Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 maart 2014
gepubliceerd op 11 juni 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van het archiefbeheer

bron
vlaamse overheid
numac
2014035495
pub.
11/06/2014
prom.
21/03/2014
ELI
eli/besluit/2014/03/21/2014035495/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 MAART 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van het archiefbeheer


De Vlaamse Regering, Gelet op het Archief decreet van 9 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2010 pub. 05/08/2010 numac 2010035532 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bestuurlijk-administratieve archiefwerking type decreet prom. 09/07/2010 pub. 28/07/2010 numac 2010035533 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2010 type decreet prom. 09/07/2010 pub. 05/08/2010 numac 2010204019 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 30 april 2004 tot uniformisering van de toezichts-, sanctie- en strafbepalingen die zijn opgenomen in de regelgeving van de sociaalrechtelijke aangelegenheden, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest bevoegd zijn sluiten, artikel 5, 7, 10 en 11;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting gegeven op 21 december 2011;

Gelet op het gemeenschappelijke advies van de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken en de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 14 februari 2012;

Gelet op advies 51.018/3 van de Raad van State, gegeven op 27 maart 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het arrest 57/2012 van het Grondwettelijk Hof van 3 mei 2012;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand en de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° Archiefdecreet: het Archief decreet van 9 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2010 pub. 05/08/2010 numac 2010035532 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bestuurlijk-administratieve archiefwerking type decreet prom. 09/07/2010 pub. 28/07/2010 numac 2010035533 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2010 type decreet prom. 09/07/2010 pub. 05/08/2010 numac 2010204019 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 30 april 2004 tot uniformisering van de toezichts-, sanctie- en strafbepalingen die zijn opgenomen in de regelgeving van de sociaalrechtelijke aangelegenheden, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest bevoegd zijn sluiten;2° minister: de Vlaamse minister bevoegd voor het algemeen beleid inzake informatie- en communicatietechnologie in de Vlaamse administratie;3° steunpunt: het steunpunt voor bestuurlijk-administratieve archiefwerking, vermeld in artikel 27. Van de toepassing van dit besluit zijn uitgesloten de archiefdocumenten: 1° die geen nut meer hebben voor de administratie en die aan de gemeenten en de districten, aan de provincies en aan de in artikel 4, 6° tot 9°, van het Archiefdecreet bedoelde openbare instellingen toebehoren;2° die aan de gemeenten en de districten en aan de provincies toebehoren, die nog een nut hebben voor de administratie en die betrekking hebben op een federale aangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - De goede, geordende en toegankelijke staat van archiefdocumenten

Art. 2.Archiefdocumenten bevinden zich in goede, geordende en toegankelijke staat wanneer archiefdocumenten en de bijhorende metadata authentiek, betrouwbaar, integer en bruikbaar zijn.

Archiefdocumenten moeten te allen tijde voorzien zijn van metadata. De archiefdocumenten en hun metadata vormen een onverbrekelijk en duurzaam geheel.

Art. 3.De zorgdrager regelt het archiefbeheer in procedures die doelmatigheid nastreven en de volgende aspecten regelen: 1° de toewijzing van verantwoordelijkheden;2° bewaarstrategieën voor digitale en analoge archiefdocumenten;3° beveiliging;4° acquisitie en vervreemding;5° selectie;6° registratie van administratieve, technische en beheersmetadata;7° substitutie;8° inventarisering;9° raadpleging;10° materieel beheer. De zorgdrager waakt over de toepassing en evaluatie van deze procedures, overeenkomstig zijn eigen systeem van interne controle.

De zorgdrager baseert de procedures op internationaal aanvaarde normen.

Art. 4.De zorgdrager beschikt over een geactualiseerd overzicht van de staten die de onder hem berustende archiefdocumenten beschrijven, met opgave van minstens: 1° de context en structuur van de archiefdocumenten;2° het ordeningssysteem;3° de beperkingen op de raadpleegbaarheid;4° hun vindplaats of het informatiesysteem waarin ze zijn opgeslagen.

Art. 5.De minister kan voor de toepassing van artikel 2, 3 en 4 internationaal aanvaarde normen vastleggen.

Art. 6.Zorgdragers zorgen ervoor dat de uitvoerders van het archiefbeheer deskundig zijn door opleiding of door relevante beroepservaring.

Art. 7.De uitvoerders van het archiefbeheer leven een deontologische code na en de verplichtingen eigen aan hun ambt. HOOFDSTUK 3. - De selectiecommissies en selectielijsten Afdeling 1. - Oprichting en samenstelling van de selectiecommissies

Art. 8.De Vlaamse Regering richt zeven selectiecommissies op: 1° een selectiecommissie administratieve rechtscolleges;2° een selectiecommissie Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest;3° een selectiecommissie gemeenten;4° een selectiecommissie provincies;5° een selectiecommissie OCMW's;6° een selectiecommissie erediensten;7° een selectiecommissie polders en wateringen. Elke selectiecommissie stelt een algemene selectielijst op en actualiseert die op geregelde tijdstippen: 1° de selectiecommissie administratieve rechtscolleges, voor de zorgdragers, vermeld in artikel 4, 1°, van het Archiefdecreet;2° de selectiecommissie Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest, voor de zorgdragers, vermeld in artikel 4, 2°, van het Archiefdecreet;3° de selectiecommissie gemeenten, voor de zorgdragers, vermeld in artikel 4, 3°, 5°, en, voor de andere gemeentelijke instellingen, artikel, 4, 9°, van het Archiefdecreet;4° de selectiecommissie provincies, voor de zorgdragers, vermeld in artikel 4, 4°, en, voor de andere provinciale instellingen, vermeld in artikel 4, 9°, van het Archiefdecreet;5° de selectiecommissie OCMW's, voor de zorgdragers, vermeld in artikel 4, 6°, van het Archiefdecreet;6° de selectiecommissie erediensten, belast met het opstellen en het actualiseren van de selectielijst voor de zorgdragers, vermeld in artikel 4, 7°, van het Archiefdecreet;7° de selectiecommissie polders en wateringen, belast met het opstellen en het actualiseren van de selectielijst voor de zorgdragers, vermeld in artikel 4, 8°, van het Archiefdecreet.

Art. 9.Elke selectiecommissie is samengesteld uit maximaal tien effectieve en tien plaatsvervangende leden.

Art. 10.De effectieve en de plaatsvervangende leden van de selectiecommissies moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: 1° een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van het beoogde lidmaatschap;2° de burgerlijke en politieke rechten genieten;3° aan de dienstplichtwetten voldoen;4° een grondige expertise bezitten in of betrokken zijn bij de archiefzorg of het archiefbeheer;5° in hoge mate vertrouwd zijn met de werking en de bevoegdheden van de zorgdragers waarvoor hun respectieve selectiecommissie bevoegd is.

Art. 11.De selectiecommissies die bevoegd zijn voor zorgdragers waar archiefdocumenten berusten die voortvloeien uit federale bevoegdheden, kunnen onder hun leden een vertegenwoordiger van het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën tellen.

Art. 12.De Vlaamse Regering benoemt, op voordracht van de minister, de effectieve en plaatsvervangende leden. Hun mandaat heeft een duur van vijf jaar en is onbeperkt hernieuwbaar met een termijn van telkens vijf jaar.

De minister wijst onder de effectieve leden de voorzitter en de vicevoorzitter aan.

Als een lid zijn mandaat voortijdig beëindigt, voltooit de plaatsvervanger als effectief lid de lopende mandaatperiode van zijn voorganger. De Vlaamse Regering benoemt, op voorstel van de minister, een plaatsvervanger.

De leden kunnen op ieder moment ontslag nemen. De minister kan het lid in het belang van de werking van de selectiecommissie en op zijn gemotiveerd verzoek toestaan om in dienst te blijven tot maximaal de einddatum van het lopende mandaat.

De benoeming van een lid of van een plaatsvervangend lid wordt in geval van grove nalatigheid, kennelijk wangedrag of tekortkomingen in de opdrachten van de selectiecommissie beëindigd door de Vlaamse Regering, op eigen initiatief of op voorstel van de minister.

In het geval dat het belang van de selectiecommissie dit vereist kan de minister, na het lid of plaatsvervangend lid te hebben gehoord, schorsen. Afdeling 2. - Werking van de selectiecommissies

Art. 13.De selectiecommissies vergaderen na bijeenroeping door de voorzitter of, als de voorzitter verhinderd is, na bijeenroeping door de vicevoorzitter.

Art. 14.Elke selectiecommissie beschikt over een secretaris, die geen stemrecht heeft. Het steunpunt stelt de secretaris aan.

Alle briefwisseling en communicatie met de selectiecommissies wordt gericht aan het adres van het steunpunt.

Art. 15.De secretaris stelt de verslagen van de selectiecommissies op. Die verslagen zijn openbaar. Ze worden bewaard en bekendgemaakt door het steunpunt na goedkeuring door de respectieve selectiecommissie.

Art. 16.In het kader van de uitvoering van hun opdrachten kunnen de selectiecommissies experten uitnodigen.

Art. 17.Om de onderlinge consistentie van de selectielijsten te waarborgen, kunnen de selectiecommissies gezamenlijk vergaderen of werkgroepen oprichten.

De werkgroepen hebben een adviesbevoegdheid en kunnen geen beslissingen nemen namens de selectiecommissies die hen hebben opgericht.

Art. 18.De selectiecommissies stellen gezamenlijk een huishoudelijk reglement op, dat minstens het volgende regelt: 1° de bevoegdheden van de voorzitter en de vicevoorzitter;2° de wijze van bijeenroeping en beraadslaging;3° de frequentie van de vergaderingen;4° de verplichtingen van de leden;5° het uitnodigen van experten;6° het opstellen van selectielijsten;7° het actualiseren van selectielijsten. Dit huishoudelijk reglement en de wijzigingen erin worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering.

Art. 19.§ 1. De leden van de selectiecommissies hebben per vergadering recht op een reis- en maaltijdvergoeding, overeenkomstig de regeling die van toepassing is op de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid.

Die vergoedingen worden voor ten hoogste twaalf vergaderingen per jaar per lid toegekend. § 2. De vergoedingen worden uitbetaald op basis van de goedgekeurde verslagen en de daarin opgenomen gegevens over de aanwezigheden.

De vergoedingen mogen gegroepeerd per jaar uitbetaald worden. § 3. Als een vergadering wordt beschouwd: 1° een vergadering van een selectiecommissie;2° een gezamenlijke vergadering van twee of meer selectiecommissies, als vermeld in artikel 18;3° een vergadering van een werkgroep, als vermeld in artikel 17. Twee of meer vergaderingen op dezelfde dag gelden als één vergadering. § 4. De minister kan de uitbetaling van de reis- en maaltijdvergoedingen nader bepalen. Afdeling 3. - Opstelling en bekrachtiging van de selectielijsten

Art. 20.Een selectielijst bevat minstens: 1° een titel waaruit blijkt op welke zorgdragers ze betrekking heeft;2° een verantwoording die de werkwijze bevat, als vermeld in artikel 11, § 3, van het Archiefdecreet, gehanteerd bij de opstelling of actualisering;3° een classificatie die de volgende gegevens bevat: a) een systematische beschrijving van de categorieën archiefdocumenten;b) voor elke categorie de minimale bewaartermijn;c) de wettelijke grondslag op basis waarvan de bewaartermijn is vastgesteld;d) voor elke categorie de definitieve bestemming na het verstrijken van de bewaartermijn, namelijk vernietigen of bewaren;e) een toelichting als die aangewezen is.

Art. 21.§ 1. De selectiecommissies zijn verantwoordelijk voor de onderlinge consistentie van de selectielijsten.

Als dat noodzakelijk is om de onderlinge consistentie te waarborgen kan het steunpunt beslissingen van de selectiecommissies inhoudelijk voorbereiden. De minister kan daarvoor nadere bepalingen vaststellen. § 2. Selectielijsten zijn onderling consistent als er geen tegenspraak is tussen: 1° de selectielijsten en de regelgeving;2° de algemene en de specifieke selectielijsten binnen hetzelfde bestuursniveau;3° de algemene en specifieke selectielijsten van elk bestuursniveau. § 3. Als een selectiecommissie een tegenspraak vaststelt waarvan de oplossing buiten de bevoegdheid van de selectiecommissies valt, kan ze dat meedelen aan de Vlaamse Regering.

Art. 22.Een selectielijst is opgesteld na de beslissing van de bevoegde selectiecommissie.

De selectiecommissies beraadslagen en beslissen over de opstelling van selectielijsten bij aanwezigheid van de meerderheid van de leden.

De selectiecommissies beslissen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden over de opstelling van de selectielijsten. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

Art. 23.Een opgestelde selectielijst wordt binnen dertig dagen na de opstelling bezorgd aan de Vlaamse Regering ter bekrachtiging, overeenkomstig artikel 11, § 4, van het Archiefdecreet.

De door de Vlaamse Regering bekrachtigde selectielijsten zijn openbaar en worden bekendgemaakt door het steunpunt.

Art. 24.Selectielijsten zijn geldig voor de duur van ten hoogste tien jaar.

De selectiecommissies kunnen op elk moment selectielijsten vervangen door geactualiseerde selectielijsten op te stellen en ter bekrachtiging te bezorgen aan de Vlaamse Regering.

Art. 25.Zorgdragers kunnen specifieke selectielijsten voorleggen aan de bevoegde selectiecommissie. Die selectielijsten worden opgemaakt, geactualiseerd en opgesteld overeenkomstig artikel 21, 22 en 23. HOOFDSTUK 4. - Ondersteuning van het archiefbeheer

Art. 26.Om de archiefzorg en het archiefbeheer bij zorgdragers te ondersteunen, wordt een steunpunt voor bestuurlijk-administratieve archiefwerking opgericht dat belast is met de uitvoering van de taken, vermeld in artikel 10 van het Archiefdecreet.

Het steunpunt is ondergebracht bij het Agentschap Facilitair Bedrijf van het beleidsdomein Bestuurszaken.

Art. 27.Een stuurgroep wordt opgericht die als doel heeft afstemming te bereiken in de uitvoering van de taken van het steunpunt tussen de beleidsvelden Bestuurszaken, Cultuur en Binnenlandse Aangelegenheden.

De stuurgroep is samengesteld uit een vertegenwoordiger van: 1° het Agentschap Facilitair Bedrijf;2° het Agentschap Binnenlands Bestuur;3° het Agentschap Kunsten en Erfgoed. De stuurgroep kan uitgebreid worden met: 1° vertegenwoordigers van de zorgdragers;2° personen die een grondige expertise bezitten in of betrokken zijn bij de archiefzorg en het archiefbeheer. Deze hebben een raadgevende stem. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 28.De Vlaamse minister bevoegd voor het algemeen beleid inzake informatie- en communicatietechnologie in de Vlaamse administratie en de Vlaamse minister bevoegd voor culturele aangelegenheden zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 maart 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE

^