Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 01 september 2006
gepubliceerd op 05 december 2006

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ambtshalve concordantie

bron
vlaamse overheid
numac
2006036909
pub.
05/12/2006
prom.
01/09/2006
ELI
eli/besluit/2006/09/01/2006036909/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ambtshalve concordantie


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op artikel 56ter, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 2005 betreffende het onderwijs-XV en gewijzigd bij het decreet van 7 juli 2006 betreffende het onderwijs-XVI;

Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid op artikel 74quater, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 2005 betreffende het onderwijs-XV en gewijzigd bij het decreet van 7 juli 2006 betreffende het onderwijs-XVI;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 januari 2003 tot vaststelling en indeling van de ambten in het buitengewoon onderwijs, inzonderheid op de artikelen 27bis en 27ter, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2004 tot vaststelling en indeling van de ambten in de instellingen van het gewoon basisonderwijs, inzonderheid op de artikelen 11bis en 11ter, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 1997 betreffende de nuttige ervaring als onderdeel van het bekwaamheidsbewijs voor personeelsleden van het onderwijs en betreffende de ambtshalve concordantie, inzonderheid op hoofdstuk III;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2001 betreffende de bekwaamheidsbewijzen en de prestatie- en de bezoldigingsregeling voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs, inzonderheid op artikel 3, § 2;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 september 2005;

Gelet op protocol nr. 588 van 16 juni 2006 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van het Sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse Gemeenschap » van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op protocol nr. 353 van 16 juni 2006 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op het advies nr. 40.872/1/V van de Raad van State, gegeven op 3 augustus 2006, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden, vermeld in artikel 2 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs en in artikel 4 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.

Art. 2.Bij een ambtshalve concordantie, zoals bepaald in artikel 56ter, § 1, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs en in artikel 74quater, § 1, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, geldt het volgende : 1° de kandidaatstelling voor een tijdelijke aanstelling, indien van toepassing, in de oude benaming, geldt als kandidaatstelling voor de nieuwe benaming;2° de diensten, gepresteerd in de oude benaming, tellen automatisch mee als gepresteerde diensten in de nieuwe benaming;3° de kandidaatstelling voor een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur in de oude benaming geldt als kandidaatstelling voor de nieuwe benaming;4° het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur voor de oude benaming geldt automatisch voor de nieuwe benaming;5° een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur voor de oude benaming geldt automatisch voor de nieuwe benaming;6° de vacantverklaring en de kandidaatstelling met het oog op een vaste benoeming in de oude benaming, worden geacht te zijn gebeurd in de nieuwe benaming;7° wie vast benoemd is voor de oude benaming, is automatisch vast benoemd voor de nieuwe benaming;8° de vacantverklaring en de kandidaatstelling met het oog op mutatie, indien van toepassing, in de oude benaming, worden geacht te zijn gebeurd in de nieuwe benaming;9° de kandidaatstelling voor de toelating tot de proeftijd, indien van toepassing, in de oude benaming, geldt als kandidaatstelling voor de nieuwe benaming;10° wie terbeschikking gesteld was wegens ontstentenis van betrekking voor de oude benaming, is dat automatisch voor de nieuwe benaming;11° wie gereaffecteerd of wedertewerkgesteld was in de oude benaming, is dat automatisch in de nieuwe benaming;12° een conformiteitsattest voor de oude benaming, uitgereikt ter uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 1997 tot bepaling van de voorwaarden en vorm van het conformiteitsattest voor wervingsambten in het onderwijs ter uitvoering van de Europese Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG, geldt automatisch voor de nieuwe benaming;

Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit worden de ambtshalve concordanties opgesomd in de bijlagen I tot en met IV.

Art. 4.De volgende bepalingen worden opgeheven : 1° in artikel 27bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 januari 2003 tot vaststelling en indeling van de ambten in het buitengewoon onderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005, de woorden « De personeelsleden die vóór 1 september 2005 » tot en met de woorden « voor het nieuwe ambt »;2° artikel 27ter van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 januari 2003 tot vaststelling en indeling van de ambten in het buitengewoon onderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005;3° in artikel 11bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2004 tot vaststelling en indeling van de ambten in de instellingen van het gewoon basisonderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005, de woorden « De personeelsleden die vóór 1 september 2005 » tot en met de woorden « voor het nieuwe ambt »;4° artikel 11ter van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2004 tot vaststelling en indeling van de ambten in de instellingen van het gewoon basisonderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005;5° hoofdstuk III, bestaande uit artikelen 20 tot en met 22, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 1997 betreffende de nuttige ervaring als onderdeel van het bekwaamheidsbewijs voor personeelsleden van het onderwijs en betreffende de ambtshalve concordantie;6° artikel 3, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2001 betreffende de bekwaamheidsbewijzen en de prestatie- en de bezoldigingsregeling voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 september 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

BIJLAGE I In het gewoon secundair onderwijs : 1° wordt het oude algemeen vak wijsgerige stromingen ambtshalve geconcordeerd naar het nieuwe algemeen vak filosofie;2° wordt het oude technisch vak kleding ambtshalve geconcordeerd naar het nieuwe technisch vak mode;3° wordt het oude praktisch vak kleding ambtshalve geconcordeerd naar het nieuwe praktisch vak mode; Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie.

Brussel, 1 september 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

BIJLAGE II In het onderwijs voor sociale promotie : 1° wordt het oude technisch vak naaien ambtshalve geconcordeerd naar het nieuwe technisch vak kleding;2° wordt het oude praktisch vak praktijk naaien ambtshalve geconcordeerd naar het nieuwe praktisch vak praktijk kleding. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie.

Brussel, 1 september 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

BIJLAGE III In het buitengewoon basisonderwijs : 1° worden de wervingsambten van administratief medewerker of van beleidsmedewerker, gecreëerd op basis van de puntenenveloppe ICT, vermeld in artikel X.52 van het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV, en/of gecreëerd op basis van de puntenenveloppe, toegekend aan de scholengemeenschap en gebruikt voor ICT, als vermeld in artikel 125duodecies van het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, ambtshalve geconcordeerd naar het wervingsambt van ICT-coördinator; 2° wordt het wervingsambt van beleidsmedewerker, ingericht op basis van de puntenenveloppe, toegekend aan de scholengemeenschap en gebruikt voor zorg, als vermeld in artikel 125duodecies van het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, ambtshalve geconcordeerd naar het wervingsambt van zorgcoördinator. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie.

Brussel, 1 september 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

BIJLAGE IV In het gewoon basisonderwijs : 1° worden de wervingsambten van administratief medewerker of van beleidsmedewerker, gecreëerd op basis van de puntenenveloppe ICT, vermeld in artikel X.52 van het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV, en/of gecreëerd op basis van de puntenenveloppe, toegekend aan de scholengemeenschap en gebruikt voor ICT, als vermeld in artikel 125duodecies van het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, ambtshalve geconcordeerd naar het wervingsambt van ICT-coördinator; 2° wordt het wervingsambt van beleidsmedewerker, gecreëerd op basis van de puntenenveloppe zorg en/of gecreëerd op basis van de puntenenveloppe, toegekend aan de scholengemeenschap en gebruikt voor zorg, als respectievelijk vermeld in artikel 153quinquies en artikel 125duodecies van het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, ambtshalve geconcordeerd naar het wervingsambt van zorgcoördinator. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie.

Brussel, 1 september 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

^