Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 15 oktober 2010
gepubliceerd op 30 november 2010

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van algemene maatregelen voor de co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen

bron
vlaamse overheid
numac
2010035913
pub.
30/11/2010
prom.
15/10/2010
ELI
eli/besluit/2010/10/15/2010035913/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 OKTOBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van algemene maatregelen voor de co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen


De Vlaamse Regering, Gelet op verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 2092/91, gewijzigd bij verordening (EG) nr. 967/2008 van de Raad van 29 september 2008;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, artikel 3, § 1, 1°, vervangen bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen, artikel 3, 9°, artikel 5, § 1, tweede en derde lid, § 2, tweede lid, § 3, tweede en derde lid, § 4, tweede lid, artikel 6, § 2, tweede lid, artikel 7, § 1, tweede lid, artikel 10, § 1, tweede en vierde lid, § 2, tweede en derde lid, § 3, § 4, artikel 11, artikel 12, derde lid, artikel 14, § 4, artikel 15, § 1, vierde lid, artikel 16, § 1, eerste lid, § 2, vierde lid, § 5, tweede en derde lid, artikel 17, § 1, tweede lid, § 5, § 6, eerste lid, § 9;

Overwegende dat de lidstaten van de Europese Unie ertoe gemachtigd worden om alle nodige maatregelen te nemen om onvoorziene sporen van genetisch gemodificeerde organismen in andere producten te voorkomen, in overeenstemming met artikel 26bis van richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van richtlijn 90/220/EEG van de Raad;

Overwegende verordening (EG) Nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders;

Overwegende verordening (EG) Nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van richtlijn 2001/18/EG;

Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 20/02/2009 numac 2009035162 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten sluiten betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten;

Overwegende dat de aanbeveling van de Commissie van 13 juli 2010 (2010/C 200/01) inzake richtsnoeren voor de ontwikkeling van nationale coëxistentiemaatregelen om de onbedoelde aanwezigheid van ggo's in conventionele en biologische gewassen te vermijden voorziet in richtsnoeren bij de ontwikkeling van nationale maatregelen inzake co-existentie;

Overwegende dat het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2005/C157/29) voorziet in aanbevelingen over de co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen, conventionele en biogewassen inzake de opbouw van wetenschappelijke kennis, de toepassing van beste beschikbare technologieën voor risicobeheersing, het verzamelen en registreren van informatie voor de etikettering, de voorschriften voor hygiëne van zaaigoed, de wettelijke aansprakelijkheid, het dragen van de kosten en de communautaire en nationale regelgeving;

Overwegende dat specifieke co-existentiemaatregelen ter bescherming van het milieu en de volksgezondheid zijn opgenomen in de toestemming die is verleend volgens de procedure van het koninklijk besluit van 21 februari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2005 pub. 24/02/2005 numac 2005022132 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 september 2009;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid op 17 december 2009 en 11 maart 2010;

Gelet op het gezamenlijk advies van de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 29 januari 2010;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 20 januari 2010;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 29 maart 2010, met toepassing van artikel 8, lid 1, van richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op het advies 48.681/3 van de Raad van State, gegeven op 21 september 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten : het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen;2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid;koninklijk besluit van 21 februari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2005 pub. 24/02/2005 numac 2005022132 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten : het koninklijk besluit van 21 februari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2005 pub. 24/02/2005 numac 2005022132 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten en tot opheffing van het koninklijk besluit van 18 december 1998 tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of producten die er bevatten;4° eenduidig identificatienummer : een eenvoudige numerieke of alfanumerieke code aan de hand waarvan een genetisch gemodificeerd gewas identificeerbaar is en die wordt toegekend overeenkomstig verordening (EG) nr.65/2004 van de Commissie van 14 januari 2004 tot vaststelling van een systeem voor de ontwikkeling en de toekenning van eenduidige identificatienummers voor genetisch gemodificeerde organismen; 5° kenmerk van de genetische wijziging : de specifieke en gewenste eigenschap van het gen dat door genetische modificatietechnieken als vermeld in deel 1 van bijlage I A van het koninklijk besluit van 21 februari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2005 pub. 24/02/2005 numac 2005022132 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten, ingebracht werd in het gewas;6° bevoegde instantie : het Agentschap voor Landbouw en Visserij;7° referentieperceel : het referentieperceel zoals dat gedefinieerd wordt in het ministerieel besluit van 25 november 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 25/11/2005 pub. 21/02/2006 numac 2006035208 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit betreffende de vaststelling van de modaliteiten van het besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden sluiten betreffende de vaststelling van de modaliteiten van het besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden;8° commissie : de commissie co-existentie van conventionele, biologische en genetisch gemodificeerde gewassen, opgericht bij artikel 9 van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten;9° internetsite : de internetsite van de bevoegde instantie, deel uitmakend van de site van het beleidsdomein landbouw en visserij;10° GGO : genetisch gemodificeerd organisme. HOOFDSTUK II. - Voorwaarden en bepalingen vooraf aan de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen

Art. 2.De landbouwer of de loonwerker ontvangt vanwege de organisator van de opleiding een attest van opleiding als hij kan aantonen deelgenomen te hebben aan een vormingsactiviteit, over co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen.

Die vormingsactiviteit voldoet minstens aan volgende voorwaarden : 1° ze duurt minstens zes lesuren;2° ze bevat minimaal de volgende opleidingsonderdelen : a) het doel en de essentie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen;b) een situering van de maatschappelijke context van genetisch gemodificeerde gewassen met zowel de kansen, de uitdagingen als de risico's;c) een overzicht van de Vlaamse regelgeving rond de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen, met inbegrip van de administratieve procedures;d) een overzicht van het Europese regelgevend kader rond genetisch gemodificeerde gewassen;e) een overzicht van de mogelijke algemene en bedrijfsspecifieke economische risico's van genetisch gemodificeerde gewassen en de mogelijke manieren van vermenging;f) een overzicht van de verschillende types van eenduidige identificatienummers en de overeenkomstige kenmerken van de genetische wijzigingen die op dat moment gebruikelijk zijn in genetisch gemodificeerde planten;g) een overzicht van de op dat moment toegestane genetisch gemodificeerde gewassen binnen het Vlaamse Gewest en de Europese Unie;h) goede landbouwpraktijk over het omgaan met genetisch gemodificeerde gewassen;3° ze wordt georganiseerd door een persoon die of een vormingscentrum dat over de nodige vakbekwaamheid beschikt met betrekking tot de onderwerpen, vermeld in punt 2. Een korte vormingsactiviteit, vermeld in artikel 4, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/06/2004 pub. 16/11/2004 numac 2004036504 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector type besluit van de vlaamse regering prom. 04/06/2004 pub. 24/08/2004 numac 2004036372 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van Vlaamse opvangcentra voor vogels en wilde dieren en houdende toekenning van subsidies type besluit van de vlaamse regering prom. 04/06/2004 pub. 08/09/2004 numac 2004036419 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke subsidies worden verleend met betrekking tot het VESOC-actieplan voor acties rond de man/vrouw-problematiek type besluit van de vlaamse regering prom. 04/06/2004 pub. 19/08/2004 numac 2004036326 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van subsidies aan toeristische verenigingen voor de tewerkstelling van personeelsleden sluiten betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, en georganiseerd door een door de Vlaamse overheid erkend vormingscentrum wordt beschouwd als een vormingsactiviteit, vermeld in het eerste lid, als voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, en aan deze uit artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/06/2004 pub. 16/11/2004 numac 2004036504 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector type besluit van de vlaamse regering prom. 04/06/2004 pub. 24/08/2004 numac 2004036372 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van Vlaamse opvangcentra voor vogels en wilde dieren en houdende toekenning van subsidies type besluit van de vlaamse regering prom. 04/06/2004 pub. 08/09/2004 numac 2004036419 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke subsidies worden verleend met betrekking tot het VESOC-actieplan voor acties rond de man/vrouw-problematiek type besluit van de vlaamse regering prom. 04/06/2004 pub. 19/08/2004 numac 2004036326 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van subsidies aan toeristische verenigingen voor de tewerkstelling van personeelsleden sluiten betreffende de erkenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector met uitzondering van de voorwaarde in artikel 11, 2°.

De minister kan bijkomende voorwaarden bepalen waar vormingsactiviteiten moeten aan voldoen om recht te geven op een attest en bepalen welke opleidingen automatisch recht geven op een attest.

Art. 3.De landbouwer die de bedoeling heeft om een genetisch gemodificeerd gewas te telen, brengt de bevoegde instantie per genetisch gemodificeerd gewas uiterlijk op de datum die door de Vlaamse Regering voor die gewassoort wordt vastgelegd, schriftelijk op de hoogte van minimaal de volgende informatie : 1° het eigen exploitatienummer;2° een kopie van een geldig attest van opleiding, overeenkomstig artikel 2, eerste lid. Per perceel waarop hij de bedoeling heeft het genetisch gemodificeerde gewas te telen, voegt hij de volgende informatie toe : 1° de soortnaam, de indicatieve kenmerken van de genetische wijziging en de indicatieve rasnaam van het genetisch gemodificeerde gewas dat gezaaid of geplant zal worden;2° de identificatie van het desbetreffende referentieperceel;3° een bewijs van eigendom of gebruiksrecht voor dat perceel. De bevoegde instantie bezorgt uiterlijk tien werkdagen na ontvangst van de kennisgeving, vermeld in het eerste lid, aan de landbouwer een lijst met de namen en adressen van alle landbouwers die bij de overheid bekend zijn, die de overheid de toelating gegeven hebben om hun privégegevens voor deze doeleinden te gebruiken, en die gronden bewerken waarvan de randen zich geheel of gedeeltelijk binnen de meldingsafstand bevinden die voor het gewas waarop de kennisgeving betrekking heeft, werden vastgelegd.

Art. 4.§ 1. De landbouwer die de bedoeling heeft om een genetisch gemodificeerd gewas te telen, brengt de personen, vermeld in artikel 5, § 2, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, uiterlijk op de datum die door de Vlaamse Regering voor die gewassoort werd vastgelegd met een aangetekende brief op de hoogte van het voornemen van de teelt van een genetisch gemodificeerd gewas aan de hand van een intentieverklaring.

De intentieverklaring bevat minimaal de volgende informatie : 1° de eigen naam en adres;2° de gegevens, vermeld in artikel 3, tweede lid, 1° en 2°;3° de contactgegevens van de bevoegde instantie;4° de vermelding van de manier waarop eventueel bezwaar aangetekend kan worden. Als de intentieverklaring een verbintenis tot opkoopregeling bevat overeenkomstig artikel 5, § 5, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, hoeft niet voldaan te worden aan het eerste lid. In dat geval bezorgt de landbouwer die de bedoeling heeft om een genetisch gemodificeerd gewas te telen een kopie van de intentieverklaring aan de bevoegde instantie, uiterlijk op de datum die door de Vlaamse Regering voor die gewassoort werd vastgelegd. Daarna wordt de procedure, vermeld in artikel 7, § 2, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, vervolgd. § 2. Ingeval de landbouwer die de bedoeling heeft om een genetisch gemodificeerd gewas te telen, niet de eigenaar is van de bebouwde grond, brengt hij de eigenaar van het perceel waarop hij het genetisch gemodificeerde gewas wil telen schriftelijk of via een elektronische drager op de hoogte. Die kennisgeving bevat minimaal de volgende informatie : 1° de gegevens, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1° tot en met 3°;2° de vermelding dat de eigenaar verplicht is aan toekomstige bewerkers of eigenaars de overdracht van de informatie te verzekeren voor de gegevens vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, en het overeenkomende jaartal van het desbetreffende teeltseizoen en van het desbetreffende perceel. § 3. De landbouwer die de bedoeling heeft om een genetisch gemodificeerd gewas te telen, brengt de personen, vermeld in artikel 5, § 4, 2°, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, schriftelijk of via een elektronische drager op de hoogte van de teelt van een genetisch gemodificeerd gewas. § 4. De landbouwer die de bedoeling heeft om een genetisch gemodificeerd gewas te telen, brengt de personen, vermeld in artikel 6, § 2, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, op de hoogte van de teelt van een genetisch gemodificeerd gewas en informeert hen over de voor de tussenkomst relevante teeltvoorwaarden, overeenkomstig artikel 6, § 2, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten.

Art. 5.§ 1. De bevoegde instantie kent een uniek dossiernummer toe bij de ontvangst van de schriftelijke kennisgeving, vermeld in artikel 3, eerste lid.

De landbouwer die de bedoeling heeft om een genetisch gemodificeerd gewas te telen, meldt latere wijzigingen in de keuze van het ras van het genetisch gemodificeerde gewas, ten aanzien van het oorspronkelijk kennisgegeven ras, schriftelijk aan de bevoegde instantie. Wijzigingen naar een ander genetisch gemodificeerd gewas zijn niet toegestaan binnen dezelfde aanmeldingsprocedure.

De landbouwer gaat bij de eerste kennisgeving, vermeld in artikel 3, eerste lid, akkoord met de opname van zijn naam, adres en de gegevens, vermeld in artikel 17, § 1, in het register voor de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen en met de openbaarheid van de gegevens, vermeld in artikel 17, § 2. § 2. De landbouwers die genetisch gemodificeerde gewassen telen, bevestigen uiterlijk vijftien kalenderdagen na de datum van de zaai of het planten aan de bevoegde instantie met een aangetekende brief of via de daarvoor ter beschikking gestelde internetsite per perceel volgende gegevens : 1° de identificatie van het desbetreffende ingezaaide referentieperceel;2° de effectief ingezaaide of aangeplante oppervlakte;3° de naam van het gezaaide of geplante ras;4° de effectieve zaai- of plantdatum. Als na de eerste schriftelijke kennisgeving aan de bevoegde instantie, vermeld in artikel 3, § 1, beslist wordt om toch geen genetisch gemodificeerd gewas te telen, wordt dat eveneens schriftelijk of via de internetsite aan de bevoegde instantie bevestigd, uiterlijk vijftien kalenderdagen na de datum van de zaai of het planten van het desbetreffende perceel.

Art. 6.Bezwaarschriften kunnen overeenkomstig artikel 5, § 3, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten bij de commissie ingediend worden met een aangetekende brief tot uiterlijk dertig kalenderdagen na de verzending van het aangetekend schrijven van de intentieverklaring. De poststempels van zowel het bezwaarschrift als van de intentieverklaring gelden als bewijs van indienings- of verzendingsdatum.

Het bezwaarschrift bevat minimaal de volgende informatie : 1° het eigen exploitatienummer van de indiener van het bezwaarschrift;2° de naam en het adres van de landbouwer die het voornemen heeft een genetisch gemodificeerd gewas te telen;3° het desbetreffende genetisch gemodificeerde gewas;4° de identificatie van het referentieperceel of de -percelen in kwestie waarvoor de landbouwer het bezwaarschrift indient;5° de identificatie van het referentieperceel of de -percelen in kwestie waarvoor een intentieverklaring tot de teelt van een genetisch gemodificeerd gewas is ingediend;6° een verantwoording van het eigen economisch belang, vermeld in artikel 6, waarop de indiener van het bezwaarschrift zich beroept, aangevuld met de gevraagde, nodig geachte of relevante bewijsstukken.

Art. 7.Een eigen economisch belang als vermeld in artikel 5, § 3, derde lid, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, dat ingediend wordt door een landbouwer die een perceel bewerkt waarvan de randen zich geheel of gedeeltelijk binnen de isolatieafstand bevinden, wordt omschreven als de vaste wil om binnen de isolatieafstand en tijdens hetzelfde teeltseizoen eenzelfde gewas volgens de conventionele of biologische productiemethode te telen als het genetisch gemodificeerd gewas waarover de kennisgeving handelde. Dat moet aangetoond worden aan de hand van een gedetailleerd teeltplan.

De commissie kan, op voorwaarde dat daarvoor een degelijke argumentatie kan worden gegeven, ook andere argumenten voor bezwaar op basis van eigen economisch belang aanvaarden dan die vermeld in het eerste lid.

Een eigen economisch belang dat ingediend wordt door een betrokkene, overeenkomstig artikel 5, § 4, derde lid, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, wordt door de commissie geval per geval beoordeeld.

Art. 8.§ 1. De verplichte bijdrage aan het Fonds voor Landbouw en Visserij, als vermeld in artikel 7, § 1, tweede lid, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, wordt door de Vlaamse Regering per genetisch gemodificeerd gewas vastgelegd.

De bijdrage moet op het rekeningnummer van het Fonds gestort worden. § 2. Als een landbouwer na het betalen van de bijdrage toch beslist om geen genetisch gemodificeerd gewas te telen of om dat gewas op een kleinere oppervlakte dan gepland te telen, meldt hij die wijziging schriftelijk of via de internetsite aan de bevoegde instantie. De bevoegde instantie zal de al betaalde bijdrage pro rato terugstorten, verminderd met een forfait voor de gemaakte administratieve kosten.

Dat forfait bedraagt twintig procent van het bedrag van de totale bijdrage voor het perceel of de percelen in kwestie, rekening houdend met de globale oppervlakte en met een maximum van twintig euro per aanvraag. De bevoegde instantie heeft vanaf de dag dat de melding van het afzien van de genetisch gemodificeerde teelt of van de wijziging van oppervlakte ervoor, schriftelijk wordt ingediend, dertig kalenderdagen om de correctheid van de wijziging te verifiëren en de bijdrage terug te storten op de rekening van de aanvragende landbouwer. HOOFDSTUK III. - Schade en schadevergoeding

Art. 9.Het aanvraagdossier tot schadevergoeding, vermeld in artikel 15, § 1, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, wordt schriftelijk ingediend en bevat minimaal de volgende gegevens : 1° de eigen naam en adres;2° de identificatie van het desbetreffende referentieperceel waarop het getroffen conventionele of biologische gewas is geteeld;3° de soortnaam van het getroffen gewas;4° een bewijs van de aanwezigheid van sporen van een genetisch gemodificeerd gewas boven de in de Europese regelgeving vastgelegde zuiverheidsnormen en tolerantiedrempels voor etikettering van genetisch gemodificeerde producten of een argumentatie voor het vermoeden van mogelijke opgetreden vermenging met een genetisch gemodificeerd gewas;5° een schatting van de geleden economische schade, samen met de berekeningswijze van de schatting.

Art. 10.Als na de uitbetaling van de schadevergoeding aangetoond kan worden dat de landbouwer van het genetisch gemodificeerd gewas of een loonwerker de veroorzaker is van de schade en dat hij zich niet heeft gehouden aan de teeltvoorwaarden, overeenkomstig artikel 15, § 1, derde lid, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, kan het Fonds het bedrag van de uitbetaalde schadevergoeding terugvorderen van die landbouwer of van die loonwerker.

Het Fonds kan bovendien de schadevergoeding geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de landbouwer die schade heeft geleden als gevolg van vermenging van een genetisch gemodificeerde gewas met zijn conventioneel of biologisch geteelde gewas, als na de uitbetaling van de schadevergoeding door het Fonds aangetoond kan worden dat de landbouwer die schade heeft geleden door zijn handelingen zelf heeft bijgedragen aan de vermenging, overeenkomstig artikel 15, § 4, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten. HOOFDSTUK IV. - Commissie

Art. 11.§ 1. Het secretariaat van de commissie beoordeelt de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift binnen vijf werkdagen na ontvangst ervan op basis van de volledigheid van het dossier en de indiening binnen de vastgestelde termijn.

De ontvankelijke bezwaarschriften worden bezorgd aan de voorzitter van de commissie, die het verder behandelt, overeenkomstig paragraaf 2.

Als het bezwaarschrift onontvankelijk verklaard is, wordt de indiener van het bezwaar binnen vijf werkdagen schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing.

Zolang de uiterste datum van indiening, vermeld in artikel 6, eerste lid, niet overschreden is, kan de landbouwer, na de beslissing van onontvankelijkheid, vermeld in het derde lid, de ontbrekende elementen bij de commissie indienen. Ook na die uiterste datum kan het secretariaat van de commissie nog aanvullingen aanvaarden, voor zover ze louter betrekking hebben op een of meer elementen als vermeld in artikel 6, tweede lid, 1° tot en met 5°. § 2. De commissie onderzoekt en beoordeelt de gegrondheid van elk individueel bezwaarschrift op basis van het economische belang van de betrokken landbouwer.

De commissie kan in haar beslissing bijkomende maatregelen opleggen ten behoeve van co-existentie.

De commissie brengt de indiener van het bezwaarschrift en de betrokken landbouwer met de intentie tot teelt van een genetisch gemodificeerd gewas, eventueel na hen gehoord te hebben, schriftelijk op de hoogte van haar definitieve beslissing over de gegrondheid van het bezwaarschrift en in voorkomend geval over de bijkomende maatregelen ten behoeve van co-existentie, vermeld in vorig lid, uiterlijk vijfenveertig kalenderdagen nadat het bezwaarschrift werd ingediend.

De poststempels gelden hier als bewijs van indieningsdatum. § 3. Als het bezwaarschrift gegrond verklaard wordt, is de landbouwer die de bedoeling heeft een genetisch gemodificeerd gewas te telen bij eventuele voortzetting van die teelt volledig aansprakelijk voor de schade die door die teelt veroorzaakt wordt.

Art. 12.§ 1. Het secretariaat van de commissie beoordeelt de ontvankelijkheid van de aanvraag tot schadevergoeding binnen vijf werkdagen op basis van de volledigheid van het dossier en de indiening binnen de vastgestelde termijn.

Als de aanvraag tot schadevergoeding ontvankelijk verklaard is, wordt het dossier bezorgd aan de voorzitter van de commissie die het verder behandelt, overeenkomstig de procedure, vermeld in paragraaf 2.

Als de aanvraag tot schadevergoeding onontvankelijk verklaard is, wordt de indiener van het aanvraagdossier binnen de vijf werkdagen schriftelijk op de hoogte gebracht van die beslissing.

Zolang de uiterste datum van indiening, vermeld in artikel 15, § 1, eerste lid, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, niet overschreden is, kan de landbouwer, nadat zijn initiële aanvraag onontvankelijk is verklaard, een nieuw aanvraagdossier bij de commissie indienen. In dat nieuwe dossier moet verwezen worden naar de eerste oorspronkelijke aanvraag tot schadevergoeding. § 2. De commissie heeft uiterlijk tot zes maanden na de ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding de tijd om een onderzoek te voeren en haar beslissing over de gegrondheid van de aanvraag aan de bevoegde instantie over te maken.

Tijdens dat onderzoek kan de commissie onder andere de volgende gegevens bij de aanvrager van de schadevergoeding opvragen : 1° de rasnaam van het getroffen gewas, waarbij de etiketten van het zaai- of plantgoed, eventueel ook van de voorgaande jaren, als nuttig element dienen;2° de grootte van de getroffen partij oogstmateriaal in kilogram of ton;3° de voorgeschiedenis van het getroffen perceel;4° voor zover dat van toepassing is, een overzicht van de namen en adressen van de loonwerkers die tussenbeide kwamen bij de teelt of oogst van het getroffen conventionele of biologische gewas;5° voor zover dat van toepassing is, de lijst van de namen en adressen van de landbouwers met wie de getroffen landbouwer landbouwmachines deelde en het tijdstip waarop dat gebeurde. Tijdens dat onderzoek kan de commissie ook controles ter plaatse laten uitvoeren door een bevoegde ambtenaar, zowel bij de aanvrager van de schadevergoeding als bij omliggende landbouwers, daarbij gebruik makend van de mogelijkheden, vermeld in artikel 16 van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten. De bevoegde ambtenaar brengt daarover verslag uit aan de commissie.

Art. 13.De aanvraag tot schadevergoeding wordt ongegrond verklaard als de commissie tijdens het onderzoek vaststelt dat een of meer telers van het aanwezige genetisch gemodificeerde gewas binnen de meldingsafstand niet alle teeltvoorwaarden gerespecteerd hebben en als het desbetreffende ras overeenkomt met de vastgestelde vermenging. De commissie brengt de indiener van de aanvraag tot schadevergoeding daarvan schriftelijk op de hoogte, uiterlijk op de datum, vermeld in artikel 12, § 2, eerste lid.

De aanvraag tot schadevergoeding wordt gegrond verklaard als de commissie tijdens het onderzoek vaststelt dat de teler of telers van het aanwezige genetisch gemodificeerde gewas binnen de meldingsafstand alle teeltvoorwaarden gerespecteerd hebben. De commissie brengt de indiener van het aanvraagdossier tot schadevergoeding schriftelijk op de hoogte, uiterlijk op de datum, vermeld in artikel 12, § 2, eerste lid.

Uiterlijk twee maanden na de verklaring van gegrondheid, vermeld in het eerste lid, bepaalt de commissie de absolute waarde van de geleden schade en brengt ze het Fonds daarvan op de hoogte.

Voor de berekening van de absolute waarde van de geleden schade, vermeld in het derde lid moet de commissie een objectieve wijze van berekening hanteren die ondermeer de volgende algemene principes inachtneemt : 1° om de marktprijs te bepalen van een gelijksoortige oogst die niet voorzien is van een etiket waarop staat dat het genetisch gemodificeerde organismen bevat, wordt uitgegaan van de gemiddelde marktprijs tijdens de week van verkoop, zoals bepaald door vraag en aanbod op de beurs of door een beroepsvereniging van handelaars;2° om de marktprijs te bepalen van een gelijksoortige oogst die wel voorzien is van een etiket waarop staat dat het genetisch gemodificeerde organismen bevat, wordt uitgegaan van de gemiddelde marktprijs tijdens de week van verkoop, zoals bepaald door vraag en aanbod op de beurs of door een beroepsvereniging van handelaars;3° contractprijzen die hoger liggen dan de marktprijs, worden niet in rekening gebracht. De door de schadelijder eventuele gemaakte kosten voor staalname en analyse die een vermenging met genetisch gemodificeerde gewassen boven de door de Europese regelgeving tolerantiedrempels aantonen, worden in de berekening van de geleden schade opgenomen.

Art. 14.Het Fonds betaalt het bedrag van de schadevergoeding die door de commissie werd bepaald overeenkomstig artikel 13, derde lid, volledig uit. Het Fonds berekent het totale bedrag van de volledig uit te betalen schadevergoedingen die de commissie heeft bepaald op basis van de aanvragen tot schadevergoeding die ingediend werden in de periode tussen 1 juli en 30 juni van het daaropvolgende jaar.

De bevoegde instantie brengt alle indieners van aanvraagdossiers tot schadevergoeding die ingediend werden in de betreffende periode tussen 1 juli en 30 juni van het van het daaropvolgende jaar, gelijktijdig en schriftelijk op de hoogte van het schadebedrag dat aan hen uitbetaald zal worden, uiterlijk op 15 april van het jaar dat op die periode volgt.

De uit te betalen schadevergoeding wordt door het Fonds gestort op het rekeningnummer van de aanvrager, uiterlijk zestig kalenderdagen na de schriftelijke kennisgeving, vermeld in het tweede lid.

Als de middelen uit het deel van het Fonds, afkomstig uit de inning van bijdragen, vermeld in artikel 8, en bestuurlijke geldboeten na een inbreuk op het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, niet toereikend zijn om alle schadevergoedingen uit te betalen, worden de schadevergoedingen uitbetaald in volgorde van de datum van beslissing door de commissie over de gegrondheid van de aanvraag tot schadevergoeding.

Schadevergoedingen die wegens uitputting van de middelen niet uitbetaald zijn overeenkomstig het derde lid, worden in volgorde van de datum van beslissing door de commissie uitbetaald op het moment dat de middelen daartoe toereikend zijn en voorafgaand aan de uitbetaling van elke schadevergoeding die is aangevraagd in een latere periode.

Art. 15.De commissie stelt per werkjaar een evaluatie- en activiteitenrapport op als vermeld in artikel 10, § 3, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten. Een werkjaar loopt steeds van 1 juli tot en met 30 juni van het jaar daarop. Het rapport wordt uiterlijk op 15 november daaropvolgend aan de minister bezorgd.

Het rapport bevat minimaal de volgende elementen : 1° een overzicht van het aantal ingediende bezwaarschriften van het voorbijgaande werkjaar;2° een overzicht van het aantal niet-ontvankelijke, niet-gegronde en gegronde bezwaarschriften van het voorbije werkjaar;3° een overzicht van het aantal ingediende schadedossiers van het voorbijgaande werkjaar;4° een overzicht van het aantal goedgekeurde en afgekeurde schadedossiers;5° een overzicht van het totale bedrag aan aangevraagde en toegekende schadevergoedingen;6° een analyse van de evolutie van de gegevens uit de overzichten, vermeld in punt 1° tot en met 5°, ten opzichte van de voorgaande werkjaren;7° een overzicht van andere mogelijk nuttige aanbevelingen tot aanpassingen van de geldende wetgeving houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen, op basis van opgedane ervaringen.

Art. 16.De commissie maakt bij haar eerste zitting een huishoudelijk reglement. Dit reglement bevat minimaal : 1° de wijze van samenkomen van de commissie;2° de te volgen beslissingsprocedures. De voorzitter van de commissie legt het huishoudelijke reglement en elk voorstel tot wijziging ervan ter goedkeuring voor aan de minister. HOOFDSTUK V. - Register

Art. 17.§ 1. De bevoegde instantie houdt het elektronische register bij van de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen, vermeld in artikel 11 van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten. Dat register bevat minimaal de volgende informatie : 1° de datum van inschrijving in het register;2° de naam en het adres van de landbouwer die het genetisch gemodificeerd gewas teelt;3° de exacte identificatie en locatie van het perceel waarop de landbouwer het genetisch gemodificeerde gewas teelt;4° de oppervlakte van het perceel;5° de gemeente waarin dat perceel gelegen is;6° de soortnaam;7° de rasnaam en het eenduidig identificatienummer van het genetisch gemodificeerd gewas;8° de zaai- of plantdatum;9° het unieke dossiernummer, vermeld in artikel 5, § 1. § 2. Alleen de informatie, vermeld in paragraaf 1, 4°, 5° en 6°, is volledig openbaar voor het publiek. Dat volledig openbare deel van het register zal raadpleegbaar zijn op het internet. De gegevens uit dat deel worden pas openbaar gemaakt na de bevestiging van de zaai of het planten, vermeld in artikel 5, § 2.

De informatie, vermeld in paragraaf 1, 1°, 3°, 7°, 8° en 9°, is alleen toegankelijk voor instanties, overeenkomstig de openbaarheid, vermeld in artikel 11 van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten. Dat beperkt toegankelijke deel van het register is door die instanties alleen raadpleegbaar voor gegevens van het lopende kalenderjaar en voor de vijf kalenderjaren die daaraan voorafgaan.

De informatie, vermeld in paragraaf 1, 2°, is alleen toegankelijk voor de bevoegde instantie. § 3. Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, het Agentschap voor Bos en Natuur, het departement Economie, Wetenschap en Innovatie en controleorganen, erkend overeenkomstig artikel 5, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 20/02/2009 numac 2009035162 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten sluiten betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten hebben inzage in het beperkt toegankelijke gedeelte van het register, zoals bedoeld in paragraaf 2, tweede lid.

De Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu heeft een bevoegdheid tot monitoring, vermeld in artikel 39 van het koninklijk besluit van 21 februari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2005 pub. 24/02/2005 numac 2005022132 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten, en heeft derhalve inzage in het beperkt toegankelijke gedeelte van het register, zoals bedoeld in paragraaf 2, tweede lid, en dit onbeperkt in het verleden, in tegenstelling tot paragraaf 2, tweede lid.

Andere instanties dan deze vermeld in het eerste lid, die inzage willen krijgen in het niet-openbare gedeelte van het register, dienen bij de bevoegde instantie een schriftelijke aanvraag in, waarin ze het gevraagde recht op inzage motiveren. Als de aanvraag verband houdt met activiteiten waarvoor de instantie erkend is door de minister, neemt de instantie die vermelding op in de aanvraag. De minister beoordeelt die motivering en deelt zijn beslissing schriftelijk en uiterlijk dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag aan de aanvrager mee. In de beslissing vermeldt de minister de erkenningen waarover de instantie beschikt die verband houden met de uitoefening van het inzagerecht. § 4. Bij misbruik van gegevens uit het niet-openbaar gedeelte van het register kan de minister het inzagerecht opheffen.

Als een instantie inzagerecht toegekend krijgt na een gemotiveerde aanvraag zoals vermeld in paragraaf 3, derde lid, kan de minister bij misbruik van de gegevens uit het niet-openbare gedeelte van het register een erkenning waarover die instantie beschikt opheffen, voor zover de erkenning tot de bevoegdheid van de minister behoort en voor zover de uitoefening van het inzagerecht verband houdt met activiteiten die in het kader van de erkenning ontplooid worden. § 5. Onverminderd de toepassing van de opheffing van het inzagerecht, vermeld in paragraaf 4, eerste lid, brengt de bevoegde instantie bij misbruik van het inzagerecht of van gegevens uit het register door de controleorganen, vermeld in paragraaf 3, eerste lid, de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van het Departement Landbouw en Visserij op de hoogte van het misbruik.

De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling brengt het controleorgaan op de hoogte van de vaststelling van het misbruik van het inzagerecht en de mogelijke opheffing van de erkenning. Het controleorgaan beschikt over een termijn van 10 werkdagen om zijn standpunt naar voor te brengen.

De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling brengt binnen een termijn van twee weken na afloop van de termijn, vermeld in het tweede lid, de minister op de hoogte van het misbruik en formuleert in voorkomend geval een voorstel tot opheffing van de erkenning.

Artikel 15, § 2, § 3, § 4 en § 5, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 20/02/2009 numac 2009035162 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten sluiten betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten zijn niet van toepassing in dit geval.

De minister kan de erkenning opheffen met toepassing van de procedure, vermeld in artikel 15, § 6 en § 7, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 20/02/2009 numac 2009035162 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten sluiten betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten.

Art. 18.De landbouwer die een genetisch gemodificeerd gewas teelt, dient de volgende informatie gedurende vijf jaar op het landbouwbedrijf te bewaren en ter beschikking te houden voor de bevoegde instantie : 1° de etiketten van het zaai- of plantgoed van het genetisch gemodificeerde gewas;2° een kopie van de intentieverklaring, vermeld in artikel 3, § 2;3° voor zover dat van toepassing is, een kopie van de kennisgeving aan de eigenaar, vermeld in artikel 3, § 3;4° voor zover dat van toepassing is, een kopie van de kennisgeving aan de loonwerkers die als tussenpersoon hebben gefungeerd bij de teelt of de oogst van het genetisch gemodificeerde gewas;5° het overzicht van de namen en adressen van de loonwerkers en andere natuurlijke of rechtspersonen die als tussenpersoon hebben gefungeerd bij de teelt of de oogst van het genetisch gemodificeerde gewas en een beschrijving van de geleverde diensten en het tijdstip van de uitvoering ervan;6° het overzicht van de namen en adressen van landbouwers met wie hij landbouwmachines heeft gedeeld;7° het overzicht van uitgevoerde verplichte handelingen die opgelegd worden in het kader van de teeltvoorwaarden;8° een eenduidige beschrijving van het gebruikte transport en de gebruikte eerste stockageplaats van het geoogste genetisch gemodificeerde product. HOOFDSTUK VI. - Bestuurlijke geldboete

Art. 19.§ 1. Alle personeelsleden van niveau A of niveau B die behoren tot de bevoegde instantie, worden aangewezen om toezicht te houden op de uitvoering van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten en de uitvoeringsbesluiten in het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, overeenkomstig artikel 16, § 1, eerste lid, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten en om dwangbevelen te viseren en uitvoerbaar te verklaren, overeenkomstig artikel 17, § 6, eerste lid, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten.

De aangewezen personeelsleden, vermeld in het eerste lid, oordelen overeenkomstig artikel 17, § 1, tweede lid, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, of voor de inbreuk een bestuurlijke geldboete moet worden voorgesteld op basis van de voorwaarde dat bij elke vastgestelde inbreuk overeenkomstig artikel 17, § 2, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten, de voorziene bestuurlijke geldboete voorgesteld wordt. § 2. Een opgelegde bestuurlijke geldboete moet uiterlijk dertig kalenderdagen na ontvangst van het verzoek tot betaling gestort worden op de rekening van het Fonds, overeenkomstig artikel 17, § 9, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten.

Art. 20.De toekenning, het model en de inhoud van de legitimatiekaart, vermeld in artikel 16, § 2, derde lid, van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 04/05/2009 numac 2009035368 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen sluiten wordt bepaald overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008 betreffende de legitimatiekaarten van personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid die belast zijn met inspectie- of controlebevoegdheden. HOOFDSTUK VII. - Staalnames en analyses

Art. 21.De staalnames en de analyses worden uitgevoerd door een erkende dienst of laboratorium en worden uitgevoerd volgens principes vastgelegd in de Europese regelgeving : 1° verordening (EG) nr.1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders; 2° verordening (EG) nr.1981/2006 van de Commissie van 22 december 2006 tot vaststelling van nadere bepalingen ter uitvoering van artikel 32 van verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat het communautaire referentielaboratorium voor genetisch gemodificeerde organismen betreft; 3° verordening (EG) nr.882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn; 4° aanbeveling 2004/787/EG van de Commissie van 4 oktober 2004 betreffende technische richtsnoeren inzake bemonstering en opsporing van genetisch gemodificeerde organismen en materiaal geproduceerd met genetisch gemodificeerde organismen, als of in producten aangeboden, in het kader van verordening (EG) nr.1830/2003.

De staalname en de volledige analytische procedure wordt zodanig uitgevoerd dat het gerapporteerde resultaat representatief is voor het hele lot of de hele partij die onderwerp vormt van het onderzoek.

Bovendien moet in geval van een positief analytisch resultaat de eenheid gebruikt voor het uitdrukken van het % GGO vermeld worden in het rapport en moet deze verantwoord zijn op basis van de toegepaste methodiek en de gebruikte standaarden in de analytische procedure.

De commissie kan per gewas of per product specifieke richtlijnen opstellen voor staalname en analyse en dit ter explicitatie van de principes die vastgelegd zijn in de Europese regelgeving omtrent detectie en kwantificering van GGO's. Hierbij dient rekening gehouden te worden met het wettelijk kader waarbinnen de analytische resultaten zullen gebruikt worden. Indien de analyses worden uitgevoerd in functie van een schadeclaim dienen de gerapporteerde resultaten betrekking te hebben op het geoogste gewas, overeenkomstig artikel 14, § 1, van het decreet.

Art. 22.§ 1. De minister kan een dienst erkennen om staalnames uit te voeren naar vermenging van conventionele en biologische gewassen met genetisch gemodificeerde gewassen, als de dienst voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° de dienst beschikt over voldoende nuttige ervaring met betrekking tot het nemen van stalen in landbouwgewassen en -grondstoffen, onder andere overeenkomstig ISO 2859 en ISO 542;2° de dienst beschikt over passende en toereikende uitrusting voor staalnames;3° de dienst is geaccrediteerd volgens het systeem BELAC voor het nakomen van de ISO 17025 normen. De dienst die wil erkend worden voor staalnames, overeenkomstig het eerste lid, dient daartoe een aanvraag in bij de bevoegde instantie.

De aanvraag tot erkenning bevat minimaal de volgende gegevens : 1° de naam en het adres van de aanvragende dienst;2° de identificatie van een natuurlijke persoon verantwoordelijk voor het geheel van gedane staalnames;3° een bewijs van nuttige ervaring en referenties met betrekking tot het nemen van stalen in landbouwgewassen en -grondstoffen onder andere overeenkomstig ISO 2859 en ISO 542;4° een bewijs dat passende en toereikende uitrusting voor staalnames voorhanden zijn;5° een bewijs van accreditatie volgens het systeem BELAC voor het nakomen van de ISO 17025 normen;6° een akkoordverklaring die de overheid toelaat de erkenning voor staalname en de contactgegevens van de dienst te publiceren. § 2. De minister kan een laboratorium erkennen om analyses uit te voeren naar vermenging van conventionele en biologische gewassen met genetisch gemodificeerde gewassen, als het laboratorium voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° het laboratorium beschikt over voldoende nuttige ervaring met betrekking tot analyses voor het opsporen van genetisch gemodificeerde gewassen;2° het laboratorium beschikt over passende en toereikende installaties en uitrusting voor alle nodige analyses;3° het laboratorium is geaccrediteerd voor kwalitatieve en kwantitatieve GGO-analyses volgens het systeem BELAC voor het nakomen van de ISO 17025 normen;4° een akkoordverklaring die de overheid toelaat de erkenning voor analyses en de contactgegevens van het laboratorium te publiceren. Het laboratorium dat wil erkend worden voor analyses, overeenkomstig het eerste lid, dient daartoe een aanvraag in bij de bevoegde instantie. De aanvraag tot erkenning bevat minimaal de volgende gegevens : 1° de naam en het adres van het aanvragende laboratorium;2° de identificatie van een natuurlijke persoon verantwoordelijk voor het geheel van gedane analyses;3° een bewijs van nuttige ervaring en referenties met betrekking tot analyses voor het opsporen van genetisch gemodificeerde gewassen en de ervan afgeleide producten;4° een bewijs dat passende en toereikende installaties en uitrusting voor alle nodige analyses voorhanden zijn;5° een bewijs van accreditatie voor kwalitatieve en kwantitatieve GGO-analyses volgens het systeem BELAC voor het nakomen van de ISO 17025 normen. § 3. Een erkenning is vijf jaar geldig. De minister kan de erkenning van een dienst of een laboratorium op basis van een met redenen omklede beslissing geheel of gedeeltelijk intrekken als de dienst of het laboratorium niet langer voldoet aan een of meer van de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, en in paragraaf 2, eerste lid. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 23.De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 oktober 2010.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid K. PEETERS

^