gepubliceerd op 26 maart 2002
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993 inzake de uitvoering van het sectoraal akkoord 1999-2000
5 OKTOBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993 inzake de uitvoering van het sectoraal akkoord 1999-2000
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het advies van het college van secretarissen-generaal van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gegeven op 8 december 2000;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 maart 2001;
Gelet op het protocol nr. 159.449 van 2 februari 2001 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 9 maart 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op advies 31.468/3 van de Raad van State, gegeven op 3 juli 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel VI 2, § 1, van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 26 mei 1998 en 14 april 2000, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Houders van een diploma of getuigschrift dat toegang verleent tot een bepaald niveau worden uitgesloten van inschrijving voor een wervingsexamen voor een lager niveau. De voorwaarde dat men geen hoger diploma of getuigschrift mag bezitten, geldt niet voor : 1° de deelname aan een examen dat toegang geeft tot het niveau dat net lager ligt dan het niveau dat overeenstemt met het behaalde diploma of getuigschrift;2° de diploma's of getuigschriften die behaald werden na de inschrijving voor het wervingsexamen;3° de toegang tot de niveaus D en E waarvoor bepaalde diploma's of getuigschriften wel in aanmerking worden genomen indien dat wordt vereist in de functiebeschrijving of het examenreglement.»
Art. 2.In artikel VI 22, eerste lid, van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995, worden na het woord « wervingsreserve » de woorden « met maximaal twee jaar » ingevoegd.
Art. 3.In artikel VIII 47 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 14 april 2000 en 17 juli 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "voor de graden door hem aangewezen" geschrapt;2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : « De loopbaanexamens worden om de drie jaar georganiseerd.» 3° het derde en vierde lid worden opgeheven.
Art. 4.Aan artikel VIII 61 van hetzelfde statuut, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 en 14 april 2000, wordt een § 5 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 5. De vergelijkende bekwaamheidsproeven worden om de drie jaar georganiseerd. »
Art. 5.In deel VIII, titel 4, hoofdstuk 4, afdeling 3, van hetzelfde statuut, wordt onderafdeling 4, bestaande uit artikel VIII 76, opgeheven.
Art. 6.In artikel VIII 79 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 8 november 1994, 1 juni 1995, 11 maart 1997, 4 november 1997 en 24 maart 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan 1° wordt d) toegevoegd, dat luidt als volgt : « d) van de derde naar de vierde salarisschaal na 9 jaar van A 113 naar A 114 van A 123 naar A 124 van A 143 naar A 144 » 2° aan 3° wordt c) toegevoegd, dat luidt als volgt : « c) van de derde naar de vierde salarisschaal na 9 jaar van B 113 naar B 114 van B 123 naar B 124 » 3° aan 5° wordt c) toegevoegd, dat luidt als volgt : « c) van de derde naar de vierde salarisschaal na 9 jaar van C 113 naar C 114 van C 123 naar C 124 van C 133 naar C 134 van C 143 naar C 144 » 4° 7° wordt vervangen als volgt : « 7° in rang D1 a) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 8 jaar van D 111 naar D 112 van D 121 naar D 122 van D 131 naar D 132 van D 141 naar D 142 b) van de tweede naar de derde salarisschaal na 9 jaar van D 112 naar D 113 van D 122 naar D 123 van D 132 naar D 133 van D 142 naar D 143 » Art.7. Artikel VIII 100bis, tweede lid, van hetzelfde statuut, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997, wordt vervangen door wat volgt : « Als aan de nieuwe graad een functionele loopbaan verbonden is, wordt de ambtenaar ingeschaald in de op één na hoogste salarisschaal van de functionele loopbaan, met uitzondering in geval van terugzetting in een graad van niveau E. In dit laatste geval gebeurt de inschaling in de hoogste salarisschaal van de functionele loopbaan. »
Art. 8.In Deel XI, Titel 1, van hetzelfde statuut, wordt een artikel XI 7bis toegevoegd, dat luidt als volgt : « Art. XI 7bis. De ambtenaar die in de 4-dagenweek is tewerkgesteld, heeft, wat betreft de verloven die in werkdagen uitgedrukt zijn, recht op een equivalent van het in dit deel bepaald aantal verlofdagen. »
Art. 9.Aan artikel XI 9 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 26 juni 1996 en 14 april 2000, wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4. In afwijking van § 1 hebben bepaalde ambtenaren die tewerkgesteld zijn bij de Gemeenschapsinstellingen voor Bijzondere Jeugdbijstand recht op het hierna vermeld aantal jaarlijkse vakantiedagen. Het gaat om ambtenaren met de volgende graden en functies : 1° hoofddeskundige met de functie van hoofdbegeleider - teamverantwoordelijke;2° deskundige en medewerker met de functie van begeleider;3° technisch assistent en technisch beambte met de functie van nachtbewaarder;4° deskundige, medewerker, technicus en technisch assistent met de functie van vakleraar of leraar. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 10.In artikel XIII 33 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 8 december 1994, 1 juni 1995, 20 juni 1996, 11 maart 1997, 4 november 1997, 28 april 1998, 14 juli 1998, 9 februari 1999, 16 maart 1999, 29 juni 1999, 3 december 1999 en 14 april 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 2, 1°, worden de volgende woorden toegevoegd : a) onder « Loods - na 6 jaar schaalanciënniteit in A 142 A 143 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in A 143A 144 »;b) onder « Ingenieur, arts en informaticus - na 12 jaar schaalanciënniteit in A 122A 123 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in A 123A 124 »;c) onder « Adjunct van de directeur - na 12 jaar schaalanciënniteit in A 112A 113 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in A 113A 114 »;d) onder « Programmeur - na 10 jaar schaalanciënniteit in B 122B 123 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in B 123B 124 »;e) onder « Deskundige - na 10 jaar schaalanciënniteit in B 12B 113 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in B 113B 114 »;f) onder « Radarwaarnemer - na 10 jaar schaalanciënniteit in C 132C 133 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in C 133C 134 »;g) onder « Scheepstechnicus - na 10 jaar schaalanciënniteit in C 142C 143 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in C 143C 144 »;h) onder « Technicus - na 10 jaar schaalanciënniteit in C 122C 123 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in C 123C 124 »;i) onder « Medewerker - na 10 jaar schaalanciënniteit in C 112C 113 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in C 113C 114 »;j) onder « Schipper en motorist - na 8 jaar schaalanciënniteit in D 141D 142 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in D 142D 143 »;k) onder « Speciaal assistent - na 8 jaar schaalanciënniteit in D 131D 132 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in D 132D 133 »;l) onder « Technisch assistent - na 8 jaar schaalanciënniteit in D 121D 122 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in D 122D 123 »;m) onder « Assistent - na 8 jaar schaalanciënniteit in D 111D 112 » de woorden : « na 9 jaar schaalanciënniteit in D 112D 113 »;2° in § 2, 1°, worden de volgende woorden gewijzigd : a) onder "ingenieur, arts en informaticus met de functie van "senior auditor" worden de woorden "A 124" vervangen door de woorden "A 129";b) onder "adjunct van de directeur met de functie van senior auditor" worden de woorden "A 114" vervangen door de woorden "A 119";3° in § 3, 1°, wordt het woord "hoogste" vervangen door het woord "derde";4° in § 6 worden de woorden « A 114 » vervangen door de woorden « A 119 ».
Art. 11.In artikel XIII 34, tweede lid van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1999, worden de woorden « A 124 of A 114 » vervangen door de woorden « A 129 of A 119 ».
Art. 12.Aan deel XIII, titel 3, hoofdstuk 5, van het hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 12 juni 1995, 14 mei 1996, 14 januari 1997, 14 juli 1998, 9 februari 1999, 5 oktober 1999, 17 maart 2000, 14 april 2000 en 5 mei 2000, worden de afdelingen 19 en 20 toegevoegd, die luiden als volgt : « Afdeling 19. - De bevorderingspremie Art. XIII 81terdecies. § 1. De ambtenaar die vanaf 1 januari 1994 bevorderd werd naar het ander niveau, heeft steeds een bezoldiging die tenminste het in § 3 vermelde bedrag hoger is dan het salaris in zijn salarisschaal op het ogenblik van de bevordering. § 2. Onder bezoldiging, vermeld in § 1, wordt verstaan het salaris in de bevorderingsgraad en de bevorderingspremie samen. § 3. Het bedrag van de bevorderingspremie aan 100 % is maximaal gelijk aan : - 50 000 BEF bij bevordering naar niveau A; - 35 000 BEF bij bevordering naar niveau B; - 30 000 BEF bij bevordering naar niveau C; - 25 000 BEF bij bevordering naar niveau D. » Afdeling 20. - Permanentietoelage en toelage voor ploegenarbeid
Onderafdeling 1. - Permanentietoelage Art. XIII 81quaterdecies. § 1. Aan de ambtenaren die door de dienstleiding worden aangewezen om zich buiten de diensturen voor interventies thuis beschikbaar te houden, wordt een permanentietoelage toegekend. § 2. Het maandelijks bedrag van de in § 1 bedoelde toelage bedraagt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De in § 1 bedoelde toelage is niet cumuleerbaar met : 1° de toelagen of voordelen, bedoeld in hoofdstuk 5, afdelingen 2, 4, 8, 13, 14, 15 en 16 en de toelage bedoeld in hoofdstuk 10 van titel 3 van dit statuut;2° de bepalingen van de artikelen XIII 155bis, XIII 155quinquies en XIII 155vicies ter van dit statuut;3° de bepalingen van artikel XIII 48, § 2, van dit statuut tijdens de periode van permanentie. Onderafdeling 2. - Toelage voor ploegenarbeid Art. XIII 81quinquiesdecies. § 1. Aan de ambtenaar die een volledige maand in een twee- of drieploegensysteem of in een onderbroken dienst is ingeschakeld, wordt een toelage toegekend van 4020 frank (100 %) per maand. Voor een ploegensysteem met opeenvolgende diensten mogen de ploegen elkaar met maximaal 1/4 overlappen. § 2. Bij onvolledige maanden ploegenwerk bedraagt de toelage 1/134 van het in § 1 bedoelde bedrag per uur dat effectief ploegenarbeid wordt verricht. § 3. De in deze onderafdeling bedoelde toelage is niet cumuleerbaar met de toelage, bedoeld in deel XIII, titel 3, hoofdstuk 10, van dit statuut. § 4. De in § 1 bedoelde toelage wordt berekend overeenkomstig artikel XIII 25, § 1, van dit statuut.
Onderafdeling 3. - Algemene bepalingen Art. XIII 81sexiesdecies. Voor dezelfde periode kan slechts een van de in deze afdeling bedoelde toelagen toegekend worden. Beide toelagen zijn niet cumuleerbaar met enige andere gunstigere regeling.
Art. XIII 81septiesdecies. De in deze afdeling bedoelde toelagen worden maandelijks en na het vervallen van de termijn uitbetaald, en volgen de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig artikel XIII 23. »
Art. 13.In artikel XIII 131decies van hetzelfde statuut, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De in § 1 bedoelde vergoeding is gelijk aan 6 frank per kilometer"; 2° in § 4 worden de woorden « gedeeld door twintig » geschrapt.
Art. 14.In artikel XIII 150 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 26 mei 1998 en 14 april 2000, wordt § 4 vervangen door wat volgt : « § 4. De ambtenaar die voor zijn dienstreizen gebruikmaakt van een eigen wagen, motorfiets of bromfiets heeft recht op een kilometervergoeding van 10 frank per kilometer, als vergoeding van al de kosten die uit het gebruik van dat voertuig voortspruiten. »
Art. 15.Aan artikel XIV 7, tweede lid van hetzelfde statuut, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 1998, wordt volgende bepaling toegevoegd : « - voor vacante betrekkingen van een niveau dat net lager ligt dan het niveau dat overeenstemt met het behaalde diploma of getuigschrift".
Art. 16.In bijlage 9, gevoegd bij hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 1 juni 1995, 20 juni 1996 en 4 november 1997, worden de woorden « A 114/C 114 » en « A 124/C 124 » vervangen door de woorden « A 119/C 115 » en « A 129/C 125 ».
Art. 17.In bijlage 11, gevoegd bij hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 1 juni 1995, 12 juni 1995, 11 maart 1997, 4 november 1997, 28 april 1998, 1 juni 1999, 29 juni 1999, 14 april 2000, worden in de rubriek Code de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « A 126 » wordt vervangen door de woorden « A 124/A 126 »;2° de woorden « A 211/A 114/A 251/A 281/A 291 » worden vervangen door de woorden « A 211/A 119/A 251/A 281/A 291 »;3° de woorden « A 221/A 124/A 280/A 292 » worden vervangen door de woorden « A 221/A 129/A 280/A 292 »;4° het woord « B 211 » wordt vervangen door de woorden « B 114/B 211 »;5° het woord « B 221 » wordt vervangen door de woorden « B 124/B 221 »;6° het woord « B 122 » wordt vervangen door de woorden « B 122/C 114/C 124 »;7° de woorden « C 111/C 121/C 131 » worden vervangen door de woorden « C 111/C 121/C 131/D 143 »;8° het woord « C 241 » wordt vervangen door de woorden « C 144/C 241 »;9° het woord « C 124 » wordt vervangen door het woord « C 125 »;10° het woord « C 114 » wordt vervangen door het woord « C 115 »;11° de woorden « D 122/D 132 » worden vervangen door de woorden « D 113/D 122/D 132 »;12° het woord « D 142 » wordt vervangen door de woorden « D 123/D 133/D 142 »;13° de bepalingen, gevoegd als bijlage 1 bij dit besluit, worden toegevoegd.
Art. 18.De bijlage 18, gevoegd bij hetzelfde statuut, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 11 maart 1997, wordt vervangen door bijlage II gevoegd bij dit besluit".
Art. 19.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2000, met uitzondering van artikel 9 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2001 en artikel 13 dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2000.
Art. 20.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Ambtenarenzaken, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 oktober 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, P. VAN GREMBERGEN
Bijlage 1 TABEL VAN DE SALARISSCHALEN (BIJLAGE 11) Invoegen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001 tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, inzake de uitvoering van het sectoraal akkoord 1999-2000.
Brussel, 5 oktober 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, P. VAN GREMBERGEN
Bijlage 2 Eindemandaatregeling van afdelingshoofd Bepaling van de salarisschaal na twee mandaten (artikel XIII 33, § 3, 2°) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001 tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, inzake de uitvoering van het sectoraal akkoord 1999-2000.
Brussel, 5 oktober 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, P. VAN GREMBERGEN