4 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering houdende delegatie van specifieke bevoegdheden aan het hoofd van het departement van het Vlaams ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, en houdende aanpassing van de regelgeving inzake ruimtelijke ordening, woonbeleid en onroerend erfgoed

De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1;

Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 29 september 1994 tot reglementering van het sociaal huurbesluit voor de woningen die door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of door de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende lokale sociale huisvestingsmaatschappijen worden verhuurd in toepassing van artikel 80ter van de Huisvestingscode, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 8 maart 1995 en 1 oktober 1996, inzonderheid op het opschrift en op artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 16, 18, 19, 23 en 26;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 november 1994 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van huurdersbonden en een overleg- en ondersteuningscentrum, inzonderheid op artikelen 1, 4, 5, 8, 9, 15, 16 en 17;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 1995 houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen met gewestwaarborg voor het bouwen, kopen of verbouwen van woningen, inzonderheid op artikel 1, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 29 november 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 maart 1995 tot uitvoering van het decreet van 16 juni 1982 houdende maatregelen voor een sociaal grondbeleid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 7 oktober 1997, inzonderheid op artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 tot vaststelling van de type-huurovereenkomst voor de woningen die toebehoren aan de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen of aan de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij zelf, inzonderheid op het opschrift, op artikelen 1, 2, 6, 18 en 20 en op de bijlage;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 tot bepaling van de vorm, de inhoud, de wijze van bijhouden, de modaliteiten van de actualisering en de controle van de registers van de kandidaat-huurders van sociale woningen, inzonderheid op artikelen 1, 3 en 4;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 houdende de tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest voor maatregelen in het kader van het grond- en pandenbeleid, inzonderheid op artikelen 1, 2, 6, 8, 9, 11, 13, 15, 16, 17, 21, 22, 25, 26 en 27, zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 1997 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren, inzonderheid op artikelen 1, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 14;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 houdende de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor de samenwerkings- en overlegstructuur van de erkende sociale verhuurkantoren, inzonderheid op artikelen 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 tot bepaling van de erkenningsvoorwaarden van de sociale huisvestingsmaatschappijen, inzonderheid op artikelen 1, 2, 3, 4, 5 en 6;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 april 1998 houdende de afbakening van woonvernieuwings- en woningbouwgebieden, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1998 houdende regeling van de voorwaarden inzake het verlenen van een tussenkomst in de aankoopprijs van een bouwgrond in de Vlaamse rand, inzonderheid op artikelen 1, 2, zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1998, en 7;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de aanwending van de kapitalen van het fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot bepaling van de specifieke regelingen van het toezicht op de sociale huisvestingsmaatschappijen, inzonderheid op artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 9;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot instelling van het register van ruimtelijke planners, tot bepaling van de voorwaarden voor opname van personen in dat register en tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de verantwoordelijkheid van ruimtelijke planners voor de opmaak van ruimtelijke structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen, inzonderheid op artikelen 1, 3, 4, 6, 8 en 10;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld, inzonderheid op artikelen 1, 3, 5, 7 en 9;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 2000 tot reglementering van het sociale huurstelsel voor sociale huurwoningen die worden verhuurd of onderverhuurd door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of een sociale huisvestingsmaatschappij met toepassing van titel VII van de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op het opschrift en op de artikelen 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 20, 24, 25 en 34;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 november 2001 tot bepaling van de voorwaarden voor toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opleiding van gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren en voor de betaling van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren in kleine gemeenten, inzonderheid op artikelen 1, 2, 4, 7, 8, 9, 13, 14, 15, 16, 18 en 19;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2003 houdende voorwaarden waaronder kredietvennootschappen voor sociaal woonkrediet erkend kunnen worden door de Vlaamse regering, inzonderheid op artikelen 1, 5, 7 en 8;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 maart 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State 37.082/3, gegeven op 24 mei 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken en de Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Bepalingen met betrekking tot het departement van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed

Artikel 1.Naast de delegaties van beslissingsbevoegdheid betreffende de aangelegenheden, bedoeld in het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries, worden aan het hoofd van het departement de volgende specifieke delegaties verleend : 1° het aanleggen van een register van ruimtelijke planners, bedoeld in artikel 19, § 7, derde lid, eerste zin, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;2° het beslissen over het beroep van de planologische ambtenaar tegen de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, bedoeld in artikel 51, § 2, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;3° het beslissen over de schorsing die werd ingediend door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, bedoeld in artikel 126, § 4, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;4° het beslissen over het beroep van de planologische ambtenaar tegen de afgifte van een gunstig attest, bedoeld in artikel 145ter, § 2, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;5° het beslissen over de schorsing van de gemachtigde ambtenaar, bedoeld in artikel 43, § 4 en artikel 44 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996. HOOFDSTUK II. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 29 september 1994 tot reglementering van het sociaal huurbesluit voor de woningen die door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of door de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende lokale sociale huisvestingsmaatschappijen worden verhuurd in toepassing van artikel 80 ter van de Huisvestingscode, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 8 maart 1995 en 1 oktober 1996

Art. 2.In het opschrift van het besluit van de Vlaamse regering van 29 september 1994 tot reglementering van het sociaal huurbesluit voor de woningen die door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of door de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende lokale sociale huisvestingsmaatschappijen worden verhuurd in toepassing van artikel 80ter van de Huisvestingscode, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 8 maart 1995 en 1 oktober 1996, worden de woorden « Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of door de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij » en het woord « lokale » geschrapt.

Art. 3.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° Sociale huisvestingsmaatschappij : een sociale huisvestingsmaatschappij, erkend overeenkomstig artikel 40 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode »;2° in 17° worden de woorden « de VHM » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen »;3° in 18° worden de woorden « op voorstel van de VHM » geschrapt;4° een 20°, 21°, 22° en 23° worden ingevoegd, die luiden als volgt : « 20° Vlaamse Wooncode : het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaams Wooncode;21° toezichthouder : de toezichthouder voor de sociale huisvesting, bedoeld in artikel 29ter van de Vlaamse Wooncode, of bij gebreke daaraan, van de afgevaardigde van Inspectie RWO;22° RWO-Vlaanderen : het intern verzelfstandigd agentschap RWO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;23° Inspectie RWO : het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie RWO van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed.»

Art. 4.In artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « opgemaakt overeenkomstig een model dat door de VHM wordt uitgewerkt » geschrapt.

Art. 5.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden « en van de VHM » geschrapt;2° in het derde lid worden de woorden « De VHM-commissaris » vervangen door de woorden « De toezichthouder »;3° in het vierde lid worden de woorden « op voorstel van de VHM » geschrapt.

Art. 6.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « na advies van de VHM » geschrapt;2° in § 3 worden de woorden « VHM-commissaris » vervangen door het woord « toezichthouder ».

Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « VHM-commissaris die in beroep kan gaan bij de VHM overeenkomstig de bepalingen van § 4 » vervangen door het woord « toezichthouder »;2° in § 1, laatste lid, worden de woorden « VHM-commissaris en van de VHM » vervangen door de woorden « toezichthouder en van RWO-Vlaanderen »;3° paragraaf § 4 wordt opgeheven;4° in § 5 worden de woorden « de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen ».

Art. 8.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « de VHM » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen » en worden de woorden « en vergezeld te zijn van het advies van de commissaris van de VHM bij de sociale huisvestingsmaatschappij » geschrapt;2° in § 1, tweede en derde lid, worden de woorden « de VHM » en « commissaris » respectievelijk vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen » en « toezichthouder »;3° in § 2 en 4 worden de woorden « de VHM » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen »;4° in § 4 worden de woorden « en van de VHM-commissaris » en « en de VHM-commissaris » geschrapt en worden tussen de woorden »verzoeker » en « de sociale » de woorden »en van » ingevoegd.

Art. 9.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 7.§ 1. Een kandidaat-huurder die zich benadeeld voelt door een toewijzing van een woning, kan met een aangetekende brief verhaal halen bij het agentschap RWO-Vlaanderen.

Wordt dat verhaal ontvankelijk en gegrond bevonden, dan beschikt de benadeelde huurder of kandidaat-huurder over een volstrekt recht van voorrang voor de toewijzing van de eerste aangepaste woning die vrijkomt en die aan zijn keuze qua ligging en type beantwoordt.

Wordt het verhaal niet ontvankelijk of ongegrond verklaard, dan beschikt de huurder of de kandidaat-huurder over een recht van beroep tegen die beslissing.

Dat hoger beroep wordt ingesteld bij het hoofd van RWO-Vlaanderen. § 2. De Vlaamse minister bepaalt de procedure voor het verhaal en het hoger beroep. »

Art. 10.In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « na advies van de VHM » geschrapt.

Art. 11.In artikel 9, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « de VHM » en « de Raad van Bestuur van de VHM » respectievelijk vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen » en « het hoofd van RWO-Vlaanderen

Art. 12.In artikel 11, § 1, van hetzelfde besluit worden de getallen « 30.000 » en « 480.000 » respectievelijk vervangen door de getallen « 743,68 » en « 11.898,88 » en wordt het bedrag « 33.600 fr. » vervangen door het bedrag « 833 euro ».

Art. 13.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de woorden « overeenkomstig de door de VHM vastgestelde modaliteiten » geschrapt.

Art. 14.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de woorden « mits goedkeuring van de VHM » geschrapt.

Art. 15.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de woorden « na advies van de VHM » geschrapt.

Art. 16.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « of door de VHM » en « of van de VHM » worden geschrapt;2° het laatste lid wordt opgeheven.

Art. 17.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 30 november 1994 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van huurdersbonden en een overleg- en ondersteuningscentrum

Art. 18.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 30 november 1994 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van huurdersbonden en een overleg- en ondersteuningscentrum, wordt 2° vervangen door wat volgt : « 2° het departement : het departement van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».

Art. 19.In artikel 4, § 1, eerste lid, en § 2, tweede lid, artikel 5, eerste lid, artikel 8, § 1, eerste lid, en § 2, tweede lid, artikel 9, eerste lid, artikel 15, eerste en tweede lid, artikel 16 en artikel 17 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het departement ». HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 1995 houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen met gewestwaarborg voor het bouwen, kopen of verbouwen van woningen

Art. 20.In het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 1995 houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen met gewestwaarborg voor het bouwen, kopen of verbouwen van woningen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 november 2002, worden in artikel 1, § 1, 5°, de woorden « de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of een door haar erkende maatschappij » vervangen door de woorden « een sociale huisvestingsmaatschappij, erkend overeenkomstig artikel 40 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode ». HOOFDSTUK V. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 maart 1995 tot uitvoering van het decreet van 16 juni 1982 houdende maatregelen voor een sociaal grondbeleid

Art. 21.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 maart 1995 tot uitvoering van het decreet van 16 juni 1982 houdende maatregelen voor een sociaal grondbeleid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 7 oktober 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 3° wordt vervangen door wat volgt : « 3° de aanvrager : de gemeenten, de vereniging van gemeenten en de sociale huisvestingsmaatschappijen, erkend overeenkomstig artikel 40 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;» 2° in 9° worden de woorden « artikel 52 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw » vervangen door de woorden « artikel 128 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening »;3° in 10° worden de woorden « de minister op advies van de afdeling Ruimtelijke Planning van het bestuur » vervangen door de woorden « het hoofd van RWO-Vlaanderen »;4° de bepaling onder 11° wordt vervangen door wat volgt : « 11° RWO-Vlaanderen : het intern verzelfstandigd agentschap RWO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed.»

Art. 22.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».

Art. 23.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « het bestuur » vervangen door het woord « RWO-Vlaanderen »;2° in het tweede lid worden de woorden « de inventaris vermeld onder artikel 63, § 2, van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw » vervangen door de woorden « het register, bedoeld in artikel 62 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening ».

Art. 24.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 7 oktober 1997, wordt de zin « Voor woonprojecten gefinancierd door het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant gelden echter de inkomensgrenzen en oppervlaktenormen zoals bepaald ter uitvoering van Hoofdstuk II, Sociaal Grond- en Woonbeleid in Vlaams-Brabant, van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992; » geschrapt.

Art. 25.In artikel 5, 6, 7, tweede lid, en 8 van hetzelfde besluit worden de woorden « de minister » vervangen door de woorden « het hoofd van RWO-Vlaanderen ». HOOFDSTUK VI. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 tot vaststelling van de type-huurovereenkomst voor de woningen die toebehoren aan de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen of aan de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij zelf

Art. 26.In het opschrift en in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 tot vaststelling van de type-huurovereenkomst voor de woningen die toebehoren aan de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen of aan de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij zelf, worden de woorden « door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende » en de woorden « of aan de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij zelf » geschrapt.

Art. 27.In de bijlage bij hetzelfde besluit worden in het eerste lid de woorden « door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende » geschrapt.

Art. 28.In artikel 2 van dezelfde bijlage worden de woorden « goedgekeurd door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij » vervangen door de woorden « daartoe gemachtigd door het agentschap RWO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».

Art. 29.In artikel 6 van dezelfde bijlage worden de woorden « de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen of het hoofd ervan, naargelang van het geval ».

Art. 30.In artikel 18 van dezelfde bijlage worden de woorden « en van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij » geschrapt.

Art. 31.Artikel 20, tweede lid, van dezelfde bijlage wordt opgeheven. HOOFDSTUK VII. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 tot bepaling van de vorm, de inhoud, de wijze van bijhouden, de modaliteiten van de actualisering en de controle van de registers van de kandidaat-huurders van sociale woningen

Art. 32.In het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 tot bepaling van de vorm, de inhoud, de wijze van bijhouden, de modaliteiten van de actualisering en de controle van de registers van de kandidaat-huurders van sociale woningen, worden in artikel 1 de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt de eerste zin geschrapt;2° in § 1, tweede lid, worden de woorden « een gemachtigde van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij » vervangen door de woorden « een afgevaardigde van het agentschap RWO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed »;3° in § 1, derde lid, worden de woorden « , mits schriftelijke toestemming van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, » en de zin « Deze toestemming kan herroepen worden.» geschrapt; 4° in § 1, vierde lid, worden de woorden « de VHM-commissaris » vervangen door de woorden « een afgevaardigde van RWO-Vlaanderen »;5° in § 2 worden de woorden « De VHM » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen ».

Art. 33.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden « aan de gemachtigde ambtenaar van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en aan de VHM-commissaris » vervangen door de woorden « en aan de toezichthouder voor de sociale huisvesting, bedoeld in artikel 29ter van de Vlaamse Wooncode » en worden de woorden « De Vlaamse minister, of zijn afgevaardigde, de gemachtigde ambtenaar van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de VHM-commissaris » vervangen door het woord « Zij ».

Art. 34.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 4.Bij elke controle worden de registers geviseerd. » HOOFDSTUK VIII. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 houdende de tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest voor maatregelen in het kader van het grond- en pandenbeleid

Art. 35.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 houdende de tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest voor maatregelen in het kader van het grond- en pandenbeleid, wordt de bepaling onder 2° vervangen door wat volgt : « 2° het agentschap : het agentschap RWO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed; ».

Art. 36.In artikel 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « de Vlaamse Gemeenschap » worden vervangen door de woorden « het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed »;2° in 2° worden de woorden « de inventaris van de onbebouwde percelen zoals bedoeld in artikel 63, § 2, van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, zoals nadien gewijzigd » vervangen door de woorden « het register van onbebouwde percelen, bedoeld in artikel 62 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening »;3° in 4° worden de woorden « hoofdstuk IV van Titel I van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, zoals nadien gewijzigd » vervangen door de woorden « artikel 14, 7°, van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 ».

Art. 37.In artikel 6, artikel 9, artikel 11, laatste lid, artikel 15, laatste lid, artikel 16, artikel 17, eerste en tweede lid, artikel 21, eerste lid, artikel 22, artikel 25 en artikel 26, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001, worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 38.In artikel 8, eerste lid, artikel 11, vierde lid, artikel 17, tweede lid, artikel 22 en artikel 26, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « De minister » vervangen door de woorden « Het hoofd van het agentschap ».

Art. 39.In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de inventaris van onbebouwde percelen, bedoeld in artikel 63, § 2, van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, ingevoegd bij enig artikel van de wet van 28 juni 1978 » vervangen door de woorden « het register van onbebouwde percelen, bedoeld in artikel 62 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening ».

Art. 40.In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de woorden « De administratie » vervangen door de woorden « Het agentschap Inspectie RWO van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ». HOOFDSTUK IX. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 1997 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren

Art. 41.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 1997 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren, wordt een 1°bis ingevoegd, die luidt als volgt : « 1°bis het departement : het departement van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed. »

Art. 42.In artikel 6, eerste lid, en artikel 9, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de afdeling Woonbeleid van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen » vervangen door de woorden « het departement ».

Art. 43.In artikel 6, tweede en derde lid, artikel 7, eerste en tweede lid, artikel 9, § 1, tweede lid, en § 3, eerste lid, artikel 10, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid, artikel 11, § 3, eerste lid en artikel 12, § 1, tweede en laatste lid, en § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de afdeling Woonbeleid » vervangen door de woorden « het departement ».

Art. 44.In artikel 8, § 1, eerste lid, 6°, a, van hetzelfde besluit worden de woorden « VHM of een door haar » geschrapt.

Art. 45.In artikel 11, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid van de administratie Ruimtelijke ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen » vervangen door « het departement ».

Art. 46.In artikel 12, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid » vervangen door de woorden « het departement » en worden de woorden « en bezorgt haar opmerkingen over voormelde stukken aan de afdeling Woonbeleid » geschrapt;2° in het tweede lid worden de woorden « en de eventuele opmerkingen van de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid » geschrapt.

Art. 47.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. HOOFDSTUK X. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 houdende de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor de samenwerkings- en overlegstructuur van de erkende sociale verhuurkantoren

Art. 48.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 houdende de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor de samenwerkings- en overlegstructuur van de erkende sociale verhuurkantoren, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 1° wordt vervangen door wat volgt : « 1° het departement : het departement van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed »;2° er wordt een 6° toegevoegd, die luidt als volgt : « 6° toezichthouder : de toezichthouder voor de sociale huisvesting, bedoeld in artikel 29ter van de Vlaamse Wooncode, of bij gebrek daaraan, de afgevaardigde van Inspectie RWO »;3° er wordt een 7° toegevoegd, die luidt als volgt : « 7° Inspectie RWO : het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie RWO van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».

Art. 49.In artikel 3, artikel 4, tweede en derde lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, en artikel 8, § 1, tweede en vierde lid, en § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de afdeling Woonbeleid » vervangen door de woorden « het departement ».

Art. 50.In artikel 3, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden « in artikel 9 van dit besluit bedoelde commissaris » vervangen door het woord « toezichthouder ».

Art. 51.In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « Deze afdeling » vervangen door de woorden « Het departement ».

Art. 52.In artikel 7, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid van de administratie Ruimtelijke ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen » vervangen door de woorden « het departement ».

Art. 53.In artikel 8, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid » vervangen door de woorden « het departement » en worden de woorden « en bezorgt haar opmerkingen over de voormelde stukken aan de afdeling Woonbeleid » geschrapt;2° in het tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden « en met de eventuele opmerkingen van de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid » geschrapt.

Art. 54.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. HOOFDSTUK XI. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 tot bepaling van de erkenningsvoorwaarden van de sociale huisvestingsmaatschappijen

Art. 55.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 tot bepaling van de erkenningsvoorwaarden van de sociale huisvestingsmaatschappijen, worden de woorden « De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij » vervangen door de woorden « Het hoofd van het departement van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, hierna het departement te noemen » en worden de woorden « onder de bij dit besluit gestelde voorwaarden » geschrapt.

Art. 56.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 57.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 3.De vennootschappen dienen hun aanvraag tot het verkrijgen van de erkenning per aangetekende brief in bij het departement. Ze maken daarvoor gebruik van het door de minister vastgestelde model van aanvraagformulier, waarin de erkenningsvoorwaarden uitdrukkelijk zijn opgenomen.

Het departement brengt de vennootschap op de hoogte van zijn beslissing tot erkenning of tot weigering van de erkenning met een aangetekende brief, binnen een termijn van drie maanden na de ontvangstdatum van de ontvankelijke aanvraag. Als het departement de vennootschap binnen die termijn niet op de hoogte heeft gebracht van zijn beslissing, wordt de erkenning geacht te zijn verleend.

De erkenning kan pas worden geweigerd nadat de vennootschap door het departement werd gehoord. De vennootschap kan zich daarbij laten bijstaan. »

Art. 58.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij » vervangen door de woorden « het departement ».

Art. 59.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij » worden telkens vervangen door de woorden « Het hoofd van het departement »;2° in § 1 wordt 1° vervangen door de volgende bepaling : « 1° niet meer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden;» 3° in § 1, 2°, worden de woorden « vermeld in artikel 2, 4°, a) » vervangen door de woorden « vermeld in artikel 41 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, »;4° in § 1, 3°, worden de woorden « , vermeld in artikel 2, 5°, » vervangen door de woorden « zoals vastgesteld in artikel 45 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, ».

Art. 60.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden « Vlaamse regering » vervangen door de woorden « Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting » en worden de woorden « de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij » vervangen door de woorden « het departement ». HOOFDSTUK XII. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 7 april 1998 houdende de afbakening van woonvernieuwings- en woningbouwgebieden

Art. 61.In artikel 3, § 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 7 april 1998 houdende de afbakening van woonvernieuwings- en woningbouwgebieden, worden de woorden « de afdeling Woonbeleid van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen » vervangen door « het departement van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ». HOOFDSTUK XIII. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1998 houdende regeling van de voorwaarden inzake het verlenen van een tussenkomst in de aankoopprijs van een bouwgrond in de Vlaamse rand

Art. 62.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1998 houdende regeling van de voorwaarden inzake het verlenen van een tussenkomst in de aankoopprijs van een bouwgrond in de Vlaamse rand, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 2° worden de woorden « de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, bedoeld in artikel 30 » vervangen door de woorden « de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Woonkrediet (hierna de VMSW te noemen), bedoeld in artikel 58bis »;2° wordt een 9° toegevoegd, die luidt als volgt : « 9° RWO-Vlaanderen : het intern verzelfstandigd agentschap RWO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».

Art. 63.In artikel 2, § 2, vierde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « de afdeling Financieel Management van het departement Algemene Zaken en Financiën van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » worden vervangen door de woorden « de bevoegde entiteit van het Vlaams Ministerie van Financiën en Begroting »;2° de woorden « Vlaamse Huisvestingsmaatschappij » en de afkorting « VHM » worden telkens vervangen door de afkorting « VMSW ».

Art. 64.In artikel 7, eerste en derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen ». HOOFDSTUK XIV. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de aanwending van de kapitalen van het fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode

Art. 65.In het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de aanwending van de kapitalen van het fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode, worden in artikel 6, § 2, laatste lid, de woorden « afdeling Financieel Management van het departement Algemene Zaken en Financiën van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « de bevoegde entiteit van het Vlaams Ministerie van Financiën en Begroting ». HOOFDSTUK XV. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot bepaling van de specifieke regelingen van het toezicht op de sociale huisvestingsmaatschappijen

Art. 66.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot bepaling van de specifieke regelingen van het toezicht op de sociale huisvestingsmaatschappijen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° RWO-Vlaanderen : het intern verzelfstandigd agentschap RWO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed »;2° er wordt een 2°bis ingevoegd, die luidt als volgt : « 2°bis Inspectie RWO : het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie RWO van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed »;3° er wordt een 3°bis ingevoegd, die luidt als volgt : « 3°bis VMSW : de NV Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Woonkrediet, zoals bedoeld in het decreet van 19 maart 2004 houdende machtiging tot creatie van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap NV Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Woonkrediet »;4° in 4°, 5°, 6° en 7° worden de woorden « de VHM » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen »;5° in 7° worden de woorden « artikel 45, § 2 » vervangen door de woorden « artikel 43 ».

Art. 67.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 en § 2 worden de woorden « de VHM » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen » en wordt het woord « haar » vervangen door « zijn »;2° paragraaf § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De bepalingen van dit besluit doen geen afbreuk aan andere wettelijke of reglementaire toezichtmechanismen die Inspectie RWO kan hanteren, noch aan de toezichtsfunctie van de toezichthouder voor de sociale huisvesting, bedoeld in artikel 29 ter van de VWC, of, bij gebrek daaraan, van de afgevaardigde van Inspectie RWO. »; 3° paragraaf § 4 wordt opgeheven.

Art. 68.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « de VHM » worden vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen »;2° in § 1 worden 1° en 5° opgeheven.

Art. 69.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « de VHM » worden vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen »;2° in § 1 wordt 1° opgeheven.

Art. 70.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 5.§ 1. De SHM's hebben op het tijdstip dat in dit artikel wordt vermeld een schriftelijke meldingsplicht aan de VMSW van de volgende documenten en beslissingen : 1° de jaarrekening, de proef- en saldibalans en de bijlagen, ten minste één maand voordat die aan de algemene vergadering van de SHM ter goedkeuring worden voorgelegd;2° de financiële staten, maandelijks; § 2. De SHM's hebben op het tijdstiop dat in dit artikel wordt vermeld een schriftelijke meldingsplicht aan RWO-Vlaanderen van de volgende documenten en beslissingen : 1° iedere overdracht van aandelen, jaarlijks;2° de agenda en de datum van de gewone en de buitengewone algemene vergaderingen, voor iedere vergadering;3° de notulen van de gewone en de buitengewone algemene vergadering, na iedere vergadering;4° de benoeming of de ambtsbeëindiging van bestuurders, evenals de verkiezing of het ontslag van de voorzitter, onmiddellijk;5° de gunning van architectuuropdrachten, binnen een maand na de ondertekening van het contract.»

Art. 71.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 7.Van de bepalingen van de artikelen 3, § 1, 3° en 4°, en 4, § 1, 3°, 7° en 8°, kan worden afgeweken in de beheersovereenkomsten. » .

Art. 72.Artikel 8 en 9 van hetzelfde besluit worden opgeheven. HOOFDSTUK XVI. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot instelling van het register van ruimtelijke planners, tot bepaling van de voorwaarden voor opname van personen in dat register en tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de verantwoordelijkheid van ruimtelijke planners voor de opmaak van ruimtelijke structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen

Art. 73.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot instelling van het register van ruimtelijke planners, tot bepaling van de voorwaarden voor opname van personen in dat register en tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de verantwoordelijkheid van ruimtelijke planners voor de opmaak van ruimtelijke structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 1° wordt opgeheven;2° de bepaling onder 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° het departement : het departement van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;».

Art. 74.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden « de directeur-generaal van de gewestelijke administratie » vervangen door de woorden « het hoofd van het departement ».

Art. 75.In artikel 4 en artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « De minister » vervangen door de woorden « Het hoofd van het departement ».

Art. 76.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Het register ligt permanent ter inzage bij het departement en bij de provinciale entiteiten van het agentschap RWO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed.»; 2° in het tweede lid worden de woorden « De administratie » vervangen door de woorden « Het departement of RWO-Vlaanderen ».

Art. 77.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de woorden « de betrokken gewestelijke, provinciale of gemeentelijke administratie » vervangen door de woorden « het departement of de betrokken provinciale of gemeentelijke administratie ». HOOFDSTUK XVII. - Wijziging van besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld

Art. 78.In het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 1 wordt 2° vervangen door de volgende bepaling : « 2° Inspectie RWO : het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie RWO van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed »;2° aan artikel 1 worden een 3° en een 4° toegevoegd, die luiden als volgt : « 3° RWO-Vlaanderen : het intern verzelfstandigd agentschap RWO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;4° departement : het departement van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed.»; 3° artikel 3 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Art.3. Het hoofd van de entiteit 'Plannen en Ruimte' van het departement vervult de functie van gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar voor het volledige grondgebied van het gewest met betrekking tot de dossiers die tot het takenpakket van voormelde entiteit behoren.

Het hoofd van RWO-Vlaanderen, respectievelijk de leidinggevenden N-1 van de lokale entiteiten van voormeld agentschap, vervullen met betrekking tot de dossiers die tot het takenpakket van het agentschap behoren, steeds tegelijk de functie van gewestelijk planologisch ambtenaar en die van gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar voor het volledige grondgebied van het gewest, respectievelijk voor het grondgebied van de provincie waarbinnen de lokale entiteit gesitueerd is.

Het hoofd van het departement, respectievelijk het hoofd van RWO-Vlaanderen stelt de overige gewestelijk planologisch en stedenbouwkundig ambtenaren aan onder de ambtenaren van niveau A die behoren tot het departement, respectievelijk RWO-Vlaanderen. Hij bepaalt het werkgebied van de gewestelijk planologisch en stedenbouwkundig ambtenaren die hij aanstelt.

Het hoofd van Inspectie RWO vervult steeds de rol van stedenbouwkundig inspecteur voor het volledige grondgebied van het gewest.

Het hoofd van Inspectie RWO stelt de overige stedenbouwkundig inspecteurs aan onder de ambtenaren van niveau A die behoren tot Inspectie RWO. Hij bepaalt het werkgebied van de gewestelijk stedenbouwkundig inspecteurs die hij aanstelt.

De aanstellingen, bedoeld in het tweede en vierde lid, gelden voor een maximumtermijn van zes jaar. De aanstellingen zijn hernieuwbaar. De aanstellingen kunnen op elk ogenblik worden beëindigd.

Onverminderd het eerste lid is de functie van gewestelijk planologisch ambtenaar onverenigbaar met de functie van gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar. »; 4° in artikel 5 worden de woorden « waaronder de directeur-generaal van de gewestelijke administratie » vervangen door de woorden « onder wie het hoofd van RWO-Vlaanderen en de leidinggevenden N-1 van de lokale entiteiten van voormeld agentschap »;5° in artikel 7 worden de woorden « waaronder de directeur-generaal van de gewestelijke administratie » vervangen door de woorden « onder wie het hoofd van de entiteit Plannen & Ruimte van het departement, het hoofd van RWO-Vlaanderen en de leidinggevenden N-1 van de lokale entiteiten van voormeld agentschap »;6° in artikel 9 worden de woorden « waaronder de directeur-generaal van de gewestelijke administratie » vervangen door de woorden « onder wie het hoofd van Inspectie RWO ». HOOFDSTUK XVIII. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 2000 tot reglementering van het sociale huurstelsel voor sociale huurwoningen die worden verhuurd of onderverhuurd door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of een sociale huisvestingsmaatschappij met toepassing van titel VII van de Vlaamse Wooncode

Art. 79.In het opschrift van het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 2000 tot reglementering van het sociale huurstelsel voor sociale huurwoningen die worden verhuurd of onderverhuurd door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of een sociale huisvestingsmaatschappij met toepassing van titel VII van de Vlaamse Wooncode, worden de woorden « de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of » geschrapt.

Art. 80.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 3° wordt vervangen door wat volgt : « 3° toezichthouder : de toezichthouder voor de sociale huisvesting, bedoeld in artikel 29ter van de Vlaamse Wooncode, of bij gebrek daaraan, de afgevaardigde van Inspectie RWO »;2° in 6° worden de woorden « en de VHM voor de woningen die haar toebehoren » geschrapt;3° in 23° en 25° worden de woorden « de VHM » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen' »;4° in 24° worden de woorden « op voorstel van de VHM » geschrapt;5° er wordt een 26° toegevoegd, die luidt als volgt : « 26° RWO-Vlaanderen : het intern verzelfstandigd agentschap RWO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed »;6° er wordt een 27° toegevoegd, die luidt als volgt : « 27° Inspectie RWO : het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie RWO van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».

Art. 81.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt de zinsnede « , van de opdrachthouder en van de VHM » vervangen door de woorden « en van de toezichthouder »;2° in § 1, tweede en vijfde lid, en in § 4, tweede lid, wordt het woord « opdrachthouder » vervangen door het woord « toezichthouder »;3° in § 2, tweede lid, worden de woorden « na advies van de VHM » geschrapt.

Art. 82.In artikel 4, § 2, laatste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede « , opgemaakt overeenkomstig een model dat wordt uitgewerkt door de VHM » geschrapt.

Art. 83.In artikel 5, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord « opdrachthouder » vervangen door het woord « toezichthouder » en wordt de zin « Ze mag alleen worden uitgevoerd na het verstrijken van de beroepstermijn, bepaald in artikel 44, § 4, van de Vlaamse Wooncode. » geschrapt.

Art. 84.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, tweede lid, worden de woorden « van de VHM en van de opdrachthouder » vervangen door de woorden « van de toezichthouder en van RWO-Vlaanderen »;2° in § 5, 6 en 8 worden de woorden « de afdeling Woonbeleid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » en de woorden « de afdeling Woonbeleid » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen ».

Art. 85.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste en tweede lid, § 2, tweede lid, § 3 en § 6, eerste en tweede lid, worden de woorden « de VHM » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen »;2° in § 1, eerste lid, worden de woorden « en vergezeld zijn van het advies van de opdrachthouder » geschrapt;3° in § 1, tweede lid, en in § 6, tweede lid, worden de woorden « en van de opdrachthouder » geschrapt;4° § 1, derde lid, wordt vervangen door wat volgt : « In de beheersovereenkomst, die is afgesloten tussen RWO-Vlaanderen en de sociale huisvestingsmaatschappijen, kan worden opgenomen dat de sociale huisvestingsmaatschappij de afwijkingen niet ter goedkeuring moet voorleggen aan RWO-Vlaanderen.De genomen beslissingen moeten achteraf wel aan dat agentschap worden gemeld. »; 5° in § 2, eerste lid, worden de woorden « , na positief advies van de opdrachthouder, » geschrapt;6° in § 2, tweede lid, worden de woorden « vergezeld van het advies van de opdrachthouder » geschrapt;7° in § 6, tweede lid, worden de woorden « en de opdrachthouder » geschrapt.

Art. 86.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « de opdrachthouder » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen »;2° in § 1, vierde lid, worden de woorden « de VHM » vervangen door de woorden « het hoofd van RWO-Vlaanderen »;3° in § 2 worden de woorden « , na advies van de VHM, » geschrapt.

Art. 87.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « is vastgesteld door de VHM en goedgekeurd » vervangen door de woorden « is goedgekeurd »;2° in § 2 worden de woorden « de opdrachthouder » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen ».

Art. 88.In artikel 10, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de VHM » en « de raad van bestuur van de VHM » respectievelijk vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen » en « het hoofd van RWO-Vlaanderen ».

Art. 89.In artikel 12, § 2, van hetzelfde besluit worden de getallen « 60.000 » en « 630.000 » respectievelijk vervangen door de getallen « 1.487,36 » en « 15.617,29 » en wordt het bedrag « 37.800 frank » vervangen door het bedrag « 937,04 euro ».

Art. 90.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de woorden « de opdrachthouder » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen ».

Art. 91.In artikel 24, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 2002, worden de woorden « de VHM » vervangen door de woorden « RWO-Vlaanderen ».

Art. 92.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « of door de VHM » en de woorden « of van de VHM » geschrapt;2° het laatste lid wordt opgeheven.

Art. 93.In artikel 34, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « VHM en de door de VHM erkende » geschrapt. HOOFDSTUK XIX. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 november 2001 tot bepaling van de voorwaarden voor toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opleiding van gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren en voor de betaling van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren in kleine gemeenten

Art. 94.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 23 november 2001 tot bepaling van de voorwaarden voor toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opleiding van gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren en voor de betaling van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren in kleine gemeenten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt opgeheven;2° de bepaling in 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° het agentschap : het agentschap RWO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed; ».

Art. 95.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden in het eerste lid de woorden « de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door het woord « het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».

Art. 96.In artikel 2, artikel 4, eerste en tweede lid, artikel 7, eerste lid, artikel 9, tweede lid, artikel 13, § 1, eerste lid, artikel 15, derde lid, artikel 16, § 1, § 2, eerste lid, § 3, eerste lid en artikel 19, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 97.In artikel 2, tweede lid, artikel 8, artikel 14, eerste lid en artikel 16, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « De minister » vervangen door de woorden « Het hoofd van RWO-Vlaanderen ».

Art. 98.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap Inspectie RWO van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ». HOOFDSTUK XX. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2003 houdende voorwaarden waaronder kredietvennootschappen voor sociaal woonkrediet erkend kunnen worden door de Vlaamse regering

Art. 99.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2003 houdende voorwaarden waaronder kredietvennootschappen voor sociaal woonkrediet erkend kunnen worden door de Vlaamse regering, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° worden de woorden « de Vlaamse minister, bevoegd voor wonen » vervangen door de woorden « de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting »;2° de bepaling onder 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° departement : het departement van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».

Art. 100.In artikel 5, 7 en 8 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het departement ». HOOFDSTUK XXI. - Slotbepalingen

Art. 101.De Vlaamse regering stelt de datum vast waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 102.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening, de Vlaamse minister, bevoegd voor de Huisvesting, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de Monumenten en de Landschappen, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport, M. KEULEN