gepubliceerd op 03 juli 2014
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de uitvoering van het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport
9 MEI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/07/2008 pub. 19/08/2008 numac 2008036008 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport sluiten betreffende de uitvoering van het decreet van 18 januari 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2008 pub. 04/04/2008 numac 2008201115 bron vlaamse overheid Decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport sluiten houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het Participatie decreet van 18 januari 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2008 pub. 04/04/2008 numac 2008201115 bron vlaamse overheid Decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport sluiten, artikel 3, derde lid, artikel 4, vierde lid, artikel 6 tot en met 9, gewijzigd bij het decreet van 12 maart 2014, artikel 10, derde lid, artikel 11, vierde lid, artikel 13, zesde lid, gewijzigd bij het decreet van 12 maart 2014, artikel 15, vierde lid, artikel 16, vierde lid, artikel 18, tweede lid, artikel 20, vierde lid, gewijzigd bij het decreet van 12 maart 2014, artikel 22, § 7, artikel 24, gewijzigd bij het decreet van 12 maart 2014, artikel 27, artikel 29, § 5, gewijzigd bij het decreet van 12 maart 2014, artikel 30, tweede lid, gewijzigd bij het decreet van 12 maart 2014, artikel 31 tot en met 37, gewijzigd bij het decreet van 12 maart 2014;
Gelet op het decreet van 12 maart 2014 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 18 januari 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2008 pub. 04/04/2008 numac 2008201115 bron vlaamse overheid Decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport sluiten houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport, artikel 31;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/07/2008 pub. 19/08/2008 numac 2008036008 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport sluiten betreffende de uitvoering van het decreet van 18 januari 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2008 pub. 04/04/2008 numac 2008201115 bron vlaamse overheid Decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport sluiten houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport, gewijzigd bij het besluit van 12 november 2010;
Gelet op het ministerieel besluit van 3 november 2008Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/11/2008 pub. 28/11/2008 numac 2008022611 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit betreffende de aanduiding van een college van revisoren bij het Fonds voor Arbeidsongevallen type ministerieel besluit prom. 03/11/2008 pub. 28/11/2008 numac 2008022614 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Ministerieel besluit betreffende de aanduiding van een revisor bij de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen type ministerieel besluit prom. 03/11/2008 pub. 28/11/2008 numac 2008022612 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Ministerieel besluit betreffende de aanduiding van een college van revisoren bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en bij het Fonds Sluiting Ondernemingen sluiten betreffende nadere bepalingen in verband met de tegemoetkoming in het organiseren van een bijzonder cultuuraanbod;
Gelet op het advies van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 27 februari 2014, en het advies 1404 van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 5 maart 2014;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 23 januari 2014;
Gelet op advies 55.805/3 van de Raad van State, gegeven op 16 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;
Na beraadslaging, Besluit:
Artikel 1.In hoofdstuk II van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/07/2008 pub. 19/08/2008 numac 2008036008 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport sluiten betreffende de uitvoering van het decreet van 18 januari 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2008 pub. 04/04/2008 numac 2008201115 bron vlaamse overheid Decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport sluiten houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport, wordt afdeling I, die bestaat uit artikel 2, opgeheven.
Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "een project dat via een vernieuwend concept" vervangen door de woorden "een participatief project dat";2° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de datum "15 februari" vervangen door de datum "1 februari" en wordt de datum "15 september" vervangen door de datum "1 augustus"; 3° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "Projecten met een duurtijd van meer dan een jaar en maximaal drie jaar kunnen alleen uiterlijk op 1 augustus worden ingediend."; 4° er wordt een paragraaf § 1/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 1/1.Subsidieaanvragen worden ingediend bij de administratie, met een aangetekende brief of tegen ontvangstmelding, en elektronisch. Als datum geldt de poststempel of het afgiftebewijs. De minister kan ook voorzien in een procedure voor een louter elektronische subsidieaanvraag.
Een aanvraagdossier bevat minstens de volgende elementen: 1° de administratieve gegevens : minstens de identificatiegegevens van de organisatie, het ondernemingsnummer als de aanvrager een rechtspersoon is en het rekeningnummer waarop de toegekende subsidie gestort mag worden;2° een algemene omschrijving van het initiatief: de visie en het concept;3° een beknopte uiteenzetting waarin het project geconcretiseerd en beargumenteerd wordt in het kader van de doelstellingen van het desbetreffende hoofdstuk in het decreet, met een beschrijving van de beoogde resultaten, zoveel mogelijk vertaald in concrete gegevens;4° de beoogde start- en einddatum;5° een gedetailleerde begroting met per kalenderjaar de inkomsten en de uitgaven van het project, waarbij duidelijk de andere verwachte inkomsten worden aangegeven; 6° een plan voor de integratie van het project of de beoogde effecten ervan in de reguliere werking, als de aanvrager al een werkingssubsidie ontvangt van de Vlaamse overheid."; 5° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "allemaal deskundigen uit de werkvelden cultuur, jeugd of sport, en met een bijzondere aandacht voor deskundigheid op het niveau van de kansengroepen" vervangen door de zinsnede "allemaal deskundig met betrekking tot kansengroepen binnen de werkvelden cultuur, jeugd of sport";6° paragraaf 3 en paragraaf 4 worden opgeheven;7° paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt: " § 5.De beoordelingscommissie beoordeelt de inhoudelijke aspecten van de aanvraag. De administratie beoordeelt de zakelijke en financiële aspecten en toetst de aanvraag aan het algemene beleidskader van de Vlaamse overheid. Op basis van deze beoordeling formuleert de administratie een ontwerp van beslissing en legt dat ontwerp voor aan de minister voor 1 april of 1 oktober."; 8° in paragraaf 6 wordt de zinsnede "1 juni of 31 december" vervangen door de zinsnede "1 mei of 1 november";9° paragraaf 7 wordt vervangen door wat volgt: " § 7.De aanvrager bezorgt uiterlijk twee maanden na de afloop van het project een financieel verslag en een werkingsverslag aan de administratie.
De aanvrager van de projecten, vermeld in paragraaf § 1, derde lid, bezorgt aan de administratie uiterlijk op 15 februari een financieel verslag en een werkingsverslag over het voorbije kalenderjaar en, als dat van toepassing is, een planning en een begroting voor het lopende kalenderjaar. Eventuele bijsturingen in de loop van het project of afwijkingen van het oorspronkelijke aanvraagdossier worden grondig gemotiveerd. Projecten die op 15 februari minder dan zes maanden in uitvoering zijn worden daarvan vrijgesteld en nemen de verantwoording op in het volgende financieel verslag en in het volgende werkingsverslag.
De administratie deelt uiterlijk op 15 maart mee of het project kan worden verdergezet."; 10° er wordt een paragraaf 7/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 7/1.De uitbetaling van de subsidie per kalenderjaar verloopt als volgt: 1° een voorschot van 80 procent wordt uitbetaald na de ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend;2° het saldo van 20 procent wordt uitbetaald nadat de administratie heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend is, nageleefd zijn, en dat de subsidie aangewend is voor de doeleinden waarvoor ze is verleend.Dat moet blijken uit het financieel verslag en uit het werkingsverslag."; 11° paragraaf 8 wordt vervangen door wat volgt: " § 8.De subsidieaanvrager die al een werkingssubsidie ontvangt van de Vlaamse overheid toont aan welke resultaten worden vooropgesteld met het project en geeft aan wat het beoogde effect daarvan is op de reguliere werking. In het werkingsverslag wordt opgenomen op welke manier het initiatief na afloop van de subsidieperiode binnen de reguliere werking wordt opgenomen."; 12° paragraaf 9 wordt opgeheven.
Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "artikel 2, 3°, van het decreet van 13 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2001 pub. 29/09/2001 numac 2001036078 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid sluiten houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid" vervangen door de zinsnede "artikel 2, 2°, van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid";2° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de woorden "specifieke programmatie" vervangen door de woorden "specifieke programmering";3° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "voor de programmatie" opgeheven; 4° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Subsidieaanvragen worden elke twee jaar ingediend uiterlijk op 1 september van het even jaar dat voorafgaat aan de tweejaarlijkse periode waarin het project plaatsvindt."; 5° er wordt een paragraaf § 1/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 1/1.Subsidieaanvragen worden ingediend bij de administratie, met een aangetekende brief of tegen ontvangstmelding, en elektronisch. Als datum geldt de poststempel of het afgiftebewijs. De minister kan ook voorzien in een procedure voor een loutere elektronische subsidieaanvraag.
Een aanvraagdossier bevat minstens de volgende elementen: 1° de administratieve gegevens: minstens de identificatiegegevens van de gemeente en het rekeningnummer waarop de toegekende subsidie gestort mag worden;2° een algemene omschrijving van het initiatief: de visie en het concept;3° een beknopte uiteenzetting waarin het project geconcretiseerd en beargumenteerd wordt in het kader van de doelstellingen van het desbetreffende hoofdstuk in het decreet, met een beschrijving van de beoogde resultaten, zoveel mogelijk vertaald in concrete gegevens;4° de beoogde start- en einddatum; 5° een gedetailleerde begroting met per kalenderjaar de inkomsten en de uitgaven van het project, waarbij duidelijk de andere verwachte inkomsten worden aangegeven."; 6° in paragraaf 3 worden de woorden "en minstens één vertegenwoordiger van de administratie" opgeheven;7° in paragraaf 4 wordt punt 2° opgeheven; 8° in paragraaf 4 wordt punt 3° vervangen door wat volgt: "3° de inspanningen van het gemeenschapscentrum om een of meerdere kansengroepen toe te leiden naar het project;"; 9° in paragraaf 4 wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° de resultaten die worden voorop gesteld en het effect daarvan op de werking van het gemeenschapscentrum."; 10° paragraaf 8 wordt vervangen door wat volgt: " § 8.De aanvrager bezorgt uiterlijk op 31 januari een voortgangsrapport dat een terugblik biedt op het voorbije jaar en een vooruitblik op het lopende jaar, en een geactualiseerde begroting.
Eventuele bijsturingen in de loop van het project of afwijkingen van het oorspronkelijke aanvraagdossier worden grondig gemotiveerd.
De administratie deelt uiterlijk op 1 maart mee of het project kan worden verdergezet.";
Uiterlijk op 1 mei bezorgt de aanvrager een financieel verslag van het voorbije jaar."; 11° er wordt een paragraaf 9 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 9.De uitbetaling van de subsidie per kalenderjaar verloopt als volgt: 1° een voorschot van 80 procent wordt uitbetaald na de ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend;2° het saldo van 20 procent wordt uitbetaald nadat de administratie heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend is, nageleefd zijn, en dat de subsidie aangewend is voor de doeleinden waarvoor ze is verleend.Dat moet blijken uit het voortgangsrapport en het financieel verslag.".
Art. 4.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt afdeling IV, die bestaat uit artikel 5, opgeheven.
Art. 5.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt afdeling V, die bestaat uit artikel 6, opgeheven.
Art. 6.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerst lid, wordt de datum "15 november" vervangen door de datum "1 november" 2° in paragraaf 3, tweede lid, wordt de datum "15 december" vervangen door de datum "1 december";3° paragraaf 3 wordt opgeheven.
Art. 7.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "in twee exemplaren," opgeheven;2° paragraaf 2 wordt opgeheven; 3° in paragraaf 3, eerste lid, wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° een concrete omschrijving van de initiatieven en activiteiten waarvoor een subsidie wordt gevraagd, met vermelding van de geplande data van de uitvoering in het komende jaar;"; 4° in paragraaf 3 worden punt 3° en punt 5° opgeheven;5° paragraaf 5 wordt opgeheven;6° in paragraaf 6 worden de woorden "twee maanden na de afloop van de initiatieven en activiteiten" vervangen door de zinsnede "op 1 april".
Art. 8.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 03/12/2010 numac 2010035925 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 13/12/2010 numac 2010035906 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 36 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de uitvoering van het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 04/02/2011 numac 2011035087 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de uitvoering van het decreet betreffende het Vlaamse integratiebeleid sluiten, wordt het opschrift van hoofdstuk IV vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk IV. Nadere bepalingen over de toekenning van werkingssubsidies ter uitvoering van artikel 3, 10 en 15 van het decreet".
Art. 9.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "3, 6, 10 en 15" telkens vervangen door de zinsnede "3, 10 en 15";2° in het tweede lid wordt de zinsnede "in twee exemplaren," opgeheven.
Art. 10.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zin "De overeenkomsten bedoeld in de artikel 4, 7, 11 en 16 van het decreet, worden gesloten door de minister." wordt vervangen door de zinnen 'De overeenkomsten bedoeld in artikel 4 en 11 van het decreet, worden gesloten door de Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, de Vlaamse minister, bevoegd voor het jeugdbeleid en de Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven. De overeenkomst bedoeld in artikel 16 van het decreet, wordt gesloten door de Vlaamse minister bevoegd voor de culturele aangelegenheden en de Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven."; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Met behoud van de toepassing van het eerste lid wordt in de overeenkomst, vermeld in artikel 11 van het decreet, een bedrag bepaald dat wordt ingezet ter uitvoering van de opdracht, vermeld in artikel 10, eerste lid, 4°, van het decreet.".
Art. 11.In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "per kwartaal een voorschot ten bedrage van 22,5 procent" vervangen door de woorden "twee zesmaandelijkse voorschotten van vijfenveertig procent".
Art. 12.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "op het komende jaar" worden vervangen door de woorden "op het lopende jaar";2° punt 2° wordt vervangen door wat volgt: "2° een jaarplan voor het lopende jaar, waarin per operationele doelstelling acties en een beoogd resultaat worden vermeld.Bij dat jaarplan wordt begroting gevoegd die goedgekeurd is door de algemene vergadering.".
Art. 13.In artikel 18 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "per kwartaal een voorschot ten bedrage van 22,5 procent" vervangen door de zinsnede "twee zesmaandelijkse voorschotten van vijfenveertig procent".
Art. 14.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "beperken" vervangen door het woord "beperkt";2° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zinsnede "in twee exemplaren," opgeheven;3° in paragraaf 2, 1°, wordt het woord "social-profitinitiatieven" vervangen door het woord "initiatieven"; 4° aan paragraaf 2, 2°, wordt volgende zin toegevoegd: "Voor elk van de partners wordt beschreven welke inbreng zij doen of welk engagement zij nemen in het samenwerkingsverband.".
Art. 15.In artikel 20 van hetzelfde besluit wordt het derde lid opgeheven.
Art. 16.In artikel 21, § 1, van hetzelfde besluit worden volgende zinnen opgeheven: "Dat bedrag kan mee worden ingebracht door de betrokken openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De ingebrachte middelen kunnen eveneens afkomstig zijn van subsidies van andere overheden aan de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn."
Art. 17.In artikel 22, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden "en worden de eventueel te veel uitbetaalde voorschotten teruggevorderd" opgeheven.
Art. 18.In artikel 23, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de datum "1 april" vervangen door de datum "1 mei".
Art. 19.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 20.In artikel 27, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "zes" wordt vervangen door het woord "vijf";2° de zinsnede "in twee exemplaren," wordt opgeheven.
Art. 21.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt opgeheven;2° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt: " § 4.Met de verenigingen, vermeld in artikel 23, § 1, van het decreet, sluit de Vlaamse Regering een overeenkomst om minstens het te presteren aantal vormingsuren op jaarbasis, de aanpak en het bereik van initiatieven bij kansengroepen en het subsidiebedrag te bepalen.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid wordt met de verenigingen, vermeld in artikel 23, § 1, 1°, van het decreet in 2014 een overeenkomst gesloten voor de resterende duur van de subsidieperiode 2014-2018.".
Art. 22.Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 23.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 24.In artikel 32 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 25.In artikel 33 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Jaarlijks uiterlijk op 1 april bezorgen de verenigingen aan de administratie een voortgangsrapport, dat een terugblik biedt op het voorbije jaar en een vooruitblik op het lopende jaar. Dat voortgangsrapport bestaat minimaal uit een werkingsverslag en een financieel verslag van het voorbije jaar en een jaarplan en een begroting voor het lopende jaar.".
Art. 26.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "per kwartaal een voorschot ten bedrage van 22,5 procent" vervangen door de woorden "twee zesmaandelijkse voorschotten van vijfenveertig procent";2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 27.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 35.§ 1. Ter uitvoering van artikel 29 van het decreet, kan een gezelschap of artiest bij de administratie een aanvraag indienen tot opname van een programma in het bijzonder cultuuraanbod.
Het gezelschap of de artiest en het aanbod moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: 1° het programma is speelklaar, kwaliteitsvol en maakt kans om geprogrammeerd te worden door een vereniging, instelling of organisatie, vermeld in artikel 29, § 2, 1° tot en met 14°, van het decreet;2° het gezelschap of de artiest is bereid het ingediende en opgenomen programma gedurende twee jaar te brengen in het Nederlandse taalgebied en in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;3° het gezelschap of de artiest biedt het programma aan tegen een vaste uitkoopsom die door de minister wordt aanvaard;4° het gezelschap of de artiest toont aan dat het programma het voorbije jaar werd geprogrammeerd door verenigingen, instellingen of organisaties, vermeld in artikel 29, § 2, 1° tot en met 14°, van het decreet. § 2. De aanvraag wordt schriftelijk ingediend met het formulier dat door de administratie wordt verstrekt of via een website die daarvoor door de administratie is ontwikkeld, uiterlijk op 15 januari, 15 mei of 15 september.
De administratie legt de aanvraagdossiers voor aan een beoordelingscommissie die bestaat uit een voorzitter en ten minste vier leden. De leden van de beoordelingscommissies zijn deskundigen uit het werkveld.
Op basis van de adviezen van de commissie formuleert de administratie een voorstel en legt dat voor aan de minister, die een beslissing neemt. De beslissing tot opname in het aanbod wordt binnen de vier maanden meegedeeld met een bevestigingsfiche. Een aanvaard programma is subsidieerbaar vanaf respectievelijk 15 mei, 15 september of 15 januari. § 3. De administratie publiceert de programma's van de gezelschappen of artiesten die opgenomen zijn in het aanbod op een website die daarvoor ontwikkeld is.
Er worden maximaal twee programma's die duidelijk van elkaar verschillen, per gezelschap of per artiest toegelaten tot het aanbod.
De opname van een programma in het aanbod is maximaal twee jaar geldig. Na afloop van die periode kan een nieuwe aanvraag tot opname in het aanbod worden ingediend tenzij voor het programma gedurende twee jaar geen tegemoetkoming is aangevraagd.
De minister kan na advies van de administratie beslissen om een programma uit het aanbod te schrappen als: 1° het gezelschap of de artiest zich niet houdt aan de voorwaarden;2° het programma drie keer binnen een periode van twaalf maanden negatief is beoordeeld door een organisator, de administratie of de beoordelingscommissie. § 4. Binnen het aanbod wordt in een subcategorie voorzien voor gezelschappen of artiesten die nieuw zijn op het podium of die een nieuwe artistieke richting inslaan en die professionele ambities en toekomstambities hebben. Deze subcategorie is vrijgesteld van het criterium bepaald in artikel 35, § 1, tweede lid, 4°.
De minister kan voor een bepaalde periode binnen het aanbod specifieke subcategorieën aanwijzen waarvoor een subsidieregeling geldt als vermeld in artikel 36, § 3, eerste lid, 4°.".
Art. 28.In artikel 36 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 03/12/2010 numac 2010035925 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 13/12/2010 numac 2010035906 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 36 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de uitvoering van het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 04/02/2011 numac 2011035087 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de uitvoering van het decreet betreffende het Vlaamse integratiebeleid sluiten; worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Een tegemoetkoming in de organisatie van een bijzonder cultuuraanbod kan worden aangevraagd door de verenigingen, instellingen en organisaties, vermeld in artikel 29, § 2, 1° tot en met 14°, van het decreet."; 2° in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "Een vereniging, instelling of organisatie kan per jaar slechts tweemaal een tegemoetkoming krijgen voor de organisatie van een programma uit het aanbod, tenzij het een aanbod betreft uit de subcategorieën, vermeld in artikel 35, § 4."; 3° in paragraaf 2 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt: "De organisator van een manifestatie verbindt zich er toe: 1° vooraf contact op te nemen met het gezelschap;2° een manifestatie voor iedereen toegankelijk te houden;3° de manifestatie te organiseren als een op zichzelf staand geheel;4° de manifestatie aan te melden bij de databank, vermeld in artikel 3 van het decreet; 5° het logo van de Vlaamse overheid en het bijschrift "Met de steun van de Vlaamse overheid" op te nemen op alle informatiedragers."; 4° in paragraaf 3, eerste lid, 1°, worden de woorden "voor het aanbod Podium" opgeheven;5° in paragraaf 3, eerste lid, 2°, worden de woorden "Nieuw Talent" vervangen door de zinsnede ", vermeld in artikel 35, § 4, eerste lid";6° in paragraaf 3, eerste lid, wordt punt 3° opgeheven;7° in paragraaf 3, eerste lid, 4°, worden de woorden "binnen het aanbod Nieuw Talent of Bijzondere Doelgroepen" vervangen door de zinsnede ", op basis van artikel 35, § 4, tweede lid".
Art. 29.In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "de Vlaamse Regering" telkens vervangen door de woorden "de minister";2° in paragraaf 2 wordt de datum "1 juni" vervangen door de datum "1 mei";3° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.De uitbetaling van de subsidies per kalenderjaar verloopt als volgt: 1° een voorschot van 80 procent wordt uitbetaald na de ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend;2° het saldo van 20 procent wordt uitbetaald nadat de administratie heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend is, nageleefd zijn, en dat de subsidie aangewend is voor de doeleinden waarvoor ze is verleend.Dat moet blijken uit het financieel verslag en het werkingsverslag.".
Art. 30.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 03/12/2010 numac 2010035925 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 13/12/2010 numac 2010035906 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 36 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de uitvoering van het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 04/02/2011 numac 2011035087 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de uitvoering van het decreet betreffende het Vlaamse integratiebeleid sluiten, wordt hoofdstuk X, dat bestaat uit artikel 38 tot en met 41, opgeheven.
Art. 31.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 03/12/2010 numac 2010035925 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 13/12/2010 numac 2010035906 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 36 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de uitvoering van het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 04/02/2011 numac 2011035087 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de uitvoering van het decreet betreffende het Vlaamse integratiebeleid sluiten, wordt hoofdstuk XI, dat bestaat uit artikel 42 tot en met 44, opgeheven.
Art. 32.In artikel 45, § 1, van hetzelfde besluit wordt de zin "De minister benoemt de leden van de beoordelingscommissies, vermeld in artikelen 2, 3, 4, 35, 38 en 42, voor een mandaat van drie jaar." vervangen door de zinnen "De minister benoemt de leden van de beoordelingscommissies, vermeld in artikel 4 en 35, voor een mandaat van drie jaar. De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, de Vlaamse minister, bevoegd voor het jeugdbeleid en de Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven, benoemen de leden van de beoordelingscommissie, vermeld in artikel 3, ook voor een mandaat van drie jaar.".
Art. 33.In artikel 47 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ", als vermeld in artikel 20, laatste lid, artikel 22, § 7, 2° en artikel 32, § 7, 2° van het decreet" opgeheven.
Art. 34.Artikel 48 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 48.Bij de berekening van het saldo van de subsidies die worden toegekend met toepassing van artikel 9, 16, 19, 27 en 37, wordt rekening gehouden met de uitgekeerde voorschotten. Als de uitgekeerde voorschotten hoger zijn dan de subsidie, wordt het verschil indien mogelijk in mindering gebracht op de volgende voorschotten."
Art. 35.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 03/12/2010 numac 2010035925 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 13/12/2010 numac 2010035906 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 36 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de uitvoering van het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport type besluit van de vlaamse regering prom. 12/11/2010 pub. 04/02/2011 numac 2011035087 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de uitvoering van het decreet betreffende het Vlaamse integratiebeleid sluiten, wordt een artikel 48/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 48/1.De administratie kan formulieren ter beschikking stellen voor subsidieaanvragen, werkingsverslagen en financiële verslagen.".
Art. 36.Het ministerieel besluit van 3 november 2008Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/11/2008 pub. 28/11/2008 numac 2008022611 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit betreffende de aanduiding van een college van revisoren bij het Fonds voor Arbeidsongevallen type ministerieel besluit prom. 03/11/2008 pub. 28/11/2008 numac 2008022614 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Ministerieel besluit betreffende de aanduiding van een revisor bij de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen type ministerieel besluit prom. 03/11/2008 pub. 28/11/2008 numac 2008022612 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Ministerieel besluit betreffende de aanduiding van een college van revisoren bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en bij het Fonds Sluiting Ondernemingen sluiten betreffende nadere bepalingen in verband met de tegemoetkoming in het organiseren van een bijzonder cultuuraanbod wordt opgeheven.
Art. 37.De volgende regelgevende teksten treden in werking op 1 juli 2014: 1° het decreet van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2014 pub. 16/06/2014 numac 2014202324 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport sluiten tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 18 januari 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2008 pub. 04/04/2008 numac 2008201115 bron vlaamse overheid Decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport sluiten houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport;2° dit besluit.
Art. 38.De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 mei 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE