gepubliceerd op 30 april 2009
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht
27 MAART 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht
De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen;
Gelet op de artikelen 3,25 en 27 van het decreet van 4 mei 1994 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht;
Gelet op artikel 5 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;
Gelet op het decreet van 2 april 2004 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 houdende instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen;
Gelet op het advies van de Raad van bestuur, gegeven op 13 februari 2008;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel, gegeven op 8 oktober 2008;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 25 juni 2008.
Gelet op het protocol nr. 266.864 van 19 december 2008 houdende de conclusies van de onderhandelingen 3, 24 november 2008 en 15 december 2008 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 februari 2009, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;
Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1°het Vlaams personeelsstatuut : het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid; 2° het agentschap : het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Waterwegen en Zeekanaal » bedoeld in het decreet van 4 mei 1994 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht.
Art. 2.Onverminderd de toepassing van het Vlaams personeelsstatuut, is dit besluit van toepassing op het personeel van het agentschap.
TITEL II. - Bepalingen omtrent de graad van havenkapitein
Art. 3.De rechtspositie van de havenkapitein wordt, wat de werving betreft, geregeld door de Wet van 5 mei 1936 tot vaststelling van het statuut der havenkapiteins. Voor het overige is het Vlaams personeelsstatuut in zijn geheel van toepassing op de havenkapitein.
Art. 4.De graad van havenkapitein wordt opgenomen in het niveau A onder de rang A1.
Art. 5.De functionele loopbaan van de havenkapitein wordt als volgt bepaald : Van A141B naar A142B Van A142B naar A143B Van A143B naar A144B.
Art. 6.Bijlage 4 van het Vlaams personeelsstatuut wordt aangevuld als volgt :
1
2
3A
3B
4
5
A1
Havenkapitein
Vergelijkend aanwervingsexamen
Toepassing van de Wet van 5 mei 1936 tot vaststelling van het statuut der havenkapiteins
Art. 7.§ 1. Aan de hierna vermelde graad van havenkapitein is de salarisschaal verbonden die overeenkomt met de ernaast vermelde lettercijfercode : Havenkapitein A141B Na 6 jaar schaalanciënniteit in A141B A142B Na 6 jaar schaalanciënniteit in A142B A143B Na 9 jaar schaalanciënniteit in A143B A144B § 2. De salarisschalen A141B, A142B, A143B en A144B worden toegevoegd als bijlage I bij dit besluit.
TITEL III. - Toelagen en vergoedingen HOOFDSTUK 1. - Toelage voor het presteren van overuren
Art. 8.Het personeelslid belast met exploitatietaken krijgt de mogelijkheid om tijdens de dalperioden overuren te compenseren, met dien verstande dat de tijdens de piekperioden opgebouwde overuren vanaf het tweehonderdste overuur ambtshalve worden bezoldigd. HOOFDSTUK 2. - Toelage voor het innen van scheepvaartrechten
Art. 9.Aan de personeelsleden, die uit hoofde van hun functie belast zijn met het innen van scheepvaartrechten of die de administratieve afhandeling ervan moeten uitvoeren, wordt een toelage voor het innen van scheepvaartrechten toegekend.
Deze toelage is niet cumuleerbaar met de toelage voor rekenplichtigen en de kastoelage (artikelen VII 48 en VII 49 van het Vlaams personeelsstatuut). Deze toelage is evenmin cumuleerbaar met de toelage voor het transport van geld of waardestukken (lijst van gevaarlijke-, ongezonde of hinderlijke werken).
Art. 10.Het bedrag van de in artikel 9 bedoelde toelage wordt vastgesteld als volgt : 1° aan de personeelsleden en hun vervangers die bestendig belast zijn met het innen van scheepvaartrechten : 30 euro (100 %) per maand 2° aan het sluispersoneel dat bij gelegenheid belast wordt met het innen van scheepvaartrechten : 88 euro (100%) per jaar.
Art. 11.§ 1. De in artikel 10, 1° bedoelde toelage wordt maandelijks na vervallen termijn uitgekeerd.
De in artikel 10, 2° bedoelde toelage wordt betaald in januari van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de prestaties werden verricht. § 2. Personeelsleden die slechts een gedeelte van het jaar de functie bedoeld in artikel 10, 2° uitoefenen, ontvangen de toelage pro rata het aantal maanden dat ze belast waren met het innen van de scheepvaartrechten. HOOFDSTUK 3. - Toelage voor gevaarlijke-, ongezonde of hinderlijke werken
Art. 12.§ 1. In afwijking op artikel VII 33 van het Vlaams personeelsstatuut wordt een toelage uitbetaald aan de personeelsleden die gevaarlijk-, ongezond- of hinderlijk werk verrichten. § 2. De lijst van gevaarlijke-, ongezonde- of hinderlijke werken wordt opgesomd in bijlage II bij dit besluit, waar tevens de eraan gekoppelde toelagen worden aangegeven. § 3. Deze toelagen worden eveneens toegekend voor werken die gelijkaardig zijn met deze opgesomd in § 2 van dit artikel. De vergelijkbaarheid van de werken wordt vastgesteld door het afdelingshoofd. De lijnmanager kan voor bepaalde terugkerende taken het aantal prestatieuren forfaitair bepalen, zonder het basisbedrag van de toelagen te verhogen. HOOFDSTUK 4. - Toelage voor het vervangen van de sluiswachter
Art. 13.Een toelage van 1,43 euro per uur (100 %) wordt toegekend aan de personeelsleden van de rang D1 of D2 die de leidinggevende supervisie over een kunstwerk waarnemen ter vervanging van de technisch hoofdassistenten (rang D3), op voorwaarde dat deze vervanging werd goedgekeurd door het afdelingshoofd én dit handelt over een periode van minstens 15 aaneensluitende dagen. HOOFDSTUK 5. - Toelage voor de bediening van een kunstwerk en de schermbediening
Art. 14.§ 1. Een jaarlijkse toelage van 195 euro (100 %) voor de bediening wordt toegekend aan het personeelslid dat regelmatig en doorlopend is aangesteld voor de bediening van een beweegbaar kunstwerk. § 2 De personeelsleden belast met het bedienen van meerdere kunstwerken tegelijk door middel van schermbediening en waarbij het zicht afhankelijk is van camera's, ontvangen een toelage die afhankelijk is van het aantal schepen met correctiefactor, voor het aantal kunstwerken en het aantal bedieningspersoneelsleden van de centrale bedieningseenheid.
Hierbij wordt volgende formule gehanteerd : het aantal kunstwerken bediend door de cluster/3 het aantal binnenvaartbegeleiders per ploeg indien groter of gelijk aan 3 Op deze breuk wordt een percentage forfaitair aantal uren toegepast op basis van het aantal schepen : Vanaf 5.000 schepen, bedraagt dit percentage 6,25 %;
Vanaf 10.000 schepen, bedraagt dit percentage 18,75 %;
Vanaf 20.000 schepen, bedraagt dit percentage 50,00 %.
De toelage wordt berekend op het betreffende percentage aan 0,25/1850 van het bruto jaarloon. HOOFDSTUK 6. - Interventietoelage
Art. 15.§ 1. De personeelsleden van de afdelingen Zeeschelde, Bovenschelde en -Zeekanaal die beschikken over een wachtdienst, belast met de permanente waarneming buiten de kantooruren voor zeer snelle interventie bij ongevallen, pannes of rampen en die permanent beschikbaar moet zijn om te interveniëren buiten de normale diensturen, genieten voor het beschikbaar zijn tussen 16 uur en 7.30 uur een toelage van 2/1850 van het bruto jaarloon per gepresteerde dag.
Indien de beschikbaarheid moet gegarandeerd worden op een zaterdag, zondag, wettelijke, decretale of erkende feestdag van 00.00 uur tot 24.00 uur, geniet het personeelslid bijkomend een toelage gelijk aan 2 3/4/1850 van het bruto jaarloon per gepresteerde dag. § 2. De lijnmanager duidt de personeelsleden aan die tot de wachtdienst behoren. § 3. De lijnmanager stelt jaarlijks de wachtregeling vast. § 4. De toelage is niet cumuleerbaar met de toelage zoals bedoeld in art. VII 28, §2 van het Vlaams personeelsstatuut (toelage voor prestaties buiten de normale arbeidstijd) en met de toelagen bedoeld in de artikelen VII 42 en VII 43 van het Vlaams personeelsstatuut (permanentietoelage en toelage voor ploegenarbeid). HOOFDSTUK 7. - Toelage motorist
Art. 16.De toelage voor motorist wordt toegekend aan het personeelslid dat voorbereidingen treft voor het tijdig uitvaren. Zij dienen in te staan voor de smering en het laten warmlopen van de motoren. Bovenop hun verloning ontvangen zij een toelage van 2,5 euro (100 %) per dag. HOOFDSTUK 8. - Cumul van de permanentietoelage en het voordeel van huisvesting/vervangende toelage
Art. 17.De personeelsleden, zoals nominatief opgenomen in bijlage III bij dit besluit, cumuleren de permanentietoelage met het voordeel van huisvesting of vervangende toelage. HOOFDSTUK 9.- Herstelvergoeding kledij
Art. 18.De personeelsleden die door de specificiteit van hun functie regelmatig schade lijden aan persoonlijke kledij die onder de werkkledij gedragen wordt, ontvangen een vergoeding van 7,5 euro (100 %). HOOFDSTUK 1 0. - Vergoeding voor het kuisen van het uniform
Art. 19.De personeelsleden die verplicht zijn een uniform te dragen en die zelf instaan voor het kuisen ervan, ontvangen een vergoeding van 7,5 euro (100 %) per maand. HOOFDSTUK 1 1. - Snelle verplaatsing naar de standplaats buiten de diensturen (verstoring)
Art. 20.§ 1. Het personeelslid dat zich occasioneel buiten de diensturen bij gebrek aan een ander vervoermiddel met gemotoriseerd privé-vervoer moet verplaatsen naar zijn vaste werkplaats, kan een tegemoetkoming bekomen die gelijk is aan de prijs van een treinticket 2e klas voor dezelfde afstand. § 2. Indien een dringende verplaatsing buiten de diensturen met de fiets gebeurt wordt de fietsvergoeding conform het VPS toegekend. Deze vergoeding is niet verschuldigd als de afstand minder dan 1 kilometer (heen- en terug) bedraagt. HOOFDSTUK 1 2. - Gemeenschappelijke bepaling
Art. 21.Het bedrag van de toelagen en vergoedingen vermeld in de bovenstaande artikelen van dit besluit, is gekoppeld aan de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig artikel VII 9 van het Vlaams personeelsstatuut. HOOFDSTUK 1 3. - Maaltijdcheques
Art. 22.§ 1. Aan de personeelsleden van het agentschap worden volgens de reglementaire bepalingen terzake maaltijdcheques toegekend. De werkgeversbijdrage bedraagt 4,91 euro en het aandeel van de werknemer bedraagt 1,09 euro .
Deze maaltijdcheques zijn niet cumuleerbaar met de regeling van de maaltijdcheques, bepaald in het sectoraal akkoord 2005-2007. § 2. Voor de berekening van de maaltijdcheques doet het agentschap een beroep op de alternatieve telling; het aantal maaltijdcheques dat het personeelslid ontvangt is gelijk aan het aantal effectief gepresteerde uren per kwartaal gedeeld door 7,6. HOOFDSTUK 1 4. - Ambtenaar op proef
Art. 23.De bepalingen omtrent de toelagen en vergoedingen zijn eveneens van toepassing op de ambtenaar op proef.
TITEL IV. - Algemene overgangs-, opheffings- en slotbepalingen
Art. 24.Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 houdende instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen wordt opgeheven.
Art. 25.De ambtenaar die bij het Ministerie van Openbare Werken, het voordeel geniet of genoten heeft, van het Koninklijk Besluit van 14 januari 1969 betreffende de productiviteitspremie ten gunste van de burgerlijke ingenieurs, blijft deze premie verder genieten volgens de modaliteiten en voorwaarden bepaald in voormeld Koninklijk Besluit van 14 januari 1969. De burgerlijke ingenieurs die op 1 januari 1995 overgedragen werden naar het agentschap genieten eveneens de premie onder dezelfde modaliteiten en voorwaarden als bepaald in voormeld Koninklijk Besluit.
Art. 26.Het personeelslid die titularis is van de graad van havenkapitein op datum van 1 juni 2007, wordt ingeschaald in salarisschaal A142B en heeft op dit ogenblik 3 jaren anciënniteit opgebouwd in deze salarisschaal.
Art. 27.§ De personeelsleden die verplaatsingen doen om de exploitatie van beweegbare kunstwerken te garanderen en die op 31 oktober 2005 de toelage voor de mobiele ploeg ontvingen, behouden deze toelage tot op het ogenblik dat ze de aan die functie verbonden verantwoordelijkheid niet meer dragen.
Art. 28.De in artikel 17 bedoelde personeelsleden genieten van dit cumul tot op het ogenblik dat ze de aan die functie verbonden verantwoordelijkheid niet meer dragen.
Art. 29.Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van : 1° artikel 17 dat uitwerking heeft met ingang van 1 november 2005.2° artikel 19 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2006.
Art. 30.De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 27 maart 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Mevr. H. CREVITS
BIJLAGE I SALARISSCHAAL HAVENKAPITEIN
Code
A141B
A142B
A143B
A144B
aantal
1/1 x 950
1/1 x 900
1/1 x 850
2/1 x 850
frequentie
1/1 x 850
2/1 x 850
2/1 x 900
1/1 x 900
bedrag
1/1 x 900
2/3 x 1.400
2/3 x 1.350
1/3 x 1.350
2/3 x 1.350
2/3 x 1.350
1/3 x 1.450
1/3 x 1.400
2/3 x 1.400
1/3 x 1.450
2/3 x 1.350
1/3 x 1.350
1/3 x 1.350
1/3 x 1.400
1/3 x 1.350
geldelijke anciënniteit
0
30.230
32.280
34.530
36.080
1
31.180
33.180
35.380
36.930
2
32.030
34.030
36.280
37.780
3
32.930
34.880
37.180
38.680
4
32.930
34.880
37.180
38.680
5
32.930
34.880
37.180
38.680
6
34.280
36.280
38.530
40.030
7
34.280
36.280
38.530
40.030
8
34.280
36.280
38.530
40.030
9
35.630
37.680
39.880
41.430
10
35.630
37.680
39.880
41.430
11
35.630
37.680
39.880
41.430
12
37.030
39.030
41.330
42.780
13
37.030
39.030
41.330
42.780
14
37.030
39.030
41.330
42.780
15
38.430
40.380
42.680
44.180
16
38.430
40.380
42.680
44.180
17
38.430
40.380
42.680
44.180
18
39.780
41.830
44.030
45.530
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtpositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Mevr. H. CREVITS
BIJLAGE II LIJST VAN GEVAARLIJKE-, ONGEZONDE- OF HINDERLIJKE WERKEN EN DE TOELAGEN DIE ER AAN ZIJN GEKOPPELD 1. Gevaarlijke werken a) Werken van burgerlijke bouwkunde
- afbraakwerken van gebouwen waarvan de stabiliteit in gevaar verkeert
25 %
- voor stukadoors- en voegwerk
a) plaatsen en wegnemen van stellingen vanaf 15 m.boven de grond
25 %
b) werken aan kroonlijsten op opgehangen ladders, loopplanken, stellingen en hangbruggen
10 %
- Voor de schilders, werken aan kroonlijsten met behulp van een haakladder genaamd « kroonlijstladder », bedoelde kroonlijst zijnde op minstens 15 m.van de grond
10 %
- Voor de loodgieters - zinkbewerkers; voor werken aan kroonlijsten op meer dan 15 m. boven de grond, voor zover de werklieden op hangladders werken, op opgehangen loopplanken, stellingen of hangbruggen
10 %
- Voor sleunwerken
25 %
b) Werken aan de hefbruggen
- Smeren en bijsmeren van de verschillende stalen kabels
33 %
- Monteren en demonteren van stellingen op 45 m.als voorbereiding op het smeren
45 %
- Herstellen of vernieuwen van de leirollen van de tegengewichten
40 %
- Herstellen van de kabelevenaars aan de stalen kabels
40 %
- Opgieten van kabelkousen
27 %
c) Transport van geld of waardestukken
- de ambtenaar die belast is met het vertransporteren met de wagen van geld en waardestukken
33 %
d) Transport langs trek- en jaagpaden - Aan de personeelsleden van de instelling van niveau B, C en D die met het besturen van een aan de instelling toebehorend voertuig langsheen trekwegen of jaagpaden worden belast, wordt een toelage voor transport langs trek- en jaagpaden toegekend, waarvan het bedrag op 2,5 EUR (100 %) per dag wordt vastgesteld.Als voorwaarde geldt dat dit enkel mogelijk is wanneer het transport in opdracht gebeurt. De maximum snelheid van 30 km/u én de richtlijnen van het bericht aan personeel nr. 10 (gebruik van jaagpaden bij W&Z) dienen ook steeds in acht te worden genomen. - Bij herhaalde fouten met schadegevolg te wijten aan het personeelslid, kan bij beslissing van de leidend ambtenaar gedurende maximum één jaar het voordeel van de toelage geheel of gedeeltelijk ontnomen worden. - Ingeval van zware fout met schadegevolg kan bij beslissing van de raad van bestuur de ambtenaar de volledige toelage verliezen, onverminderd de tussenkomst in het herstel van de schade. - De regeling is eveneens van toepassing op personeelsleden belast met het besturen van een vaartuig. - Deze toelage is niet cumuleerbaar met de regeling voor vrije huisvesting of de vervangende toelagen. 2. Ongezonde werken
- Werken met gasbrander of booglasser op metalen die werden geverfd, verzinkt of verlood
10 %
- Pistoolverven
10 %
- Stukadoren met pistool
10 %
- Ledigen van zakken cement in de betonmolen
12,5 %
- Verhandelen van losse cement zonder speciale installatie en wanneer het personeelslid werkelijk blootgesteld is aan cementstof
12,5 %
- Werken waar het personeelslid werkelijk in aanraking komt met in ontbinding zijnde organische stoffen, vervuild water, ongedierte, moeras, slijk, bijtende stoffen, stof of chemische dampen in gesloten ruimten. 25 %
- Ontstoppen van riolen in gebouwen
50 %
- Drenken van hout met bijtende producten en/of verwerken van hout dat zo werd behandeld
15 %
- Verwijderen van drijvende voorwerpen uit het kanaal
25 %
- Sproeien van chemische stoffen
10 %
3. Hinderlijke of moeilijke werken
- Werken in de caissons van de sluisdeuren in dienst of buiten dienst voor herstelling
50 %
- Herstellingswerken in de kamers voor de tegengewichten
25 %
- Hanteren van breekhamer, mechanische stamper, luchtdrukhamer
10 %
- Werken langs buiten uitgevoerd aan het onderste vlak van buiten dienst gestelde sluisdeuren
30 %
- Schilderen van het raamwerk der hefbrugportieken
27 %
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Mevr. H. CREVITS
BIJLAGE III PERSONNEELSLEDEN MET CUMUL van permanentietoelage en voordeel van huisvesting
Personeelslid
Personeelsnummer
Aelgoet Jean
2974
Bellekens James
3227
Blomme Peter
3083
Bossuyt Emmanuel
3009
Bosteels Paul
3223
Boutte Christ
2926
Buyst Erik
3051
Cailliez danny
2924
Clijsters Gerard
2920
Cornelis Benny
3162
Coysman Ivan
3010
De Petter Daniel
3014
De Rycke Geert
3275
Debruyne Dino
2946
Demolder Danny
3080
Fockenoy Edwin
3011
Ingelbrechts Sylvie
3195
Martens Fransiscus
2758
Neels Johan
2927
Pieters Norbert
2963
Simons Aloysius
2737
Sinnaeve Philippe
3046
Tytgat Bruno
3062
Van Loo François
2908
Vande Plassche Filip
3127
Vanheste Gerard
3039
Vanlancker Bart
3216
Verbruggen Jean-Pierre
2937
Vercruysse Patrick
2923
Verhaeghe Georges
2770
Vervoort Edwin
2861
Wyffels Frans
2826
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Mevr. H. CREVITS