15 JULI 1997. Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap (1)

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Artikel 41 van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 41.1. De beslissing over de in artikel 40, 1, bedoelde aanvragen wordt genomen door het Fonds op grond van de door de evaluatiecommissie meegedeelde beoordeling van de handicap en het door deze commissie opgestelde individuele integratieprotocol. 2. Binnen dertig dagen na ontvangst van de beoordeling en het individuele integratieprotocol formuleert het Fonds zijn voornemen omtrent de tenlasteneming. Als het door het Fonds geformuleerde voornemen de aanvraag volledig inwilligt, betekent het Fonds onmiddellijk een beslissing van tenlasteneming aan de aanvrager of zijn wettelijke vertegenwoordiger en eventueel aan de voorziening die aan de persoon met een handicap bijstand verleent. 3. Als het door het Fonds geformuleerde voornemen de aanvraag weigert of ervan afwijkt, geeft het Fonds aan de aanvrager of zijn wettelijke vertegenwoordiger onmiddellijk kennis van zijn gemotiveerd voornemen om de aanvraag niet of niet volledig ten laste te nemen.Bij deze kennisgeving voegt het Fonds een kopie van de door de evaluatiecommissie meegedeelde beoordeling en van het door deze opgestelde individuele integratieprotocol.

Binnen dertig dagen na ontvangst van deze kennisgeving kan de aanvrager of zijn wettelijke vertegenwoordiger per aangetekende brief aan het Fonds een gemotiveerd verzoekschrift richten om zijn voornemen in heroverweging te nemen na advies van een door de regering in te stellen adviescommissie. In dit verzoekschrift kan de aanvrager of zijn wettelijke vertegenwoordiger vragen om door deze adviescommissie gehoord te worden.

De in vorig lid bedoelde termijn begint slechts te lopen op het ogenblik dat de aanvrager of zijn wettelijke vertegenwoordiger effectief kennis heeft kunnen nemen van het voornemen van het Fonds, in geval hij overmacht aantoont of omstandigheden buiten zijn wil.

Als de aanvrager of zijn wettelijke vertegenwoordiger binnen deze termijn geen dergelijk verzoekschrift aan het Fonds heeft gericht, wordt hij geacht onweerlegbaar met het voornemen van het Fonds in te stemmen en betekent het Fonds hem onmiddellijk de beslissing. 4. Als de aanvrager of zijn wettelijke vertegenwoordiger binnen de in 3, tweede lid, gestelde termijn aan het Fonds een verzoek tot heroverweging heeft gericht, stuurt het Fonds het dossier onmiddellijk aan de adviescommissie voor advies. Wanneer de aanvrager of zijn wettelijke vertegenwoordiger dit in het verzoekschrift heeft gevraagd, wordt hij door de adviescommissie gehoord binnen zestig dagen na ontvangst van het dossier. Deze termijn is onder door de regering te bepalen voorwaarden verlengbaar.

De aanvrager of zijn wettelijke vertegenwoordiger kan zich voor de adviescommissie laten bijstaan of vertegenwoordigen door een persoon of een instelling van zijn keuze. De regering kan deze personen of instellingen limitatief vaststellen. 5. Binnen dertig dagen na de dag waarop de aanvrager of zijn vertegenwoordiger door de adviescommissie werd gehoord, of binnen negentig dagen na de dag waarop de adviescommissie het dossier heeft ontvangen, naar gelang de aanvrager al dan niet heeft gevraagd om gehoord te worden, deelt zij haar advies mee aan het Fonds. Binnen dertig dagen na ontvangst van het advies van de adviescommissie betekent het Fonds zijn gemotiveerde beslissing en het advies van de adviescommissie aan de aanvrager of zijn wettelijke vertegenwoordiger, en eventueel aan de voorziening die aan de persoon met een handicap bijstand verleent. 6. De regering bepaalt de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van de adviescommissie.De regering kan binnen de adviescommissie meerdere kamers instellen.

De adviescommissie is multidisciplinair samengesteld en minstens één van haar leden is ambtenaar bij het Fonds.

Er is onverenigbaarheid tussen het lidmaatschap van de evaluatiecommissie of van de raad van bestuur en dat van de adviescommissie.

Het Fonds maakt jaarlijks een verslag van de werking van de adviescommissie met specifieke aandacht voor die adviezen van de adviescommissie die verschillen van de beoordelingen van de provinciale evaluatiecommissies. »

Art. 3.De artikelen 43 en 44 van hetzelfde decreet worden opgeheven.

Art. 4.De beroepen bedoeld in het voormalige artikel 43 van hetzelfde decreet waarover bij de inwerkingtreding van dit decreet nog geen uitspraak is gedaan, worden van rechtswege beschouwd als een verzoek tot heroverweging met de vraag om door de adviescommissie gehoord te worden overeenkomstig dit decreet. De beslissing van het Fonds wordt in deze gevallen van rechtswege beschouwd als een voornemen overeenkomstig artikel 41 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij dit decreet.

De regering kan desbetreffend nadere overgangsregels bepalen.

Art. 5.De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 15 ju1i 1997.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld