gepubliceerd op 26 mei 2004
Decreet betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht
2 APRIL 2004. - Decreet betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.Het opschrift van het decreet van 4 mei 1994 betreffende de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, zoals gewijzigd bij de decreten van 8 juli 1997, 7 juli 1998 en 8 december 2000, wordt vervangen door wat volgt : « Decreet betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht ».
Art. 3.In artikel 1 van hetzelfde decreet worden de woorden « aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet » vervangen door het woord « gewestaangelegenheid ».
Art. 4.In artikel 2 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 2, 1°, worden de woorden « de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen » vervangen door de woorden « het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht »;2° er worden een 5° tot en met 8° toegevoegd, die luiden als volgt : « 5° watergebonden gronden : gronden die aan de vennootschap in eigendom toebehoren, waarop ze een erfpacht-, opstal- of enig ander zakelijk recht heeft, of die haar in concessie, in beheer of in huur worden gegeven;6° De Scheepvaart : de Dienst voor de Scheepvaart, opgericht bij artikel 1 van de wet van 17 mei 1976 tot oprichting van een Dienst voor de Scheepvaart en een Office de la Navigation of zijn rechtsopvolger;7° het Kaderdecreet : het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;8° het Wetboek van vennootschappen : de Wet van 7 mei 1999 houdende het Wetboek van vennootschappen.».
Art. 5.In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het tweede lid en het derde lid worden twee nieuwe leden ingevoegd, die luiden als volgt : « Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze bepaling zoals vastgesteld in een besluit van de Vlaamse regering, is de krachtens het eerste lid opgerichte publiekrechtelijke instelling, naamloze vennootschap van publiek recht, te kwalificeren als een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap met een van het Vlaamse Gewest onderscheiden rechtspersoonlijkheid in de zin van artikel 13 van het Kaderdecreet, met als nieuwe maatschappelijke benaming Waterwegen en Zeekanaal, in het kort W&Z. De Vlaamse regering bepaalt tot welk beleidsdomein Waterwegen en Zeekanaal behoort. »; 2° het laatste lid wordt opgeheven.
Art. 6.In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk II het opschrift van afdeling II « Doel » vervangen door wat volgt : « Afdeling 2. - Doel, missie en taken »
Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, worden de woorden « het kanaal Brussel-Rupel en van zijn toekomstige aansluiting naar de Schelde, hierna genoemd « kanaal Brussel-Schelde », van het kanaal Leuven-Dijle en van het kanaal naar Charleroi, zoals door de Vlaamse regering in een besluit en bijgevoegde plannen nader wordt omschreven » vervangen door de woorden « de bevaarbare waterwegen en aanhorigheden, met uitzondering van die welke beheerd worden door De Scheepvaart, het Vlaamse Gewest of een havenbedrijf zoals bij besluit en bijgevoegde plannen van de Vlaamse regering wordt omschreven als behorende tot het ambtsgebied van het Agentschap voor Waterwegen en Zeekanaal »;2° in § 1, 2°, worden de woorden « de Dienst voor de Scheepvaart » vervangen door de woorden « De Scheepvaart »;3° in § 2, worden de woorden « wordt onder meer verstaan » vervangen door de woorden « worden onder meer de volgende taken en activiteiten begrepen »;4° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De Vlaamse regering kan aan Waterwegen en Zeekanaal de uitvoering opdragen van de bijzondere samenwerkingsakkoorden die overeenkomstig artikel 92bis, § 2, a en b, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen zoals gewijzigd bij artikel 15 van de wet van 8 augustus 1988, gesloten worden met betrekking tot de door de vennootschap beheerde waterwegen en havens. »; 5° er wordt een vierde paragraaf toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4.Aan het maatschappelijk doel, bedoeld in § 1 tot en met § 3, ligt als missie ten grondslag dat het Agentschap Waterwegen en Zeekanaal zorgt voor het duurzaam en dynamisch beheren, hetgeen onder meer inhoudt het onderhouden, exploiteren, commercialiseren en investeren, als maatschappelijk project, van de waterwegen en de gronden met het oog op het stimuleren van hun multifunctioneel gebruik, inzonderheid het genereren en behouden van watergebonden transport en het verzekeren van de veiligheid, rekening houdend met alle maatschappelijke actoren om te beantwoorden aan de vraag en de behoeften van elke klant. »
Art. 8.In artikel 6 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « de artikelen 18, § 2, 23 tot en met 25 en 60 » worden vervangen door de woorden « de artikelen 5, § 3, 18, § 2, en 23 tot en met 25 »;2° een tweede lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « Waterwegen en Zeekanaal heeft niet de hoedanigheid van koopman.».
Art. 9.Artikel 7 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 10.In artikel 8 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.Vanaf het tijdstip, vermeld in artikel 3, derde lid, is de vennootschap een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap en wordt haar statuut, in die volgorde, geregeld door dit decreet, door het Kaderdecreet en door haar statuten. Zonder aan het voorgaande afbreuk te doen, zijn de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen met betrekking tot de naamloze vennootschap op de vennootschap toepasselijk voor alles wat niet door dit decreet, het Kaderdecreet en door de statuten van de vennootschap is bepaald.
De bepalingen van de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijke akkoord en de faillissementswet van 8 augustus 1997 zijn evenwel niet toepasselijk op de vennootschap, evenmin als de rechtsregels die betrekking hebben op een toestand van algemene samenloop van schuldeisers. Dat geldt eveneens voor de wetten en rechtsregels die de voormelde wetten of rechtsregels zouden wijzigen, vervangen of opheffen. »; 2° § 3 wordt opgeheven.
Art. 11.In artikel 9 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen de woorden « dadingen » en « afsluiten » worden de woorden « en overeenkomsten tot arbitrage » ingevoegd;2° een tweede lid wordt ingevoegd, dat luidt als volgt : « Elke arbitrageovereenkomst met natuurlijke personen die werd gesloten voordat het geschil is gerezen, is evenwel nietig.».
Art. 12.Artikel 10, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : « Ze kan alleen ontbonden worden bij decreet. ».
Art. 13.Artikel 16 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 14.In artikel 18, § 3, van hetzelfde decreet worden de woorden « de naamloze vennootschap Zeekanaal en watergebonden grondbeheer Vlaanderen » vervangen door de woorden « de vennootschap ».
Art. 15.In artikel 20, § 1, van hetzelfde decreet worden tussen de woorden « Onverminderd artikel 21 » en het woord « behoudt » de woorden « en artikel 18, § 3, » ingevoegd en wordt tussen het woord « er » en het woord « op » het woord « reeds » ingevoegd.
Art. 16.In artikel 23, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « en havengebieden » vervangen door de woorden « , hun aanhorigheden evenals voor de watergebonden gronden »;2° in het tweede lid, 3°, worden de woorden « van het kanaalgebied » vervangen door de woorden « van de waterwegen en hun aanhorigheden, evenals van de watergebonden gronden »;3° in het tweede lid, 5°, worden de woorden « van het kanaaldomein » vervangen door de woorden « van de waterwegen en hun aanhorigheden, evenals van de watergebonden gronden ».
Art. 17.Artikel 26 van het decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 26.De vennootschap is bevoegd om in de gebiedsomschrijving van artikel 17, 1°, scheepvaart-, haven- en terreingelden te vorderen en om in de gebiedsomschrijving van artikel 17, 2°, haven- en terreingelden te vorderen. De vennootschap kan beschikken over deze gelden.
De tarieven worden vastgesteld door de raad van bestuur in overeenstemming met de tariefstructuur die bepaald wordt door de beheersovereenkomst. ».
Art. 18.In artikel 27, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « het door haar beheerde kanaal » worden geschrapt;2° tussen de woorden « beheerde havengebieden » en de woorden « en bevaarbare waterwegen » worden de woorden « en hun aanhorigheden » ingevoegd;3° tussen de woorden « en bevaarbare waterwegen » en de woorden « alle bijzondere diensten » worden de woorden « , hun aanhorigheden en de watergebonden gronden » ingevoegd.
Art. 19.In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk IV een afdeling VII, bestaande uit artikel 28bis ingevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling VII. - Voorkooprecht
Artikel 28bis.§ 1. Waterwegen en Zeekanaal geniet een recht van voorkoop op deze gronden die volgens hun bestemming dienstig kunnen zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel van de vennootschap. § 2. Het recht van voorkoop, bedoeld in § 1, geldt niet in geval van verkoop van het goed voor eigen rekening aan de volgende personen : 1° de echtgenoot, de samenwonende partner, de afstammelingen of geadopteerde kinderen van de eigenaar;2° de afstammelingen of geadopteerde kinderen van de echtgenoot of van de samenwonende partner van de eigenaar;3° de mede-eigenaar;4° de echtgenoot, de samenwonende partner, de afstammelingen of geadopteerde kinderen van de mede-eigenaar;5° de afstammelingen of geadopteerde kinderen van de echtgenoot of van de samenwonende partner van de mede-eigenaar;6° de echtgenoten of de samenwonende partners van voormelde afstammelingen of geadopteerde kinderen. Het recht van voorkoop geldt daarentegen wel als de personen, bedoeld in § 2, 1° tot en met 6°, het goed kochten voor eigen rekening en het, vervolgens, opnieuw verkopen aan een derde niet behorend tot de categorieën van personen vermeld onder § 2. § 3. Het goed kan pas worden verkocht nadat de verkoper aan Waterwegen en Zeekanaal de gelegenheid heeft gegeven om het recht van voorkoop uit te oefenen. Naargelang het gaat om een verkoop uit de hand of een openbare verkoop wordt gehandeld overeenkomstig § 4 respectievelijk § 5. § 4. Bij verkoop uit de hand geeft de instrumenterende ambtenaar Waterwegen en Zeekanaal, om haar toe te laten haar recht van voorkoop uit te oefenen, kennis van de inhoud van de akte die is opgesteld onder de opschortende voorwaarde van niet-uitoefenen van het recht van voorkoop, waarbij enkel de identiteit van de koper opengelaten wordt.
De kennisgeving geldt als aanbod van verkoop.
Waterwegen en Zeekanaal beschikt over een termijn van twee maanden na de kennisgeving om zijn recht van voorkoop uit te oefenen. Waterwegen en Zeekanaal stelt de instrumenterende ambtenaar in kennis van de uitoefening van het recht van voorkoop. § 5. Bij openbare verkoop stelt de instrumenterende ambtenaar Waterwegen en Zeekanaal ten minste een maand vooraf in kennis van plaats, dag en uur van de verkoop, van de identificatie van het goed en van de eigendoms- en gebruikstoestand van het goed.
Als de verkoop wordt gehouden zonder voorbehoud van eventuele uitoefening van het recht van hoger bod, vraagt de instrumenterende ambtenaar bij het einde van de opbieding en vóór de toewijzing, in het openbaar, aan Waterwegen en Zeekanaal of het agentschap zijn recht van voorkoop wil uitoefenen tegen de laatst geboden prijs. In geval van weigering, afwezigheid of stilzwijgen van Waterwegen en Zeekanaal wordt de verkoop voortgezet.
Als de verkoop wordt gehouden onder voorbehoud van eventuele uitoefening van het recht van hoger bod, onthoudt de instrumenterende ambtenaar er zich van aan Waterwegen en Zeekanaal te vragen of het agentschap het recht van voorkoop wil uitoefenen.
Als er een hoger bod is, stelt de instrumenterende ambtenaar Waterwegen en Zeekanaal in kennis van het hogere bod. Bij herverkoop ten gevolge van de uitoefening van het recht van hoger bod, stelt de instrumenterende ambtenaar Waterwegen en Zeekanaal ten minste een maand vooraf in kennis van plaats, dag en uur van verkoop. De instrumenterende ambtenaar vraagt bij het einde van de opbiedingen en voor de toewijzing, in het openbaar, aan Waterwegen en Zeekanaal of het agentschap zijn recht van voorkoop wil uitoefenen tegen de laatst geboden prijs. Bij weigering of afwezigheid of stilzwijgen van Waterwegen en Zeekanaal wordt de verkoop voortgezet. Als er geen hoger bod wordt gedaan of als de instrumenterende ambtenaar het hogere bod niet aanneemt, stelt de instrumenterende ambtenaar Waterwegen en Zeekanaal in kennis van het laatste bod en vraagt hij of het agentschap het recht van voorkoop wil uitoefenen. Als Waterwegen en Zeekanaal binnen een termijn van vijftien dagen na de kennisgeving de instrumenterende ambtenaar niet in kennis heeft gesteld van zijn instemming, is de toewijzing definitief. § 6. De instrumenterende ambtenaar voor wie een authentieke akte wordt verleden van een verkoop waarop een recht van voorkoop, zoals bedoeld in dit artikel, van toepassing is, moet binnen een maand na de registratie ervan Waterwegen en Zeekanaal in kennis stellen van de prijs en de voorwaarden van de verkoop. § 7. In geval van verkoop met miskenning van het recht van voorkoop van Waterwegen en Zeekanaal heeft Waterwegen en Zeekanaal het recht om in de plaats gesteld te worden van de koper of om van de verkoper een schadevergoeding te eisen ten bedrage van 20 percent van de verkoopprijs.
De vordering tot naasting en indeplaatsstelling en de vordering tot schadeloosstelling verjaren, bij openbare verkoop en bij verkoop uit de hand, na verloop van zes maanden, te rekenen van de kennisgeving van deze verkoop aan Waterwegen en Zeekanaal, overeenkomstig § 6 als een dergelijke kennisgeving heeft plaatsgehad, of na verloop van twee jaar na de overschrijving van de akte van verkoop.
De vordering tot indeplaatsstelling moet gelijktijdig tegen de verkoper en de eerste koper worden ingesteld en de eis is pas ontvankelijk na inschrijving op de kant van de overschrijving van de betwiste akte en in voorkomend geval op de kant van de overschrijving van de laatst overgeschreven titel.
De indeplaatsgestelde betaalt aan de koper de prijs terug die de koper heeft betaald, alsmede de kosten van de akte. Hij is alleen gehouden tot de verplichtingen die voor de koper voortvloeien uit de authentieke akte van verkoop en tot de lasten waarin de koper heeft toegestemd, voorzover die lasten zijn ingeschreven of overgeschreven voor de inschrijving van zijn eis.
Als de rechter de vordering tot indeplaatsstelling inwilligt, verwijst hij de partijen voor het verlijden van de akte naar de door hen gekozen instrumenterende ambtenaar of naar een ambtshalve aangewezen instrumenterende ambtenaar, als de partijen het niet eens zijn over de keuze. De kosten van de akte zijn voor rekening van de indeplaatsgestelde.
Iedere uitspraak over een eis tot indeplaatsstelling wordt opgenomen bij de inschrijving, bedoeld in het tweede lid van deze paragraaf. § 8. De kennisgevingen of inkennisstellingen, bepaald in afdeling VII, moeten, op straffe van niet-bestaan, betekend worden bij gerechtsdeurwaardersexploot of met een aangetekende brief. De datum van kennisgeving of inkennisstelling is de datum van de afgifte op de post van de aangetekende brief of de datum van het gerechtsdeurwaarderexploot. § 9. Het recht van voorkoop, bedoeld in afdeling VII, doet geen afbreuk aan de op het ogenblik van het in werking treden van deze afdeling van kracht zijnde regelingen inzake het recht van voorkoop die steeds voorrang hebben, ongeacht of die bij wet of decreet werden vastgelegd. ».
Art. 20.In artikel 29, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 3° worden de woorden « de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar » vervangen door de woorden « de gedelegeerd bestuurder »;2° er wordt een 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° de algemeen directeur;».
Art. 21.In artikel 30, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « leidend ambtenaar » vervangen door de woorden « gedelegeerd bestuurder ».
Art. 22.In artikel 31 van hetzelfde decreet worden de woorden « met inbegrip van de wijziging van het maatschappelijk doel » geschrapt.
Art. 23.In artikel 32 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « van minimum zeven en ten hoogste elf » vervangen door het woord « dertien »;2° in § 1 wordt de tweede zin geschrapt;3° in § 2 worden de woorden « worden benoemd voor een periode van ten hoogste zes jaar door de Algemene Vergadering » vervangen door de woorden « , de onafhankelijke bestuurders uitgezonderd, worden benoemd voor een periode van vijf jaar door de Vlaamse regering »;4° in § 2 worden de woorden « zij kunnen te allen tijde door de Algemene Vergadering worden ontslagen » geschrapt;5° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De raad van bestuur wordt als volgt samengesteld : Een ambtenaar van het beleidsdomein Mobiliteit, aangewezen door de Vlaamse regering, is van rechtswege lid van de raad van bestuur.
De Vlaamse regering is ertoe gehouden steeds twee bestuurders te benoemen die tegelijkertijd lid zijn van de raad van bestuur van De Scheepvaart en waaronder zich de gedelegeerd bestuurder van De Scheepvaart bevindt. »; 6° § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.De Vlaamse regering duidt, onder de leden van de raad van bestuur, een voorzitter en een ondervoorzitter aan. »; 7° § 5 wordt opgeheven.
Art. 24.Artikel 33 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 33.Onverminderd artikel 21, § 1, van het Kaderdecreet en zonder afbreuk te doen aan hetgeen is bepaald in artikel 32, § 3, laatste lid, van dit decreet, is de hoedanigheid van bestuurder onverenigbaar met die van : 1° lid van de Europese Commissie;2° lid van de rechterlijke macht;staatsraad of assessor in de Raad van State of lid van het auditoraat van de Raad van State; rechter of referendaris van het Arbitragehof; 3° de commissaris-revisor, bedoeld in artikel 55.»
Art. 25.In artikel 35 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « de leidend ambtenaar » worden telkens vervangen door de woorden « gedelegeerd bestuurder";2° de woorden « de directeur-generaal van de administratie Water en Zeewezen of zijn plaatsvervanger voor de materie, bedoeld in artikel 18, §§ 3 en 4 » worden vervangen door de woorden « de algemeen directeur ».
Art. 26.Artikel 36 van hetzelfde decreet wordt geschrapt.
Art. 27.In artikel 37 van hetzelfde decreet worden de woorden « leidend ambtenaar » vervangen door de woorden « gedelegeerd bestuurder ».
Art. 28.In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk V, het opschrift van afdeling IV, Leidend ambtenaar en adjunct-leidend ambtenaar, vervangen door wat volgt : « Afdeling IV. - Gedelegeerd bestuurder en algemeen directeur »
Art. 29.Artikel 38 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 38.Het dagelijks bestuur van Waterwegen en Zeekanaal, alsook de vertegenwoordiging van de vennootschap voor dat dagelijks bestuur, wordt opgedragen aan de gedelegeerd bestuurder.
De Vlaamse regering stelt de gedelegeerd bestuurder aan, evenals een algemeen directeur.
De algemeen directeur neemt met raadgevende stem deel aan de vergaderingen van de raad van bestuur.
De algemeen directeur vervangt de gedelegeerd bestuurder bij zijn afwezigheid.
De gedelegeerd bestuurder mag na voorafgaande goedkeuring door de raad van bestuur aan de personeelsleden die hij aanwijst bepaalde van zijn bevoegdheden delegeren als hij dat nodig acht voor de goede uitvoering van de aan hem toevertrouwde opdracht. ».
Art. 30.Artikel 39 tot en met 42 van hetzelfde decreet worden opgeheven.
Artikel 30bis.In artikel 43 van hetzelfde decreet worden de woorden « Schelde-Rijnverbinding, » geschrapt.
Art. 31.In hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk Vbis, bestaande uit artikel 43bis, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK Vbis. - De beheersovereenkomst
Artikel 43bis.De voorwaarden en de modaliteiten voor de uitvoering van de opdrachten zoals bepaald in artikel 5, worden vastgelegd in een na onderhandeling gesloten beheersovereenkomst als bedoeld in artikel 14 en 15 van het Kaderdecreet, tussen het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, en Waterwegen en Zeekanaal, vertegenwoordigd door de raad van bestuur. »
Art. 32.In artikel 44 van hetzelfde decreet worden de woorden « machtiging van de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « voorafgaande beoordeling door de raad van bestuur betreffende de opportuniteit en de risico's, verbonden aan de aanvaarding ».
Art. 33.Artikel 49 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 49.Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen in het Kaderdecreet inzake toezicht en informatiever-strekking, wordt de jaarrekening van de vennootschap met het volledig jaarverslag van de raad van bestuur, binnen de veertien dagen na de goedkeuring door de algemene vergadering meegedeeld aan de Vlaamse regering en aan de gewestcommissaris, samen met het volledig verslag zoals opgesteld door de commissaris-revisor. »
Art. 34.1° artikel 51 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 51.§ 1. Onverminderd artikel 23 van het Kaderdecreet, zijn alle besluiten van de organen van de vennootschap onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de Vlaamse regering. § 2. Het toezicht, bedoeld in § 1, wordt uitgeoefend door bemiddeling van een gewestcommissaris. De Vlaamse regering wijst de gewestcommissaris en een plaatsvervanger bij de vennootschap aan, van wie ze het administratieve en geldelijke statuut vaststelt.
Het Vlaamse Gewest draagt de kosten die verbonden zijn aan de uitoefening van zijn ambt.
Voor de functie van gewestcommissaris en zijn plaatsvervanger gelden dezelfde onverenigbaarheden als voor de functie van bestuurder bedoeld in artikel 33. Het mandaat is daarenboven onverenigbaar met dat van : 1° provinciegouverneur of lid van de bestendige deputatie van de provincieraad;2° lid van een provincieraad;3° burgemeester, schepen of lid van een gemeenteraad;4° bestuurder van Waterwegen en Zeekanaal. § 3. De gewestcommissaris waakt over de naleving van de wetten en decreten en hun uitvoeringsbesluiten, de statuten van de vennootschap, de beheersovereenkomst en de overeenkomsten, bedoeld in artikelen 18, 20 en 22. § 4. De gewestcommissaris wordt uitgenodigd op de algemene vergadering van de aandeelhouders en op alle vergaderingen van de raad van bestuur en het directiecomité. Hij heeft er raadgevende stem.
Binnen het kader van zijn bevoegdheden, vermeld in § 1 en § 3, kan de gewestcommissaris binnen een termijn van vier vrije dagen bij de Vlaamse regering een gemotiveerd beroep aantekenen tegen elke beslissing van de vennootschap. Die termijn gaat in de dag van de vergadering waarop de beslissing werd genomen, voorzover de gewestcommissaris daarop regelmatig was uitgenodigd, en, in het tegenovergestelde geval, de dag waarop hij er kennis van heeft gekregen.
Het beroept schort de beslissing op.
Heeft de Vlaamse regering binnen een termijn van twintig vrije dagen, die ingaat dezelfde dag als de in het tweede lid bedoelde termijn, de nietigverklaring niet uitgesproken, dan wordt de beslissing definitief. De Vlaamse regering betekent in voorkomend geval de nietigverklaring aan de voorzitter van de raad van bestuur van de vennootschap. § 5. Als de naleving van de wetten en decreten en hun uitvoeringsbesluiten, de statuten van Waterwegen en Zeekanaal, de beheersovereenkomst, de overeenkomsten, bedoeld in artikel 18, 20 en 22, of de plannen, bedoeld in artikel 50, dat vereisen, kan de gewestcommissaris het bevoegde bestuursorgaan van de vennootschap verplichten om te beraadslagen over iedere door hem bepaalde aangelegenheid. »; 2° de artikelen 52 tot en met 54 worden opgeheven.
Art. 35.In artikel 56 van hetzelfde decreet worden de woorden « artikel 52, § 5 » vervangen door de woorden « artikel 51, § 2, derde lid ».
Art. 36.In artikel 57, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt het woord « personeelskader » vervangen door het woord « personeelsplan ».
Art. 37.Artikel 60 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 38.Aan hetzelfde decreet wordt een artikel 63 toegevoegd, dat luidt als volgt : «
Artikel 63.De statuten van de vennootschap worden onverwijld na de bekendmaking van dit decreet hiermee in overeenstemming gebracht en ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse regering. ».
Art. 39.In hetzelfde decreet wordt een artikel 64 toegevoegd dat luidt als volgt : «
Artikel 64.§ 1. Tot andersluidende bepaling zijn de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut van toepassing op de vennootschap. § 2. Voor de toepassing van de in § 1 vermelde bepalingen wordt de vennootschap beschouwd als een instelling van categorie B. ».
Art. 40.Artikel 39 van dit decreet, in zoverre het strekt tot de invoeging van artikel 64 in het voornoemde decreet van 4 mei 1994, treedt in werking op de datum van bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad.
De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop de overige bepalingen van dit decreet in werking treden.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 2 april 2004.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken. - Ontwerp van decreet, 2042 - Nr. 1. - Verslag van het Rekenhof, 2042 - Nr. 2. - Amendementen, 2042 - Nr. 3. - Verslag, 2042 - Nr. 4. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 2042 - Nr. 5.
Handelingen. - Bespreking en aanneming : Middagvergadering van 31 maart 2004 en vergadering van 1 april 2004.