gepubliceerd op 23 mei 2025
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019 houdende het faciliteren van een multifunctionele of innoverende infrastructuur van voorzieningen van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en tot wijziging van sectorale regelgeving, wat betreft infrastructuurnormen
16 MEI 2025. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/07/1999 numac 1999035935 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement sluiten8 houdende het faciliteren van een multifunctionele of innoverende infrastructuur van voorzieningen van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en tot wijziging van sectorale regelgeving, wat betreft infrastructuurnormen
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 6, § 1, en artikel 10, gewijzigd bij de decreten van 16 maart 1999 en 12 februari 2010; - het
decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten betreffende de geestelijke gezondheidszorg, artikel 20, gewijzigd bij de decreten van 15 juli 1996, 5 april 2019 en 5 mei 2023; - het
decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
30/04/2004
pub.
07/06/2004
numac
2004035799
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin
sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien Regie, artikel 12, gewijzigd bij het decreet van 3 mei 2019; - het
decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
07/05/2004
pub.
11/06/2004
numac
2004035909
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, gewijzigd bij de decreten van 21 juni 2013 en 25 april 2004 en 1 december 2023; - het
decreet van 2 juni 2006Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
02/06/2006
pub.
24/08/2006
numac
2006036190
bron
vlaamse overheid
Decreet tot omvorming van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden tot een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, en tot wijziging van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden
sluiten tot omvorming van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden tot een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, en tot wijziging van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 8 en artikel 11, gewijzigd bij het decreet van 7 december 2018; - de gecoördineerde
wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
10/07/2008
pub.
31/03/2011
numac
2011000186
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen
type
wet
prom.
10/07/2008
pub.
04/06/2010
numac
2010000299
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling
sluiten op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 105, § 1, vervangen bij het
decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten2; - het Woonzorg
decreet van 13 maart 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
13/03/2009
pub.
15/04/2009
numac
2009201594
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende instemming met de wijziging van het Verdrag van Helsinki van 17 maart 1992 inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren, aangenomen op 28 november 2003 in Madrid
sluiten, artikel 48, gewijzigd bij het decreet van 18 november 2011; - het
decreet van 20 maart 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
20/03/2009
pub.
06/04/2009
numac
2009035295
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
sluiten houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikel 29, gewijzigd bij het
decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten2; - het
decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
08/07/2009
numac
2009202913
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk
sluiten betreffende het algemeen welzijnswerk, artikel 17, § 2, gewijzigd bij de decreten van 25 mei 2012 en 1 december 2023; - het
decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
20/04/2012
pub.
15/06/2012
numac
2012035637
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters
sluiten houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 6, § 5; - het
decreet van 29 juni 2012Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten0 houdende de organisatie van pleegzorg, artikel 11, tweede lid; - het
decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten1 betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 42, § 2, en artikel 78/1, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019 en gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2024; - het
decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten2 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, artikel 56 en 77; - het
besluit van de Vlaamse Regering van 18 juni 2010Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten3 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de door het agentschap Jongerenwelzijn erkende voorzieningen en vergunde diensten; - het
besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten4 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de verzorgingsvoorzieningen; - het
besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten5 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor het algemeen welzijnswerk; - het
besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten5 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg; - het
besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2011Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten6 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de sector van de kinderopvang; - het
besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten7 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor sommige voorzieningen voor personen met een handicap en tot wijziging van artikel 16 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden; - het
besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2019Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
17/07/1999
numac
1999035843
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg
type
decreet
prom.
18/05/1999
pub.
15/07/1999
numac
1999035935
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement
sluiten9 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor sommige woonzorgvoorzieningen, tot wijziging van diverse bepalingen in dat verband ingevolge het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019 en tot wijziging van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot oprichting van een technische commissie voor de brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; - het
besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2023Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
05/07/2002
pub.
31/08/2002
numac
2002036103
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds
sluiten0 over investeringssubsidies voor de revalidatieovereenkomsten.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 3 februari 2025. - De Raad van State heeft advies 77.517/3 gegeven op 26 maart 2025, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: - De wijzigingen in dit voorontwerp van besluit maken het mogelijk dat de eerdere wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/07/1999 numac 1999035935 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement sluiten8 houdende het faciliteren van een multifunctionele of innoverende infrastructuur van voorzieningen van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en tot wijziging van sectorale regelgeving, wat betreft infrastructuurnormen, geoperationaliseerd kunnen worden.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/07/1999 numac 1999035935 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement sluiten8 houdende het faciliteren van een multifunctionele of innoverende infrastructuur van voorzieningen van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en tot wijziging van sectorale regelgeving, wat betreft infrastructuurnormen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een punt 3° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt: "3° /0 erfgoedgebouw: a) een beschermd monument als vermeld in het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/07/1999 numac 1999035935 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement sluiten1;b) een gebouw dat deel uitmaakt van een beschermd cultuurhistorisch landschap of van een beschermd stads- of dorpsgezicht als vermeld in het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/07/1999 numac 1999035935 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement sluiten1;c) een gebouw dat vastgesteld is in de inventaris van het bouwkundig erfgoed als vermeld in het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/07/1999 numac 1999035935 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van sommige decreten betreffende de raadpleging van adviesorganen door het Vlaams Parlement sluiten1; d) een gebouw dat ingeschreven is in de inventaris van het onroerend erfgoed van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest overeenkomstig het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening;"; 2° in punt 3° /1 wordt tussen het woord "is" en het woord "en" de zinsnede ", inspeelt op maatschappelijke veranderingen met innoverende en geïntegreerde zorgconcepten" ingevoegd; 3° er wordt een punt 7° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "7° /1 subsidiabele oppervlakte: de som van de nuttige vloeroppervlakte, buitenmuren inbegrepen, die per bouwlaag is berekend en die in aanmerking wordt genomen voor subsidiëring;"; 4° punt 8° wordt vervangen door wat volgt: "8° Fonds: het Fonds, vermeld in artikel 2, 4°, van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden;".
Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "of innoverende zorginfrastructuur" opgeheven;2° het tweede lid wordt opgeheven;3° in het derde lid worden de woorden "en tweede" opgeheven.
Art. 3.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2024, worden een artikel 5/1 tot en met 5/10 ingevoegd, die luiden als volgt: "
Art. 5/1.Een innoverende zorginfrastructuur moet voldoen aan de geldende algemene bouwtechnische en bouwfysische normen om voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen.
De gebouwen van een innoverende zorginfrastructuur zijn gemakkelijk toegankelijk en bereikbaar, onder meer met het openbaar vervoer.
Art. 5/2.De basisinfrastructuur van een innoverende residentiële voorziening die voldoet aan de volgende specifieke bouwtechnische en bouwfysische normen, komt in aanmerking voor investeringssubsidie: 1° de totale nettovloeroppervlakte van de verblijfsruimten bedraagt minimaal 30 m2 per bewoner.Die oppervlakte omvat: a) de kamer van de bewoner, inclusief de individuele sanitaire cel;b) de gemeenschappelijke zit- en eetruimten;c) de gemeenschappelijke sanitaire ruimten voor bewoners;d) de keuken;e) de ruimtes die voor de bewoner bruikbaar zijn, exclusief de circulatie- en de bergruimtes;2° een eenpersoonskamer heeft een nettovloeroppervlakte van ten minste 16 m2, sanitair niet inbegrepen, met de mogelijkheid af te wijken naar ten minste 12 m2, sanitair niet inbegrepen, als het een eenpersoonskamer voor minderjarigen betreft;3° elke bewonerskamer beschikt minstens over een wastafel met warm en koud water;4° per type bewonerskamer is er minstens één bewonerskamer integraal toegankelijk en het bijbehorende sanitair is integraal toegankelijk;5° de nettovloeroppervlakte van de gemeenschappelijke zit- en eetruimten bedraagt minimaal 4 m2 per gebruiker;6° in de nabijheid van de kamers en van de gemeenschappelijke zit- en eetruimten is voldoende sanitair, aangepast aan de doelgroep van de voorziening.Dat omvat ten minste: a) één bad of douche per vijf bewoners als er geen individuele douches zijn;b) één toilet met wastafel per vijf bewoners als er geen individuele toiletten met wastafel zijn en één toilet met wastafel per tien bewoners als er individuele toiletten met wastafel zijn;c) één aan de doelgroep aangepast toilet met wastafel bij elke zit- en eetruimte;d) voldoende sanitair voor bezoekers en personeel;7° voldoende buitenruimte voor gebruikers, bezoekers en personeel. De basisinfrastructuur van een innoverende voorziening voor dagondersteuning die voldoet aan de volgende specifieke bouwtechnische en bouwfysische normen, komt in aanmerking voor een investeringssubsidie: 1° de totale nettovloeroppervlakte van de gemeenschappelijke ruimte bedraagt minimaal 15 m2 per gebruiker.Die oppervlakte omvat: de ruimtes die voor de bewoner bruikbaar zijn, exclusief de circulatie- en de bergruimtes; 2° er is in of in de nabijheid van de gemeenschappelijke ruimten voldoende sanitair, aangepast aan de behoeften van de doelgroep, waarvan minstens één toilet rolstoeltoegankelijk is.Dat sanitair omvat ten minste: a) één aan de doelgroep aangepast toilet met wastafel per vijf gebruikers;b) voldoende sanitair voor bezoekers en personeel. De basisinfrastructuur van een innoverende ambulante voorziening die voldoet aan de volgende specifieke bouwtechnische en bouwfysische normen, komt in aanmerking voor een investeringssubsidie: 1° De ruimtes die gerealiseerd worden, zijn aangepast aan de doelgroep en de hulpverleningsfunctie en voorzien voldoende evenwicht tussen private en gemeenschappelijke ruimtes;2° Er is in voldoende sanitaire ruimte voorzien met minstens één rolstoeltoegankelijk toilet. De ruimtes en de opgegeven nuttige vloeroppervlakten, vermeld in het eerste tot en met het derde lid, zijn minima.
Voor de circulatie in de infrastructuur beschikt elk gebouw met twee of meer bouwlagen die toegankelijk zijn voor de gebruikers, over een aangepaste lift. Op verzoek van de aanvrager kan de minister een afwijking toestaan van die norm, op voorwaarde dat voor elke functionele ruimte voor bezoekers en gebruikers in een gelijkwaardige ruimte wordt voorzien op het gelijkvloers.
Voor het gebruikerscomfort van de infrastructuur gelden de volgende normen: 1° de verlichting houdt rekening met de veiligheid en behoeften van de gebruikers.In de verblijfsruimten is er een basisverlichting, aangevuld met aangepaste accentverlichting. In alle verblijfsruimten zijn daarvoor voldoende aansluitingen geïnstalleerd; 2° de minimale verdiepingshoogte is 2,50 meter, gemeten van de vloer tot aan het afgewerkte plafond;3° in alle verblijfsruimtes bedraagt het raamoppervlak ten minste een zesde van de nettovloeroppervlakte.In een leefruimte met een nettovloeroppervlakte van meer dan 30 m2 bedraagt het raamoppervlak ten minste een zevende van de nettovloeroppervlakte. Het glasoppervlak van het raam begint op maximaal 85 cm hoogte, gemeten vanaf het vloeroppervlak. Er is zittend altijd een ongehinderd zicht naar buiten mogelijk; 4° de inkijk van buitenaf kan worden beperkt;5° de signalisatie is aangepast aan de doelgroep;6° de binnentemperatuur is regelbaar per verblijfsruimte, al dan niet via een centraal gebouwbeheersysteem.
Art. 5/3.De subsidiabele oppervlakte bedraagt maximaal: 1° voor een innoverende zorginfrastructuur die voorziet in residentiële opvang als vermeld in artikel 5/2, eerste lid: 65 m2 per woongelegenheid;2° voor een innoverende zorginfrastructuur die voorziet in dagondersteuning als vermeld in artikel 5/2, tweede lid: 45 m2 per plaats;3° voor een innoverende zorginfrastructuur die voorziet in ambulante dienstverlening als vermeld in artikel 5/2, derde lid: 20 m2 per voltijds equivalent van de personeelsformatie die de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, heeft aanvaard. Van de maximale subsidiabele oppervlakte, vermeld in het eerste lid of vermeld in het uitvoeringsbesluit tot vaststelling van de investeringssubsidie van toepassing op de voorziening, kan de minister alleen op gemotiveerd verzoek van de aanvrager een afwijking toestaan in de volgende gevallen: - de afwijking heeft tot doel een functie of zorgvorm te faciliteren, die niet in aanmerking komt voor subsidiëring van het Fonds, maar die complementair is aan een functie of zorgvorm die wél in aanmerking komt voor subsidiëring van het Fonds en die valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap; - de erkennings- en exploitatievoorwaarden, de kleinschaligheid of de bijzonderheid van de doelgroep vereisen een meeroppervlakte om een efficiënte werking te garanderen.
Art. 5/4.§ 1. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de nieuwbouw, uitrusting en meubilering inbegrepen voor de projecten innoverende zorginfrastructuur is vastgesteld op 550 euro per m2.
Van het basisbedrag, vermeld in het eerste lid, kan de minister op gemotiveerd verzoek van de aanvrager een afwijking toestaan. De afwijking kan maximaal het basisbedrag van de investeringssubsidie voor nieuwbouw betreffen dat voor deze doelgroep of voor dit voorzieningstype opgenomen is in het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de investeringssubsidies en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de sector van het betreffende voorzieningstype. § 2. Voor een nieuwbouw kan een subsidiebelofte worden toegekend voor de projectfasen technische uitrusting, afwerking, uitrusting en meubilering, ook al is de projectfase ruwbouw al aangevat of gerealiseerd voordat de subsidiebelofte voor nieuwbouw wordt aangevraagd. De projectfase ruwbouw wordt dan niet gesubsidieerd. Een subsidiebelofte voor de projectfase uitrusting en meubilering alleen is niet mogelijk. Bij de subsidiebelofte wordt de investeringssubsidie voor nieuwbouw, vermeld in paragraaf 1, verdeeld op de volgende wijze: 1° technische uitrusting: 30%;2° afwerking: 25%;3° uitrusting en meubilering: 10%. De projectfase ruwbouw, vermeld in het eerste lid, omvat de gevelsluiting, bovenbouw, onderbouw en dakwerken, en wordt gerealiseerd conform de bouwtechnische en bouwfysische normen, vermeld in artikel 5/1 en 5/2 van dit besluit.
Art. 5/5.§ 1. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor uitbreiding voor de projecten innoverende zorginfrastructuur is vastgesteld op 500 euro per m2.
Van het basisbedrag, vermeld in het eerste lid, kan de minister op gemotiveerd verzoek van de aanvrager een afwijking toestaan. De afwijking kan maximaal het basisbedrag van de investeringssubsidie voor uitbreiding betreffen dat voor deze doelgroep of voor dit voorzieningstype opgenomen is in het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de investeringssubsidies en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de sector van het betreffende voorzieningstype. § 2. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de eerste uitrusting en meubilering bij uitbreiding is vastgesteld op 60% van de goedgekeurde raming. Dat basisbedrag wordt verminderd op basis van de eindafrekening als dat nodig is. De te veel ontvangen investeringssubsidie wordt onmiddellijk terugbetaald. § 3. De totale som van het basisbedrag van de investeringssubsidie voor uitbreiding, vermeld in paragraaf 1 en 2, kan niet hoger zijn dan het basisbedrag van de investeringssubsidie voor nieuwbouw, vermeld in artikel 5/4, § 1. § 4. Voor een uitbreiding van een voorziening als vermeld in paragraaf 1, kan een subsidiebelofte worden toegekend voor de projectfasen technische uitrusting, afwerking, uitrusting en meubilering, ook al is de projectfase ruwbouw al aangevat of gerealiseerd voordat de subsidiebelofte voor uitbreiding wordt aangevraagd. De projectfase ruwbouw wordt dan niet gesubsidieerd. Een subsidiebelofte voor de projectfase uitrusting en meubilering alleen is niet mogelijk. Bij de subsidiebelofte wordt de investeringssubsidie voor uitbreiding, vermeld in paragraaf 1, verdeeld op de volgende wijze: 1° technische uitrusting: 30%;2° afwerking: 25%. De projectfase ruwbouw, vermeld in het eerste lid, omvat de gevelsluiting, bovenbouw, onderbouw en dakwerken, en wordt gerealiseerd conform de bouwtechnische en bouwfysische normen, vermeld in artikel 5/1 en 5/2 van dit besluit.
Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de uitrusting en meubilering, vermeld in het eerste lid, is vastgesteld op 60% van de goedgekeurde raming. Dat basisbedrag wordt verminderd op basis van de eindafrekening als dat nodig is. De te veel ontvangen investeringssubsidie wordt onmiddellijk terugbetaald.
De totale som van het basisbedrag van de investeringssubsidie voor uitbreiding, vermeld in deze paragraaf, kan niet hoger zijn dan het basisbedrag van de investeringssubsidie voor nieuwbouw, vermeld in artikel 5/4, § 2.
Art. 5/6.§ 1. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor verbouwingswerken is vastgesteld op 60% van de goedgekeurde raming.
Dat basisbedrag wordt verminderd op basis van de eindafrekening als dat nodig is. De te veel ontvangen investeringssubsidie wordt onmiddellijk terugbetaald.
Van het basisbedrag, vermeld in het eerste lid, kan de minister op gemotiveerd verzoek van de aanvrager een afwijking toestaan. De afwijking kan maximaal het basisbedrag van de investeringssubsidie voor verbouwingswerken betreffen dat voor deze doelgroep of voor dit voorzieningstype opgenomen is in het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de investeringssubsidies en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de sector van het betreffende voorzieningstype. § 2. Het basisbedrag van de totale investeringssubsidie voor verbouwingswerken kan ten hoogste 75% bedragen van het basisbedrag van de investeringssubsidie voor uitbreiding, vermeld in artikel 5/5, § 1.
In afwijking van het eerste lid kan het basisbedrag van de totale investeringssubsidie voor verbouwingswerken ten hoogste 100% bedragen van het basisbedrag van de investeringssubsidie voor uitbreiding, vermeld in artikel 5/5, § 1 en § 3, als het gaat om een ingrijpende duurzame verbouwing waardoor de realisatie gelijkwaardig wordt aan een nieuwbouw. Die verbouwing voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° het betreft een renovatie waarbij de technische installaties om een specifiek binnenklimaat te realiseren, volledig worden vervangen en minstens 75% van de bestaande en nieuwe scheidingsconstructies die het beschermde volume omhullen en die grenzen aan de buitenomgeving, wordt geïsoleerd.Deze voorwaarde geldt niet voor erfgoedgebouwen waar een dergelijke renovatie niet haalbaar blijkt; 2° het project voldoet aan de minimumeisen en de voorwaarden voor comfort en gebruik van energie, water en materialen die de minister bepaalt;3° het gebouw heeft een functionaliteit die gelijkwaardig is aan een nieuwbouw. § 3. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de eerste uitrusting en meubilering bij verbouwing is vastgesteld op 60% van de goedgekeurde raming, tot maximaal 50 euro per m2. Dat basisbedrag wordt verminderd op basis van de eindafrekening als dat nodig is. De te veel ontvangen investeringssubsidie wordt onmiddellijk terugbetaald.
Art. 5/7.Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor aankoop met of zonder verbouwing, uitrusting en meubilering inbegrepen, bedraagt maximaal 75% van het basisbedrag van de investeringssubsidie voor nieuwbouw, vermeld in artikel 5/4, § 1, van dit besluit. Als het gebouw dat het voorwerp uitmaakt van de aankoop, in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad ligt of in een van de centrumsteden, vermeld in artikel 19ter decies van het decreet van 5 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/07/2002 pub. 31/08/2002 numac 2002036103 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds sluiten tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds, bedraagt het basisbedrag van de investeringssubsidie voor aankoop met of zonder verbouwing, uitrusting en meubilering inbegrepen, maximaal 100% van het basisbedrag van de investeringssubsidie voor nieuwbouw, vermeld in artikel 5/4, § 1, van dit besluit.
Van het basisbedrag, vermeld in het eerste lid, kan de minister op gemotiveerd verzoek van de aanvrager een afwijking toestaan. De afwijking kan maximaal het basisbedrag van de investeringssubsidie voor aankoop met of zonder verbouwing, uitrusting en meubilering inbegrepen betreffen dat voor deze doelgroep of voor dit voorzieningstype opgenomen is in het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de investeringssubsidies en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de sector van het betreffende voorzieningstype.
Voor de aankoop kan ten hoogste 60% van de som van de volgende elementen in aanmerking komen voor de investeringssubsidie: 1° de venale waarde van het gebouw die de Vlaamse Belastingdienst heeft geschat 2° de bewezen notariskosten en registratierechten of btw die met de aankoop zijn verbonden. In het tweede lid wordt verstaan onder Vlaamse Belastingdienst: de Vlaamse Belastingdienst, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het agentschap Vlaamse Belastingdienst.
In afwijking van het eerste lid kan het basisbedrag van de totale investeringssubsidie voor aankoop met verbouwing ten hoogste 100% bedragen van het basisbedrag van de investeringssubsidie voor uitbreiding, vermeld in artikel 5/5, § 1 en § 3, als het gaat om een ingrijpende duurzame verbouwing waardoor de realisatie gelijkwaardig wordt aan een nieuwbouw.
De verbouwing, vermeld in het vierde lid, voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° het betreft een renovatie waarbij de technische installaties om een specifiek binnenklimaat te realiseren, volledig worden vervangen en minstens 75% van de bestaande en nieuwe scheidingsconstructies die het beschermd volume omhullen en die grenzen aan de buitenomgeving, wordt geïsoleerd, geldt niet voor erfgoedgebouwen waar die renovatie niet haalbaar blijkt;2° het project voldoet aan de minimumeisen en de voorwaarden voor comfort en gebruik van energie, water en materialen die de minister bepaalt;3° het gebouw heeft een functionaliteit die gelijkwaardig is aan een nieuwbouw.
Art. 5/8.De basisbedragen, vermeld in artikel 5/4 tot en met 5/7, worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de bouwindex. De basisindex is die van 1 januari 1994.
De aanpassing, vermeld in het eerste lid, wordt doorgevoerd aan de hand van de actualisatie-formule 0,40 s/S + 0,40 i/I + 0,20, waarbij: 1° s: het officiële loon in de bouwnijverheid voor categorie 2A dat van kracht is op 1 januari van het jaar in kwestie;2° S: 19,885;3° i: de index van de bouwmaterialen die van kracht is op 1 november voorafgaand aan het jaar in kwestie.Vanaf 1 januari 2023 stemt i overeen met de Index I 2021, zoals berekend door de Federale Overheidsdienst Economie op 1 december voorafgaand aan het jaar in kwestie, na vermenigvuldiging met de coëfficiënt 87,02; 4° I: 3627.
Art. 5/9.De investeringssubsidie omvat, behalve voor de aankoop, naast het bedrag dat exclusief btw wordt vastgesteld met toepassing van artikel 5/4 tot en met 5/8, een subsidie voor de btw tegen het geldende tarief en voor de algemene onkosten tegen 10%.
De totale investeringssubsidie wordt op de volgende wijze berekend: basisbedrag + geldende btw op het basisbedrag + algemene onkosten tegen 10% op het basisbedrag + geldende btw op de algemene onkosten.
Art. 5/10.De aanvraag om in aanmerking te komen als project innoverende zorginfrastructuur wordt gemotiveerd voorgelegd aan de commissie multifunctionele infrastructuur. Deze aanvraag bevat naast de motivatie waarom het project als innoverend beschouwd kan worden ook de doelgroep en de afwijkingen van de bouwtechnische en bouwfysische normen, vermeld in artikel 5/1 en 5/2, die nodig zijn om het innoverende project te realiseren. De commissie multifunctionele infrastructuur onderzoekt of de aanvraag beantwoordt aan de definitie van innoverende zorginfrastructuur, vermeld in artikel 1, 3° /1, de bijkomende voorwaarden, vermeld in artikel 5/10, tweede lid, als de minister deze nader bepaald heeft en welke afwijkingen in aanmerking komen. Zij adviseert de minister hierover. In dat advies geeft de commissie multifunctionele infrastructuur ook aan of er voor het betrokken project innoverende zorginfrastructuur, in functie van de doelgroep of de functionaliteit van de innoverende zorginfrastructuur, bijkomende normen van toepassing zijn bovenop de normen, vermeld in artikel 5/1, 5/2 en 5/10, zevende lid, en geeft ze hierbij aan welke bijkomende normen het betreft. Tot slot adviseert de commissie multifunctionele infrastructuur de minister over de toepasselijke procedure met betrekking tot de toekenning en vereffening van de infrastructuursubsidie.
De minister neemt, op basis van het advies van de commissie multifunctionele infrastructuur, een beslissing over de aanvraag.
Nadat de aanvrager de beslissing van de minister heeft ontvangen, kan hij op basis van deze beslissing een aanvraag tot investeringssubsidies voor het project indienen bij het Fonds.
De minister kan bijkomende voorwaarden bepalen waaraan innoverende zorginfrastructuur moet voldoen.
In geval er verschillende procedures van toepassing zijn op de voorziening die innoverende infrastructuur wil realiseren, kan de minister, op advies van de commissie multifunctionele infrastructuur, beslissen één van de geldende procedures toepasselijk te maken op de wijze van toekenning en vereffening van de infrastructuursubsidie.
Als er geen procedure van toepassing is op de zorgvorm waarvoor een aanvrager innoverende zorginfrastructuur wil realiseren, kan de minister op advies van de commissie multifunctionele infrastructuur beslissen welke van de bestaande procedures toepasselijk gemaakt wordt op de wijze van toekenning en vereffening van de infrastructuursubsidie. De minister kan voorwaarden bepalen op basis waarvan hij beslist welke procedure voor het project innoverende zorginfrastructuur van toepassing is.
De minister kan, op advies van de commissie multifunctionele infrastructuur, een afwijking voor een zorgvorm waarvoor een aanvrager innoverende zorginfrastructuur wil realiseren toestaan op de naleving van de voorwaarden en normen opgenomen in artikels 5/1 en 5/2, als die voorwaarde belet dat die aanvrager een innoverende zorginfrastructuur kan realiseren.
De minister kan, op advies van de commissie multifunctionele infrastructuur, een afwijking voor die voorziening toestaan op de naleving van een erkennings-, vergunnings-, of subsidiëringsvoorwaarde met betrekking tot de infrastructuur die voor die voorziening bepaald is in uitvoeringsbesluiten binnen het kader van de regelgeving met betrekking tot het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, als die voorwaarde belet dat die aanvrager een innoverende zorginfrastructuur kan realiseren.
De minister kan, op advies van de commissie multifunctionele infrastructuur, bijkomende normen toepassen bovenop de normen zoals opgenomen in artikels 5/1 en 5/2 in functie van de doelgroep of de functionaliteit van de innoverende zorginfrastructuur.".
Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt het woord "VIPA" vervangen door het woord "Fonds".
Art. 5.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt het woord "VIPA" vervangen door het woord "Fonds".
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat de eigen bevoegdheid betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 16 mei 2025.
De minister-president van de Vlaamse Regering, M. DIEPENDAELE De Vlaamse minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen, C. GENNEZ