" vervangen door de woorden "In de erkenning worden de opvangcapaciteit en".
Art. 114.Artikel 41 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, wordt vervangen als volgt: "Art. 41 - § 1 - In afwijking van de artikelen 39 en 40 kan de Minister een kinderopvangvoorziening wegens dringende noodzakelijkheid zonder voorafgaande aanmaning of hoorzitting voorlopig voor onbepaalde duur sluiten om een van de volgende redenen: 1° als dat in het belang is van de volksgezondheid;2° als er ernstige aanwijzingen zijn dat het welzijn, de veiligheid of de gezondheid van de kinderen in gevaar is;3° als er ernstige aanwijzingen zijn dat de toepasselijke bepalingen zwaar geschonden worden. De Minister beslist op grond van een advies van de inspectie en bij een met bijzondere redenen omklede beslissing.
De voorlopige sluiting van de kinderopvangvoorziening heeft de schorsing van de erkenning van de zelfstandige onthaalouder tot gevolg en dit voor de duur van de voorlopige sluiting. § 2 - De Minister deelt zijn beslissing tot voorlopige sluiting zo snel mogelijk per e-mail of via een andere elektronische weg en op dezelfde dag per aangetekende brief mee aan de betrokken zelfstandige onthaalouder. De zelfstandige onthaalouder kan binnen drie dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van de beslissing, bij de Minister een verzoek indienen om te worden gehoord. De betrokkene wordt dan gehoord binnen tien dagen na toezending van de aangetekende brief. Het verzoek om te worden gehoord heeft geen opschortende werking.
Nadat de betrokkene is gehoord, wordt de beslissing tot voorlopige sluiting door de Minister bevestigd of opgeheven. De Minister deelt zijn beslissing zo snel mogelijk per e-mail of via een andere elektronische weg en op dezelfde dag per aangetekende brief mee aan de betrokken zelfstandige onthaalouder. Indien er geen verzoek om te worden gehoord is ingediend binnen de termijn vermeld in het eerste lid, geldt de beslissing als bevestigd.
Het centrum ontvangt een afschrift van de in deze paragraaf vermelde beslissingen en licht de personen belast met de opvoeding van de opgevangen kinderen persoonlijk in over de voorlopige sluiting van de kinderopvangvoorziening. § 3 - Tegelijkertijd met de in § 2, tweede lid, vermelde bevestiging van de beslissing, dan wel, indien er geen verzoek om te worden gehoord is ingediend, na het verstrijken van de in § 2, eerste lid, vermelde termijn, deelt de Minister aan de betrokken zelfstandige onthaalouder mee binnen welke termijn de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid, moeten worden verholpen.
De in het eerste lid vermelde termijn om de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid, te verhelpen, kan door de Minister worden verlengd.
Als de zelfstandige onthaalouder de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid, binnen de door de Minister vastgelegde termijn verhelpt, heft de Minister de voorlopige sluiting onmiddellijk op. Het departement licht de personen belast met de opvoeding van de opgevangen kinderen persoonlijk in over de heropening van de kinderopvangvoorziening.
Het centrum ontvangt een afschrift van de in deze paragraaf vermelde beslissingen."
Art. 115.In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, worden de woorden "schorsing van de erkenning wordt bevestigd overeenkomstig artikel 41, § 1, vierde lid" vervangen door de woorden "voorlopige sluiting wordt bevestigd overeenkomstig artikel 41, § 2, tweede lid";2° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden "of de voorlopige sluiting wordt bevestigd, dan wel, indien er geen verzoek is ingediend om te worden gehoord, overeenkomstig artikel 41, § 2, eerste lid, na het verstrijken van de daarin vermelde termijn".
Art. 116.Artikel 43, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Indien de zelfstandige onthaalouder na het verstrijken van de duur van de schorsing vermeld in artikel 40 de verplichtingen nog altijd niet nakomt of indien de omstandigheden die tot de voorlopige sluiting hebben geleid na het verstrijken van de termijn vermeld in artikel 41, § 3, niet verholpen zijn, trekt de Minister de erkenning op grond van een advies van de inspectie in."
Art. 117.(Geldt alleen voor de Duitse tekst).
Art. 118.In artikel 48 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, worden de woorden "artikel 18, § 1, artikel 19 en artikel 29.2, § 1" vervangen door de woorden "artikel 18, § 1, en artikel 29.2, § 1".
Art. 119.In hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, wordt een artikel 49.1 ingevoegd, luidende: "Art. 49.1 -De opvangcapaciteit van een opvangvoorziening van zelfstandige mede-onthaalouders stemt hoogstens overeen met de som van de met toepassing van artikel 19 vastgelegde opvangcapaciteiten van de zelfstandige onthaalouders die hun activiteit in die opvangvoorziening uitoefenen.
Daartoe dienen de zelfstandige mede-onthaalouders een schriftelijke aanvraag bij het centrum in. Binnen zestig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de volledige aanvraag, stelt het centrum een standpunt op en zendt het dat standpunt over aan de Minister.
Binnen veertig dagen na ontvangst van het standpunt van het centrum, dan wel na het verstrijken van de in het tweede lid vermelde termijn, beslist de Minister over de opvangcapaciteit."
Art. 120.Artikel 50 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, wordt vervangen als volgt: "Art. 50 - Ongeacht het in artikel 19, § 3, vastgelegde maximale aantal gelijktijdig opgevangen kinderen kunnen de kinderen die worden opgevangen door een zelfstandige onthaalouder die plots ziek wordt, hoogstens per drie tegelijk aan een andere zelfstandige onthaalouder worden toevertrouwd met het oog op opvang, zonder dat het aantal van negen gelijktijdig aanwezige kinderen per zelfstandige onthaalouder mag worden overschreden. De ziekte wordt gestaafd met een door een arts uitgereikt ziekteattest.
De afwijking vermeld in het eerste lid is beperkt tot een periode van hoogstens veertien kalenderdagen per ziektegeval.
De afwijking moet onmiddellijk schriftelijk worden meegedeeld aan het departement, bij voorkeur via e-mail."
Art. 121.In artikel 50.1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° § 1, eerste lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 21 april 2022, wordt vervangen als volgt: "Voor de activiteit als zelfstandige mede-onthaalouder kunnen de zelfstandige onthaalouders een subsidie krijgen." 2° § 1, tweede lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 21 april 2022, wordt vervangen als volgt: "De subsidie bedraagt per opvangplaats per jaar hoogstens: 1° 1.202,90 euro voor de zelfstandige mede-onthaalouders in hoofdberoep die hun activiteit als zelfstandige onthaalouder uitsluitend uitoefenen in een opvangvoorziening van zelfstandige mede-onthaalouders; 2° 915,70 euro voor de zelfstandige mede-onthaalouders in hoofdberoep die hun activiteit als zelfstandige onthaalouder niet uitsluitend uitoefenen in een opvangvoorziening van zelfstandige mede-onthaalouders;3° 915,70 euro voor de zelfstandige mede-onthaalouders in bijberoep die hun activiteit als zelfstandige onthaalouder uitsluitend uitoefenen in een opvangvoorziening van zelfstandige mede-onthaalouders; 4° 628,50 euro voor de zelfstandige mede-onthaalouders in bijberoep die hun activiteit als zelfstandige onthaalouder niet uitsluitend uitoefenen in een opvangvoorziening van zelfstandige mede-onthaalouders." 3° in § 2, eerste lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, worden de woorden "het maximumaantal baby's en peuters dat tegelijkertijd kan worden opgevangen, vermeld in artikel 50, § § 1 en 2" vervangen door de woorden "de in artikel 19, § 1, vermelde opvangcapaciteit";4° in § 2, tweede lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, worden in de inleidende zin de woorden "het in artikel 19, § 2, vermelde maximale aantal gelijktijdig opgevangen baby's of peuters" vervangen door de woorden "de in artikel 19, § 2, vermelde opvangcapaciteit";5° in § 2, tweede lid, 1°, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, worden de woorden "een verhoging van het maximale aantal gelijktijdig opgevangen baby's of peuters" vervangen door de woorden "een uitbreiding van de opvangcapaciteit".
Art. 122.In artikel 50.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, worden de woorden "De aangepaste subsidie vermeld in artikel 29.3 wordt" vervangen door de woorden "De subsidies vermeld in artikel 29.3 worden".
Art. 123.In hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2022, wordt een artikel 58.3 ingevoegd, luidende: "Art. 58.3 - In afwijking van artikel 19 geldt als opvangcapaciteit voor de zelfstandige onthaalouders die op 1 januari 2024 reeds erkend zijn: het op dat tijdstip vastgelegde maximale aantal baby's en peuters dat tegelijkertijd mag worden opgevangen."
Art. 124.In de bepaling onder 4° van de bijlage van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 20 mei 2021, worden de woorden ", met uitzondering van de verminderde ouderbijdragen vermeld in artikel 23, § 2" opgeheven.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 125.Het decreet van 22 mei 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/05/2023 pub. 03/11/2023 numac 2023205455 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap sluiten tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap treedt in werking op 1 januari 2024, met uitzondering van artikel 29, dat uitwerking heeft met ingang van 3 juli 2023.
Art. 126.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024, met uitzondering van de artikelen 65 en 66, die in werking treden op 8 januari 2024.
Art. 127.De minister die bevoegd is voor Kinderopvang is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 14 december 2023.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap: De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, L. KLINKENBERG
Bijlage bij het besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang en tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders Bijlage bij het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang
Totaal belastbaar jaarin- komen
Ouderbijdrage in EUR
Inkomen in EUR
Hele dag
Halve dag
Langdurige opvang
Een derde van een dag
Vanaf
Tarief per dag
Korting
Tarief per halve dag
Korting
Tarief per langdurige opvang
Korting
Tarief per een derde van een dag
Korting
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
22.525,059
4,590
3,213
2,754
1,928
7,345
5,141
1,836
1,285
28.156,322
6,121
4,284
3,672
2,571
9,793
6,855
2,448
1,714
33.787,586
7,651
5,356
4,590
3,213
12,241
8,569
3,060
2,142
39.418,851
9,181
6,427
5,509
3,856
14,689
10,283
3,672
2,571
45.050,116
10,711
7,498
6,427
4,499
17,138
11,996
4,284
2,999
50.681,381
12,241
8,569
7,345
5,141
19,586
13,710
4,896
3,428
56.312,646
13,771
9,640
8,263
5,784
22,034
15,424
5,509
3,856
61.943,910
15,301
10,711
9,181
6,427
24,482
17,138
6,121
4,284
67.575,175
16,832
11,782
10,099
7,069
26,931
18,851
6,733
4,713
73.206,440
18,362
12,853
11,017
7,712
29,379
20,565
7,345
5,141
78.837,705
19,892
13,924
11,935
8,355
31,827
22,279
7,957
5,570
84.468,969
21,422
14,995
12,853
8,997
34,275
23,993
8,569
5,998
90.100,234
22,952
16,067
13,771
9,640
36,723
25,706
9,181
6,427
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang en tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders.
Eupen, 14 december 2023.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap: De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, L. KLINKENBERG