Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 08 september 2016
gepubliceerd op 30 september 2016

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van de artikelen 40 en 41 van het decreet van 20 februari 2014 betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming

bron
waalse overheidsdienst
numac
2016027277
pub.
30/09/2016
prom.
08/09/2016
ELI
eli/besluit/2016/09/08/2016027277/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van de artikelen 40 en 41 van het decreet van 20 februari 2014 betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 20 februari 2014 betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming, inzonderheid op de artikelen 40 en 41;

Gelet op het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'Emploi", artikel 3, § 1, 9°, ingevoegd bij het decreet van 17 maart 2016;

Gelet op het decreet van 17 juli 2003 tot oprichting van een "Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et des petites et moyennes entreprises", inzonderheid op artikel 5, § 2, vierde lid, en § 3;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 februari 2016;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 10 maart 2016;

Gelet op het rapport van 8 juni 2016, opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen ;

Gelet op advies nr. 59.598/2/V van de Raad van State, gegeven op 27 juli 2016, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Vorming;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeenheden

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet.

Het is van toepassing in het Franse taalgebied.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet van 20 februari 2014 : het decreet van 20 februari 2014 betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming ;2° de Minister : de Minister van Vorming;3° de Dienst : de « Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi » (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling) zoals bedoeld in het decreet van 6 mei 1999 betreffende de « Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi ».4° het Instituut : het « Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et des petites et moyennes entreprises » (Waals instituut voor alternerende opleiding en zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen) bedoeld in het decreet van 17 juli 2003 tot oprichting van een « Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et des petites et moyennes entreprises » ;5° de persoon : de persoon die zijn hoofdverblijfplaats in het Franse taalgebied heeft;6° de geaccrediteerde operator : de operator die per project gekozen wordt aan het einde van een analyseprocedure gegrond op bepaalde criteria, op de offertes ontvangen in het kader van de oproep tot belangverklaring georganiseerd door de Dienst voor wat betreft de in hoofdstuk 2 vermelde taalbadformules of op de offerteaanvraag georganiseerd door het Instituut voor wat betreft de in hoofdstuk 3 vermelde taalbadformules;7° de geaccrediteerde talenschool : de talenschool gevestigd binnen de Europese Unie en buiten het Franse taalgebied, die gekozen wordt aan het einde van een analyseprocedure gegrond op bepaalde criteria, op de offertes ontvangen in het kader van de oproep tot belangverklaring georganiseerd door de Dienst voor wat betreft de in hoofdstuk 2 vermelde taalbadformules of op de offerteaanvraag georganiseerd door het Instituut voor wat betreft de in hoofdstuk 3 vermelde taalbadformules;8° het taalbad : elke ervaring in het buitenland, in het Vlaamse Gewest of in de Duitstalige Gemeenschap die de talenkennis of de talen- en beroepskennis zoals georganiseerd volgens de bepalingen van de hoofdstukken 2 tot 4 verbetert;9° de immersie in een bedrijf : elke ervaring in een bedrijf in het buitenland, in het Vlaamse Gewest of in de Duitstalige Gemeenschap die de talenkennis of de talen- en beroepskennis zoals georganiseerd volgens de bepalingen van de hoofdstukken 6 tot 8 verbetert;10° de schoolinrichting : de schoolinrichting beheerd door een inrichtende macht die afhangt van het net erkend door de openbare overheid van de plaats van het taalbad;11° de ELAO-taaltoets : de toets bestaande uit een geautomatiseerde adaptatieve toets aangevuld met een mondelinge toets;12° de schooltoelage voor het hoger onderwijs : de schooltoelage toegekend krachtens het decreet tot regeling, voor de Franse Gemeenschap, van de toekenning van de studietoelagen en studieleningen, gecoördineerd op 7 november 1983.

Art. 3.De Dienst organiseert de identificatie van de taalniveaus op grond van de ELAO-taaltoets.

De in het eerste lid bedoelde geautomatiseerde toets omvat : 1° voor het taalbad bedoeld in afdeling 4 van hoofdstuk 2 en het taalbad bedoeld in hoofdstuk 3, een deel grammatica, een deel algemene woordenschat en een deel begrijpend lezen;2° voor de taalbaden bedoeld in de afdelingen 5, 6, 7 en 8 van hoofdstuk 2, een deel grammatica, een deel woordenschat gebonden aan de algemene woordenschat en kantoorwoordenschat en een deel begrijpend luisteren. Een opleider van de Dienst gaat tot de mondelinge toets over die gegrond wordt op een algemeen patroon van vragen en een omschrijving van de mondelinge kennis per niveau.

De geïdentificeerde taalniveaus stemmen overeen met het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen, afgekort ERK. Voor een fijnere evaluatie worden de niveaus van het Europees kader in vier onderniveaus onderverdeeld, die "subgroepen" worden genoemd.

De resultaten zijn tijdens maximum zes maanden geldig.

Art. 4.Eenzelfde persoon kan maximum twee taalbaden volgen indien de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld worden : 1° beide taalbaden worden in twee verschillende talen uitgevoerd;2° beide taalbaden bevatten minstens één immersie in een bedrijf;3° de immersie in een bedrijf zoals bedoeld in de afdelingen 6 of 8 van hoofdstuk 2 wordt niet voorafgegaan door een taalbad in dezelfde taal in een geaccrediteerde talenschool. In afwijking van het eerste lid kan de persoon die een taalbad, georganiseerd volgens de bepalingen van afdeling 7, geniet, in aanmerking komen voor maximum drie taalbaden indien ze in minstens twee verschillende talen georganiseerd worden en indien twee van die drie taalbaden in de taal van het volgens de bepalingen van afdeling 7 georganiseerde taalbad worden uitgevoerd.

Art. 5.§ 1. Tijdens het taalbad is de persoon de enige verantwoordelijke voor de opening en de handhaving van zijn rechten in het kader van de Belgische sociale zekerheid . Daartoe vervult de persoon alle nodige formaliteiten zowel in België als in het buitenland. § 2. Tijdens de hele duur van het taalbad draagt de persoon de risico's gebonden aan de ziekte, de lichamelijke ongevallen, de repatriëring en de burgerlijke aansprakelijkheid. Vóór zijn vertrek sluit de persoon een verzekering af voor het geheel van de vermelde risico's.

Tijdens de lesuren verzekert de schoolinrichting of de geaccrediteerde talenschool de persoon tegen de risico's voor lichamelijke ongevallen waarvan hij slachtoffer kan zijn en tegen de geldelijke gevolgen waaraan hij wegens zijn burgerlijke aansprakelijkheid blootgesteld is.

Art. 6.Wanneer het taalbad door een geaccrediteerde operator als verantwoordelijke voor de organisatie van het taalbad georganiseerd wordt, verzekert de operator tijdens bedoeld taalbad bescherming en bijstand aan de persoon.

Indien het taalbad een immersie in een bedrijf omvat, is de operator verantwoordelijk voor de organisatie en het goede verloop van de immersie in een bedrijf.

Art. 7.§ 1. Indien de persoon voortijdig een einde maakt aan het taalbad, informeert hij onmiddellijk de Dienst voor wat betreft de in hoofdstuk 2 bedoelde taalbaden, of het Instituut voor wat betreft de in hoofdstuk 3 bedoelde taalbaden en de geaccrediteerde operator evenals de schoolinrichting, de geaccrediteerde talenschool of het betrokken bedrijf.

Na een beoordeling van de feiten en de daarop betrekking hebbende bewijsstukken door de Dienst of het Instituut wordt het voortijdige einde van het taalbad als gerechtvaardigd beschouwd wegens ofwel : 1° de ernstige ziekte van de persoon;2° ernstige familiale redenen;3° de terugkeer op de arbeidsmarkt van meer dan drie maanden;4° de gevallen van overmacht of buitengewone omstandigheid, met name in verband met een proces van socioprofessionele inschakeling in België. In geval van voortijdig einde overeenkomstig het tweede lid en onverminderd de toekennings-, uitbetalings- en rechtvaardigingsmodaliteiten van het gebruik van de in dit hoofdstuk bedoelde beurs betaalt de persoon het gedeelte van de eerste schijf van de beurs terug, waarvan de reeds gemaakte kosten betreffende bedragen gedekt door de beurs en behoorlijk verantwoord worden afgetrokken. § 2. Indien het taalbad niet georganiseerd wordt of indien de persoon er een einde aan maakt wegens een andere reden dan die bedoeld in § 1, betaalt de persoon het geheel van de reeds geïnde bedragen terug. § 3. Overeenkomstig dit artikel betaalt de persoon het geheel of een gedeelte van de reeds gestorte beurs aan de Dienst of het Instituut binnen dertig dagen na de zending van de vorderingsbrief van de Dienst of van het Instituut en laat hij in voorkomend geval binnen die termijn zijn opmerkingen gelden. HOOFDSTUK 2. - Beurzen toegekend aan de personen die een onderwijsleertraject hebben voltooid of die als werkzoekende ingeschreven zijn Afdeling 1. - Doel van de beurs

Art. 8.De Dienst kan onder de voorwaarden van het decreet van 20 februari 2014 en van dit besluit en binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, beurzen toekennen die geheel of gedeeltelijk de kosten dekken die inherent zijn aan een taalbad in een geaccrediteerde talenschool, een schoolinrichting of een bedrijf, gelegen in België of in het buitenland.

Art. 9.De beurs dekt geheel of gedeeltelijk de kosten gemaakt door de persoon voor : 1° de vervoerbewijzen van een reis heen en terug tussen zijn woonplaats en zijn huisvestingslocatie;2° de visum- en paspoortkosten behalve de bijkomende kosten voor een dringende afgifte;3° de factuur van de geaccrediteerde talenschool of van de geaccrediteerde operator voor de kosten van de cursussen, van de organisatie van het verblijf en, in voorkomend geval, van de huisvesting;4° de huisvestingsfactuur indien niet-inbegrepen in de factuur van de geaccrediteerde talenschool of van de geaccrediteerde operator;5° de abonnementen op het openbaar vervoer waarop ter plaatse is ingetekend;6° voor het in het afdelingen 5 en 6 bedoelde taalbad, een toelage van maximum vijftig euro per week voor de maaltijdkosten indien ze niet in de huisvestingsfactuur worden inbegrepen, ongeacht of het in vol of half pension is;6° voor het in het afdeling 8 bedoelde taalbad, een toelage van maximum tachtig euro per week voor de maaltijdkosten indien ze niet in de huisvestingsfactuur worden inbegrepen, ongeacht of het in vol of half pension is. In afwijking van het eerste lid en voor het taalbad : 1° bedoeld in afdeling 4 dekt de beurs geen toelage;2° bedoeld in afdeling 7 bestaat de beurs in een forfaitaire toelage per gepresteerde dag. Afdeling 2 - Toekenningsmodaliteiten

Art. 10.De Dienst kent de in dit hoofdstuk bedoelde beurs op basis van een oproep tot de kandidaten toe.

Voor de taalbaden georganiseerd : 1° in de afdelingen 5, 6, 7 en 8 van dit hoofdstuk is de oproep tot de kandidaten maandelijks en duurt elke oproep drie weken;1° in de afdeling 4 van dit hoofdstuk is de oproep tot de kandidaten jaarlijks en begint bedoelde oproep op 1 februari en eindigt op 31 maart.

Art. 11.Aan de hand van het formulier waarvan het model in de bijlagen 1 en 2 bij dit besluit wordt vermeld, richt de persoon de aanvraag voor een beurs bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs aan de Dienst naar gelang van het type taalbad waarvoor de aanvraag tot toekenning van de beurs wordt ingediend.

Art. 12.De Dienst controleert het volledige karakter van de aanvraag ten opzichte van de gegevens en documenten vereist in het aanvraagformulier en bericht ontvangst van de aanvraag binnen vijftien dagen na ontvangst ervan.

Wanneer de aanvraag onvolledig is, stelt de Dienst de persoon in de zending van het bericht van ontvangst van de aanvraag in kennis daarvan.

De persoon dient de vereiste stukken en gegevens volgens dezelfde wijze als de in artikel 11 bedoelde aanvraag in.

In voorkomend geval richt de Dienst binnen vijftien dagen na de datum van verzending van het bericht van ontvangst een rappelbrief met de lijst van de ontbrekende stukken aan de persoon.

Indien de Dienst de ontbrekende stukken en gegevens niet ontvangt binnen vijftien dagen volgend op de in het vierde lid bedoelde rappelbrief, wordt de aanvraag als onbestaande beschouwd wordt. De Dienst licht de persoon bij aangetekend schrijven erover in.

Art. 13.§ 1. Wanneer de aanvraag volledig is, behandelt de Dienst de aanvraag ten opzichte van de toekenningsvoorwaarden : 1° vermeld in de definitie van de term "persoon" bedoeld in artikel 2, 6°.2° betreffende elk soort taalbad bedoeld in de afdelingen 4 tot 8 van dit hoofdstuk; § 2. De beurs wordt binnen tien dagen na de datum van de afsluiting van de oproep tot de kandidaten door de administrateur-generaal van de Dienst of de door hem gemachtigd persoon toegekend of geweigerd ten opzichte van de in § 1 bedoelde toekenningsvoorwaarden en binnen de specifieke begrotingsperken die jaarlijks worden bepaald in de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest. § 3. De Dienst stelt een gemotiveerde rangschikking van de aanvragen vast voor de taalbaden georganiseerd : 1° in de afdelingen 5, 6, 7 en 8 van dit hoofdstuk binnen tien dagen na de datum van afsluiting van de in artikel 10, eerste lid, bedoelde oproep tot de kandidaten in geval van risico voor overschrijding van de begrotingsenveloppe bestemd voor de overeenstemmende maand en bepaald door de Dienst ten opzichte van het aantal ontvangen en gunstig geachte aanvragen;2° in afdeling 4 van dit hoofdstuk binnen veertig dagen na de datum van afsluiting van de oproep tot de kandidaten. § 4. Voor de vaststelling van de in § 3 bedoelde rangschikking verwijst de Dienst naar de volgende criteria die ingedeeld worden naar gelang van hun belang en volgens de weging bepaald als volgt : 1° voor de in afdeling 4 van dit hoofdstuk bedoelde taalbaden : a) de toelaatbaarheid van de persoon, of van de personen die de persoon die de beurs wil genieten, fiscaal ten laste hebben, voor een schooltoelage voor het hoger onderwijs bedoeld in artikel 2, 12 ° ; veertig procent van de punten worden toegekend; b) het belang van de taalvaardigheden in het beroepsproject, het voorziene studie- of opleidingsproject;veertig procent van de punten worden toegekend; c) de resultaten voor de in artikel 3 bedoelde ELAO-taaltoets ; twintig procent van de punten worden toegekend; 2° voor de in afdeling 5 van dit hoofdstuk bedoelde taalbaden : a) het belang van de taalvaardigheden in het beroepsproject, het voorziene studie- of opleidingsproject;veertig procent van de punten worden toegekend; b) de inschrijving van het immersieproject in een beroepsproject gebonden aan een knelpuntberoep of aan een beroep van de toekomst, opgenomen in de lijst die jaarlijks door de Dienst wordt opgemaakt, of aan een prioritaire sector gebonden aan de Waalse competitiviteitspolen of aan de numerieke technologieën;dertig procent van de punten worden toegekend; c) de leeftijd van de persoon;twintig procent van de punten worden toegekend; de persoon van minder dan 25 jaar op de datum van de zending van de beursaanvraag die 20 punten op 20 haalt, de persoon tussen 25 en 30 jaar op de datum van de zending van de beursaanvraag die 10 punten op 20 haalt en de persoon van meer dan 30 jaar op de datum van de zending van de beursaanvraag die 5 punten op 20 haalt; d) de resultaten voor de in artikel 3 bedoelde ELAO-taaltoets ;tien procent van de punten worden toegekend; 3° voor de in de afdelingen 6, 7 en 8 van dit hoofdstuk bedoelde taalbaden : a) het belang van de taalvaardigheden in het beroepsproject, het voorziene studie- of opleidingsproject;veertig procent van de punten worden toegekend; b) de inschrijving van het immersieproject in een beroepsproject gebonden aan een knelpuntberoep of aan een beroep van de toekomst, opgenomen in de lijst die jaarlijks door de Dienst wordt opgemaakt, of aan een prioritaire sector gebonden aan de Waalse competitiviteitspolen of aan de numerieke technologieën;dertig procent van de punten worden toegekend; c) de relevantie van het taalbad ten opzichte van de behoefte aan beroepservaring van de persoon;twintig procent van de punten worden toegekend; d) de resultaten voor de in artikel 3 bedoelde ELAO-taaltoets ;tien procent van de punten worden toegekend.

Wat het criterium bedoeld in de punten 1°, b), 2°, a) en 3°, a) betreft, kan het beoordeeld worden ten opzichte van de taalvaardigheden in het profiel voor de beroepen ROME V3.

De toekenning van de beurs wordt beperkt tot de dossiers die de hoogste rangschikking krijgen en die minstens zestig procent van de punten krijgen voor de criteria 1°, b), 2°, a), 3°, a), en 3°, c).

De dienst "Talen" van de Dienst maakt het voorstel tot rangschikking aan de administrateur-generaal van de Dienst of de door hem gemachtigd persoon over.

Binnen tien dagen na ontvangst van de rangschikking wordt de beurs op grond van de rangschikking toegekend of geweigerd door de administrateur-generaal van de Dienst of de door hem gemachtigd persoon. § 5. Onverminderd de voorwaarden voor de toekenning en de uitbetaling van de schijven van dit hoofdstuk heeft de toekenningsbeslissing betrekking op het totaalbedrag van de beurs waarop de persoon aanspraak kan maken met inachtneming van de vermelde voorwaarden betreffende elk soort taalbad bedoeld in de afdelingen 4 tot 8 van dit hoofdstuk.

De Dienst deelt de beslissing bij aangetekend schrijven aan de persoon mee binnen tien dagen na de beslissing.

De beslissing omvat de lijst van de stukken die aan de Dienst overgemaakt moeten worden voor de uitbetaling van de eerste schijf zoals bedoeld in artikel 14, § 2. § 6. Wat het in afdeling 4 bedoelde taalbad betreft, beslist de Dienst over de toekenning onder de opschortende voorwaarde van het verkrijgen van het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs of van een Belgische beslissing tot gelijkwaardigheid, dat/die binnen uiterlijk vijftien dagen na het afgeven ervan door de persoon wordt overgemaakt.

Bij gebrek aan officieel certificaat afgeleverd door de Franse Gemeenschap geldt een attest van welslagen dat door de inrichting van het secundair onderwijs op erewoord afgeleverd wordt, als bewijs van het verkrijgen van het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs.

Indien het getuigschrift in het kader van een tweede zittijd verkregen wordt, maakt de persoon uiterlijk op 15 juli van het vertrekjaar een document aan de Dienst over, waaruit blijkt dat hij voor de examens van de tweede zittijd is ingeschreven. Na die examens maakt de persoon het bewijs van het verkrijgen van het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs of van een Belgische beslissing tot gelijkwaardigheid over binnen uiterlijk vijftien dagen na de datum van aflevering van het document.

Indien hij op 15 juli van het vertrekjaar de vereiste documenten niet ontvangt, stuurt de Dienst binnen tien dagen een rappelbrief bij aangetekend schrijven om de persoon eraan te herinneren dat de beurs niet verschuldigd zal zijn indien dit bewijs niet binnen vijftien dagen volgend op de zending van de rappelbrief wordt overgemaakt.

Indien de persoon het bewijs van zijn welslagen binnen de voorgeschreven termijnen niet heeft overgemaakt, wordt de in het eerste lid bedoelde opschortende voorwaarde niet vervuld en wordt de beurs niet toegekend. Afdeling 3. - Modaliteiten voor de uitbetaling en de rechtvaardiging

van het gebruik van de beurs

Art. 14.§ 1. De beurs wordt in twee schijven op degressieve wijze uitbetaald. § 2. Onverminderd de bijzondere bepalingen bedoeld in de afdelingen 4 tot 8 stort de Dienst de eerste schijf die met 75 procent van de beurs overeenstemt, op de daartoe vermelde bankrekening aan de persoon binnen 15 dagen na ontvangst van de bewijsstukken voor de uitbetaling van de eerste schijf.

De in § 1 bedoelde storting van de eerste schijf hangt af van de zending, door de persoon, voor het taalbad bedoeld : 1° in afdeling 4 : - van het bewijs van het verkrijgen van het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs, van het kwalificatiecertificaat afgeleverd aan het einde van het zesde jaar van het secundair technisch, kunst- of beroepskwalificatieonderwijs, alsook aan het einde van het zevende jaar van het secundair technisch, kunst- of beroepskwalificatieonderwijs afgeleverd door een Belgische openbare overheid, of van het getuigschrift van het zesde jaar van het secundair beroepsonderwijs, van een Belgische beslissing tot gelijkwaardigheid of elk gelijkwaardig diploma erkend door België; - van het bewijs van de organisatie van het taalbad in een geaccrediteerde talenschool of in een schoolinrichting; - en, in voorkomend geval, van het document waaruit blijkt dat de persoon in aanmerking komt voor de studiebeurs voor het hoger onderwijs, zoals bedoeld in artikel 13, § 4, 1°, a); 2° in afdeling 5, van een proforma-factuur van de geaccrediteerde talenschool;3° in de afdelingen 6 en 8, van een proforma-factuur van de geaccrediteerde operator en van een attest van tenlasteneming afgeleverd door het bedrijf;4° in afdeling 7, van het bewijs van de reservering van huisvesting of van de overeenkomst precaire bewoning of van huurovereenkomst en van een attest van tenlasteneming afgeleverd door het bedrijf. Voor de in de afdelingen 5 tot 8 bedoelde taalbaden worden de stukken betreffende de uitbetaling van de eerste schijf aan de Dienst overgemaakt binnen uiterlijk twintig dagen voor het vertrek van de persoon. § 3. Binnen vijftien dagen na de datum van zijn terugkeer zendt de persoon bij aangetekend schrijven de stukken aan de Dienst ter rechtvaardiging van : 1° de werkelijkheid van zijn aanwezigheden op de cursussen georganiseerd door de schoolinrichting of door de geaccrediteerde school of, in geval van immersie in een bedrijf, de werkelijkheid van zijn aanwezigheden in het bedrijf;2° de evaluatiedocumenten of de documenten van de werken gebonden aan het uitgevoerde project, waaronder, voor de immersie in een bedrijf (afdelingen 6 tot 8), het verslag opgemaakt door de persoon in de doeltaal en voor de andere soorten taalbaden (afdelingen 4 en 5), het verslag betreffende het taalbad en het verslag van het bezoek in het bedrijf opgemaakt door de persoon in de doeltaal; Indien de stukken niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn worden overgemaakt, stuurt de Dienst een rappelbrief bij aangetekend schrijven opdat de persoon bedoelde stukken binnen vijftien dagen na ontvangst van de rappelbrief overlegt.

Behoudens bij behoorlijk gerechtvaardigde overmacht bepaald door de Dienst is de beurs, indien de bewijsstukken niet binnen de voorgeschreven termijn worden overgemaakt, niet verschuldigd en betaalt de persoon het reeds geïnde voorschot terug binnen dertig dagen na de zending van de door de Dienst gerichte vorderingsbrief en laat hij in voorkomend geval zijn opmerkingen gelden. § 4. In geval van ongerechtvaardigde afwezigheden op de cursussen of in het bedrijf boven het percentage van tien procent van toegelaten ongerechtvaardigde afwezigheden is de beurs niet volledig verschuldigd. Het reeds gestorte voorschot blijft verworven naar rato van de gerechtvaardigde sommen en van de gepresteerde dagen.

De Dienst richt een vorderingsbrief aan de persoon, waarin hij hem verzoekt om het reeds gestorte en ongerechtvaardigde bedrag van de beurs zelfs in geval van verbetering van de talenkennis binnen dertig dagen terug te betalen en, in voorkomend geval, om zijn afwezigheden te rechtvaardigen.

In de zin van dit besluit wordt een afwezigheid gerechtvaardigd door : 1° de onpasselijkheid of ziekte van de persoon, gedekt door een medisch getuigschrift of een officieel document dat door een ziekenhuiscentrum is afgeleverd ;2° elk document afgeleverd door een openbare overheid waaruit blijkt dat de persoon de tijdens de lesuren of de stage vervulde administratieve stappen niet op een ander ogenblik kon verrichten;3° de gevallen van overmacht of buitengewone omstandigheden bepaald door de Dienst, waaronder de ernstige ziekten of het overlijden van een bloedverwant van de persoon op basis van het overmaken van een officieel document. § 5. Binnen tien dagen na de datum van zijn terugkeer licht de persoon de Dienst daarover in en stelt hij een datum met de Dienst vast om de test af te leggen om zijn taalniveau na het taalbad te bepalen.

Indien de test niet wordt afgelegd, is de tweede schijf van twintig procent door de Dienst niet verschuldigd behalve in door de Dienst bepaalde en behoorlijk gerechtvaardigde gevallen van overmacht of buitengewone omstandigheden.

Voor het in afdeling 4 bedoelde taalbad wordt de in het eerste lid bedoelde test uiterlijk op 15 september van het jaar van terugkeer van het taalbad uitgevoerd. In geval van onvoldoende verbetering van het taalniveau zoals bepaald in artikel 15, § 5, is de tweede schijf niet verschuldigd en licht de Dienst er de persoon bij aangetekend schrijven over in.

De persoon die de test wegens zijn betrekking niet kan afleggen, wordt daarvan vrijgesteld na verificatie van zijn tewerkstelling. § 6. Binnen tien dagen na de datum van het afleggen van de test tot bepaling van het taalniveau na het taalbad van de persoon beslist de Dienst over de uitbetaling de tweede schijf van de beurs ten opzichte van de overgemaakte stukken en deelt hij zijn beslissing aan de persoon mee.

De Dienst richt een brief aan de persoon waarin wordt vermeld of de procedure voor de storting van het saldo van de beurs al dan niet begonnen is. § 7. In geval van onvoldoende onkosten is de beurs niet volledig maar naar rato van de gerechtvaardigde sommen verschuldigd. § 8. Het frauduleuze verkrijgen van de beurs geeft aanleiding tot de terugbetaling van de gestorte bedragen. Afdeling 4. - Taalbad in een school buiten het Franse taalgebied

Art. 15.§ 1. Een persoon die een certificeringsniveau gelijk aan het einddiploma van het secundair onderwijs bereikt en die voldoet aan de voorwaarden van dit artikel en van artikel 16, kan tussen 1 februari en 31 maart van het kalenderjaar van die certificering een beurs vragen voor een taalbad van achttien weken tot tien maanden in een geaccrediteerde school of in een schoolinrichting die minstens twintig lesuren per week aanbiedt. § 2. Het in deze afdeling bedoelde taalbad heeft betrekking op het Duits, het Engels, het Nederlands of een combinatie van twee van die talen, hierna meertalig jaar genoemd, in de volgende regio's en landen : Nederland, het Nederlandse taalgebied van België, Duitsland, Oostenrijk, de Duitstalige gemeenschap, Groot-Brittannië, Ierland, Malta, Canada buiten Quebec, de continentale staten van de Verenigde Staten.

Voor het in een geaccrediteerde talenschool georganiseerde taalbad bevoorrecht de Dienst de Europese regio's en landen bij de vaststelling van de in artikel 13, § 4, 1° bedoelde rangschikking. § 3. Naast het leren in een school omvat het taalbad een moment bestemd voor één of meer bezoeken in plaatselijke bedrijven met een maximale duur van twaalf uur per halfjaar; dit moment maakt het voorwerp uit van een verslag dat door de persoon in de doeltaal opgemaakt wordt en aan het einde van het taalbad wordt afgegeven. § 4. Het in deze afdeling bedoelde taalbad vereist een voorafgaandelijke minimale talenkennis. Het vereiste taalniveau is A1 in de taal van de immersie en A2 + 2 subgroepen in het Nederlands of het Duits indien het project een eentalig taalbad in het Engels is. § 5. De uitbetaling van de tweede schijf van de beurs hangt af van de verbetering van het niveau in de doeltaal die vereist wordt aan het einde van het in deze afdeling bedoelde taalbad.

De aan de terugkeer vereiste verbetering schommelt volgens het niveau van vertrek volgens de volgende tabel :

Eentalige stage 1 jaar

Niveau van vertrek

Minimale verlangde verbetering :

A1

2 niveaus

= 8 subgroepen

A2

1 anderhalf niveau

= 6 subgroepen

Vanaf A2+3

1 niveau

= 4 subgroepen

B2

1/2 niveau

= 2 subgroepen

Stage enig halfjaar en meertalige jaren

Niveau van vertrek

Minimale vereiste verbetering per halfjaar :

Tot A2+1

1 niveau

= 4 subgroepen

A2+2

3/4 van het niveau

= 3 subgroepen

B1

1/2 niveau

= 2 subgroepen

B2

1/4 van het niveau

= 1 staafje


Voor het in artikel 17, 3°, bedoelde taalbad "meertalig jaar", is de vereiste totale verbetering gelijkwaardig aan de som van de minimale verbeteringen van de twee halfjaar. De minimale verbetering in één van de twee talen is 2 subgroepen (1 vanaf B1) en wordt verplicht gecompenseerd door de verbetering in de andere taal. Vanaf een niveau van vertrek C1 moet de taaltoets afgelegd worden maar de verbetering wordt niet meer vereist.

Art. 16.Om in aanmerking te komen voor de beurs voor het in deze afdeling taalbad moet de persoon voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° op het ogenblik van het taalbad, houder zijn van het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs of van het diploma van het zesde jaar van het secundair beroepsonderwijs of van een Belgische beslissing tot gelijkwaardigheid of elk gelijkwaardig diploma erkend in België;2° voor de in artikel 3 bedoelde taaltoetsen geslaagd zijn en het in artikel 15, 4 bedoelde taalniveau hebben.

Art. 17.De voorgestelde formules hebben betrekking op ofwel : 1° een volledig schooljaar in een schoolinrichting in één enkele taal;2° een halfjaar in een schoolinrichting of een geaccrediteerde talenschool in één enkele taal;3° twee halve schooljaren in geval van een "meertalig jaar" in twee verschillende talen maar met een mogelijke combinatie van een halfjaar in een geaccrediteerde school en een halfjaar in een schoolinrichting. In een schoolinrichting wordt het taalbad gegeven in een studieniveau gelijkwaardig aan het niveau van het voorlaatste of van het laatste jaar van het secundair onderwijs of van het eerste jaar van het hoger onderwijs. In een geaccrediteerde school omvat het taalbad achttien weken taallessen per haaljaar.

Art. 18.Een geaccrediteerde operator of de persoon organiseert het in deze afdeling bedoelde taalbad. De geaccrediteerde operator is verantwoordelijk voor de organisatie van het taalbad en zorgt voor de bescherming en de bijstand van de persoon.

Art. 19.De beurs die een verschillend bedrag heeft volgens het type taalbad en de bestemming, bedraagt maximum 4000 euro onder voorbehoud van een rechtvaardiging gebonden aan de schommelingen van de buitenlandse valuta.

In afwijking van het eerste lid kan die beurs verhoogd worden en betrekking hebben op een bedrag van 8000 euro bedragen indien de inkomsten van de personen die de persoon die de beurs wil genieten, fiscaal ten laste hebben, hem toegang zouden kunnen geven tot een schooltoelage voor het hoger onderwijs bedoeld in artikel 2, 12°. Afdeling 5. - Taalbad in een talenschool binnen de Europese Unie

buiten het Franse taalgebied

Art. 20.Om in aanmerking te komen voor de beurs voor het in deze afdeling bedoelde taalbad, is de persoon sinds minstens vier weken als werkzoekende ingeschreven in een beroep dat de talenkennis integreert.

Hij moet bovendien ofwel : 1° houder zijn van het kwalificatiecertificaat afgeleverd aan het einde van het zesde jaar van het secundair technisch, kunst- of beroepskwalificatieonderwijs, alsook aan het einde van het zevende jaar van het secundair technisch, kunst- of beroepskwalificatieonderwijs afgeleverd door een Belgische openbare overheid, of van het getuigschrift van het zesde jaar van het secundair beroepsonderwijs;2° houder zijn van een diploma van ondernemingshoofd of van een getuigschrift van leertijd zoals afgeleverd door het Instituut;3° houder zijn van een Belgisch diploma van het hoger onderwijs van het korte type;4° een Belgische beslissing tot gelijkwaardigheid voor beroepsdoeleinden gekregen hebben;5° een beroepsopleiding gevolgd hebben, die georganiseerd wordt door de Dienst of een gewestelijke openbare opleidingsdienst die het voorwerp heeft uitgemaakt van een validering of erkenning van de vaardigheden.

Art. 21.De persoon die voldoet aan de in artikel 20 bedoelde voorwaarden kan verzoeken om in aanmerking te komen voor een beurs voor een taalbad van drie weken in België buiten het Franse taalgebied of in een lidstaat van de Europese Unie in een geaccrediteerde talenschool die minstens twintig volledige lesuren per week aanbiedt.

Art. 22.§ 1. Het in deze afdeling bedoelde taalbad heeft betrekking op ofwel : 1° het Duits voor een taalbad in Duitsland, Oostenrijk of in de Duitstalige Gemeenschap;2° het Engels voor een taalbad in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië, Ierland of Malta;3° op het Nederlands voor een taalbad in het Nederlandse taalgebied van België of in Nederland. § 2. Naast het leren in een geaccrediteerde talenschool omvat het taalbad een ogenblik bestemd voor één of meer bezoeken in plaatselijke bedrijven met een totale duur van minimum twee uur per verblijf; dit ogenblik maakt het voorwerp uit van een verslag dat door de persoon in de doeltaal opgemaakt wordt en aan het einde van het taalbad wordt afgegeven. § 3. Het in deze afdeling bedoelde taalbad vereist een voorafgaandelijke minimale talenkennis. Het vereiste taalniveau is minimum A2 + 3 subgroepen op het globale resultaat.

In grammatica wordt een niveau B1 vereist. Voor het mondelinge examen wordt een niveau A2 + 2 subgroepen vereist.

Een taaltoets wordt aan de terugkeer van het taalbad georganiseerd.

Art. 23.De beurs bedraagt 1.900 euro. Afdeling 6. - Taalbad in een bedrijf binnen de Europese Unie buiten

België

Art. 24.Om in aanmerking te komen voor de beurs voor het in deze afdeling bedoelde taalbad, is de persoon sinds minstens vier weken als niet-werkende werkzoekende ingeschreven in een beroep dat de talenkennis integreert en is hij houder van een Belgisch diploma van het hoger onderwijs of een gelijkwaardig erkend buitenlands diploma voor beroepsdoeleinden in België.

Art. 25.De persoon die voldoet aan de in artikel 24 bedoelde voorwaarden kan verzoeken om in aanmerking te komen voor een beurs voor een door een geaccrediteerde operator georganiseerd taalbad van tien of twaalf weken in een bedrijf binnen de Europese Unie en buiten België.

De immersie van tien weken bestaat in een gewone immersie in een bedrijf en houdt een aanwezigheid van minimum dertig uur in het bedrijf per week in.

De immersie van twaalf weken omvat twee weken voorbereidingscursussen in een geaccrediteerde talenschool naar rato van twintig uur per week en tien weken van immersie in een bedrijf naar rato van minimum dertig uur in het bedrijf per week.

Art. 26.Het in deze afdeling bedoelde taalbad heeft betrekking op ofwel : 1° het Duits voor een taalbad in het Duitsland of in Oostenrijk;2° het Engels voor een taalbad in Ierland of Malta;3° op het Nederlands voor een taalbad in Nederland.

Art. 27.Het in deze afdeling bedoelde taalbad vereist een voorafgaandelijke minimale talenkennis.

Het vereiste taalniveau schommelt volgens de bestemming en de lengte van het taalbad volgens volgende tabel

Taal

Bestemming en duur

Mondeling niveau

Grammaticaniveau

Duits

Taalbad van 12 weken

B1+2

B1

Taalbad van 10 weken

B2

B1+2

Engels

Taalbad van 12 weken Malta

B1

B1

Taalbad van 10 weken Malta

B1+2

B1

Taalbad van 12 weken Ierland

B2

B1+2

Taalbad van 10 weken Ierland

B2+

B2

Nederlands

Taalbad van 12 weken

B1+2

B1

Taalbad van 10 weken

B2

B1+2


Een taaltoets wordt na de terugkeer van het taalbad georganiseerd.

Art. 28.De beurs bedraagt 2800 euro voor de taalbadformule van tien weken en 3800 euro voor de taalbadformule van twaalf weken. Afdeling 7. - Taalbad in een bedrijf in het Vlaams Gewest of in het

Duitstalige Gemeenschap

Art. 29.Om in aanmerking te komen voor de beurs voor het in deze afdeling bedoelde taalbad, is de persoon sinds minstens vier weken als werkzoekende ingeschreven in een beroep dat de talenkennis integreert en krijgt hij werkloosheidsuitkering of inschakelingsuitkering. Hij is aanvullend ingeschreven bij de gewestelijke werkgelegenheidsdienst van de plaats van de uitvoering van de stage in het bedrijf.

Hij is houder van een Belgisch diploma van het hoger onderwijs of een gelijkwaardig erkend buitenlands diploma voor beroepsdoeleinden in België of heeft een kwalificerende vorming gevolgd, die gecertificeerd of in België gevalideerd is en van een hoger niveau dan het niveau van het secundair onderwijs.

Art. 30.De persoon die aan de in artikel 29 bedoelde voorwaarden voldoet, kan verzoeken om in aanmerking te komen voor een beurs voor een taalbad van twaalf weken in een bedrijf in het Vlaamse Gewest of in de Duitstalige Gemeenschap, dat/die positief heeft ingespeeld op zijn zoeken naar een stage in een voltijdse arbeidsregeling.

Het in deze afdeling bedoelde taalbad heeft betrekking op ofwel : 1° het Nederlands in het Vlaamse Gewest;2° het Duits in het Duitse taalgebied in België. Het in deze afdeling bedoelde taalbad vereist een voorafgaandelijke minimale talenkennis. Het vereiste taalniveau is B1.

Een taaltoets wordt na de terugkeer van het taalbad georganiseerd.

De immersie in een bedrijf kan voorafgegaan worden met drie weken voorbereidingscursussen in een geaccrediteerde talenschool in dezelfde taal. De immersie in een bedrijf wordt dan tot negen weken verminderd.

Art. 31.De samenwerking tussen het bedrijf en de persoon maakt het voorwerp uit van een overeenkomst die de verdeling van de verplichtingen tussen de contracterende partijen bepaalt en die een stageplan omvat. Het model van de overeenkomst wordt in bijlage 3 bij dit besluit vermeld.

Met inachtneming van de in het eerste lid bedoelde overeenkomst kan de persoon in aanmerking komen voor de vergoedingen bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 8 februari 2002 betreffende het toekennen van bepaalde voordelen aan de stagiairs die een beroepsopleiding krijgen.

De persoon geniet een forfaitaire vergoeding van 19 euro per gepresteerde dag, namelijk 95 euro per week indien hij het bewijs van de reservering van huisvesting, de overeenkomst precaire bewoning of de huurovereenkomst betreffende een woning in het in artikel 30, tweede lid, bedoelde taalgebied overlegt. Afdeling 8. - Taalbad in een bedrijf in een opkomend land "BRIC"

(Brazilië, Rusland, India en China)

Art. 32.De persoon wordt als niet-werkende werkzoekende bij de Dienst ingeschreven in een beroep die de talenkennis integreert. Hij is houder van een Belgisch diploma van het hoger onderwijs of een gelijkwaardig erkend buitenlands diploma voor beroepsdoeleinden in België en bewijst zijn interesse voor werk gebonden aan een opkomend land.

Art. 33.De persoon die aan de in artikel 32 bedoelde voorwaarden voldoet, kan verzoeken om in aanmerking te komen voor een beurs voor een door een geaccrediteerde operator georganiseerd taalbad van twaalf weken in een bedrijf in een opkomend BRIC-land .

Het in deze afdeling bedoelde taalbad heeft betrekking op ofwel : 1° het Engels als werktaal;2° de in het taalbadland meest gesproken officiële taal als socialisatietaal. Het in deze afdeling bedoelde taalbad wordt ofwel in Brazilië, Rusland, India of China georganiseerd. Het wordt voorafgegaan door een taalbad in het Engels zoals bedoeld in de afdelingen 5 en 6 van hoofdstuk 2.

Het in deze afdeling bedoelde taalbad vereist een voorafgaandelijke minimale talenkennis.

De taalniveaus zijn : 1° B2 voor het globale resultaat in het Engels;2° A1 of A2 voor de taal van het land voor het in Rusland, China en Brazilië georganiseerde taalbad. De geaccrediteerde operator zorgt voor de identificatie van het vereiste niveau in de officiële taal van het land en bevestigt het bij de Dienst. De beginners nemen deel aan een in het Franse taalgebied georganiseerde module van honderd veertig lesuren in de socialisatietaal.

Een taaltoets in het Engels alsook een mondelinge toets in de taal van het taalbadland worden bij de terugkeer van het taalbad georganiseerd.

Art. 34.De beurs die een verschillend bedrag heeft volgens de bestemming, bedraagt maximum 5.800 euro onder voorbehoud van een rechtvaardiging gebonden aan de schommeling van de buitenlandse valuta. HOOFDSTUK 3. - Taalbaden in schooltalen georganiseerd voor de alternerende leerlingen van het "Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises" (Waals instituut voor alternerende opleiding zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen)

Art. 35.Het in dit hoofdstuk bedoelde taalbad wordt door een erkend centrum van het net van het Instituut voorgesteld aan : 1° de persoon met een erkende leerovereenkomst gesloten overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 16 juli 1998 tot bepaling van de voorwaarden waaronder de leerovereenkomsten erkend worden in het kader van de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen of met een alternerende overeenkomst overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 16 juli 2015 betreffende de alternerende overeenkomst;2° de persoon met een stageovereenkomst gesloten in het kader van een opleiding « coördinatie en begeleiding" of in het kader van een opleiding "ondernemingshoofd" gesloten overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 16 juli 1998 betreffende de stageovereenkomst in het kader van de Permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen;3° de persoon ingeschreven als auditeur van de opleiding "ondernemingshoofd" overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2000 betreffende de vormingscursussen in de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen. Een omkaderende referentiepersoon uit een erkend centrum van het net "IFAPME" of van een toezichthoudende dienst van het Instituut, hierna "omkaderingspersoon" genoemd, zorgt voor de begeleiding van het in dit hoofdstuk bedoelde taalbad.

Het Instituut verzekert de in het eerste lid bedoelde persoon en de in het tweede lid bedoelde persoon zowel voor de burgerlijke aansprakelijkheid als voor de lichamelijke ongevallen tijdens de duur van het taalbad.

Art. 36.Het Instituut bepaalt en organiseert een taalbad van twee weken in het kader van een klassenproject. Dit taalbad kan ofwel in België buiten het Franse taalgebied, ofwel in een lidstaat van de Europese Unie in een geaccrediteerde school georganiseerd worden.

Het taalbad omvat minstens twintig volle lesuren per week.

Onder de voorwaarden van het decreet van 20 februari 2014 en van dit besluit en binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten beheert het Instituut de begrotingsenveloppe die de kosten inherent aan het in het eerste lid bedoelde taalbad van het klassenproject geheel of gedeeltelijk dekt.

Het Instituut organiseert de offerteaanvraag zoals bedoeld in artikel 2 van dit besluit.

Het Instituut kan verschillende controles bij de opleidingscentra van het IFAPME-net uitvoeren, die de beurzen voorstellen en beheren.

Art. 37.§ 1. Het taalbad heeft betrekking op : 1° het Duits voor een taalbad in Duitsland, Oostenrijk of in de Duitstalige Gemeenschap van België;2° het Engels voor een taalbad in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië, Ierland of Malta;3° op het Nederlands voor een taalbad in het Vlaamse Gewest of in Nederland. § 2. Het in deze afdeling bedoelde taalbad vereist een voorafgaandelijke minimale talenkennis. Het vereiste taalniveau is minimum A1 voor het globaal resultaat voor de in artikel 35, 1°, bedoelde persoon en minimum A2 of B1 voor de in artikel 35, 2°, bedoelde persoon naar gelang van de bedoelde beroepen.

Het Instituut bezorgt de Dienst de lijst van de kandidaten die voor en na het taalbad een test moeten afleggen. Die kandidaten worden tijdens een gemeenschappelijke klassenafspraak ontvangen. § 3. Naast het leren in een school omvat het taalbad een of meer momenten bestemd voor één of meer bezoeken in plaatselijke bedrijven met een totale duur van minimum twee uur per verblijf; dit/deze moment(en) maakt/maken het voorwerp uit van een verslag dat door de persoon in de doeltaal opgemaakt wordt en aan het einde van de immersie wordt afgegeven.

Art. 38.De persoon is de enige verantwoordelijke voor de opening en de handhaving van zijn rechten in het kader van de Belgische sociale zekerheid tijdens het taalbad. De persoon vervult alle nodige formaliteiten zowel in België als in het buitenland.

Art. 39.De beurs of de tegemoetkoming bedraagt maximum 1800 euro persoon bedoeld in artikel 35, eerste lid, en per omkaderende referentiepersoon bedoeld in artikel 35, tweede lid.

Art. 40.Het in artikel 39 bedoelde bedrag dekt de volgende kosten : Voor de persoon bedoeld in artikel 35, eerste lid : 1° de inschrijving voor twee weken in een geaccrediteerde talenschool;2° de kosten van huisvesting of logies ter plaatse;3° de organisatie van de beroeps- en culturele bezoeken;4° de vervoerbewijzen van een reis heen en terug tussen de woonplaats van de persoon en de huisvestingsplaats;5° de abonnementen op het openbaar vervoer waarop ter plaatse is ingetekend;6° een verzekering die de leerlingen voor de burgerlijke aansprakelijkheid, de lichamelijke ongevallen en de rapatriëring dekt;7° een verblijfvergoeding van maximum 25 euro per dag; Voor de in artikel 35, tweede lid, bedoelde omkaderingspersoon : 1° de kosten van huisvesting of logies ter plaatse;2° de organisatie van de beroepsbezoeken;3° de vervoerbewijzen van een reis heen en terug tussen de woonplaats van de persoon en de huisvestingsplaats;4° de abonnementen op het openbaar vervoer waarop ter plaatse is ingetekend;5° de behoorlijk verantwoorde kosten voor de begeleidingstaken;6° een verblijfvergoeding waarvan het bedrag ofwel forfaitair bepaald wordt, ofwel berekend wordt op basis van de behoorlijk verantwoorde reële kosten en uitgaven.

Art. 41.De omkaderingsnorm is maximum één omkaderingspersoon voor tien leerlingen in het kader van een klassenproject.

Indien het aantal deelnemers die de in de artikelen 35 en 37 bedoelde voorwaarden vervullen, hoger is dan het maximum aantal deelnemers in het voorafgaandelijk bepaald klassenproject, bepaalt het Instituut een rangschikking en kent het de deelneming aan het klassenproject aan de eerste gerangschikte personen.

De rangschikking wordt gegrond op : 1° de resultaten behaald bij de taaltoets bedoeld in artikel 3 van dit besluit;2° het belang van de talenkennis in het beroeps- of opleidingsproject van de persoon.

Art. 42.Binnen twee maanden na de terugkeer van de persoon, maakt de persoon of de geaccrediteerde talenschool de stukken aan het Instituut, ter rechtvaardiging van de aanwezigheden op de door de schoolinrichting georganiseerde cursussen. Het Instituut stuurt daartoe vijftien tagen voor de vervaldatum een rappelbrief aan de persoon.

De persoon betaalt de in artikel 40, 7°, bedoelde vergoeding naar rato van de ongerechtvaardigde afwezigheden terug. Het Instituut richt een vorderingsbrief aan de persoon, waarbij hij erom verzocht wordt het verschuldigde bedrag terug te betalen en zijn opmerkingen te laten gelden. HOOFDSTUK 4. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 43.De in dit besluit bedoelde termijnen worden in kalenderdagen berekend. De dag van de akte die de aanvang van de termijn uitmaakt, is niet inbegrepen. De vervaldag wordt meegerekend in de termijn.

Indien die dag evenwel een zater-, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt de vervaldag uitgesteld tot de eerstkomende werkdag.

Art. 44.De Dienst wordt ermee belast de beurzen die onrechtmatig gestort of gebruikt zijn, of die ongerechtvaardigd zijn gebleven, met alle rechtsmiddelen terug te vorderen.

Het Instituut wordt ermee belast de vergoedingen met alle rechtsmiddelen terug te vorderen in de in artikel 42, tweede lid bedoelde gevallen.

Art. 45.De Dienst, voor wat betreft de uitvoering van hoofdstuk 2, en het Instituut, voor wat betreft de uitvoering van hoofdstuk 3, gaan jaarlijks tot een evaluatie van de uitvoering van dit besluit over en delen hun evaluatieverslag aan de Minister en aan de Sociaal-economische Raad van Wallonië mede.

Dat evaluatieverslag dat gebonden is aan het verslag opgemaakt in het kader van de opvolging van de uitvoering van het Marshall-Plan 4.0, heeft minimum betrekking op het aantal toegekende beurzen, de verdeling van de beurzen per soort, de verbetering van het niveau van de talenkennis van de begunstigden en hun traject tijdens de twaalf maanden van het taalbad.

Elke promotie- of informatiecampagne omvat verplicht de vermelding : "Project van taalbad van het Marshall-Plan 4.0" alsook het logo Marshall-Plan 4.0. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 46.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2016.

Art. 47.De Minister van Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 8 september 2016.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. E. TILLIEUX

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^