Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 24 januari 2003
gepubliceerd op 05 januari 2004

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het stambesluit VOI van 30 juni 2000 wat de harmonisatie van vergoedingen en toelagen betreft

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003036201
pub.
05/01/2004
prom.
24/01/2003
ELI
eli/besluit/2003/01/24/2003036201/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 JANUARI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het stambesluit VOI van 30 juni 2000 wat de harmonisatie van vergoedingen en toelagen betreft


De Vlaamse regering, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op artikel 67, § 2;

Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 20ter, § 2, ingevoegd bij het decreet van 5 juli 1989 en gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, inzonderheid op artikel 32ter, § 1, ingevoegd bij het decreet van 12 december 1990 en op artikel 32ter, § 3 en § 4, ingevoegd bij het decreet van 12 december 1990 en gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op de wet van 17 mei 1976 tot oprichting van een Dienst voor de Scheepvaart en van een "Office de la Navigation", inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op artikel 38, gewijzigd bij de decreten van 20 april 1994 en 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 20 maart 1984 houdende oprichting van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, inzonderheid op artikel 3, § 1, ten dele vernietigd door het arrest nr. 28 van het Arbitragehof van 28 oktober 1986 en op artikel 3, § 2, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 5, § 1, en artikel 11, § 1, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 7 juli 1998 betreffende de openbare instelling Toerisme Vlaanderen en de Vlaamse Raad voor het Toerisme, inzonderheid op artikel 2 en artikel 20;

Gelet op het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, inzonderheid op artikel 3 en op artikel 9, § 1, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, inzonderheid op artikel 18, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het Onderwijs II, inzonderheid op artikel 160, gewijzigd bij de decreten van 17 juli 1991, 9 april 1992 en 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid, inzonderheid op artikel 24, 44, § 1, en 45, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, inzonderheid op artikel 48, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen, inzonderheid op artikel 20, § 1, gewijzigd bij het decreet van 24 juli 1996;

Gelet op het decreet van 4 mei 1994 betreffende de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, inzonderheid op artikel 57, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 32, § 1;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige VOI, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, gegeven op 22 november 2000;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 8 november 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs, gegeven op 8 december 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen, gegeven op 27 oktober 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, gegeven op 8 november 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 28 november 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel, gegeven op 9 november 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem, gegeven op 9 november 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Landmaatschappij, gegeven op 8 november 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Toerisme Vlaanderen, gegeven op 11 december 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Dienst voor de Scheepvaart, gegeven op 8 november 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 30 november 2000;

Gelet op het advies van de algemene raad van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 7 november 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Export Vlaanderen, gegeven op 6 december 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest, gegeven op 7 november 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Milieumaatschappij, gegeven op 6 november 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Landmaatschappij, gegeven op 27 oktober 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 9 november 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van de Dienst voor de Scheepvaart, gegeven op 17 oktober 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, gegeven op 6 november 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van Toerisme Vlaanderen, gegeven op 11 december 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, gegeven op 16 november 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van de Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs, gegeven op 30 november 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van de administratieve diensten van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs, gegeven op 10 november 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 27 oktober 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen, gegeven op 14 november 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van Kind en Gezin, gegeven op 22 november 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 27 oktober 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel, gegeven op 18 oktober 2000;

Gelet op het advies van de directieraad van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem, gegeven op 7 november 2000;

Overwegende dat het advies van de directieraad van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding niet binnen de vastgestelde termijn is verstrekt;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 22 mei 2001;

Gelet op het protocol nr. 169.496 van 11 februari 2002 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering, op 22 maart 2002, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies 33.318/3 van de Raad van State, gegeven op 1 oktober 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Weken en Energie, de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid en de Vlaamse minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan Deel XIII, titel III van het stambesluit VOI van 30 juni 2000 worden de hoofdstukken Xbis, Xter en Xquater toegevoegd, die luiden als volgt : "HOOFDSTUK Xbis. - Huisvesting Artikel XIII 94bis. § 1. De leidend ambtenaar bepaalt voor zijn diensten, de functies en arbeidsplaatsen waaraan het gebruik van een woning, ter beschikking gesteld door de instelling, verbonden is, teneinde deze personeelsleden toe te laten hun taak gemakkelijker te vervullen.

Hij bepaalt tevens de aard van de voordelen verbonden aan het ter beschikking krijgen van een woning, alsook de daaraan verbonden bijzondere dienstverplichtingen. § 2. De leidend ambtenaar bepaalt tevens de functies waaraan woonstplicht in het ambtsgebied verbonden is, en de verplichting om de eventueel ter beschikking gestelde woning te betrekken. § 3. De ambtenaar die een huisvesting bewoont waarvan de instelling hem het genot verleent, geniet een voordeel van alle aard, waarvan de waarde wordt bepaald op het hierna vermeld percentage van het gemiddelde van het minimum- en het maximumsalaris van zijn salarisschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 4. Ingeval de functie die recht geeft op het gebruik van een woning ter beschikking gesteld door de instelling wordt beëindigd, of in geval van overlijden van de ambtenaar, is artikel XIII 111 van toepassing. Vanaf de eerste van de maand volgend op het einde van de dienstbetrekking of het overlijden, is een huur verschuldigd waarvan het bedrag door de leidend ambtenaar van de instelling in kwestie wordt vastgesteld. HOOFDSTUK Xter. - Bijzondere dienstopdrachtentoelage Art. XIII 94ter. § 1. De in artikel XIII 94bis, § 1, bedoelde ambtenaren die geen woning ter beschikking krijgen ontvangen een jaarlijkse bijzondere dienstopdrachtentoelage van 1.640 euro (100 %). § 2. De toelage bedoeld in § 1 wordt maandelijks, nadat de termijn vervallen is overeenkomstig artikel XIII 24, § 1, uitbetaald. De toelage volgt de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig artikel XIII 22. HOOFDSTUK Xquater. - Woondervingstoelage Art. XIII 94quater. § 1. Aan de in artikel XIII 94bis, § 2, van dit besluit bedoelde ambtenaar, aan wie geen woning kan worden ter beschikking gesteld, wordt een jaarlijkse woondervingstoelage toegekend van 1.640 euro (100 %). § 2. De toelage bedoeld in § 1 wordt maandelijks, nadat de termijn vervallen is overeenkomstig artikel XIII 24, § 1, uitbetaald. De toelage volgt de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig artikel XIII 22. »

Art. 2.Aan Deel XIII, Titel VII, afdeling 1, van hetzelfde besluit worden de volgende artikelen toegevoegd : « Art. XIII 129bis. § 1. De ambtenaar die vóór 1 april 2002 in dienst getreden is en die uit hoofde van zijn functie over een privéaansluiting op het telefoonnet moet beschikken, ontvangt een forfaitaire vergoeding van 300 euro per jaar (100 %). § 2. De in § 1 vermelde vergoeding dekt alle kosten van telefoonaansluiting, abonnement en gesprekken en wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald. § 3. De leidend ambtenaar stelt jaarlijks de lijst vast van de in § 1 bedoelde ambtenaren. Het betrokken afdelingshoofd beslist in welk mate het GSM-gebruik dient beperkt te worden. § 4. De vergoeding volgt de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen., overeenkomstig de bepalingen van artikel XIII 22.

Art. XIII 129ter. § 1. De naar een instelling overgehevelde ambtenaar heeft recht op de toelage voor het uitblijven van ongevallen voor zover hij aan de toekenningsvoorwaarden voldoet, zoals vastgesteld in § 2. § 2. De toelage voor het uitblijven van ongevallen bedraagt 92 euro (100 %) per jaar en volgt de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van artikel XIII 22.

Deze toelage wordt jaarlijks uitbetaald, enkel aan de ambtenaar die tijdens het afgelopen jaar ten minste 80 uren occassioneel met het besturen van een dienstvoertuig was belast, en die tijdens dat jaar geen ongeval heeft gehad waarvoor hij aansprakelijk was.

Art. XIII 129quater. § 1. De naar een instelling overgehevelde ambtenaar en de ambtenaar die op 31 maart 2002 een kantoorvergoeding ontving, behoudt deze vergoeding voor zover betrokkene nog steeds aan de toekenningsvoorwaarden vermeld in § 2 beantwoordt. § 2. De in. § 1 bedoelde ambtenaar die geen kantoor heeft in een gebouw van de instelling en die uit de aard van zijn functie een lokaal als kantoor dient in te richten, krijgt een forfaitaire vergoeding.

Indien het kantoor voor het publiek toegankelijk is, bedraagt de vergoeding 375 euro per jaar (100 %).

Indien het kantoor niet voor het publiek toegankelijk is, bedraagt de vergoeding 89,5 euro per jaar (100 %). § 3. De toelage, bedoeld in § 2 wordt maandelijks, nadat de termijn vervallen is, overeenkomstig artikel XIII 24, § 1, uitbetaald. De toelage volgt de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig artikel XIII 22.

Art. XIII 129quinquies. § 1. De ambtenaar die een telefoonvergoeding heeft genoten, behoudt dit voordeel tot 31 maart 2002 indien hij aan de toekenningsvoorwaarden voldoet. § 2. De ambtenaar die een uniformvergoeding heeft genoten, behoudt dit voordeel tot : 1° de eerste dag van de maand volgend op de goedkeuring van de omzendbrief terzake voor degenen die niet langer verplicht zijn een uniform of werkkledij te dragen;2° de eerste dag van de maand volgend op de terbeschikkingstelling van een uniform voor degenen die verplicht zijn een uniform te dragen;3° de eerste dag van de maand volgend op de terbeschikkingstelling van de werkkledij voor degenen die verplicht zijn werkkledij te dragen. § 3. De ambtenaar die behoort tot een personeelscategorie waarvoor in het verleden de verplichting bestond tot het dragen van een uniform, zelf een uniform heeft moeten kopen maar geen uniformvergoeding ontving, krijgt aan de hand van een schuldvordering, de kostprijs van dit uniform terugbetaald. § 4. De leidend ambtenaar beslist of het onderhoud of het kuisen van het uniform gedaan wordt door toedoen van de instelling of door de ambtenaar. In dit laatste geval ontvangt de ambtenaar een vergoeding van 7,5 euro (100 %) per maand. § 5. De ambtenaar die een toelage voor het uitblijven van ongevallen geniet, behoudt dit voordeel tot 31 maart 2002 indien hij aan de toekenningsvoorwaarden voldoet. »

Art. 3.Aan artikel XIII 130 van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 8 maart 2002, wordt volgende opsomming toegevoegd : « - het koninklijk besluit van 30 november 1950 betreffende de huisvesting van sommige categorieën van het door de Staat bezoldigd personeel; - het koninklijk besluit van 8 december 1952 tot vaststelling, wat betreft de rijksinstellingen voor geesteszieken, van de functies waaraan vrije huisvesting is verbonden; zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 december 1953; 20 september 1956; 8 april 1965 en 13 december 1967; - het koninklijk besluit van 23 december 1952 betreffende de uniformen van verplegers, verpleegsters, ziekenoppassers, oppassers, technici en bewakers van rijksinstellingen voor geesteszieken, zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 februari 1968 en 5 oktober 1973; - het koninklijk besluit van 8 augustus 1976 tot toekenning van een toelage voor het uitblijven van ongevallen aan de personeelsleden belast met het besturen van een autovoertuig; - het koninklijk besluit van 2 mei 1978 tot toekenning van een toelage voor het uitblijven van ongevallen aan de personeelsleden van sommige instellingen van openbaar nut, onder het toezicht van of beheerd door de Minister van Openbare Werken, belast met het besturen van een autovoertuig; - het ministerieel besluit van 26 maart 1965 betreffende de vergoeding voor kantoorkosten; - het ministerieel besluit van 26 augustus 1968 betreffende de vergoeding voor kantoorkosten, gewijzigd bij ministeriële besluiten van 31 juli 1974 en 2 oktober 1974; - ministerieel besluit van 15 oktober 1968 houdende vaststelling van het bedrag der jaarlijkse vaste vergoeding, toegekend aan de agenten der waterwegen die op eigen kosten voorzien in de verwarming of controle der scheepvaartrechten, van een schuilplaats of een wachthuisje, voor de winterperiode 1978-1979; - ministerieel besluit van 6 mei 1977 tot toekenning van een toelage voor het uitblijven van ongevallen aan de personeelsleden van het Ministerie van Openbare Werken belast met het besturen van een autovoertuig; - beslissing van 14 december 1955 van de "N.V. Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel" betreffende de toekenning van een telefoonvergoeding; - beslissing van 4 december 1963 van de "N.V. Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel" betreffende de uniformvergoeding; 28° beslissing van 26 oktober 1971 van het dagelijks bestuur van de Hoge Raad der Werken voor Kinderwelzijn betreffende de tussenkomst in de telefoonkosten; - beslissing van 28 februari 1994 van de directieraad van het VIZO in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 17 april 1991 betreffende de bijdrage kosten aan huis. »

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2002.

Art. 5.De leden van de regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 januari 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, M. VOGELS De Vlaamse minister van Sport en Brusselse Aangelegenheden, G. VANHENGEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting, J. GABRIELS

^