gepubliceerd op 05 december 1998
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1998 houdende regeling van de voorwaarden inzake het verlenen van een tussenkomst in de aankoopprijs van een bouwgrond in de Vlaamse rand
20 OKTOBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1998 houdende regeling van de voorwaarden inzake het verlenen van een tussenkomst in de aankoopprijs van een bouwgrond in de Vlaamse rand
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 33, 51 en 79;
Gelet op het decreet van 17 maart 1998 houdende diverse beleidsbepalingen, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1998 houdende regeling van de voorwaarden inzake het verlenen van een tussenkomst in de aankoopprijs van een bouwgrond in de Vlaamse rand;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 oktober 1998;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het in het kader van het belang van de grote gezinnen dringend vereist is om de mogelijkheid tot degressiviteit van de rentevoet in functie van het aantal kinderen ten laste, in te bouwen en eenzelfde toepasselijke referentierentevoet te voorzien;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1998 houdende regeling van de voorwaarden inzake het verlenen van een tussenkomst in de aankoopprijs van een bouwgrond in de Vlaamse rand wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. De instelling wordt ertoe gemachtigd om met eigen middelen aan de particulieren aan wie een tussenkomst zoals bedoeld in § 1 van dit artikel, wordt verstrekt, een hypothecaire lening toe te staan zowel voor de aankoop van de bouwgrond als voor de bouw van de woning op die bouwgrond.
Het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen kan dergelijke leningen enkel toestaan aan grote gezinnen met minstens twee kinderen ten laste.
De rentevoet van die leningen is de referentierentevoet die van toepassing is op het ogenblik dat de instelling het schriftelijk aanbod doet waarvan sprake is in artikel 14 van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet.
De referentierentevoet wordt op het einde van alke maand bepaald door de afdeling Financieel Management van het departement Algemene Zaken en Financiën van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap op basis van een 15 jarige OLO en stemt overeen met het rekenkundig gemiddelde van de noteringen van de afgelopen maand. De aldus bepaalde referentierentevoet wordt door deze afdeling uiterlijk binnen de 2 werkdagen medegedeeld aan de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en aan het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen en geldt vanaf de eerste werkdag volgend op de mededeling tot en met de dag van de volgende mededeling. Deze dient door de VHM en het VWF toegepast te worden voorzover er een schommeling is van minstens 0,20 procentpunt ten overstaan van de door de VHM of het VWF tot dan gehanteerde referentierentevoet.
De oorspronkelijke rentevoet voor leningen bij het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen voor aanvragers met meer dan 2 kinderen ten laste op de referentiedatum, is gelijk aan de referentierentevoet verminderd met 0,5 procentpunt per kind ten laste boven het tweede. De aldus berekende oorspronkelijke rentevoet daalt -overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld in artikel 10 van het ministerieel besluit van 21 december 1994 houdende het reglement van de lenings-, verkoop- en huurhulpactiviteiten van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen in het kader van het Fonds B2 - wanneer het aantal kinderen ten laste toeneemt. Onverminderd de toepassing van § 3 verhoogt hij niet wanneer het aantal kinderen ten laste daalt, behoudens in de in voormeld reglement bepaalde gevallen. »
Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat wolgt : « § 1. De particulier die een tussenkomst voor de aankoop van een bouwgrond in het doelgebied aanvraagt, moet op de referentiedatum voldoen aan volgende voorwaarden : 1° in het derde jaar dat de referentiedatum voorafgaat, een inkomen hebben gehad dat niet minder bedraagt dan F 400 000 en niet meer bedraagt dan : a) F 1 200 000 voor alleenstaanden;b) F 1 700 000 voor een gezin van twee personen;2° geen ander bebouwbaar of bebouwd onroerend goed volledig in vruchtgebruik hebben dan het goed waarvoor de tussenkomst wordt aangevraagd;3° gedurende minimum 10 jaar gedomicilieerd zijn geweest in het doelgebied. Het maximum-bedrag, bedoeld in het eerste lid, 1°, b) wordt verhoogd met F 100 000 per extra gezinslid. »
Art. 3.In artikel 8, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel 4, § 2 » vervangen door « artikel 3, § 2 ».
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 1998.
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 oktober 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS