Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002
gepubliceerd op 26 november 2002

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vierde wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031558
pub.
26/11/2002
prom.
26/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/26/2002031558/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vierde wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op de instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd, inzonderheid op de artikelen 435 en 459;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 21 februari 2002 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2001 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op volgende formaliteiten waaraan voormeld besluit voorafgaandelijk werd onderworpen : het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 december 2001; de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 18 december 2001; het protocol nr. 2002/2 van sector XV van 17 januari 2002; het advies van het beheerscomité van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling van 22 januari 2002; het advies van de raad van bestuur van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij van 22 januari 2002; het advies van de raad van bestuur van de Gewestelijke Vennootschap van de Haven van Brussel van 25 januari 2002;

Overwegende dat het bovenvermeld besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 februari 2002 behalve de handtekening van de leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de handtekening van de Staatssecretaris belast met Ambtenarenzaken draagt, terwijl volgens de jurisprudentie van de Raad van State het besluit enkel door de leden van de Regering kon worden voorgedragen en getekend en niet door een Staatssecretaris zoals in casu;

Overwegende dat, dientengevolge, voormeld besluit het risico loopt een vormfout te bevatten en het dient te worden ingetrokken gezien het risico tot nietigverklaring van alle feitelijke en rechtsbepalingen genomen op basis ervan;

Overwegende, voorts, dat het noodzakelijk is voormeld besluit te herstellen en de bepalingen die het bevat opnieuw uit te vaardigen met uitwerking vanaf de dag van de aanvankelijke inwerkingtreding ervan;

Overwegende dat inzake de eerste maatregel tot invoeging van de ambtenaren van een graad van rang 43, voormeld besluit rekening hield, wat betreft hun invoeging in hun nieuwe graad van rang E, met de anciënniteit die zij hadden verworven onder het voormalige statuut;

Overwegende dat het ging om een invoegingsmaatregel en deze bijgevolg in navolging van de overige omzettingsbepalingen terugwerkende kracht dient te hebben op datum van de inwerkingtreding van het nieuwe statuut;

Overwegende dat, anderzijds, de bepaling van het statuut waarbij de regel van de leeftijdsklassen, bij wijze van overgangsmaatregel, enkel wordt opgelegd aan de dienstdoende ambtenaren bij de inwerkingtreding van voormeld besluit bijgevolg werd geschrapt op de datum van deze inwerkingtreding want discriminerend in verhouding tot de andere ambtenaren van de instellingen van openbaar nut;

Overwegende dat het opnieuw uitvaardigen met terugwerkende kracht van de ingetrokken bepalingen er aldus toe strekt de continuïteit, de doeltreffendheid en de goede werking van de diensten gepresteerd door de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut veilig te stellen;

Overwegende dat, zodoende, de vereisten betreffende de rechtszekerheid en de individuele rechten voortvloeiend uit de toepassing van het nieuwe statuut van de instellingen van openbaar nut zullen worden geëerbiedigd;

Gelet op de beslissing van de Regering tot verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van ten hoogste één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State 33.935/2/V gegeven op 28 augustus 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister van Openbaar Ambt;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 435 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt aangevuld met het volgende lid: « Het genot van de weddeschaal E 102 wordt de titularissen van een wervings- of bevorderingsgraad van rang 43 gewaarborgd als zij minder dan achttien jaar niveauanciënniteit hebben. Het genot van de weddeschaal E 103 wordt hen gewaarborgd als zij minstens achttien jaar niveauanciënniteit hebben. »

Art. 2.Artikel 459 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 3.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 21 februari 2002 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2001 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt ingetrokken.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 2001.

Art. 5.De Minister van Openbaar Ambt wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 september 2002.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL

^