Etaamb.openjustice.be
Decreet van 01 februari 2008
gepubliceerd op 21 februari 2008

Decreet tot wijziging van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid

bron
vlaamse overheid
numac
2008035262
pub.
21/02/2008
prom.
01/02/2008
ELI
eli/decreet/2008/02/01/2008035262/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 FEBRUARI 2008. - Decreet tot wijziging van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid. HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid

Art. 2.In artikel 2, eerste lid, van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid worden een punt 31° en 32° toegevoegd, die luiden als volgt : « 31° asielzoeker : de vreemdeling die een asielaanvraag heeft ingediend, hetzij tot erkenning van de vluchtelingenstatus, hetzij tot toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus vermeld in artikel 49/3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen; 32° volledig schooljaar onthaalonderwijs : een schooljaar onthaalonderwijs dat ten minste negen maanden (vakantiemaanden juli en augustus niet inbegrepen) lesbijwoning telt, gespreid over één of twee schooljaren.»

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt punt 1° vervangen door wat volgt : « 1° iedere vreemdeling, voor zover volle achttien jaar oud, die ingeschreven is in het Rijksregister door een gemeente van het Nederlandse taalgebied of door een gemeente van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, met uitzondering van de vreemdeling die hier voor een tijdelijk doel verblijft en van de asielzoeker gedurende een termijn van vier maanden na indiening van zijn asielaanvraag;» 2° in § 4, eerste lid, wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° de inburgeraar die ouder of voogd is van een schoolgaand of leerplichtig kind;» 3° in § 4, eerste lid, 5°, worden tussen de woorden « vermeld in artikel 5, § 2, 2°, a), b) en c), » en de woorden « voor zover onderdaan » de woorden « jonger dan 65 jaar, » ingevoegd;4° in § 4, eerste lid, 6°, worden tussen de woorden « de inburgeraar » en de woorden « die gedurende meer dan twaalf maanden » de woorden, « jonger dan 65 jaar, » ingevoegd;5° in § 4, tweede lid, 1°, worden de woorden « die over een verblijfstitel van meer dan drie maanden beschikt » vervangen door de woorden « die gedurende meer dan twaalf maanden in het Rijksregister is ingeschreven »;6° in § 4, tweede lid, wordt punt 4° vervangen door wat volgt : « 4° de inburgeraar, vermeld in artikel 5, § 1, die jonger is dan 65 jaar, voor zover hij niet behoort tot de inburgeraars, vermeld in artikel 5, § 2, eerste lid, 1°, 2° en 3°, behalve indien hij de nationaliteit van een staat buiten de EU+ heeft en voor zover hij niet behoort tot de inburgeraars, vrijgesteld van de inburgeringsplicht op grond van artikel 5, § 2, eerste lid, 4°, 5° of 6°, of artikel 5, § 2, derde en vierde lid;»; 7° aan § 4, tweede lid, wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 5° de asielzoeker, voor zover zijn asielaanvraag minstens vier maanden geleden werd ingediend, gedurende de verdere asielprocedure, met inbegrip van de beroepsprocedure, ingesteld bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen op grond van artikel 39/2, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.»; 8° er wordt een § 6 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 6.Met uitzondering van de inburgeraar die inkomsten verwerft via een wachtuitkering, een werkloosheidsuitkering, maatschappelijke dienstverlening of een leefloon, heeft een inburgeraar als vermeld in § 1, wanneer en zolang hij beroepsmatig werkzaam is, recht op een primair inburgeringstraject dat hem toelaat zowel zijn beroepsmatige activiteit te verrichten als zijn inburgeringstraject te volgen. De inburgeraar draagt de bewijslast voor het beroepsmatig werkzaam zijn. »

Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt punt 1° vervangen door wat volgt : « 1° elke inburgeraar, vermeld in artikel 3, § 1, 1°, die voor het eerst met een verblijfstitel van meer dan drie maanden ingeschreven wordt in het Rijksregister.Die inburgeraar behoudt zijn hoedanigheid van verplichte inburgeraar zolang hij niet voldaan heeft aan de verplichtingen, vermeld in artikel 4, § 3, derde lid, en artikel 5, § 3, 1°en 2°; »; 2° in § 1, wordt punt 3° vervangen door wat volgt : « 3° elke inburgeraar, vermeld in artikel 3, § 1, 2°, die de Belgische nationaliteit heeft, voor zover hij voor het eerst sedert niet langer dan twaalf opeenvolgende maanden in het Rijksregister is ingeschreven. Die inburgeraar behoudt zijn hoedanigheid van verplichte inburgeraar zolang hij niet voldaan heeft aan de verplichtingen, vermeld in artikel 4, § 3, derde lid, en artikel 5, § 3, 1° en 2°; »; 3° in § 1, punt 4°, worden de woorden ", behalve indien aangetoond wordt dat hij niet onder het toepassingsgebied van artikel 3, § 1, 2°, valt" geschrapt;4° in § 2, eerste lid, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° de inburgeraar die aan de hand van een attest van regelmatige lesbijwoning aantoont dat hij een volledig schooljaar onthaalonderwijs heeft gevolgd.» ; 5° in § 6 worden de woorden « De onderdaan van » vervangen door de woorden « De inburgeraar, onderdaan van »;6° § 7 wordt vervangen door wat volgt : « § 7.In afwijking van § 1 en voor zover hij ingeschreven is in het Rijksregister door een gemeente van het Nederlandse taalgebied, is elke asielzoeker, voor zover zijn asielaanvraag minstens vier maanden geleden werd ingediend, gedurende de verdere asielprocedure, met inbegrip van de beroepsprocedure, ingesteld bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen op grond van artikel 39/2, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, verplicht een pakket maatschappelijk oriëntatie als vermeld in artikel 13, § 1, tweede lid, te volgen en daarbij de verplichtingen, vermeld in § 3, na te komen. »; 7° er wordt een § 8 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 8.De minderjarige anderstalige nieuwkomer, vermeld in artikel 3, § 5, die achttien jaar wordt op het ogenblik dat hij nog geen twaalf opeenvolgende maanden voor het eerst met een verblijfstitel van meer dan drie maanden is ingeschreven in het Rijksregister door een gemeente van het Nederlandse taalgebied en die als inburgeraar niet vrijgesteld is van de inburgeringsplicht overeenkomstig artikel 5, § 2, is, overeenkomstig artikel 5, § 3, 1°, verplicht om zich binnen de termijn van maximaal drie maanden nadat hij achttien jaar is geworden aan te melden bij het onthaalbureau. Als hij bij zijn aanmelding niet kan aantonen dat hij ingeschreven is in het onthaalonderwijs of voor een opleiding die leidt tot een diploma secundair onderwijs of een diploma hoger onderwijs in een onderwijsinstelling die door de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap of het Koninkrijk der Nederlanden, met uitzondering van Aruba en de Nederlandse Antillen, wordt erkend, gefinancierd, georganiseerd of gesubsidieerd, wordt de inburgeringsplicht, vermeld in artikel 5, § 3, 2° en 3°, van overeenkomstige toepassing.Als hij bij zijn aanmelding kan aantonen dat hij ingeschreven is in het onthaalonderwijs of voor een opleiding die leidt tot een diploma secundair onderwijs of een diploma hoger onderwijs in een van bovengenoemde onderwijsinstellingen, wordt de inburgeringsplicht opgeschort tot 31 augustus van het schooljaar in kwestie. Als hij uiterlijk op 31 augustus van hetzelfde jaar kan aantonen dat hij opnieuw ingeschreven is voor een opleiding die leidt tot een diploma secundair onderwijs of een diploma hoger onderwijs in een van bovengenoemde onderwijsinstellingen, of als hij een attest van regelmatige lesbijwoning als vermeld in § 2, eerste lid, 6°, kan voorleggen, wordt hij vrijgesteld van de inburgeringsplicht en reikt het onthaalbureau een attest van vrijstelling uit als vermeld in artikel 14, tweede lid.

Als hij, uiterlijk op 31 augustus van hetzelfde jaar niet kan aantonen dat hij opnieuw ingeschreven is voor een opleiding die leidt tot een diploma secundair onderwijs of een diploma hoger onderwijs in een van bovengenoemde onderwijsinstellingen, wordt de inburgeringsplicht, vermeld in artikel 5, § 3, 2° en 3°, van overeenkomstige toepassing. »

Art. 5.In artikel 11 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « De gemeente, waar de inburgeraar, vermeld in artikel 3, § 1, voor het eerst met een verblijfstitel van meer dan drie maanden ingeschreven wordt in het Rijksregister, informeert die persoon over het inburgeringsbeleid en verwijst hem door naar het onthaalbureau.De gemeente wijst de verplichte inburgeraars, vermeld in artikel 5, § 1, 1° en 3°, en in artikel 5, §§ 6, 7 en 8, op de verplichtingen, vermeld in artikel 5, § 3, die in voorkomend geval op hen van toepassing zijn, alsook op de sancties, vermeld in artikel 25, § 2.» ; 2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : « Daarnaast bezorgt de gemeente maandelijks aan het onthaalbureau een lijst van de inburgeraars, vermeld in artikel 3, § 1, die voor het eerst met een verblijfstitel van meer dan drie maanden ingeschreven zijn in het Rijksregister, van de inburgeraars, vermeld in artikel 5, §§ 7 en 8, en van de minderjarige anderstalige nieuwkomers die zich de voorbije maand hebben ingeschreven.»

Art. 6.In artikel 12 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid, eerste zin, wordt vervangen door wat volgt : « Als een verplichte inburgeraar als vermeld in artikel 5, § 1, 1° en 3°, en in artikel 5, § 6, zich niet heeft aangemeld op het onthaalbureau binnen de termijn van maximaal drie maanden na de inschrijving of als een verplichte inburgeraar als vermeld in artikel 5, § 7, zich niet heeft aangemeld op het onthaalbureau binnen de termijn van maximaal drie maanden nadat voor hem de plicht tot inburgering is ontstaan, of als een verplichte inburgeraar als vermeld in artikel 5, § 8, zich niet heeft aangemeld op het onthaalbureau binnen de termijn van maximaal drie maanden nadat hij achttien jaar is geworden, meldt het onthaalbureau dat aan de gemeente.»; 2° in § 1, derde lid, worden de woorden « met behoud van de toepassing van artikel 5, § 5, » vervangen door de woorden « met behoud van de toepassing van artikel 3, § 6, en van artikel 5, § 5, »;3° in § 1, vierde lid, woorden worden de woorden « met behoud van de toepassing van artikel 5, § 5, » vervangen door de woorden « met behoud van de toepassing van artikel 3, § 6, en van artikel 5, § 5, »;4° in § 2, derde lid, worden de woorden « vermeld in artikel 5, § 5, » vervangen door de woorden « vermeld in artikel 3, § 6, en in artikel 5, § 5, ».

Art. 7.Aan artikel 14, vierde lid, van hetzelfde decreet wordt de zin « De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen. » toegevoegd.

Art. 8.In artikel 17 van hetzelfde decreet wordt tussen het tweede en het derde lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad kan het onthaalbureau de minderjarige anderstalige nieuwkomer die zich bij het onthaalbureau aanmeldt of daar wordt aangemeld, gedurende een termijn van zestig schooldagen na de aanmelding, informeren over het Nederlandstalige socioculturele aanbod en hem desgewenst in contact brengen met de betrokken lokale diensten. »

Art. 9.In artikel 22 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Ter ondersteuning en ter uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid kan de Vlaamse Regering subsidies verlenen aan organisaties waarmee ze een overeenkomst sluit. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels van die overeenkomst. »

Art. 10.In artikel 25, § 1, vijfde lid, van hetzelfde decreet wordt de laatste zin vervangen door wat volgt : « De sancties vallen onder de bepalingen die op die centra toepasselijk zijn, zoals vastgesteld in het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs. » HOOFDSTUK III. - Slotbepaling

Art. 11.Artikel 4, 3°, van dit decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering nader te bepalen datum.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 1 februari 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN _______ Nota Zitting 2007-2008 : Stukken. - Ontwerp van decreet : 1319, nr. 1. - Verslag : 1319, nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1319, nr. 3.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : vergadering van 16 januari 2008.

^