gepubliceerd op 10 maart 2006
Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling
22 DECEMBER 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling, inzonderheid op de artikelen 2, § 4, 3, § 1, tweede lid, 4, § 1, derde lid, en § 2, 5, tweede lid, 6, tweede lid, 7, derde lid, 8, tweede lid, en 13;
Gelet op het voorstel en op de adviezen van de Adviescommissie van het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling bedoeld in artikel 32 van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling), zoals gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2003, geformuleerd op 20 juli 2004, 22 oktober 2004 en 15 juli 2005;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 mei 2005;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 26 mei 2005;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi", gegeven op 30 augustus 2005;
Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest), gegeven op 19 september 2005;
Gelet op het advies nr. 39.372/2 van de Raad van State, gegeven op 28 november 2005;
Op de voordracht van de Minister van Tewerkstelling en Vorming, Besluit : HOOFDSTUK I. - Categorieën van rechthebbenden
Artikel 1.Overeenkomstig artikel 3, § 1, tweede lid, van het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling, hierna "het decreet" genoemd, wordt elke niet leerplichtige persoon die als werkzoekende ingeschreven staat bij de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi", hierna "de FOREm"" genoemd, en die onder één van onderstaande categorieën valt, beschouwd als rechthebbende die bij voorrang in aanmerking komt voor het stelsel, rekening houdende met de mate waarin hij van de arbeidsmarkt verwijderd is : 1° de niet-werkende werkzoekende die niet beschikt over het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs of over een gelijkwaardig of hoger diploma;2° de niet-werkende werkzoekende die gedurende minstens vierentwintig maanden werkloosheidsuitkeringen of wachtgeld ontvangt in de loop van de zesendertig maanden voorafgaand aan de datum van de ondertekening van het inschakelingskrediet-contract bedoeld in hoofdstuk II van dit besluit;3° de niet-werkende werkzoekende die weer op de arbeidsmarkt ingeschakeld wordt;4° de rechthebbende op het leefloon of op een gelijkwaardige financiële maatschappelijke hulp;5° de begunstigde van een beslissing van het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" (Waals agentschap voor de integratie van gehandicapte personen) die recht geeft op tussenkomsten met het oog op tewerkstelling;6° de vluchteling erkend in België overeenkomstig de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;7° de buitenlandse onderdaan die tot verblijf is toegelaten overeenkomstig de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk of overeenkomstig artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980;8° de rechthebbende op uitkeringen voor werkonbekwaamheid, mits voorafgaand akkoord gegeven met inachtneming van de bepalingen inzake de verzekering ziekte-invaliditeit;9° de rechthebbende op het "Plan Habitat Permanent", zoals aangenomen door de Waalse Regering op 13 november 2002. § 2. In § 1, punt 1°, wordt verstaan onder niet-werkende werkzoekende elke persoon die als dusdanig ingeschreven staat bij de "FOREm".
Voor de toepassing van dit besluit worden gelijk gesteld met periodes van niet tewerkstelling : 1° de periodes waarvoor een uitkering is betaald krachtens de wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende de verplichte ziekte- of invaliditeitsverzekering of krachtens andere gelijkwaardige bepalingen;2° de internerings- of gevangenisperiodes;3° de periodes van niet-tewerkstelling gedekt door vakantiegeld;4° de periodes van bezoldigde arbeid die, gecumuleerd, niet langer duren dan drie maanden voltijdse tewerkstelling binnen de twaalf maanden voorafgaand aan de ondertekening van een inschakelingskrediet-contract, hierna "het contract" genoemd. In § 1, punt 3°, wordt beschouwd als niet-werkende werkzoekende die weer op de arbeidsmarkt ingeschakeld wordt elke persoon die geen beroepsactiviteit heeft uitgeoefend gedurende drie jaar vóór de ondertekening van het contract bedoeld in artikel 2 en die niet in aanmerking is gekomen voor werkloosheidsuitkeringen, wachtgeld of onderbrekingsuitkeringen gedurende de periode van drie jaar voorafgaand aan zijn inschrijving als werkzoekende. HOOFDSTUK II. - Inschakelingskrediet-contract Afdeling 1. - Inhoud
Art. 2.§ 1. Overeenkomstig artikel 4, § 2, van het decreet, vermeldt het inschakelingskrediet-contract, dat tussen elke rechthebbende en de "FOREm" gesloten wordt en waarvan het model bij dit besluit gaat, minstens de volgende gegevens wat zijn entiteit "Regisseur-Ensemblier" betreft : 1° de preliminaire persoonlijke beroepsbalans;2° het geïndividualiseerde actieprogramma;3° de rechten en plichten van de partijen, zoals bedoeld in de artikelen 3 tot 6;4° de duur van het contract (hoogstens twee jaar);5° de oorzaken, de duur en de modaliteiten van de opschorting van de uitvoering van het contract;6° de oorzaken en de modaliteiten van de eenzijdige contractbreuk in geval van ernstig verzuim van de verplichtingen van de contracterende partijen. § 2. De preliminaire persoonlijke beroepsbalans wordt opgemaakt door de "FOREm" of door de vormings- en inschakelingsoperatoren, hierna de "operatoren" genoemd in de zin van artikel 2, § 2, van voornoemd decreet. De verschillende gegevens waarop de balans betrekking heeft, alsook de structuur en het type informatie dat er de conclusie van vormt, zijn het voorwerp van een validering door het Beheerscomité van de "FOREm", na advies van de Adviescommissie van het stelsel. § 3. Het geïndividualiseerde actieprogramma wordt geleidelijk uitgewerkt op basis van de conclusies van de balans en is het voorwerp van onderhandelingen tussen de ondertekenaars. Het wordt door hen gedateerd, getekend en gevoegd bij het contract waarvan het noodzakelijk deel uitmaakt. Het kan altijd bijgestuurd worden op uitdrukkelijk en gewettigd verzoek van de één of andere partij, of tijdens een begeleidingsonderhoud waarin het voorziet. Het bijgestuurde actieprogramma wordt eveneens gedateerd en getekend door beide partijen en bij het contract gevoegd. Afdeling 2. - Rechten en plichten van de contracterende partijen
Art. 3.§ 1. Overeenkomstig de artikelen 4, § 1, en 6, 5°, van het decreet, verbindt de "FOREm" zich jegens de rechthebbende ertoe : 1° hem tijdens de hele duur van zijn inschakelingsproces een geïndividualiseerde begeleiding door een bijzondere adviseur te waarborgen;2° elke maatregel uit te voeren die zijn inschakeling op de arbeidsmarkt kan vergemakkelijken;3° hem de in artikel 5 bedoelde premies en voordelen toe te kennen;4° hem kennis te geven van zijn rechten en plichten die inherent zijn aan de verschillende acties waarin voorzien wordt; 5° hem, met name via de in artikel 9 van het decreet bedoelde instanties die instaan voor onthaal, informatie en opvolging, alle nuttige informatie te verstrekken i.v.m. de aanbiedingen van de operatoren inzake diensten, vorming en inschakeling, alsook i.v.m. de vacatures die de vereenvoudiging van de uitvoering van het contract beogen, dit alles in nauw verband met de noden van de arbeidsmarkt; 6° hem volgens een overeengekomen frequentie vacatures aan te bieden i.v.m. zijn vaardigheden; 7° de toegang te bevorderen tot de beroepsopleidingen en de socio-professionele inschakelingsacties die door de operatoren van het stelsel georganiseerd worden. § 2. De rechthebbende verbindt zich jegens de "FOREm" ertoe : 1° het actieprogramma uit te voeren;2° de regels na te leven die inherent zijn aan de diverse ontwikkelde acties; 3° deel te nemen aan de actieve en deelnemende stappen waarin het actieprogramma voorziet en o.a. aan de periodieke ontmoetingen met een privéadviseur; 4° elke afwezigheid op de acties waarin het programma voorziet te melden en te rechtvaardigen;5° zijn privéadviseur kennis te geven van elke wijziging van zijn administratieve en persoonlijke toestand waardoor het actieprogramma wijzigingen ondergaat.
Art. 4.§ 1. De privéadviseur bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, volgt de rechthebbende gedurende zijn hele traject om de balans op te maken, met name wat betreft de ondernomen acties, de mate waarin de doelmatigheid ervan hem dichter bij de arbeidsmarkt brengt en de vaardigheden verworven sinds het begin van het traject. De frequentie en de intensiteit van de opvolging zijn het voorwerp van onderhandelingen bij de ondertekening van het contract. Ze kunnen het voorwerp uitmaken van nieuwe onderhandelingen tijdens het traject, met minimum een begeleidingsgesprek in de volgende gevallen : 1° bij de ondertekening van het inschakelingskrediet-contract;2° als de rechthebbende of de operator beslist af te zien van een actie of ze te onderbreken;3° op uitdrukkelijk en gemotiveerd verzoek van de rechthebbende of de operator;4° in geval van niet-validering, door de privéadviseur, van de overstapmogelijkheid naar een nieuwe operator voorgesteld aan de rechthebbende door de laatste operator bij wie hij aan een actie deelgenomen heeft;5° in geval van meer dan twee maanden uitstel tussen twee acties;6° als een actieprogramma langer dan een maand onderbroken wordt. § 2. De opvolging door de privéadviseur heeft de kapitalisatie van de stappen, acties en vaardigheden die voor elke rechthebbende erkend zijn, tot gevolg. Deze gegevens maken noodzakelijk deel uit van het dossier de rechthebbende, die voortdurend te zijner beschikking staat. § 3. De opvolging door de privéadviseur heeft ook tot gevolg dat laatst genoemde de actie valideert die de operator aan de rechthebbende voorstelt na afloop van de actie die binnen zijn midden gevoerd wordt. Als de voorgestelde actie niet gevalideerd wordt, zal de adviseur overleg moeten plegen met de operator om een nieuwe overstapmogelijkheid te creëren die aan de rechthebbende zal worden voorgesteld. Bij gebrek aan een akkoord moet de adviseur zelf de rechthebbende naar een nieuwe operator oriënteren.
Art. 5.Overeenkomstig artikel 4, § 1, derde lid, van het decreet, heeft de rechthebbende die een beroepsopleiding volgt bij één van de operatoren recht op de premies en voordelen bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 8 februari 2002 betreffende het toekennen van bepaalde voordelen aan de stagiairs die een beroepsopleiding krijgen.
Deze premies en vergoedingen worden door de "FOREm" gestort, onverminderd andere modaliteiten die vastliggen in de partnerschapsovereenkomsten gesloten tussen de operatoren en onverminderd elke andere modaliteit die vastligt in de regelgevingen eigen aan elke operator.
Art. 6.De centralisatie door de "FOREm" van de gezamenlijke gegevens betreffende de rechthebbende, alsook elke overdracht van gegevens uit de uitvoering van deze overeenkomst worden verricht met inachtneming van de bepalingen van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer en, met als enige doelstelling, de tenuitvoerlegging en de evaluatie van het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling, onder voorbehoud van de verplichtingen opgelegd bij andere wettelijke en reglementaire bepalingen.
De rechthebbende stemt ermee in dat de gegevens die hem betreffen in de domeinen waarvan de lijst als bijlage gaat bij het contract, waarvan ze noodzakelijk deel van uitmaakt, overgedragen worden tussen de operatoren en de "FOREm" en tussen de verschillende operatoren die ertoe gebracht worden tussen te komen in de loop van zijn traject binnen het stelsel.
De rechthebbende heeft recht van inzage in de gegevens die hem betreffen en mag ze laten bijsturen. Afdeling 3. - De vormings- en inschakelingsoperator
Art. 7.Overeenkomstig artikel 2, § 4, van het decreet, waarborgt de operator de doorzichtigheid van zijn dienstenaanbod, o.a. door het te gelegener tijd volledig en nauwkeurig aan de "FOREm" over te maken via het coderen van de vormings- en dienstenaanbiedingen in een centralisatie- en verspreidingssysteem dat door de "FOREm" en zijn partners ontworpen en uitgewerkt werd.
De operator zorgt voor de actualisering van de gegevens betreffende zijn dienstenaanbod zodat het goed zichtbaar blijft voor de rechthebbenden en de privéadviseurs van de "FOREm", enerzijds, en om de koppeling van de opleidings- en overstapmogelijkheden te bevorderen middels een nauwkeurige kennis die onder de operatoren gedeeld wordt, anderzijds.
Art. 8.Als de persoonlijke beroepsbalans bij een operator opgemaakt wordt, deelt deze laatste de resultaten zo spoedig mogelijk mee een de "FOREm".
Art. 9.Gedurende het hele traject van de rechthebbende, verstrekt elke operator de privéadviseur nauwkeurige informatie over de actie waaraan de rechthebbende zich opmaakt deel te nemen binnen zijn orgaan, met inbegrip van de begin- en einddata van bedoelde actie.
Art. 10.Elke operator wijst onder zijn personeel een persoon aan die belast wordt met de opvolging van de uitvoering van de vormings- of inschakelingsactie. Elke operator informeert de privéadviseur hoe dan ook in de situaties bedoeld in artikel 4, § 1, 2° tot 6°, en creëert de relaties, de overstap- en opleidingsmogelijkheden met de overige operatoren opdat de rechthebbende zijn inschakelingsproject zou kunnen voortzetten. Hij deelt de daaropvolgende actievoorstellen mee aan de privéadviseur van de "FOREm", die ze valideert.
In dat kader verstrekt de operator ook alle nuttige gegevens betreffende de rechthebbende aan de operator met wie de overstap- en opleidingsmogelijk vastgelegd is. Laatstgenoemde richt zich tot de privéadviseur van de "FOREm", die instaat voor de opvolging van de rechthebbende om de gezamenlijke elementen van het contract te verkrijgen.
Art. 11.De operator verbindt zich ertoe in samenspraak met de rechthebbende tussentijdse en definitieve evaluaties te verrichten om na te gaan of de acties met de te halen doelstellingen stroken en om de sociale vaardigheden en technische bevoegdheden verworven na afloop van de gevoerde acties te identificeren.
De operator geeft de privéadviseur kennis van de bevoegdheden die het voorwerp van een evaluatie hebben uitgemaakt, aan het begin en in de loop van de verschillende vormings- en inschakelingsacties.
De operator kan de privéadviseur, met name op grond van objectieve gegevens verkregen via de evaluatie en na overleg met de rechthebbende, voorstellen het geïndividualiseerde actieprogramma aan te passen aan andere acties die door hemzelf of door andere operatoren ten uitvoer gelegd worden.
Art. 12.De operator zorgt ervoor dat binnen zijn midden een participatiepedagogie ontwikkeld wordt om de doelmatigheid te waarborgen van het begeleidings- en deelnemingsstelsel voor de rechthebbenden dat door de subregionale commissies van het geïntegreerd inschakelingsstelsel uitgewerkt werd. HOOFDSTUK III. - Begeleidings- en deelnemingsstelsel voor de rechthebbenden
Art. 13.§ 1. Er wordt een begeleidings- en deelnemingsstelsel opgericht binnen elke subregionale commissie van het geïntegreerd inschakelingsstelsel. Het is een effectieve ruimte voor deelneming en overleg die hoofdzakelijk actief is in de volgende domeinen : 1° onthaal en informatie;2° oriëntatie;3° erkenning en evaluatie van de verworvenheden;4° steun aan de socio-professionele inschakeling;5° rechten en plichten van de socio-professionele inschakeling. § 2. Deze subregionale ruimte voor overleg bestaat hoe dan ook uit : 1° vertegenwoordigers van de rechthebbenden;2° vertegenwoordigers van de vakverenigingen;3° vertegenwoordigers van operatoren betrokken bij het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling. Elke Subregionale commissie van het geïntegreerd inschakelingsstelsel bepaalt voor elke bovengenoemde categorie het aantal vertegenwoordigers.
In de zin van deze paragraaf wordt als "vertegenwoordiger van de rechthebbenden" beschouwd, elke persoon wiens kandidatuur als ontvankelijk geacht werd door betrokken Subregionale commissie van het geïntegreerd inschakelingsstelsel. § 3. Opdat haar eigen stelsel efficiënt en werkzaam zou zijn, heeft elke Subregionale commissie van het stelsel o.a. ook als opdracht : 1° de operatoren aan te zetten tot de ten uitvoerlegging van een deelnemingspedagogie voor vormers en rechthebbenden;2° de door de rechthebbenden meegedeelde zorgen en moeilijkheden te kapitaliseren en globaal te ontleden, en oplossingsgerichte aanbevelingen aan de operatoren te doen;3° minstens om de zes maanden aan de Adviescommissie van het stelsel verslag uit te brengen over de voornaamste zorgen en problemen van de rechthebbenden, alsook over de aanbevelingen gedaan aan de operatoren in dat opzicht;4° de Adviescommissie van het stelsel regelmatig kennis te geven van de problemen waarvoor geen oplossing bestaat op subregionaal vlak. § 4. De werking van de overlegruimte wordt omschreven in het huishoudelijk reglement van elke Subregionale commissie, dat opgemaakt is krachtens artikel 43 van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling), gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2003. HOOFDSTUK IV. - Informatie en evaluatie
Art. 14.De "FOREm" maakt jaarlijks een globale evaluatie van de inschakelingskrediet-contracten en stuurt een verslag aan de Adviescommissie van het geïntegreerd inschakelingsstelsel, alsook aan de Ministers die bevoegd zijn voor beroepsopleiding en tewerkstelling.
De evaluatie slaat met name op de volgende gegevens : 1° aantal ondertekende contracten;2° aantal rechthebbenden;3° socio-demografisch profiel van de rechthebbenden;4° aantal contractbreuken in de loop van het jaar en reden daarvoor;5° voornaamste geplande stappen of acties tijdens de looptijd van de contracten.
Art. 15.De "FOREm" maakt om de zes maanden een kwantitatieve evaluatie van de inschakelingskrediet-contracten. Deze tussentijdse evaluatie is het voorwerp van een verslag dat overgemaakt wordt aan de Adviescommissie van het geïntegreerd inschakelingsstelsel, alsook aan de Ministers bevoegd voor Beroepsopleiding en Tewerkstelling.
Art. 16.Elke subregionale commissie van het geïntegreerd inschakelingsstelsel maakt jaarlijks uiterlijk 30 september een voorstel van jaarlijks actieplan voor het komende jaar aan de Adviescommissie over.
Art. 17.De Adviescommissie van het geïntegreerd inschakelingsstelsel legt jaarlijks uiterlijk 31 oktober een jaarlijks actieplan voor het komende jaar over aan de Ministers die bevoegd zijn voor Beroepsopleiding en Tewerkstelling.
Art. 18.Overeenkomstig artikel 11 van het decreet maakt het "Observatoire wallon de l'Emploi" (Waals Waarnemingscentrum voor de Werkgelegenheid) jaarlijks een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie van het stelsel waarvan het de resultaten aan de Waalse Regering meedeelt, na advies van de Adviescommissie.
De evaluatie slaat met name op de volgende gegevens : 1° de effectieve uitvoering van het stelsel wat de operatoren betreft en, meer bepaald, de studiekeuzen en overstapmogelijkheden;2° de uitvoering van de coördinatie van het stelsel binnen "FOREm Conseil";3° de trajecten van de rechthebbenden;4° de resultaten van het stelsel inzake inschakeling van de rechthebbenden in een duurzame en kwaliteitsvolle baan;5° de betrokkenheid van de bedrijven;6° het op touw zetten en de werking van het begeleidings- en deelnemingsstelsel. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 19.Het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling en dit besluit treden in werking de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 20.De Minister van Tewerkstelling en de Minister van Vorming zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 22 december 2005.
De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Vorming, Mevr. M. ARENA De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel, J.-C. MARCOURT