Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 06 maart 2020
gepubliceerd op 07 april 2020

Besluit van de Vlaamse Regering over de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap De Vlaamse Waterweg, naamloze vennootschap van publiek recht

bron
vlaamse overheid
numac
2020030528
pub.
07/04/2020
prom.
06/03/2020
ELI
eli/besluit/2020/03/06/2020030528/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 MAART 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering over de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap De Vlaamse Waterweg, naamloze vennootschap van publiek recht


Rechtsgrond(en) Dit besluit is gebaseerd op : -artikel III.23 van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet sluiten Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld : - De raad van bestuur van de Vlaamse Waterweg nv heeft advies gegeven op 13 maart 2019. - De Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, heeft zijn akkoord gegeven op 30 april 2019. - De inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 6 mei 2019. - Het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest heeft protocol 387.1232 gesloten op 20 december 2019. - De Raad van State, heeft advies 66.912/3, gegeven op 17 februari 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving : - het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 14/12/2007 pub. 28/03/2008 numac 2008200906 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap De Scheepvaart. - Addendem type besluit van de vlaamse regering prom. 14/12/2007 pub. 24/01/2008 numac 2008035071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Scheepvaart sluiten houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Scheepvaart. - het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035309 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht sluiten houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht. - het decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 31/01/2017 numac 2017010169 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse maatregelen inzake de herstructurering van Waterwegen en Zeekanaal NV van publiek recht en nv De Scheepvaart van publiek recht sluiten houdende diverse maatregelen inzake de herstructurering van Waterwegen en Zeekanaal NV van publiek recht en nv De Scheepvaart van publiek recht.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Met behoud van de toepassing van de bepalingen van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 is dit besluit van toepassing op het personeel van De Vlaamse Waterweg nv.

Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder agentschap : De Vlaamse Waterweg. HOOFDSTUK 2. - Bepalingen over de graad van havenkapitein

Art. 3.De graad van havenkapitein behoort tot het niveau A, rang A1.

De functionele loopbaan is als volgt : 1° van A141B naar A142B 2° van A142B naar A143B 3° van A143B naar A144B Art.4. De graad van havenkapitein kan enkel worden verworven met een vergelijkend aanwervingsexamen en de bijzondere voorwaarden zoals vermeld in bijlage 4 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

Art. 5.Aan de hierna vermelde graad van havenkapitein wordt de salarisschaal verbonden die overeenkomt met de ernaast vermelde lettercijfercode : Havenkapitein . . . . . A141B Na 6 jaar schaalanciënniteit in A141B . . . . . A142B Na 6 jaar schaalanciënniteit in A142B . . . . . A143B Na 9 jaar schaalanciënniteit in A143B . . . . . A144B De salarisschalen A141B, A142B, A143B en A144B zijn opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 3. - Toelagen en vergoedingen Afdeling 1. - Bepalingen over de cluster scheepvaartbegeleiding

Art. 6.§ 1.De personeelsleden die een bekwaamheidscertificaat van River Information Services (RIS) hebben en die de taak van RIS op zich nemen, krijgen een maandelijkse toelage van 75 euro (100 %).

In de toelage vermeld in het eerste lid, is een forfaitair aantal uren vervat voor de beschikbaarheid buiten de diensturen voor 500 uur per jaar. Extra uren worden vergoed tegen een uurtarief van 1 euro (100 %). Het aantal extra uren wordt beperkt tot maximaal 500 per jaar, zodat het totale aantal uren per personeelslid voor de beschikbaarheid buiten de diensturen begrensd wordt tot 1000 uur per jaar. Het aantal uren beschikbaarheid buiten de diensturen per shift bedraagt vier uur, namelijk twee uur vóór en twee uur na het beginuur van de shift. § 2. De toelage, vermeld in paragraaf 1, wordt uitgekeerd in de maand die volgt op de maand waarin het personeelslid, vermeld in paragraaf 1, slaagt voor de test om een bekwaamheidscertificaat RIS te krijgen.

Art. 7.§ 1. De personeelsleden die instaan voor de bediening van een of meer beweegbare kunstwerken en ingepland zijn in een volwaardig werkrooster, krijgen een maandelijkse toelage van 120 euro (100 %).

In de toelage, vermeld in het eerste lid, is een forfaitair aantal uren vervat voor de beschikbaarheid buiten de diensturen voor 500 uur per jaar. Extra uren worden vergoed tegen een uurtarief van 1 euro (100 %). Het aantal extra uren wordt beperkt tot maximaal 500 per jaar, zodat het totale aantal uren per personeelslid voor de beschikbaarheid buiten de diensturen begrensd wordt tot 1000 uur per jaar. Het aantal uren beschikbaarheid buiten de diensturen per shift bedraagt vier uur, namelijk twee uur vóór en twee uur na het beginuur van de shift. § 2. Als personeelsleden door operationele omstandigheden de grens van 1000 uur beschikbaarheid buiten de diensturen, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, hebben overschreden, kan de operationeel directeur bij gemotiveerde beslissing toestaan om de supplementaire uren ook tegen een uurtarief van 1 euro (100 %) te vergoeden. § 3. De toelage, vermeld in paragraaf 1, wordt verminderd tot een toelage van 45 euro voor de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, die het voordeel van een vrije woonst genieten of de vervangende toelage ontvangen conform artikel VII 56 en VII 57 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

Art. 8.§ 1. De personeelsleden die een bekwaamheidscertificaat scheepvaartbegeleiding hebben en die instaan voor de bediening op een afstandsbedieningscentrale, krijgen een maandelijkse toelage van 150 euro (100 %). § 2. Er is sprake van een afstandsbedieningscentrale als vermeld in paragraaf 1, als die centrale beantwoordt aan ten minste vier van de volgende acht criteria : 1° er zijn in totaal twintig beweegbare bruggen of sluizen.Met sluis wordt een sluiskolk bedoeld. Een sluizencomplex dat bestaat uit twee sluiskolken die naast elkaar liggen, telt voor twee. Beide kolken worden immers gelijktijdig gebruikt. Het moet gaan over operationele sluiskolken. Een sluiskolk met tussendeuren telt maar als één kolk en niet als twee. Een brug die onmiddellijk op- of afwaarts een sluis ligt, wordt meegeteld als twee kunstwerken, dus brug en sluis; 2° er zijn een of meer kruisende waterwegen aanwezig, met uitzondering van een vaargeul naar jachthavens, insteekdokken of andere niet-gebruikte vaargeulen; 3° er zijn 50.000 bedieningscycli per jaar van de kunstwerken, vermeld in punt 1°. Als een drempel van 100.000 wordt gehaald, telt dit criterium dubbel. Eén cyclus voor een brug bevat alle handelingen die nodig zijn om de brug uit gesloten toestand voor scheepvaart te openen voor scheepvaart en opnieuw te sluiten. Eén cyclus voor een sluis bestaat uit alle handelingen die nodig zijn om een schip van af- naar opwaarts te laten varen of van op- naar afwaarts. Ook een lege schutting wordt beschouwd als één cyclus; 4° er is een combinatie van beroeps- en pleziervaart, waarbij elke groep ten minste 20 % van het totaal vertegenwoordigt;5° er is een verschil tussen minimum- en maximumdebiet met minstens een factor 20 op jaarbasis of er zijn getijdenvensters bij minstens één sluis van de centrale aanwezig;6° er is een combinatie van beweegbare bruggen en sluizen, waarbij elk type ten minste 20 % van het totaal vertegenwoordigt;7° gedurende 80 % van de dagen per jaar worden minstens tien keer per dag verschillende beroepsschepen in dezelfde kolk geschut;8° er is geen inplaatsstelling van een VTS-operator. In de toelage, vermeld in paragraaf 1, is een forfaitair aantal uren vervat voor de beschikbaarheid buiten de diensturen voor 500 uur per jaar.

Extra uren worden vergoed tegen een uurtarief van 1 euro (100 %). Het aantal extra uren wordt beperkt tot maximaal 500 per jaar, zodat het totale aantal uren per personeelslid voor de beschikbaarheid buiten de diensturen begrensd wordt tot 1000 uur per jaar. Het aantal uren beschikbaarheid buiten de diensturen per shift bedraagt vier uur, namelijk twee uur vóór en twee uur na het beginuur van de shift. § 3. De toelage, vermeld in paragraaf 1, wordt uitgekeerd in de maand die volgt op de maand waarin het personeelslid, vermeld in paragraaf 1, slaagt voor de test om een bekwaamheidscertificaat scheepvaartbegeleiding te krijgen.

Art. 9.§ 1. De personeelsleden die een bekwaamheidscertificaat VTS hebben en die instaan voor Vessel Traffic Services op een afstandsbedieningscentrale als vermeld in artikel 8, § 2, krijgen een maandelijkse toelage van 250 euro (100 %).

In de toelage, vermeld in het eerste lid, is een forfaitair aantal uren vervat voor de beschikbaarheid buiten de diensturen voor 500 uur per jaar. Extra uren worden vergoed tegen een uurtarief van 1 euro (100 %). Het aantal extra uren wordt beperkt tot maximaal 500 per jaar, zodat het totale aantal uren per personeelslid voor de beschikbaarheid buiten de diensturen begrensd wordt tot 1000 uur per jaar. Het aantal uren beschikbaarheid buiten de diensturen per shift bedraagt vier uur, namelijk twee uur vóór en twee uur na het beginuur van de shift. § 2. De toelage, vermeld in paragraaf 1, wordt uitgekeerd in de maand die volgt op de maand waarin het personeelslid, vermeld in paragraaf 1, slaagt voor de test om een bekwaamheidscertificaat VTS te krijgen.

Art. 10.Een personeelslid dat een bufferfunctie uitoefent, krijgt een maandelijkse toelage van 50 euro (100 %).

De toelage is cumuleerbaar met de toelagen, vermeld in artikel 7 en 8. Afdeling 2. - Bepalingen over de cluster wacht en beschikbaarheid

Art. 11.De personeelsleden die deel uitmaken van de wachtdienst en die beschikbaar moeten zijn buiten de diensturen, ontvangen een maandelijkse toelage die berekend wordt op de volgende wijze : per uur wacht, begrensd tot 260 uur per maand, geldt een uurtarief van 1 euro (100 %).

De lijnmanager wijst de personeelsleden aan die tot de wachtdienst, vermeld in het eerste lid, behoren en stelt de wachtregeling vast.

Art. 12.De personeelsleden die ingepland staan voor de strooidienst tijdens de vaste strooiperiode die loopt van 1 december tot en met de laatste dag van februari, ontvangen een maandelijkse toelage die berekend wordt op de volgende wijze : per drie uur beschikbaarheid geldt een tarief van 8 euro (100 %).

Het personeelslid, vermeld in het eerste lid, krijgt de toelage alleen voor de ochtendshift van 3 uur die voorafgaat aan en aansluit op het begin van de werktijd die van toepassing is. Afdeling 3. - Bepalingen over de cluster gevaarlijke, ongezonde en

hinderlijke werken

Art. 13.§ 1. De personeelsleden die gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke werken verrichten als vermeld op de lijst, die is opgenomen in bijlage 7 bij het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, ontvangen daarvoor een toelage. § 2. De personeelsleden die op regelmatige basis werken als vermeld in paragraaf 1, verrichten, worden ingedeeld in de volgende drie profielen en ontvangen het bijbehorende forfait als maandtoelage : 1° profiel 1 : 66,50 euro (100 %);2° profiel 2 : 99,75 euro (100 %);3° profiel 3 : 133,00 euro (100 %). De profielen, vermeld in het eerste lid, met de daarin vermelde werkzaamheden zijn opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. § 3. De personeelsleden die de werken, vermeld in paragraaf 1, occasioneel verrichten, en niet vallen onder de toepassing van paragraaf 2, ontvangen een toelage van 2,10 euro (100 %) per werkelijk gepresteerd uur. § 4. De operationeel directeur of zijn plaatsvervanger kan op basis van een monitoring gedurende een periode van ten minste zes maanden en na evaluatie van de gegevens die op die wijze worden verzameld, beslissen om een functiegroep van personeelsleden die ressorteren onder de toepassing van paragraaf 3, aan een profiel als vermeld in paragraaf 2, toe te wijzen dan wel een functiegroep die ressorteert onder een bepaald profiel als vermeld in paragraaf 2, toe te wijzen aan een ander profiel als vermeld in paragraaf 2. Afdeling 4. - Een toelage voor overuren

Art. 14.Het personeelslid dat met exploitatietaken belast is, krijgt de mogelijkheid om tijdens de dalperioden overuren te compenseren, waarbij de overuren die tijdens de piekperioden zijn opgebouwd, vanaf het tweehonderdste overuur ambtshalve worden bezoldigd. Afdeling 5. - Snelle verplaatsing naar de standplaats buiten de

diensturen (verstoring)

Art. 15.Het personeelslid dat zich occasioneel buiten de diensturen bij gebrek aan een ander vervoermiddel met gemotoriseerd privévervoer moet verplaatsen naar zijn vaste werkplaats, kan een tegemoetkoming krijgen die gelijk is aan de prijs van een treinkaartje tweede klas voor dezelfde afstand.

Als het personeelslid voor een dringende verplaatsing buiten de diensturen de fiets gebruikt, wordt een fietsvergoeding toegekend conform het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006. Die fietsvergoeding is niet verschuldigd als de afstand minder dan één kilometer heen en terug bedraagt. HOOFDSTUK 4. - Overgangsmaatregelen Afdeling 1. - Maatregelen voor de cluster scheepvaartbegeleiding

Art. 16.§ 1. Een personeelslid van het voormalige agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV krijgt een maandelijkse toelage van 135 euro (100 %) voor de bediening van een kunstwerk.

In de toelage, vermeld in het eerste lid, is een forfaitair aantal uren vervat voor de beschikbaarheid buiten de diensturen voor 500 uur per jaar. Extra uren worden vergoed tegen een uurtarief van 0,3571 euro (100 %). Het aantal extra uren wordt beperkt tot maximaal 500 per jaar, zodat het totale aantal uren per binnenvaartbegeleider voor de beschikbaarheid buiten de diensturen begrensd wordt tot 1000 uur per jaar. Het aantal uren beschikbaarheid buiten de diensturen per shift bedraagt vier uur, namelijk twee uur vóór en twee uur na het beginuur van de shift. § 2. Als blijkt dat personeelsleden door operationele omstandigheden de grens van 1000 uur beschikbaarheid buiten de diensturen, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, hebben overschreden, kan de operationeel directeur of zijn plaatsvervanger bij gemotiveerde beslissing toestaan om de supplementaire uren ook tegen een uurtarief van 0,3571 euro (100 %) te vergoeden.

De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, die vanaf 1 januari 2018 de uren boven de 1000 uur beschikbaarheid hebben gepresteerd, hebben recht op de retroactieve uitbetaling ervan. § 3. De personeelsleden van het voormalige agentschap Waterwegen en Zeekanaal die een dienstwoning hebben en die een gereduceerd forfait van 20 euro of 45 euro (100 %) krijgen, behouden dat, op voorwaarde dat ze niet onder de toepassing van artikel 29, 1°, van dit besluit vallen. § 4. De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, kunnen de keuze maken om over te stappen naar de toelage van 120 euro (100 %), vermeld in artikel 7 van dit besluit. Deze keuze is onherroepelijk.

Art. 17.§ 1. De personeelsleden van het voormalige agentschap Waterwegen en Zeekanaal, van wie het berekende brutojaarbedrag met toepassing van het forfaitaire bedrag van 135 euro per maand lager is dan het samengestelde brutojaarbedrag van de toelagen, vermeld in paragraaf 2, die in het referentiejaar zijn uitgekeerd, doen een schriftelijk verzoek om de oude toelagen vermeld in paragraaf 2, te behouden. Als ze geen schriftelijk verzoek indienen, vallen die personeelsleden onmiddellijk en automatisch terug op het maandelijkse forfaitaire bedrag van 135 euro (100 %). In de maand januari van elk nieuw kalenderjaar kunnen de personeelsleden in kwestie een wijziging naar het forfaitaire systeem aanvragen. Die overgang gaat in tijdens de maand die volgt op de maand waarin het personeelslid het verzoek doet, en is onherroepelijk.

In de volgende gevallen verliezen de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, het recht, vermeld in het eerste lid : 1° bij een verhoging van graad, behalve als ze er bij een bevordering toch financieel op achteruit zouden gaan;2° bij een wijziging van standplaats op verzoek van de betrokkene zelf. § 2. In de eerste paragraaf wordt verstaan onder toelagen : 1° de toelage innen van scheepvaartrechten, vermeld in artikel 20 van dit besluit;2° de toelage gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke werken, vermeld in artikel 13 van dit besluit;3° de toelage bediening van een kunstwerk, vermeld in artikel 21 en 22 van dit besluit;4° de toelage schermbediening, vermeld in artikel 23 van dit besluit;5° de vrije woonst en de vervangende toelage, vermeld in artikel VII 56 en VII 57 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, met uitzondering van het geval, vermeld in paragraaf 4 van dit artikel;6° de permanentietoelage, vermeld in artikel VII 42 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

Art. 18.De personeelsleden die aan al de volgende voorwaarden voldoen, krijgen de toelagen, vermeld in het tweede lid : 1° ze werken op het grondgebied van het voormalige agentschap De Scheepvaart;2° ze staan in voor de bediening van een kunstwerk;3° ze zijn niet ingepland in een volwaardig werkrooster;4° ze verrichten de prestaties in kwestie;5° ze voldoen aan de toepassingsvoorwaarden voor de toelage in kwestie. In het eerste lid wordt verstaan onder toelagen : 1° de toelage elektrische bediening, vermeld in artikel 22 van dit besluit;2° de toelage innen van scheepvaartrechten, vermeld in artikel 20 van dit besluit;3° de toelage pleziervaart, vermeld in artikel 26 van dit besluit;4° de vrije woonst of de vervangende toelage, vermeld in artikel VII 56 en VII 57 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006;5° de permanentietoelage, vermeld in artikel VII 42 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

Art. 19.De personeelsleden die in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2019 een of meer kunstwerken bedienen in een van de volgende gevallen en die prestaties uitvoeren in overeenstemming met de werkorganisatie in kwestie, ontvangen een verrekening in plus als ze : 1° als nieuw in dienst genomen personeelslid werken op het grondgebied van het voormalige Waterwegen en Zeekanaal NV;2° overgeplaatst zijn als gevolg van een standplaatswijziging van het grondgebied van het voormalige nv De Scheepvaart naar het voormalige Waterwegen en Zeekanaal NV. De verrekening, vermeld in het eerste lid, bestaat uit het verschil in het totale bedrag tussen enerzijds het bedrag van de toelage, vermeld in artikel 16, en anderzijds de toelagen die het personeelslid heeft ontvangen met toepassing van artikel 18.

Art. 20.Personeelsleden die op grond van hun functie scheepvaartrechten innen of die de scheepvaartrechten administratief afhandelen, krijgen een toelage om scheepvaartrechten te innen.

Het bedrag van de toelage wordt vastgesteld op de volgende wijze : 1° aan de personeelsleden en hun vervangers die bestendig belast zijn met het innen van scheepvaartrechten : 30 euro (100 %) per maand;2° aan het sluispersoneel dat bij gelegenheid belast wordt met het innen van scheepvaartrechten : 88 euro (100 %) per jaar.

Art. 21.De personeelsleden van het voormalige agentschap Waterwegen en Zeekanaal krijgen een jaarlijkse toelage van 195 euro (100 %) om een beweegbaar kunstwerk te bedienen.

Art. 22.Het personeelslid dat op het grondgebied van het voormalige agentschap De Scheepvaart werkt en dat regelmatig en doorlopend is aangesteld om een elektrisch bediend kunstwerk te bedienen, krijgt daarvoor een jaarlijkse toelage van 195 euro (100 %).

Het personeelslid dat als aangestelde plaatsvervanger de elektrische kunstwerken, vermeld in het eerste lid, bedient, krijgt een bedrag van 1,1 euro (100 %) per dag.

Art. 23.De personeelsleden die de scheepvaart begeleiden door middel van schermbediening, waarbij het zicht afhankelijk is van camera's, ontvangen een toelage die afhankelijk is van het aantal schepen met een correctiefactor voor het aantal kunstwerken en het aantal bedieningspersoneelsleden van de centrale bedieningseenheid.

De correctiefactor, vermeld in het eerste lid, wordt berekend met de volgende formule : 1° het aantal kunstwerken dat bediend wordt door de cluster, gedeeld door drie;2° het aantal binnenvaartbegeleiders per ploeg als dat aantal groter is dan of gelijk is aan drie. Op de breuk wordt een percentage forfaitair aantal uren toegepast op basis van het aantal schepen : 1° vanaf 5000 schepen bedraagt dat percentage 6,25 %; 2° vanaf 10.000 schepen bedraagt dat percentage 18,75 %; 3° vanaf 20.000 schepen bedraagt dat percentage 50,00 %.

De toelage wordt berekend op het percentage, vermeld in het derde lid, tegen 0,25/1850 van het brutojaarloon.

Art. 24.De VTS-operatoren van het voormalige agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV, waarvan het berekende brutojaarbedrag met toepassing van het forfaitaire bedrag van 250 euro per maand, vermeld in artikel 9 van dit besluit, lager is dan het samengestelde brutojaarbedrag van de toelagen die in het referentiejaar zijn uitgekeerd, namelijk de toelage, vermeld in artikel 23 van dit besluit, en de permanentietoelage, vermeld in artikel VII 42 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, kunnen ervoor kiezen om de voormelde toelagen te behouden.

Als de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, geen schriftelijk verzoek indienen, vallen ze onmiddellijk en automatisch terug op het maandelijkse forfait van 250 euro (100 %).

In de maand januari van elk kalenderjaar kunnen de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, een wijziging naar het forfaitaire systeem aanvragen. Die overgang gaat in tijdens de maand die volgt op de maand waarin het personeelslid het verzoek deed, en is onherroepelijk.

Art. 25.De personeelsleden die zijn opgenomen in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd, cumuleren de permanentietoelage met het voordeel van huisvesting of vervangende toelage.

Voor de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, is die cumul mogelijk tot op het ogenblik dat ze de verantwoordelijkheid die aan de functie verbonden is, niet meer dragen.

Art. 26.De personeelsleden die op het grondgebied van het voormalige agentschap De Scheepvaart werken en die op vrijwillige basis instaan voor de bediening van de sluizen voor de pleziervaart op zon- en feestdagen in de periode die de raad van bestuur jaarlijks vaststelt, en die niet ingepland zijn in een volwaardig rooster, krijgen een forfaitaire toelage voor pleziervaart.

De toelage bedraagt : 1° 500 euro (100 %) of 250 euro (100 %) per sluis, te verdelen tussen de personeelsleden die volgens het aantal gepresteerde uren voor de bediening van de sluizen instaan;2° 250 euro (100 %) of 125 euro (100 %) voor de personeelsleden die aangesteld zijn om toezicht te houden op de zondagsscheepvaart voor de sluizen. De bedragen van de toelage, vermeld in het tweede lid, 1° en 2°, zijn niet cumuleerbaar.

De toelage wordt jaarlijks uitgekeerd na de periode die de raad van bestuur vaststelt.

Art. 27.De personeelsleden die werken in shiften van twaalf uur, waarbij elf uur gewerkt wordt met een betaalde middagpauze van een uur, krijgen een toelage voor dat uur pauze.

De toelage is gelijk aan 1/1850 per uur.

Het uur pauze geeft geen recht op de toekenning van een maaltijdcheque.

Art. 28.§ 1. Het personeelslid dat een andere functie moet opnemen in het kader van de overgang naar de nieuwe corridororganisatie en daardoor geen toelage voor scheepvaartbegeleiding meer ontvangt, ontvangt een maandelijkse toelage conform paragraaf 3.

Het personeelslid, vermeld in het eerste lid, komt alleen in aanmerking voor die toelage als hij alle voorafgaande begeleidende maatregelen heeft benut. § 2. De toelage kan pas worden uitbetaald aan het personeelslid na een gemotiveerde beslissing van de operationeel directeur of zijn plaatsvervanger. § 3. De toelage wordt berekend op de volgende wijze : 1° de eerste maand na de opname van de nieuwe functie en gedurende het eerste jaar na de opname van de nieuwe functie : een maandelijkse toelage die evenveel bedraagt als de toelage die het personeelslid ontving in zijn vorige functie;2° het tweede jaar na de opname van de nieuwe functie : een maandelijkse toelage van 115 euro (100 %);3° het derde jaar na de opname van de nieuwe functie : een maandelijkse toelage van 100 euro (100 %);4° het vierde jaar na de opname van de nieuwe functie : een maandelijkse toelage van 75 euro (100 %);5° het vijfde jaar na de opname van de nieuwe functie : een maandelijkse toelage van 50 euro (100 %);6° het zesde jaar na de opname van de nieuwe functie : een maandelijkse toelage van 25 euro (100 %).

Art. 29.Het beschikbaar stellen van dienstwoningen wordt geleidelijk afgebouwd conform de volgende regels : 1° de personeelsleden die geen prestaties voor passieve bewaking of geen andere tegenprestatie meer verrichten om een woning ter beschikking te krijgen, kunnen gedurende vijf jaar nadat de vereiste prestatie beëindigd is, de woning blijven behouden, maar ontvangen tijdens die overgangsperiode geen toelage als vermeld in artikel 7, 8 en 9;2° bij mutatie op eigen verzoek vervalt het recht op een dienstwoning;3° bij bevordering tot D3 vervalt het recht op een dienstwoning, behalve als de functiebeschrijving de taak van passieve bewaking omvat;4° nadat het recht op een dienstwoning vervallen is, kan de bewoner een voorkeursrecht verkrijgen om de woning in huur of in pacht te nemen tegen een marktconform tarief. Afdeling 2. - Maatregelen voor de cluster gevaarlijke, ongezonde of

hinderlijke werken

Art. 30.In afwijking van artikel 13 gelden de volgende overgangsbepalingen voor de personeelsleden van het voormalige agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV : 1° de personeelsleden die op 31 december 2019 in een profiel als vermeld in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, zijn ingedeeld, behouden de volgende toelagen voor de volgende profielen : a) profiel 1 : 80,43 euro (100 %);b) profiel 2 : 120,65 euro (100 %);c) profiel 3 : 160,87 euro (100 %);2° de personeelsleden die op 1 januari 2020 een uurtoelage van 2,54 euro (100 %) per werkelijk gepresteerd uur ontvangen en die werken die recht geven op een toelage voor gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke werken, occasioneel verrichten, behouden dat uurtarief;3° de personeelsleden, vermeld in de lijst, die is opgenomen in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd, ontvangen een forfaitaire toelage van 25% van het uurloon, die wordt uitbetaald volgens het percentage van de arbeidstijd dat in die lijst is opgenomen.Voor de personeelsleden die daarvoor aangewezen zijn, wordt voorzien in een getrapt afbouwsysteem. De personeelsleden ontvangen de toelage tot ze de vermelde functie en graad bekleden, tot maximaal 31 december 2022.

Tijdens die overgangsperiode hebben de personeelsleden de keuze om jaarlijks in de maand januari over te stappen naar de toelage, vermeld in artikel 13. Die keuze is onherroepelijk; 4° de personeelsleden die niet in de lijst zijn vermeld, die is opgenomen in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd, en die niet onder de toepassing van artikel 13, § 2, vallen, komen in aanmerking voor de toelage voor transport langs trek- en jaagpaden voor een periode tot maximaal 31 december 2022.Het gaat om personeelsleden van niveau B, C of D die in opdracht van De Vlaamse Waterweg een dienst- of poolwagen of vaartuig langs trekwegen of jaagpaden besturen. Ze ontvangen een toelage van 2,5 euro (100 %) per dag. Bij herhaalde fouten met schadegevolg dat aan het personeelslid te wijten is, kan bij beslissing van de lijnmanager gedurende maximaal één jaar het voordeel van de toelage volledig of gedeeltelijk worden ontnomen. In geval van een zware fout met schadegevolg kan bij beslissing van de raad van bestuur het personeelslid de volledige toelage verliezen, onverminderd de tegemoetkoming in het herstel van de schade.

Art. 31.De personeelsleden die op 1 januari 2020 nog niet in profielen zijn ingedeeld doordat voldoende empirische data daarvoor ontbreken, kunnen bij beslissing van de gedelegeerd bestuurder in een profiel worden ingedeeld.

Als de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, niet in een profiel worden ingedeeld, vallen ze terug op het stelsel van de aanvraag, vermeld in artikel 13, § 3.

Tot de beslissing van de gedelegeerd bestuurder, vermeld in het eerste lid, kunnen de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, een beroep doen op de reglementering die van toepassing is op 31 december 2019, en op de lijst van gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke werken die opgenomen is in bijlage 7 bij het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

Art. 32.De personeelsleden die een toelage voor gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke werken ontvangen conform het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, meer bepaald artikel VII 33, behouden die toelage als ze blijven voldoen aan de modaliteiten en de voorwaarden, vermeld in het voormelde besluit.

Art. 33.Het personeelslid van het voormalige agentschap Waterwegen en Zeekanaal krijgt de toelage motorist als dat personeelslid voorbereidingen treft om tijdig uit te varen door de motoren te smeren en te laten warmlopen.

De personeelsleden, vermeld in het eerste lid, krijgen boven op hun loon een toelage motorist van 2,5 euro (100 %) per dag. Afdeling 3. - Productiviteitspremie

Art. 34.Het personeelslid dat het voordeel geniet of genoten heeft van het koninklijk besluit van 14 januari 1969 betreffende de productiviteitspremie ten gunste van de burgerlijke ingenieurs bij het Ministerie van Openbare Werken, krijgt die premie conform de modaliteiten en voorwaarden, vermeld in het voormelde besluit. De burgerlijk ingenieurs die sinds 30 juni 2004 zijn overgedragen aan het agentschap, krijgen die premie ook onder dezelfde modaliteiten en voorwaarden, vermeld in het voormelde besluit. HOOFDSTUK 5. - Cumulbepalingen

Art. 35.Het personeelslid dat een toelage krijgt als vermeld in de linkerkolom van de volgende tabel, komt niet in aanmerking voor de toelagen, vermeld in de rechterkolom van de volgende tabel, en vice versa.

cluster scheepvaartbegeleiding

toelage RIS (artikel 6 van dit besluit)

permanentietoelage artikel VII 42 VPS

toelage vrije woonst of vervangende toelage (artikel VII 56 en 57 VPS)

toelage onregelmatige prestaties wachters der waterwegen (artikel VII 58 VPS)

toelage bediening een of meer beweegbare kunstwerken tegen 120 euro (artikel 7 van dit besluit)


toelage gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke werken (artikel 13 van dit besluit)

toelage pleziervaart (artikel 26 van dit besluit)

toelage bediening van een kunstwerk ex-DS (artikel 22 van dit besluit)

toelage bediening van een kunstwerk ex-W&Z (artikel 16)

toelage schermbediening (artikel 23 van dit besluit)

toelage vrije woonst of vervangende toelage (artikel VII 56 en 57 VPS)

permanentietoelage, artikel VII 42 VPS

toelage rekenplichtigen en kastoelage artikel VII 48 VPS

toelage bediening afstandsbedieningscentrale (artikel 8 van dit besluit)

toelage bediening afstandsbedieningscentrale tegen 150 euro (artikel 8)

toelage innen van scheepvaartrechten (artikel 20 van dit besluit)

toelage gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke werken (artikel 13 van dit besluit)

toelage pleziervaart (artikel 26 van dit besluit)

toelage bediening van een kunstwerk ex-DS (artikel 22 van dit besluit)

toelage bediening van een kunstwerk ex-W&Z (artikel 16 van dit besluit)

toelage schermbediening (artikel 23 van dit besluit)

toelage vrije woonst of vervangende toelage (artikel VII 56 en 57 VPS)

permanentietoelage, artikel VII 42 VPS

toelage rekenplichtigen en kastoelage VII 48 VPS

toelage VTS (artikel 9)

toelage innen van scheepvaartrechten (artikel 20 van dit besluit)

toelage gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke werken (artikel 13 van dit besluit)

toelage pleziervaart (artikel 26 van dit besluit)

toelage bediening van een kunstwerk ex-DS (artikel 21 van dit besluit)

toelage bediening van een kunstwerk ex-W&Z (artikel 16 van dit besluit)

toelage schermbediening (artikel 23 van dit besluit)

toelage vrije woonst of vervangende toelage (artikel VII 56 en 57 VPS)

permanentietoelage (artikel VII 42 VPS)

buffertoelage (artikel 10)

toelage VTS (artikel 9 van dit besluit)

cluster wacht en beschikbaarheid

wachttoelage (artikel 11)

permanentietoelage (artikel VII 42 VPS)

verstoringstoelage (artikel VII 29 VPS)

vrije woonst of vervangende toelage (artikel VII 56 en 57 VPS)

toelage onregelmatige prestaties wachters der waterwegen (artikel VII 58 VPS)

toelage beschikbaarheid strooidienst (artikel 12)

permanentietoelage (artikel VII 42 VPS)

verstoringstoelage (artikel VII 29 VPS)

vrije woonst of vervangende toelage (artikel VII 56 en 57 VPS)

toelage onregelmatige prestaties wachters der waterwegen (artikel VII 58 VPS)

wachttoelage (artikel 11 van dit besluit)

cluster gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke werken

toelage gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke werken (artikel 13)

gevaartoelage (artikel VII 33 VPS)

toelage als forfait (artikel 13, § 2)

uurtarief (artikel 13, § 3 van dit besluit)

toelage voor overuren (artikel 14)

toelage voor prestaties buiten de normale arbeidstijd (artikel VII 28 VPS)

overgangsbepalingen

toelage bediening kunstwerk ex-W&Z (artikel 16)

toelage bediening een of meer beweegbare kunstwerken tegen 120 euro (artikel 7 van dit besluit)

toelage gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke werken (artikel 13 van dit besluit)

toelage pleziervaart (artikel 26 van dit besluit)

toelage bediening van een kunstwerk ex-DS (artikel 22 van dit besluit)

toelage elektrische bediening van een kunstwerk ex-W&Z (artikel 21 van dit besluit)

toelage schermbediening (artikel 23 van dit besluit)

toelage vrije woonst of vervangende toelage (artikel VII 56 en 57 VPS)

Permanentietoelage (artikel VII 42 VPS)

toelage ex-W&Z bediening oud toelagestelsel (artikel 17 van dit besluit)

toelage bediening een of meer beweegbare kunstwerken tegen 120 euro (artikel 7 van dit besluit)

toelage bediening kunstwerk ex-W&Z (artikel 16 van dit besluit)

toelage ex-DS bediening oud toelagestelsel (artikel 18 van dit besluit)

toelage bediening een of meer beweegbare kunstwerken tegen 120 euro (artikel 7 van dit besluit)

toelage bediening afstandsbedieningscentrale (artikel 8 van dit besluit)

toelage bediening kunstwerk ex-W&Z (artikel 16 van dit besluit)

toelage schermbediening (artikel 23 van dit besluit )

toelage bediening grondgebied ex-W&Z 01.01.2018 tot ASB (artikel 19 van dit besluit) van kracht wordt

toelage bediening van een of meer beweegbare kunstwerken tegen 120 euro (artikel 7 van dit besluit)

toelage bediening kunstwerk ex-W&Z (artikel 16 van dit besluit)

innen van scheepvaartrechten (artikel 20 van dit besluit)

toelage rekenplichtigen (artikel VII 48 VPS)

kastoelage (artikel VII 49 VPS)

toelage transport geld of waardestukken (artikel 30, 4° van dit besluit)

toelage bediening afstandsbedieningscentrale tegen 150 euro (artikel 8 van dit besluit)

toelage VTS (artikel 9 van dit besluit)

toelage bediening kunstwerk ex-W&Z (artikel 16 van dit besluit)

toelage bediening een of meer beweegbare kunstwerken tegen 120 euro (artikel 7 van dit besluit)

toelage bediening afstandsbedieningscentrale tegen 150 euro (artikel 8 van dit besluit)

toelage VTS (artikel 9 van dit besluit)

toelage bediening kunstwerk ex-DS (artikel 22 van dit besluit)

toelage bediening een of meer beweegbare kunstwerken tegen 120 euro (artikel 7 van dit besluit)

toelage bediening afstandsbedieningscentrale tegen 150 euro (artikel 8 van dit besluit)

toelage VTS (artikel 9 van dit besluit)

toelage schermbediening (artikel 23 van dit besluit)

toelage bediening een of meer beweegbare kunstwerken tegen 120 euro (artikel 7 van dit besluit)

toelage bediening afstandsbedieningscentrale tegen 150 euro (artikel 8 van dit besluit)

toelage VTS (artikel 9 van dit besluit)

oude toelage VTS ex-W&Z (artikel 24 van dit besluit)

toelage VTS (artikel 9 van dit besluit)

toelage pleziervaart ex-DS (artikel 26 van dit besluit)

toelage bediening een of meer beweegbare kunstwerken tegen 120 euro (artikel 7 van dit besluit)

toelage bediening afstandsbedieningscentrale tegen 150 euro (artikel 8 van dit besluit)

toelage VTS (artikel 9 van dit besluit)

toelage uur pauze in shiften van twaalf uur (artikel 27 van dit besluit)

toelagen voor prestaties buiten de normale arbeidstijdregeling (artikel VII 28 tot en met 32 VPS)

toelage bij gedwongen opname andere functie (artikel 28 van dit besluit)

toelage bediening een of meer beweegbare kunstwerken tegen 120 euro (artikel 7 van dit besluit)

toelage bediening afstandsbedieningscentrale tegen 150 euro (artikel 8 van dit besluit)

toelage VTS (artikel 9 van dit besluit)

afbouw dienstwoningen : behoud van woning (artikel 29 van dit besluit)

toelage bediening een of meer beweegbare kunstwerken tegen 120 euro (artikel 7 van dit besluit)

toelage bediening afstandsbedieningscentrale tegen 150 euro (artikel 8 van dit besluit)

toelage VTS (artikel 9 van dit besluit)

toelage gevaarlijke ongezonde en hinderlijke werken ex-W&Z (artikel 30 van dit besluit)

toelage gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke werken (artikel 13 van dit besluit)

toelage gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke werken (artikel 34 VPS)

toelage gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke werken (artikel 13 van dit besluit)

toelage transport langs trek- en jaagpaden (artikel 30, 4° van dit besluit)

toelage vrije woonst of vervangende toelage (artikel VII 56 en 57 VPS)


HOOFDSTUK 6. - Opheffings-, inwerkingtredings- en uitvoeringsbepalingen

Art. 36.De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 14/12/2007 pub. 28/03/2008 numac 2008200906 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap De Scheepvaart. - Addendem type besluit van de vlaamse regering prom. 14/12/2007 pub. 24/01/2008 numac 2008035071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Scheepvaart sluiten houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Scheepvaart, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2012;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035309 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht sluiten houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 juli 2011, 8 juni 2012 en 24 oktober 2014.

Art. 37.Dit besluit treedt in werking op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de artikelen 7, 10, 11, 12, 13 en 27 die in werking treden op 1 januari 2020.

Artikel 16, § 2, en artikel 19 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2018.

Art. 38.De Vlaamse minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 maart 2020.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^