Etaamb.openjustice.be
Decreet van 03 februari 2017
gepubliceerd op 10 maart 2017

Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris, van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp en van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, met het oog op de organisatie van het externe toezicht en de externe klachtenregeling bij voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren

bron
vlaamse overheid
numac
2017011043
pub.
10/03/2017
prom.
03/02/2017
ELI
eli/decreet/2017/02/03/2017011043/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 FEBRUARI 2017. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode type decreet prom. 15/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997036027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap sluiten houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp en van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, met het oog op de organisatie van het externe toezicht en de externe klachtenregeling bij voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode type decreet prom. 15/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997036027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap sluiten houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp en van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, met het oog op de organisatie van het externe toezicht en de externe klachtenregeling bij voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode type decreet prom. 15/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997036027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap sluiten houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris

Art. 2.Het opschrift van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode type decreet prom. 15/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997036027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap sluiten houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris wordt als volgt gewijzigd: "Decreet houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris en houdende oprichting van een Commissie van toezicht met betrekking tot voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren".

Art. 3.In hetzelfde decreet worden de artikelen 1 en 2 gevat onder een hoofdstukindeling, die luidt als volgt: "HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen".

Art. 4.In hetzelfde decreet wordt aan artikel 2 een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt: "6° de voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren: a) de gemeenschapsinstellingen als bedoeld in artikel 47 van het decreet van 7 maart 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/03/2008 pub. 15/04/2008 numac 2008201168 bron vlaamse overheid Decreet inzake bijzondere jeugdbijstand sluiten inzake bijzondere jeugdbijstand;b) de volgende afdelingen van organisaties voor de bijzondere jeugdzorg als bedoeld in artikel 1, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand: i.Proeftuin De Overstap als afdeling van vzw Vereniging voor Jeugdbijstand Wingerdbloei; ii. De Switch als afdeling van De Wissel; iii. Proeftuin JEZ11 als afdeling van de Vereniging Ons Tehuis voor Zuid-West-Vlaanderen; c) het Centrum voor voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd als bedoeld in artikel 2 van de wet van 1 maart 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/2002 pub. 01/03/2002 numac 2002009204 bron ministerie van justitie Wet betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd type wet prom. 01/03/2002 pub. 19/05/2008 numac 2008000393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd; d) de Vlaamse detentiecentra als bedoeld in artikel 2, 22°, van het decreet van 7 maart 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/03/2008 pub. 15/04/2008 numac 2008201168 bron vlaamse overheid Decreet inzake bijzondere jeugdbijstand sluiten inzake bijzondere jeugdbijstand.".

Art. 5.In hetzelfde decreet worden de artikelen 3 tot en met 15 gevat onder een hoofdstukindeling, die luidt als volgt:"HOOFDSTUK 2. - Het Kinderrechtencommissariaat".

Art. 6.In hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk 3, dat bestaat uit de artikelen 16 tot en met 26, ingevoegd, dat luidt als volgt: "HOOFDSTUK 3. - Commissie van toezicht met betrekking tot voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren

Art. 16.Bij het Kinderrechtencommissariaat wordt een Commissie van toezicht met betrekking tot voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren ingesteld, hierna Commissie van toezicht genoemd.

Art. 17.§ 1. De Commissie van toezicht heeft de volgende opdrachten die ze in volle onafhankelijkheid uitvoert: 1° toezien op de bejegening in ruime zin van kinderen en jongeren in voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren waaronder de eerbiediging van de rechten zoals bedoeld in onder meer het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, aangenomen in New York op 20 november 1989, en het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp;2° kennisnemen van grieven over de bejegening van een of meer kinderen of jongeren in voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren;3° bemiddelen wanneer de grieven als bedoeld in punt 2° vatbaar zijn voor bemiddeling en geen omstandig onderzoek behelzen;4° personen toeleiden naar het Kinderrechtencommissariaat om hun klachtrecht uit te oefenen;5° rapporteren over het toezicht, de grieven, de bemiddeling en de toeleiding als bedoeld in punt 1°, 2°, 3° en 4° ;6° aanbevelingen formuleren met het oog op een verbetering van de bejegening van kinderen en jongeren in voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren;7° jaarlijks verslag uitbrengen aan het Vlaams Parlement over de uitgevoerde opdrachten. § 2. Het toezicht als bedoeld in paragraaf 1, 1°, wordt ter plaatse uitgeoefend door een persoon die de voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren minstens maandelijks onaangekondigd bezoekt, hierna maandcommissaris te noemen. § 3. Een grief kan mondeling, schriftelijk of digitaal geuit worden ten aanzien van de maandcommissaris. Een voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren stelt een vlot bereikbare en gesloten bus ter beschikking van de kinderen en jongeren die geopend wordt door de maandcommissaris. § 4. De bemiddeling bij een grief als bedoeld in paragraaf 1, 3°, gebeurt door middel van bemiddeling door de maandcommissaris die het toezicht als bedoeld in paragraaf 2 uitoefent.

De maandcommissaris schort de bemiddeling op wanneer omtrent die grief een beroep bij een rechtbank aanhangig is. § 5. De toeleiding als bedoeld in paragraaf 1, 4°, houdt in dat de maandcommissaris de persoon die de grief heeft geuit wijst op de mogelijkheid van een klachtenonderzoek als bedoeld in artikel 6, 2° : 1° wanneer de grief niet vatbaar is voor bemiddeling door de maandcommissaris;2° wanneer de bemiddeling niet mogelijk is zonder omstandig onderzoek;3° wanneer de bemiddeling geen passend gevolg kent voor de betrokken kinderen of jongeren. De maandcommissaris geeft, op verzoek van de persoon die de grief heeft geuit, de klacht als bedoeld in het voorgaande lid door aan het Kinderrechtencommissariaat. § 6. De rapportage als bedoeld in paragraaf 1, 5°, gebeurt als volgt: 1° de maandcommissaris brengt maandelijks verslag uit bij de Commissie van toezicht over het toezicht, de grieven, de bemiddeling en de toeleiding als bedoeld in paragraaf 1, 1°, 2°, 3° en 4°. Het verslag wordt gevalideerd als rapport door de Commissie van toezicht nadat zij heeft vastgesteld dat het verslag geen namen van natuurlijke personen bevat en het verslag voldoet aan de inhoudelijke en vormelijke criteria die de Commissie van toezicht hanteert.

De maandcommissarissen communiceren niet individueel met derden; 2° de Commissie van toezicht bezorgt een rapport als bedoeld in punt 1° aan: a) de betrokken voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren;b) het Kinderrechtencommissariaat;c) de Zorginspectie van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, als bedoeld in artikel 3, § 2, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 betreffende het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, betreffende de inwerkingtreding van regelgeving tot oprichting van agentschappen in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en betreffende de wijziging van regelgeving met betrekking tot dat beleidsdomein;3° de maandcommissaris zorgt voor een actieve terugkoppeling van de rapporten naar de betrokken kinderen en jongeren in de voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren. § 7. De aanbevelingen als bedoeld in paragraaf 1, 6°, kunnen deel uitmaken van het rapport als bedoeld in paragraaf 6, 1°, tweede lid.

De Commissie van toezicht kan die aanbevelingen ook bezorgen aan andere instanties als bedoeld in paragraaf 6, 2°.

De maandcommissaris gaat na of, in welke mate en hoe een betrokken voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren gevolg geeft aan de aanbevelingen die tot haar gericht zijn. De maandcommissaris geeft dat weer in zijn maandelijkse verslag als bedoeld paragraaf 6, 1°, eerste lid.

De Commissie van toezicht kan aanbevelingen doen bij het Vlaams Parlement om de definitie van voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren als bedoeld in artikel 2, 6°, te verruimen. § 8. De jaarlijkse verslaggeving aan het Vlaams Parlement bevat minstens een synthese van de rapporten als bedoeld in paragraaf 6, 1°, tweede lid, en de aanbevelingen als bedoeld in paragraaf 7.

Art. 18.De Commissie van toezicht legt elk jaar een kalender van haar zittingen vast.

De Commissie van toezicht kan beslissen om verscheidene maandcommissarissen af te vaardigen naar een voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren.

Art. 19.Een maandcommissaris is vlot aanspreekbaar en zoekt de dialoog op met onder andere de kinderen en jongeren in de voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren.

Bij elk contact met een kind of een jongere identificeert een maandcommissaris zich en verduidelijkt hij, voor zover hij dit nuttig of noodzakelijk acht, zijn opdrachten.

Een maandcommissaris beschikt voor de duur van zijn aanwezigheid over een geschikte neutrale ruimte in de voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren.

Een maandcommissaris heeft het recht zonder controle een briefwisseling te voeren met de kinderen en jongeren in een voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren.

Art. 20.Behalve in de gevallen vermeld in het tweede, derde en vierde lid en voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van de opdrachten als bedoeld in artikel 17, § 1, 1°, 2°, 3° en 4°, heeft een maandcommissaris het recht om bij dag en bij nacht, zonder voorafgaande waarschuwing, elke plaats in een voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren vrij te betreden.

Een maandcommissaris heeft tussen 6 uur en 22 uur toegang tot de gemeenschappelijke ruimtes die bewoond worden door de kinderen en jongeren van een voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren en tot de door de verantwoordelijken en het personeel bewoonde ruimtes van deze voorziening die gebruikt worden voor jeugdhulpverlening.

Een maandcommissaris heeft tussen 6 uur en 22 uur toegang tot de private ruimtes die bewoond worden door een kind of jongere in een voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren in een van de volgende gevallen: 1° het kind, de kinderen, de jongere of de jongeren die het werkelijke genot hebben van deze ruimte hebben zich hiertegen niet verzet;2° de rechter in de politierechtbank heeft, op initiatief van de Commissie van toezicht, daarvoor vooraf machtiging tot toegang verleend. Een maandcommissaris heeft tussen 22 uur en 6 uur toegang tot de bewoonde ruimtes van een voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren in een van de volgende gevallen: 1° de persoon of personen die het werkelijke genot hebben van deze ruimte, hebben er voorafgaandelijk en schriftelijk hun toestemming voor gegeven;2° de rechter in de politierechtbank heeft daarvoor, op initiatief van de Commissie van toezicht, vooraf een bijzonder gemotiveerde machtiging tot toegang verleend. De rechten als bedoeld in het derde lid, 1°, en het vierde lid, 1°, worden zelfstandig uitgeoefend door de minderjarige of de handelingsonbekwame meerderjarige jongere op voorwaarde dat hij volgens de maandcommissaris tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is.

Art. 21.De verantwoordelijken en de personeelsleden van een voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren zijn ertoe gehouden aan een maandcommissaris, voor zover hij dit noodzakelijk acht in het kader van zijn opdrachten en behoudens wettelijk bepaalde uitzonderingen, alle op de voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren betrekking hebbende documenten en informatiedragers te laten inzien.

Als anonieme gegevens beschikbaar en actueel zijn, vraagt een maandcommissaris in eerste instantie inzage in die gegevens. Voor zover dat noodzakelijk is in het kader van zijn opdrachten, kan een maandcommissaris inzage vorderen in persoonsgegevens, als daarvoor, als het gaat om gezondheidsgegevens, een principiële machtiging aan de Commissie van toezicht is verleend door het sectoraal comité als bedoeld in artikel 42, § 2, 3°, van de wet van 13 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2006 pub. 22/12/2006 numac 2006023386 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid sluiten betreffende gezondheid.

Art. 22.§ 1. De Commissie van toezicht wordt voorgezeten door de Commissaris en bestaat uit maandcommissarissen.

Een maandcommissaris moet aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° meerderjarig zijn;2° voeling hebben met de leefwereld van kinderen en jongeren en mensenrechten;3° informele of formele ervaring kunnen aantonen waaruit communicatieve vaardigheden, inzonderheid naar en voor kinderen en jongeren, waaronder luisterbereidheid en het helder formuleren van problemen, en een oplossingsgericht vermogen blijken;4° een recent uittreksel uit het strafregister volgens model 2 voorleggen aan de Commissaris, waaruit blijkt dat er ten opzichte van hem geen elementen bestaan die onverzoenbaar zijn met een aanstelling. Ten hoogste twee derde van de maandcommissarissen mag van hetzelfde geslacht zijn. § 2. De functie van maandcommissaris van de Commissie van toezicht is onverenigbaar met: 1° werkzaam zijn in een jeugdhulpvoorziening als bedoeld in artikel 2, § 1, 13°, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp;2° de uitoefening van een bij verkiezing verleend openbaar mandaat;3° een functie in overheidsdienst, behalve als leerkracht;4° het ambt als magistraat van de rechterlijke orde die niet in rust gesteld is en die na de inruststelling niet het ambt van plaatsvervangend magistraat uitoefent als bedoeld in artikel 383 van het Gerechtelijk Wetboek;5° het ambt van ambtenaar bij het Openbaar Ministerie bij de hoven en rechtbanken als bedoeld in artikel 154 van de Grondwet;6° enige andere functie vervullen of activiteit uitvoeren waardoor de waardigheid van het mandaat van maandcommissaris of de Commissie van toezicht in opspraak kan worden gebracht. § 3. De Commissaris stelt de maandcommissarissen van de Commissie van toezicht aan na een publieke oproep door het Kinderrechtencommissariaat. Een persoon kan maximaal gedurende twee termijnen van drie jaar, al dan niet aaneensluitend, maandcommissaris zijn. § 4. De Commissaris beëindigt het mandaat van een maandcommissaris: 1° op zijn verzoek;2° om ernstige redenen die de waardigheid van het mandaat of van de Commissie van toezicht in opspraak brengen of kunnen brengen;3° wanneer hij niet langer voldoet aan de aanstellingsvoorwaarden als bedoeld in paragraaf 1, tweede lid;4° wanneer er met betrekking tot hem sprake is van een onverenigbaarheid als bedoeld in paragraaf 2. De Commissaris kan het mandaat van een maandcommissaris beëindigen: 1° wanneer hij driemaal na elkaar zonder gemotiveerde verontschuldiging de zittingen van de Commissie van toezicht niet bijwoont;2° wanneer hij viermaal op jaarbasis de zittingen van de Commissie van toezicht niet bijwoont;3° wanneer hij het huishoudelijk reglement van de Commissie van toezicht schendt. § 5. Een maandcommissaris ontvangt van het Kinderrechtencommissariaat minimaal een onkostenvergoeding die onder meer de verplaatsingskosten dekt. Hij wordt door het Kinderrechtencommissariaat verzekerd tegen ongevallen die zich tijdens verplaatsingen zouden voordoen en voor zijn burgerlijke aansprakelijkheid.

Art. 23.Binnen de grenzen van haar bevoegdheid ontvangt de Commissie van toezicht van geen enkele overheid instructies.

Art. 24.De Commissie van toezicht heeft een huishoudelijk reglement dat, op voorstel van de Commissaris, goedgekeurd wordt door het Vlaams Parlement en gepubliceerd wordt in het Belgisch Staatsblad.

Het huishoudelijk reglement bevat onder meer een gedragscode voor de maandcommissarissen.

Art. 25.De Commissie van toezicht beschikt over een secretariaat waarvan de personeelsformatie wordt vastgesteld afhankelijk van het werkvolume.

De Commissaris stuurt het secretariaat aan. Het secretariaat is onder meer belast met het volgende: 1° de planning en de registratie van de bezoeken door de maandcommissarissen als bedoeld in artikel 17, § 2;2° de verslaggeving van de zittingen van de Commissie van toezicht;3° de voorbereiding van de validering van de verslagen als bedoeld in artikel 17, § 6, 1°, tweede lid;4° het bezorgen van de rapporten als bedoeld in artikel 17, § 6, 2° ;5° de voorbereiding van de jaarlijkse verslaggeving als bedoeld in artikel 17, § 8;6° de archivering van de documenten die door de Commissie van toezicht worden voortgebracht.

Art. 26.De begroting van de Commissie van toezicht vormt een onderdeel van de begroting zoals bedoeld in artikel 13, en houdt minstens rekening met: 1° de onkostenvergoedingen van de maandcommissarissen;2° de premies voor de verzekering tegen ongevallen die zich tijdens verplaatsingen van de maandcommissarissen voordoen en voor hun burgerlijke aansprakelijkheid; 3° de werkingsmiddelen van de Commissie van toezicht en haar secretariaat.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp

Art. 7.In artikel 2, § 1, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 12° wordt aan de zinsnede "een persoon of een voorziening die jeugdhulpverlening aanbiedt als bedoeld in artikel 3 van het decreet integrale jeugdhulp" de volgende zinsnede toegevoegd: "en een voorziening als bedoeld in artikel 2, 6°, c) en d), van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode type decreet prom. 15/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997036027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap sluiten houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris en houdende oprichting van een Commissie van toezicht met betrekking tot voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren;"; 2° in punt 13° wordt aan de zinsnede "een voorziening die jeugdhulpverlening aanbiedt als bedoeld in artikel 3 van het decreet integrale jeugdhulp" de volgende zinsnede toegevoegd: "en een voorziening als bedoeld in artikel 2, 6°, c) en d), van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode type decreet prom. 15/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997036027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap sluiten houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris en houdende oprichting van een Commissie van toezicht met betrekking tot voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren;".

Art. 8.Aan artikel 11, § 1, van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Een voorziening voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren als bedoeld in artikel 2, 6°, van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode type decreet prom. 15/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997036027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap sluiten houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris en houdende oprichting van een Commissie van toezicht met betrekking tot voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren geeft een kind of een jongere bij zijn opname de informatie die door de Commissie van toezicht met betrekking tot voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren ter beschikking wordt gesteld.". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp

Art. 9.In artikel 78 van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt: " § 2. Om de rechtsbescherming van kinderen en jongeren in de jeugdhulp te vrijwaren, organiseert de Vlaamse Regering het volgende met betrekking tot de toegangspoort, de gemandateerde voorzieningen en de sociale dienst gerechtelijke jeugdhulp: 1° een extern toezicht, naast het toezicht als bedoeld in paragraaf 1; 2° de klachtenbehandeling voor kinderen en jongeren, ouders, opvoedingsverantwoordelijken en vertrouwenspersonen van kinderen en jongeren.". HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling

Art. 10.Dit decreet treedt in werking op 1 maart 2017.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 3 februari 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN _______ Nota (1) Zitting 2015-2016. Documenten. - Voorstel van decreet, 633 - Nr. 1. - Advies van de Raad van State, 633 - Nr. 2.

Zitting 2016-2017.

Documenten. - Amendementen, 633 - Nr. 3 en 4. - Verslag, 633 - Nr. 5. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 633 - Nr. 6.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 25 januari 2017.

^