Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 24 december 2021
gepubliceerd op 23 februari 2022

Ordonnantie houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2022

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2021043642
pub.
23/02/2022
prom.
24/12/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 DECEMBER 2021. - Ordonnantie houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2022


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt : Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de uitgaven van de begroting van de diensten van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2022 worden kredieten geopend ten bedrage van :

In euro

Vastleggingskredieten Crédits d'engagement

Vereffeningskredieten Crédits de liquidation

En euros

Gesplitste kredieten Variabele gesplitste kredieten

6.699.626.000 341.744.000

6.427.085.000 327.123.000

Crédits dissociés Crédits dissociés variables

Totalen

7.041.370.000

6.754.208.000

Totaux


Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabellen, afdeling 1.

In toepassing van het artikel 14 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de uitgaven gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in de bij deze ordonnantie gevoegde begrotingstabellen, afdeling 1 en afdeling 2 en de bijlage 1.

De geconsolideerde ontvangsten- en uitgavenbegroting van de gewestelijke entiteit, berekend volgens de methode van het Instituut voor de Nationale Rekeningen, wordt goedgekeurd en staat opgenomen in de vorm van een tabel op het einde van het beschikkende gedeelte van deze ordonnantie.

Bijlage 3 bevat de tabel met de uitgaven voor rekening van derden (fiscaliteit).

Art. 3.In afwijking van artikel 112 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 15/06/2006 pub. 10/07/2006 numac 2006031342 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitstel van de inwerkingtreding van sommige bepalingen van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle sluiten tot uitstel van de inwerkingtreding van sommige bepalingen van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt de inwerkingtreding van de artikelen 29, eerste lid, vijfde en zesde streepje, en 31 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de begrotingscyclus, de structuur van de begrotingsordonnantie, de algemene toelichting en de verantwoordingen bij de begroting uitgesteld tot 1 januari 2023.

Art. 4.Het artikel 11, tweede lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is niet van toepassing in 2022.

Art. 5.In afwijking van het artikel 45, derde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van het artikel 13, eerste lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, kan de Regering, op voordracht van de Minister van Financiën en Begroting, een contractueel personeelslid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (G.O.B.) aanstellen in de functie van gewestelijke boekhouder, als bedoeld in diezelfde twee artikelen.

In afwijking van het artikel 45 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van het artikel 13, eerste lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, is de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om, op voordracht van de Minister van Financiën en Begroting, een Adjunct Gewestelijke Boekhouder aan te stellen, contractueel of statutair, ongeacht zijn graad. Hij of zij wordt gekozen uit de personeelsleden van de GOB's en de geconsolideerde autonome bestuursinstellingen.

De Adjunct Gewestelijke Boekhouder beschikt over dezelfde bevoegdheden en verantwoordelijkheden als de Gewestelijke Boekhouder zoals opgenomen in het artikel 45 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.

Er wordt door de Regering een comité opgericht samengesteld uit de bedrijfsrevisoren die door de GOB's en de autonome bestuursinstellingen werden aangesteld die deel uitmaken van de gewestelijke entiteit. Dit comité wordt voorgezeten door de directeur-generaal van Brussel Financiën en Begroting. Dit comité creëert een netwerk en faciliteert uitwisselingen inzake de controle van de algemene rekeningen en het voeren van een overheidsboekhouding, waar de begrotingsboekhouding integraal deel van uitmaakt, alsook de ESR-methodologie.

Er wordt door de Regering een comité opgericht samengesteld uit de boekhouders van de GOB's en de autonome bestuursinstellingen die deel uitmaken van de gewestelijke entiteit. Dit comité wordt voorgezeten door de Gewestelijke Boekhouder en de Adjunct Gewestelijke Boekhouder.

Dit comité creëert een netwerk en faciliteert uitwisselingen op het vlak van de opmaak van de algemene rekeningen en van de geconsolideerde algemene rekening. De kennis en de goede praktijken worden met elkaar gedeeld.

In het kader van de opmaak van de algemene rekeningen van de diensten van de Regering (de GOB's) en van de geconsolideerde autonome bestuursinstellingen (ABI's), en van de opmaak van de geconsolideerde algemene rekening van de gewestelijke entiteit, staan de boekhouders van de GOB's en de geconsolideerde ABI's onder de directieven van de Gewestelijke Boekhouder en de Adjunct Gewestelijke Boekhouder die hen de nodige instructies geven en de opvolging hiervan verzekeren teneinde er, samen met de boekhouders en de leidende ambtenaren, de raden van bestuur en directieraden, en de bevoegde ministers en staatssecretarissen van de GOB's en ABI's, voor te zorgen dat de deadlines voor de opmaak en certificering van de algemene rekeningen worden nageleefd en dat deze rekeningen volledig en correct zijn.

De Gewestelijke Boekhouder en Adjunct Gewestelijke Boekhouder ontvangen onverwijld, op eenvoudig verzoek, van de leidende ambtenaren en boekhouders van de GOB's en ABI's alle informatie die nodig is voor de correcte en tijdige opmaak van de geconsolideerde algemene rekening. De leidende ambtenaren en de boekhouders van de GOB's en ABI's geven, tijdens de afsluiting van het boekjaar, een hoge prioriteit aan de opmaak van hun algemene rekeningen. De boekhouders van de GOB's en ABI's geven onverwijld en op eenvoudig verzoek de Gewestelijke Boekhouder en Adjunct Gewestelijke Boekhouder de gewenste ondersteuning bij de opmaak van de geconsolideerde algemene rekening van de gewestelijke entiteit.

De boekhouders en de leidende ambtenaren van de ABI's en de (besturen van de) GOB's dienen de nodige maatregelen te nemen opdat de doorstroming van deze informatie vlotter en sneller verloopt met respect voor de opgegeven deadlines. De Gewestelijke Boekhouder en Adjunct Gewestelijke Boekhouder zullen de instellingen waar er tekortkomingen zijn een actieplan opleggen.

De Gewestelijke Boekhouder en Adjunct Gewestelijke Boekhouder organiseren ingevolge de opmerkingen van het Rekenhof naar aanleiding van de certificering van de algemene rekeningen van de GOB's en ABI's en van de geconsolideerde algemene rekening van de gewestelijke entiteit werkgroepen met de betrokken instanties teneinde, in overleg met het Rekenhof tot de gepaste oplossingen te komen. De (betrokken besturen van de) betrokken GOB's en ABI's zullen aan deze werkgroepen deelnemen en oplossingen voorstellen. Deze werkgroepen worden ondersteund door de bevoegde ministers en, in voorkomend geval, de raden van bestuur.

De boekhouders van de ABI's kunnen tijdens het opmaakproces van hun algemene rekening aan de Gewestelijke Boekhouder en Adjunct Gewestelijke Boekhouder ook tussentijdse adviezen en controles vragen. Afdeling 2. - Bijzondere bepalingen in verband met de diensten van de

Regering, met inbegrip van de bepalingen in verband met de organieke begrotingsfondsen Onderafdeling 2.1 - Bijzondere bepalingen in verband Brussel Financiën en Begroting

Art. 6.De Regering is gemachtigd om provisies toe te kennen aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest optreden.

Art. 7.In afwijking van het artikel 69, § 1, tweede lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de titelvoerende en/of plaatsvervangende beheerders van voorschotten niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan het statuut.

Art. 8.In afwijking van het artikel 69, § 1, tweede lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en het artikel 16, eerste lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, worden de vervangende centraliserende rekenplichtige van de uitgaven, rekenplichtige van de geschillen en rekenplichtige van de liggende gelden niet verplicht gekozen uit de ambtenaren van niveau A onderworpen aan het statuut.

Art. 9.In afwijking van het artikel 69, § 1, zesde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt de driemaandelijkse rekening van de beheerders van voorschotten aan het toezichtsorgaan overgemaakt uiterlijk de laatste kalenderdag van de maand volgend op ieder trimester. De jaarrekening van het beheer van de rekenplichtigen, met uitzondering van de beheerders van voorschotten, wordt aan het toezichtsorgaan overgemaakt uiterlijk de laatste kalenderdag van de tweede maand volgend op ieder jaar.

Behoudens de uitzonderingen voorzien in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, worden de bepalingen die gelden voor de beheerders van voorschotten van de diensten van de Regering mutatis mutandis toegepast op de beheerders van voorschotten van de ministeriële kabinetten.

Art. 10.In afwijking van het artikel 69, § 1 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kan de door de Minister van Financiën en Begroting aangewezen rekenplichtige uitgavenverrichtingen voor rekening van derden uitvoeren in het kader van de door de Minister van Financiën en Begroting gespecifieerde activiteiten, op voorwaarde dat die financiële stromen geen budgettaire weerslag hebben en de door Brussel Financiën en Begroting vastgestelde procedures eerbiedigen. De gedelegeerde ordonnateur voor de bovenvermelde verrichtingen is de door de Minister van Financiën en Begroting aangewezen gedelegeerde ordonnateur.

Art. 11.§ 1. In afwijking van het artikel 13, § 2, tweede lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, krijgt de in het artikel 12, § 2 van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid op eenvoudige aanvraag onbeperkt toegang tot alle informatie, documenten en materiële of immateriële goederen, met inachtneming van de wettelijke of reglementaire verbodsbepalingen. Zij kan elk personeelslid om de informatie vragen die zij nodig acht voor het vervullen van haar opdrachten. § 2. In afwijking van het artikel 13, § 4, 1°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, zijn de werkzaamheden geprogrammeerd op jaarbasis of tweejaarlijkse basis. Iedere periode legt de in het artikel 12, § 2 van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid, vóór 31 december, het analyseprogramma voor de volgende periode ter goedkeuring neer bij de Inspecteur van Financiën en/of de Regeringscommissarissen, voor de autonome bestuursinstellingen die daarover beschikken. § 3. In afwijking van het artikel 13, § 4, 3°, eerste lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, worden de controleresultaten voorgesteld in een ontwerp-controleverslag dat wordt meegedeeld aan de gecontroleerde eenheid. § 4. In afwijking van het artikel 13, § 4, 3°, tweede lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, bevat het ontwerp van controleverslag de opmerkingen, de vaststellingen en de conclusies over de controledoelstellingen alsook de aanbevelingen. Dit wordt overgemaakt aan de gecontroleerde entiteit in het kader van een tegensprekelijke procedure waarvan de modaliteiten en duurtijd door de in het artikel 12, § 2, van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid zullen worden meegedeeld. Op het einde van die procedure, wordt het definitieve controleverslag opgesteld en, in voorkomend geval, aangevuld met een voortgangsverslag over de vroegere aanbevelingen. § 5. In afwijking van het artikel 13, § 4, 3°, derde lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, wordt het definitieve controleverslag meegedeeld aan de ambtenaar-generaal van de gecontroleerde entiteit, aan de Inspecteur van Financiën of de Regeringscommissarissen, aan de Minister van Financiën en aan de functioneel bevoegde Minister. § 6. In afwijking van het artikel 13, § 4, 3°, vierde lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, spreekt de ambtenaar-generaal van de gecontroleerde entiteit zich uit over de opvolging die moet worden gegeven aan de aanbevelingen en deelt dit mee aan de in het artikel 12, § 2, van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid.

Art. 12.§ 1. In afwijking van het artikel 14, § 5, eerste lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, bevat het ontwerp van controleverslag de opmerkingen, de vaststellingen en de conclusies over de controledoelstellingen alsook de aanbevelingen. Dit wordt overgemaakt aan de gecontroleerde entiteit in het kader van een tegensprekelijke procedure waarvan de modaliteiten en duurtijd door de in het artikel 12, § 2 van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid zullen worden meegedeeld. Op het einde van die procedure, wordt het definitieve controleverslag opgesteld en, in voorkomend geval, aangevuld met een voortgangsverslag over de vroegere aanbevelingen. § 2. In afwijking van het artikel 14, § 5, tweede lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, wordt het definitieve controleverslag meegedeeld aan de ambtenaar-generaal van de gecontroleerde entiteit, aan de Inspecteur van Financiën, aan de Minister van Financiën en aan de functioneel bevoegde Minister. § 3. In afwijking van het artikel 14, § 5, derde lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, spreekt de ambtenaar-generaal van de gecontroleerde entiteit zich uit over de opvolging die moet worden gegeven aan de aanbevelingen en deelt dit mee aan de in het artikel 12, § 2, van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid.

Art. 13.Overeenkomstig artikel 69, derde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle dat bepaald dat de rekenplichtigen, met inbegrip van de beheerders van voorschotten, enkel thesaurieverrichtingen doen en volgens de modaliteiten voorzien in artikel 40 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, zijn de door de centraliserende rekenplichtige van de uitgaven aan een beheerder van voorschotten betaalde voorschotten begrotingsverrichtingen in de zin van artikel 5 van de ordonnantie en worden zij budgettair en boekhoudkundig aangerekend op het moment van de vereffening van het voorschot. De uitgaven van de beheerder van voorschoten zijn geen vastgestelde rechten geboekt overeenkomstig artikel 14 van voornoemd besluit.

Art. 14.In afwijking van het artikel 29 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van het artikel 25 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, is iedere Minister gemachtigd om op gemotiveerde wijze, via een beslissing van de Regering, tenzij de Minister van Begroting een ministeriële beslissing toestaat, en binnen de grenzen van de vastleggings- of vereffeningskredieten van een opdracht die tot zijn bevoegdheid behoort, tenzij de Minister van Begroting een herverdeling tussen meerdere opdrachten toestaat, kredietherverdelingen uit te voeren tussen de verschillende programma's van deze opdracht.

Van deze machtiging mag enkel bij uitzondering gebruik gemaakt worden en alleen wanneer de mogelijkheden geboden door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit werden uitgeput, dat wil zeggen wanneer kredietherverdelingen binnen de grenzen van de vastleggingskredieten of van de vereffeningskredieten van het betreffende programma niet meer mogelijk zijn door het gebrek aan voldoende beschikbare kredieten.

De gemotiveerde aanvraag tot herverdeling wordt door de betrokken Minister of staatssecretaris, via het betrokken bestuur, ingediend bij de directie Begroting van het bestuur Brussel Financiën en Begroting van de GOB. Indien de herverdelingen basisallocaties betreffen die behoren tot de bevoegdheid van verschillende Ministers of staatssecretarissen (in het geval van een gedeelde opdracht of een gedeeld programma of in geval van meerdere opdrachten en/of programma's die behoren tot meerdere Ministers of staatssecretarissen), dan wordt de gemotiveerde aanvraag gezamenlijk ingediend.

Kredietherverdelingen vanuit basisallocaties met economische codes 11.XX naar basisallocaties met andere economische codes moeten het voorafgaandelijk akkoord van de Minister van Begroting bekomen.

Het advies van de Inspectie van Financiën en het akkoord van de Minister van Begroting zijn voorafgaandelijk vereist.

Het advies van de Inspectie van Financiën en het akkoord van de Minister van Begroting zijn echter niet voorafgaandelijk vereist indien het een herverdeling betreft uitsluitend voor correcties in verband met het gebruik van de correcte economische codes, zoals bepaald in de Economische Classificatie, opgesteld door de Algemene Gegevensbank. Dit wordt geverifieerd door de Directie Begroting van Brussel Financiën en Begroting van de GOB. Deze herverdelingen worden onverwijld meegedeeld aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en aan het Rekenhof.

Art. 15.In afwijking van artikel 46, 2de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, zijn de ambtenaren die deel uitmaken van het toezichtsorgaan niet verplicht onderworpen aan het statuut.

Art. 16.De besluiten tot herverdeling van uitgavenkredieten van het begrotingsjaar 2022 worden genomen van 1 januari tot 31 december van dat jaar. De herverdelingen en overschrijdingen van kredieten kunnen gedurende het hele jaar worden ingediend volgens de termijnen en de technische modaliteiten bepaald door de Minister van Begroting.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is eveneens gemachtigd tot het toekennen van facultatieve subsidies ten laste van nieuwe basisallocaties die in de loop van het begrotingsjaar gecreëerd worden door ministeriële beslissing of regeringsbeslissing tot kredietherverdeling en die als voorwerp facultatieve subsidies hebben (met de FSF-code of DOTFSF-code in de begrotingstabel) in het kader van dezelfde objectieven als deze verbonden met de reeds in de initiële begroting 2022 bestaande basisallocaties van waaruit de kredieten worden overgedragen.

Art. 17.Binnen het ERP-systeem van de diensten van de Regering (de G.O.B.'s) is het toegestaan om, omwille van informatica-technische beperkingen, in afwijking van de ESR-classificatie, op het niveau van de basisallocaties, een cijfer 8 of 9 te plaatsen als laatste positie van de economische code voor de terugbetalingen van ten onrechte gedane uitgaven of ten onrechte geïnde ontvangsten. In de begrotingstabel wordt de economische classificatie gevolgd.

In afwijking van de ESR-classificatie, is het toegestaan om de huidige niet-verdeelde economische codes 11.00 binnen de opdrachten 02 en 10 te behouden.

Art. 18.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om facultatieve werkings-, project- en investeringssubsidies en -dotaties toe te kennen ten laste van de basisallocaties vermeld in de begrotingstabel (afdeling 1) en die de code FSF of DOTFSF dragen.

Art. 19.De onder het artikel 18 aangeduide facultatieve subsidies en dotaties, met uitzondering van deze verleend aan de geconsolideerde autonome bestuursinstellingen, worden voor het jaar 2022 toegekend onder de hierna volgende algemene voorwaarden : 1. Het subsidie- of dotatiebesluit wordt opgesteld door de administratieve diensten van de subsidiërende overheid en bevat op zijn minst : - de vermelding van de begunstigde van de subsidie of dotatie en diens rekeningnummer ; - de gedetailleerde omschrijving van de doeleinden waarvoor de subsidie of dotatie wordt toegekend ; - het totale toegekende bedrag ; - de volledige budgettaire aanrekening (dat wil zeggen de betrokken basisallocaties) ; - de betalingsmodaliteiten ; - de periode waarop de subsidie of dotatie betrekking heeft ; - de door de subsidiërende overheid vereiste documenten in de vereffeningsfases ; - de uiterste indieningsdatum voor elk van de in het vorige streepje vermelde documenten en de voorziene sancties in geval van niet-naleving van de termijnen ; - de beherende administratieve dienst ; - in voorkomend geval de vermelding van de overeenkomst. 2. Onverminderd het laatste lid van dit punt, gaat elke subsidie of dotatie gepaard met een overeenkomst waarin de bepalingen worden gepreciseerd voor de aanwending van de financiering en voor haar eventuele terugbetaling. Deze overeenkomst geeft duidelijk de operationele doelstellingen aan die van de tussenkomst worden verwacht en hun realisatie-indicatoren.

Ze vermeldt ook de onmiddellijke doelstellingen die van de tussenkomst worden verwacht en hun resultaatsindicatoren.

Deze overeenkomst vermeldt nauwkeurig de uitgavencategorieën waarvoor de subsidie kan worden aangewend en meer bepaald in voorkomend geval : - de huur en huurlasten ; - de promotie- en publicatiekosten ; - de administratieve kosten ; - de voertuig- en verplaatsingskosten ; - de vergoeding van derden en van onderaannemers, de honoraria, het hulppersoneel ; - de personeelskosten ; - de aflossingen en investeringen ; - de niet-terugvorderbare belastingen en taksen ; - de financiële lasten ; - de uitzonderlijke lasten.

Deze categorieën worden in detail vermeld in de overeenkomst in functie van de gesubsidieerde projecten, op basis van de rubrieken van de begrotingsraming van de operatie.

Elke overeenkomst verwijst waar nodig naar de ministeriële omzendbrief vermeld in punt 12 van dit artikel.

Elke overeenkomst voorziet uitdrukkelijk in het toezicht door de administratieve diensten van de subsidiërende overheid op de gesubsidieerde contractant en dit aan de hand van stukken en ter plaatse.

Elke overeenkomst bepaalt uitdrukkelijk of de belasting op de toegevoegde waarde al dan niet in aanmerking komt.

Indien het bedrag van de subsidie of dotatie niet hoger ligt dan 30.000 euro, dan worden de vermeldingen en gegevens waarin de vorige leden van dit punt voorzien, overgenomen in het subsidie- of dotatiebesluit. 3. Overeenkomstig het artikel 4, § 4, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is het beginsel van goed financieel beheer van toepassing op de subsidie of dotatie, met name de beginselen van zuinigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid.4. Overeenkomstig het artikel 4, § 5, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de subsidie of dotatie onderworpen aan het transparantiebeginsel. De subsidie of dotatie mag geen verrijking van de begunstigde tot doel of gevolg hebben.

Bij een forfaitaire subsidie of dotatie mag het toegekende bedrag niet hoger zijn dan de reële kosten die de begunstigde draagt. 5. Een en dezelfde actie mag gedurende eenzelfde begrotingsjaar slechts aanleiding geven tot de toekenning van één enkele subsidie of dotatie ten laste van een begrotingsprogramma aan een zelfde begunstigde.6. Geen enkele actie mag beginnen vóór de ondertekening van de overeenkomst en/of het besluit. Echter, voor reeds aangevatte acties kan een subsidie of dotatie worden toegekend enkel en alleen indien de aanvrager de noodzaak voor het starten van de actie vóór de ondertekening van de overeenkomst en/of het besluit kan aantonen. 7. De subsidie- en dotatieaanvragen moeten schriftelijk worden ingediend en vergezeld zijn van een begrotingsraming. De bevoegde ordonnateur informeert de aanvrager schriftelijk over het gevolg dat aan zijn aanvraag wordt gegeven. 8. Wanneer de begunstigde van een subsidie of dotatie een publiekrechtelijke instelling is of een persoon die ongeacht zijn rechtsvorm en aard op de datum van de beslissing om tot een opdracht over te gaan, beschikt over rechtspersoonlijkheid, opgericht is met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn en op een van de volgende wijzen afhangt van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de lokale overheidsinstanties of andere instellingen of personen, als bedoeld in artikel 2, 1° c) van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten : - ofwel worden zijn werkzaamheden in hoofdzaak gefinancierd door de Staat, de Gewesten, de Gemeenschap-pen, de lokale overheidsinstanties of andere instellingen of personen die ressorteren onder artikel 2, 1° c) van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten ; - ofwel is zijn beheer onderworpen aan het toezicht van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de lokale overheidsinstanties of andere instellingen of personen die ressorteren onder artikel 2, 1° c) van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten ; - ofwel zijn meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende orgaan aan-gewezen door de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de lokale overheidsinstanties of andere instellingen of personen die ressorteren onder artikel 2, 1° c) van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten ; dan is voornoemde subsidie of dotatie onderworpen aan de bepalingen van de wet van 17 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten, overeenkomstig artikel 2, 1°, c) van die wet.

Het feit niet onder voornoemde wet te ressorteren ontslaat de begunstigde niet van de verplichting om de goedkoopste oplossing te zoeken. 9. De betalingsfrequentie wordt bepaald in verhouding tot de financiële risico's die de begunstigde loopt, de duur en de voortgang van de actie en de aard van de kosten die de begunstigde gemaakt heeft.10. Overeenkomstig het artikel 14 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof en het artikel 94 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt bij niet-naleving door de begunstigde van zijn bij wet of overeenkomst vastgestelde verplichtingen, de subsidie of dotatie geschorst. De beherende administratie brengt de begunstigde hiervan op de hoogte.

Deze kan zijn opmerkingen formuleren.

Wanneer de begunstigde het bedrag van een subsidie of dotatie geheel of gedeeltelijk dient terug te betalen, worden de vaststellingen van de beherende administratie en de opmerkingen geuit door de begunstigde ter advies voorgelegd aan de Inspectie van Financiën.

Over het controleverslag, de opmerkingen van de begunstigde en het advies van de Inspectie van Financiën stelt de beherende administratie een samenvattende nota op waarvan de conclusie wordt bezorgd aan de secundaire of de gedelegeerde ordonnateur die het recht vaststelt. 11. Het toezicht op de administratieve behandeling van het dossier en op het goede financiële beheer vindt plaats conform de artikelen 72, 77, 78, 79 en 93, § 2 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.12. Elke minister kan in het kader van de geldende regelgevende bepalingen een omzendbrief opstellen bestemd voor de begunstigde van een subsidie of dotatie.Deze omzendbrief bepaalt : - standaardmodellen van de stukken indien het erom gaat de begunstigden te begeleiden ; - de na te leven termijnen voor het indienen van de vereiste verantwoordingsstukken ; - de exhaustieve lijst van de uitgaven die in aanmerking komen ; - de aanvraagprocedure voor betalingen ; - de beschrijving van het uitgeoefende toezicht.

Art. 20.De Minister van Begroting is gemachtigd om, na advies van de Inspectie van Financiën, via ministerieel besluit, in toepassing van het artikel 50 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, of via akkoordprotocol, in toepassing van het artikel 51 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, de facultatieve subsidies en dotaties, die aangerekend worden op de basisallocaties die opgenomen staan in voormeld ministerieel besluit of protocolakkoord, vrij te stellen van de verplichting tot het afsluiten van een overeenkomst, voor de facultatieve subsidies waarvan het bedrag hoger ligt dan 30.000 euro, en/of tot het opstellen van een besluit per individuele begunstigde tot toekenning van de subsidie.

Dit wordt, in voorkomend geval, opgenomen in het ministerieel besluit of het akkoordprotocol. Deze ministeriële besluiten en akkoordprotocollen worden meegedeeld aan het Rekenhof.

Dit geldt ook voor de van kracht zijnde besluiten en akkoordprotocollen uit de vorige jaren.

Art. 21.Overeenkomstig de met de gemeenten afgesloten overeenkomsten, is de Minister van Financiën en Begroting gemachtigd om vanaf 1 januari 2022 voorschotten toe te kennen aan de gemeenten maximaal ten belope van de volgende bedragen : 674.718.128 euro (gemeentelijke opcentiemen onroerende voorheffing) ; 26.785.502 euro (gemeentelijke opcentiemen hoteltaksen).

Deze voorschotten worden op een op naam van de betrokken gemeente binnen de globale staat van het Gewest geopende transitorekening gestort.

De betalingen vanuit deze op naam van de gemeenten geopende transitorekeningen binnen de globale staat naar de eigen rekening van de gemeente worden uitgevoerd volgens de modaliteiten beschreven in de overeenkomsten gesloten met de gemeenten en met de kassier.

Art. 22.De variabele kredieten van de organieke begrotingsfondsen worden toegewezen aan de programma's van hun respectieve opdrachten binnen de grenzen van de in de algemene uitgavenbegroting ingeschreven administratieve kredieten op de met de begrotingsfondsen verbonden basisallocaties, geïdentificeerd door de code BFB (zie legende bij de begrotingstabel van Afdeling 1).

Art. 23.In afwijking van het artikel 4 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, mag door tussenkomst van de Regering over het saldo van het begrotingsfonds « Fonds voor het beheer van de gewestschuld - BFB 12 » (programma 002 van opdracht 06) rechtstreeks worden beschikt.

Art. 24.In afwijking van het artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van het artikel 2, 12°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het « Fonds voor het beheer van de gewestschuld - BFB 12 » eveneens toegewezen aan de uitgaven in verband met de vervroegde terugbetaling van leningen en afgeleide producten, overeenkomstig de bepalingen van de leningsovereenkomsten en de overeenkomsten voor de afgeleide producten (programma 002 van opdracht 06).

Art. 25.De Regering is gemachtigd om de begroting ingeschreven op de basisallocatie 25.005.17.04.85.14 toe te wijzen aan één of meerdere financiering(en) op korte en lange termijn voor de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) om de eigen financiering te verzekeren van de statutaire opdrachten van deze laatste. Deze financieringen zullen plaatsvinden tegen de financieringsvoorwaarden van het BHG, verhoogd met een kredietkost verbonden aan het risicoprofiel van de begunstigde entiteit (opgesteld door het Front Office van het Agentschap van de Schuld op basis van een voorafgaande risicoanalyse).

Art. 26.In afwijking van het artikel 68 van de ordonnantie van 23 februari 2006 betreffende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, zullen het Brussels Waarborgfonds, Brusoc en Brussel Ontmanteling niet in de centralisatie van de para-regionale thesaurieën geïntegreerd worden.

Art. 27.§ 1. In afwijking van artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de verbintenissen, die noodzakelijk zijn om de ononderbroken werking van de diensten van de Regering te verzekeren, maar aangegaan worden vanaf 1 november 2021, ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2022, beperkt tot een derde van de goedgekeurde vastleggingskredieten voor de overeenkomstige uitgavenbasisallocaties van het lopende jaar, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen. § 2. In afwijking van artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de noodzakelijke vereffeningen, die verbonden zijn aan de verbintenissen die nodig zijn om de ononderbroken werking van de diensten van de Regering te verzekeren, uitgevoerd worden vanaf de stemming van de ordonnantie houdende de initiële begroting van de diensten van de Regering voor het volgende jaar ten laste van de vereffeningskredieten van de begroting van dat volgende begrotingsjaar, beperkt tot een derde van de goedgekeurde vereffeningskredieten voor de overeenkomstige uitgavenbasisallocaties van het lopende jaar, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen. § 3. De Inspectie van Financiën beoordeelt voorafgaandelijk de noodzakelijkheid van de uitgaven voor het verzekeren van de ononderbroken werking van de diensten van de Regering.

Art. 28.De Regering is gemachtigd een of meerdere financiering(en) op korte en lange termijn toe te kennen aan het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën (BGHGT), binnen de grenzen van de gewaarborgde volumes in toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, en zoals jaarlijks gestemd. Deze financieringen zullen plaatsvinden tegen de financieringsvoorwaarden van het BHG, verhoogd met een kredietkost verbonden aan het risicoprofiel van de begunstigde entiteit (opgesteld door het Front Office van het Agentschap van de Schuld op basis van een voorafgaande risicoanalyse).

Art. 29.In afwijking van artikel 26, § 2 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, dient de Regering, indien haar bijzondere machten worden toegekend in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis, en dit voor de duurtijd van de bijzondere machten, de bij de beraadslagingen bedoelde machtigingen niet op te nemen in een ad hoc ontwerp van ordonnantie.

Art. 30.In aanvulling op artikel 45 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, moet de bijlage, die de beheersrekening van de rekenplichtigen vormt, worden ondertekend met een gekwalificeerde elektronische handtekening. Dit artikel heeft geen betrekking op het kasverslag en het overdrachtsverslag.

Art. 31.Ingevolge de oppuntstelling van de concordantie tussen de inkomende en uitgaande begrotingsstromen tussen de GOB's en de autonome bestuursinstellingen, is de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastlegging(en) op de oude niet meer te gebruiken basisallocaties over te dragen naar de voortaan aan te wenden nieuwe basisallocaties. De lijsten van de over te dragen visumnummers worden bezorgd aan de betrokken diensten van Brussel Financiën en Begroting.

Onderafdeling 2.2 - Bijzondere bepalingen in verband met Brussel Huisvesting

Art. 32.In afwijking van het artikel 23 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, wordt negentig procent van de totale opbrengst van de geldboeten in het « Fonds openbaar beheersrecht » (BFB16 - BA 02.310.06.08.38.50) gestort, dat opgericht werd door de ordonnantie van 20 juli 2006 houdende wijziging van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen. Tien procent van de totale opbrengst van de geldboeten wordt toegewezen aan de algemene middelen (BA 02.310.03.04.38.50) van de Middelenbegroting.

Van voormelde negentig procent wordt een bedrag, dat overeenstemt met vijfentachtig procent van de totale opbrengst van de geldboeten, doorgestort aan de gemeente op wier grondgebied het leegstaand goed zich bevindt, voor zover ze uitdrukkelijk de onbewoonde woningen geweerd heeft uit het toepassingsgebied van haar belastingreglement betreffende de verlaten, onbewoonde of onafgewerkte woningen. De gemeente wendt de opbrengst aan voor de werkingskosten in het kader van de ontwikkeling van haar huisvestingsbeleid.

Van voormelde negentig procent blijft een bedrag, dat overeenstemt met vijf procent van de totale opbrengst van de geldboeten, in het voormelde Fonds, om aangewend te worden, in voorkomend geval, voor de voorziene uitgaven van het Fonds.

Art. 33.In afwijking van de bepalingen van het artikel 19 van deze ordonnantie, maakt de facultatieve dotatie toegekend op de basisallocatie 25.007.16.01.61.41 geen voorwerp uit van een overeenkomst, maar dient ze te beantwoorden aan de vereisten van het beheerscontract tussen het Woningfonds en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

Art. 34.In afwijking van de bepalingen van het artikel 19 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies en dotaties toegekend aan de BGHM geen voorwerp uit van een overeenkomst, maar dienen zij te beantwoorden aan de vereisten van het beheerscontract tussen de BGHM en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

Art. 35.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastlegging 2110202111 over te dragen van basisallocatie 25.008.38.02.3132 naar de basisallocatie 25.008.19.03.3122.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastleggingen over te dragen van de basisallocatie 25.007.15.04.4140 naar de basisallocatie 25.007.15.08.4140.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastlegging 2110204331 van de begunstigde « Plateforme Logement Etudiant » over te dragen van de basisallocatie 25.002.35.01.5210 naar de basisallocatie 25.002.39.01.5112.

Art. 36.In afwijking van het artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van het artikel 2 van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het « Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit - BFB 14 », opgericht bij het artikel 16, § 1, van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, gewijzigd door het artikel 11, § 1, van de ordonnantie van 11 juli 2013, toegewezen aan de overdracht van inkomsten aan de particulieren onder de vorm van een herhuisvestingstoelage, een toelage voor verhuis- of installatiekosten, met inbegrip van de kosten voor de huurwaarborg (basisallocatie 25.003.31.01.34.31).

Art. 37.In afwijking van het artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 6°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het « Fonds voor investeringen en aflossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw - BFB 06 » eveneens toegewezen aan de verhuistoelagen en de toelagen voor het gedeeltelijk dekken van de huur verschuldigd door uit krotwoningen geëvacueerde personen, alsmede van de kosten verbonden met de installatie in een nieuwe woning (basisallocaties 25.008.31.05.34.32, 25.008.31.06.34.32 en 25.008.31.08.3432).

Art. 38.De Regering is gemachtigd om de begroting ingeschreven op de basisallocatie 25.007.17.01.85.14 toe te wijzen aan één of meerdere financiering(en) op korte en lange termijn voor het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, om de eigen financiering te verzekeren van de statutaire opdrachten van deze laatste. Deze financieringen zullen plaatsvinden tegen de financieringsvoorwaarden van het BHG, verhoogd met een kredietkost verbonden aan het risicoprofiel van de begunstigde entiteit (opgesteld door het Front Office van het Agentschap van de Schuld op basis van een voorafgaande risicoanalyse). ».

Onderafdeling 2.3 - Bijzondere bepalingen in verband met Brussel Plaatselijke Besturen

Art. 39.In afwijking van de bepalingen van het artikel 19 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies en dotaties toegekend op de basisallocaties 10.005.27.05.43.21 en 10.005.27.21.43.21 slechts om de drie jaar het voorwerp uit van een overeenkomst.

Art. 40.In afwijking van de bepalingen van het artikel 19 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies en dotaties toegekend op de volgende basisallocaties geen voorwerp uit van een overeenkomst : 10.001.27.01.43.40 10.002.27.01.43.22 10.003.15.01.41.60 10.004.27.01.43.21 10.004.27.05.43.21 10.004.27.06.43.21 10.004.27.07.43.21 10.004.27.08.43.22 10.004.27.13.43.22 10.004.42.02.45.13 10.005.19.02.31.22 10.005.27.06.43.21 10.005.27.07.43.21 10.005.27.16.43.21 10.005.27.17.43.22 10.005.27.22.43.22 10.005.27.23.43.22 10.005.27.24.43.22 10.005.27.25.43.22 10.005.28.04.63.21 10.006.15.02.41.40 10.006.16.01.61.41 10.006.43.01.65.10 10.006.54.01.64.10 10.007.15.01.41.40 10.007.16.01.61.41 10.008.15.01.41.40 10.008.16.01.61.42 11.002.23.04.33.00

Art. 41.In afwijking van de bepalingen van artikel 19 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies en dotaties toegekend op de volgende basisallocaties noch het voorwerp uit van een besluit, noch van een overeenkomst : 10.006.64.21.63.21 10.006.64.25.63.21 10.006.64.27.63.21 10.006.64.28.63.21 10.006.64.29.63.21 10.006.64.30.51.11 10.010.28.01.63.21 10.010.32.01.53.10 10.010.39.01.51.12 11.002.23.01.33.00 11.002.23.02.33.00 11.002.23.03.33.00 11.002.23.05.33.00 11.002.23.06.33.00 11.002.23.08.33.00 11.002.23.09.33.00 11.002.23.10.33.00 11.002.23.11.33.00 11.002.24.01.52.10 11.002.24.02.52.10 11.002.24.03.52.10 11.002.24.04.52.10 11.002.24.05.52.10 Indien echter andere wettelijke en/of reglementaire bepalingen die betrekking hebben op de uitgaven die op de basisallocaties vermeld in dit artikel worden aangerekend, uitdrukkelijk een regerings- of ministerieel besluit per begunstigde opleggen, dan dient dit besluit te worden opgesteld, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Begroting op basis van een gemotiveerd dossier.

Onderafdeling 2.4 - Specifieke bepalingen in verband met Energie

Art. 42.De facultatieve subsidies en dotaties toegekend op de basisallocaties van opdracht 15, programma 009, aangeduid met de code FSF of DOTFSF, maken noch het voorwerp uit van een besluit, noch van een overeenkomst, met uitzondering van volgende basisallocaties : 15.009.13.01.34.41 15.009.15.02.41.40 15.009.15.03.31.22 15.009.15.04.41.40 15.009.15.05.41.60 15.009.34.02.33.00 15.009.38.02.31.32 15.009.38.03.32.00 Indien echter andere wettelijke en/of reglementaire bepalingen die betrekking hebben op de uitgaven die op de basisallocaties vermeld in dit artikel worden aangerekend, uitdrukkelijk een regerings- of ministerieel besluit per begunstigde opleggen, dan dient dit besluit te worden opgesteld, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Begroting op basis van een gemotiveerd dossier.

Onderafdeling 2.5 - Specifieke bepalingen in verband met Brussel Mobiliteit

Art. 43.In afwijking van de bepalingen van het artikel 19, van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies en dotaties toegekend aan de Haven van Brussel geen voorwerp uit van een overeenkomst, maar dienen zij te beantwoorden aan de vereisten van het beheerscontract tussen de Haven van Brussel en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

Art. 44.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om een terugbetaalbaar voorschot te verlenen aan parking.brussels in 2022, vanuit de bassisallocatie 17.003.17.01.85.14, dat het bedrag van 5.000.000 euro niet overschrijdt, ten uitzonderlijke titel, in het kader van zijn statutaire opdrachten, teneinde de verschuldigde bedragen te kunnen dekken bij een eventueel thesaurietekort verbonden aan de verplichtingen voortkomend uit de delegatieovereenkomsten betreffende de controle en de inning van de parkeerretributies van de gemeentes Elsene en Schaarbeek.

Onderafdeling 2.6 - Specifieke bepalingen in verband met Brussels International

Art. 45.In afwijking van de bepalingen van het artikel 19 van deze ordonnantie, maken de aan visit.brussels toegekende facultatieve subsidies en dotaties geen voorwerp uit van een overeenkomst, maar moeten ze beantwoorden aan de vereisten van de beheersovereenkomst tussen visit.brussels en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

Art. 46.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastlegging(en) op de basisallocatie 03.004.15.01.4140 over te dragen naar de basisallocaties 03.004.15.03.4140 en 03.004.15.04.4140.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastlegging(en) op de basisallocatie 03.004.16.01.6141 over te dragen naar de basisallocaties 03.004.16.05.6141, 03.004.16.06.6141 en 03.004.16.07.6141.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastlegging(en) op de basisallocatie 03.004.19.01.3122 over te dragen naar de basisallocaties 03.004.19.03.3122 en 03.004.19.04.3122.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastlegging(en) op de basisallocatie 03.004.20.01.5111 over te dragen naar de basisallocaties 03.004.20.02.5111, 03.004.20.03.5111 en 03.004.20.04.5111.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastlegging(en) op de basisallocatie 03.004.40.01.8112 over te dragen naar de basisallocatie 03.004.39.02.5122.

Onderafdeling 2.7 - Specifieke bepalingen in verband met Brussel Synergie

Art. 47.In het kader van het beheer van de budgetten behandeld door Equal Brussels wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om bij de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen voor 2021 de uitstaande vastleggingen met betrekking tot de diensten die afhangen van de Secretarissen-generaal over te boeken van de basisallocatie 05.002.08.03.1211 naar de basisallocatie 05.002.08.01.1211 en van de basisallocatie 05.002.34.03.3300 naar de basisallocatie 05.002.34.01.3300.

Art. 48.In het kader van het beheer van de budgetten behandeld door Equal Brussels wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om bij de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen voor 2021 de uitstaande vastleggingen met betrekking tot de diensten die afhangen van de Secretarissen-generaal over te boeken van basisallocatie 05.002.08.03.1211 naar de basisallocatie 05.002.08.01.1211 en van basisallocatie 05.002.34.03.3300 naar de basisallocatie 05.002.34.01.3300.

Onderafdeling 2.8 - Bijzondere bepalingen in verband met urban.brussels

Art. 49.In afwijking van de bepalingen van artikel 19 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies en dotaties toegekend op de basisallocaties van opdracht 33, programma 004, aangeduid met de code FSF of DOTFSF, niet het voorwerp uit van een overeenkomst.

Art. 50.In afwijking van de bepalingen van artikel 19 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies en dotaties toegekend op de volgende basisallocaties noch het voorwerp uit van een besluit, noch van een overeenkomst : 33.004.32.01.53.10 33.004.32.02.53.10 33.004.32.03.53.10 Indien echter andere wettelijke en/of reglementaire bepalingen die betrekking hebben op de uitgaven die op de basisallocaties vermeld in dit artikel worden aangerekend, uitdrukkelijk een regerings- of ministerieel besluit per begunstigde opleggen, dan dient dit besluit te worden opgesteld, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Begroting op basis van een gemotiveerd dossier.

Art. 51.In afwijking van de bepalingen van artikel 19 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies en dotaties toegekend op de volgende basisallocaties noch het voorwerp uit van een besluit, noch van een overeenkomst : 33.003.27.01.43.22 33.003.27.02.43.22 Indien echter andere wettelijke en/of reglementaire bepalingen die betrekking hebben op de uitgaven die op de basisallocaties vermeld in dit artikel worden aangerekend, uitdrukkelijk een regerings- of ministerieel besluit per begunstigde opleggen, dan dient dit besluit te worden opgesteld, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Begroting op basis van een gemotiveerd dossier.

Art. 52.In afwijking van de bepalingen van artikel 19 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies en dotaties toegekend op de volgende basisallocaties geen voorwerp uit van een overeenkomst : 33.003.28.01.63.21 33.003.35.01.52.10 33.003.43.01.65.40 33.005.20.01.51.11 33.005.28.01.63.21 33.005.28.02.63.52 33.005.32.01.53.10 33.005.35.01.52.10 33.005.39.01.51.12 33.005.54.01.63.59 33.005.54.02.65.24 33.005.54.03.65.25

Art. 53.In afwijking van het artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van het artikel 2, 5°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het « Fonds voor stedenbouw en grondbeheer - BFB 05 » eveneens toegewezen aan de investeringspremies aan particulieren ter aanmoediging van de renovatie van privé woningen en de woningsanering (basisallocatie 33.004.32.02.53.10).

Art. 54.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastlegging(en) op de basisallocatie 33.004.16.01.6141 over te dragen naar de basisallocaties 33.004.16.02.6141 en 33.004.16.04.6141.

Onderafdeling 2.9 - Bijzondere bepalingen in verband met milieu

Art. 55.In afwijking van het artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van het artikel 2, 9°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het « Fonds voor de bescherming van het milieu - BFB 09 », voor wat een gedeelte betreft van de ontvangsten afkomstig van de forfaitaire bijdrage van « Fost Plus » overeenkomstig artikel 20 van de ordonnantie houdende de Middelenbegroting 2022, eveneens toegewezen aan de uitgaven gedaan door het Gewestelijke Agentschap voor Netheid (GAN) (werkingssubsidie aan het GAN via de basisallocatie 24.002.15.03.41.40 van de begrotingstabel van Afdeling 1).

In afwijking van het artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van het artikel 2, 9°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het « Fonds voor de bescherming van het milieu - BFB 09 » (het betreft de opbrengst van de administratieve boetes) eveneens toegewezen aan de uitgaven gedaan door het Gewestelijke Agentschap voor Netheid (GAN) in het kader van het verplicht sorteren (werkingssubsidie aan het GAN via de basisallocatie 24.002.15.03.41.40 van de begrotingstabel van Afdeling 1).

Onderafdeling 2.10 - Bijzondere bepalingen in verband met het waterbeleid

Art. 56.In afwijking van het artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van de artikelen 3 en 2, 11°, laatste lid, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, mag de Regering de variabele kredieten (e en f) van de basisallocatie 22.003.11.01.73.41 gebruiken om tussen te komen in de financiering van het waterbeleid, de kosten te dragen en alle rechten en verplichtingen van het Gewest uit te oefenen, verbonden aan : - de strijd tegen de overstromingen in risicowijken ; - het opvangen en de zuivering van afval - en regenwater ; - het waarborgen van een geïntegreerd beheer van afval- en regenwater ; - de werking van de zuiveringsinstellingen ; - het opstellen van statistieken ; - het toezicht op de staat van het oppervlaktewater en van dat opgevangen in riolen ; - de verwerving van materiële en niet-materiële goederen nodig voor de bescherming en de valorisatie van grond- en oppervlaktewater ; - de terugbetaling van het verschil tussen de bedragen van de geïnde voorafbetalingen en de bedragen van de verschuldigde belasting op het lozen van afvalwater, en ook aan de terugbetalingen van de voorafbetalingen gestort door de belastingplichtigen van de belasting op het lozen van afvalwater.

Onderafdeling 2.11 - Bijzondere bepalingen in verband met Brussel Economie en Werkgelegenheid

Art. 57.De bewijsstukken voor steun, toegekend in het kader van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de gewestelijke steun voor algemene investeringen ten gunste van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen en toegekend in het kader van de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun ter bevordering van de economische expansie, worden ingediend binnen een termijn van vier jaar vanaf de betekening van de steuntoekenningsbeslissing.

Art. 58.§ 1. De Regering is gemachtigd om de kredieten, ingeschreven op de basisallocaties 12.022.33.01.83.00 en 12.022.40.01.81.12, te gebruiken om, in het kader van de COVID-19-crisis, binnen de grenzen van deze kredieten, leningen voor commerciële huur toe te kennen tot een maximum van 35.000 euro per lening en tot een maximum van 75.000 euro per lening vanaf 04/06/2021. Deze leningen zullen worden toegekend aan ondernemingen in de zin van artikel I.1, 1°, van het Wetboek van economisch recht, tegen een jaarlijkse rentevoet van 2 %. § 2. De Regering bepaalt de precieze voorwaarden waaraan de huurders, de verhuurders in ruime zin moeten voldoen evenals de juridische betrekkingen tussen hen, de rentevoet(en) van de leningen, de voorwaarden voor de betaling van de leningen en de terugbetalingen, de toepasselijke staatssteunregeling, de verschillende termijnen en alle andere aspecten die nodig zijn voor de goede uitvoering van deze maatregel. Zo kan de Regering de toekenning van een huurlening afhankelijk stellen van de voorwaarde dat de verhuurder afstand doet van één tot vier maanden huur. § 3. De categorieën van persoonlijke gegevens die met het oog op de uitvoering van deze maatregel kunnen worden verwerkt, zijn de identificatie- en contactgegevens van de huurders en de verhuurders of hun vertegenwoordigers, natuurlijke personen, de gegevens uit huurcontracten in ruime zin, het bedrag van de toegekende kredieten en de andere categorieën van persoonlijke gegevens die onontbeerlijk zijn voor de uitvoering van de regeling, met inbegrip van het toezicht op de naleving van de voorwaarden en het beheer van de geschillen.

De verantwoordelijke voor de verwerking van deze gegevens is de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.

De bewaartermijn voor persoonlijke gegevens, die in het kader van deze maatregel worden verwerkt, bedraagt drie jaar vanaf het einde van een toegekende lening. Indien een leningaanvraag werd geweigerd, worden de desbetreffende gegevens gedurende één jaar vanaf de mededeling van de weigeringsbeslissing bewaard. De persoonlijke gegevens die nodig zijn voor de behandeling van een geschil in het kader van deze maatregel worden echter voor de duur van de behandeling van het geschil bewaard.

In het kader van deze maatregel, zijn de verantwoordelijken voor de verwerking van de gegevens gemachtigd om rijksregisternummers aan te vragen en om deze te gebruiken, overeenkomstig artikel 8, § 1, derde lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

De Regering is bevoegd om deze bepalingen te specificeren en om deze aan te vullen. § 4. De artikelen 36 en 37 van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, zijn niet van toepassing op de beslissingen tot toekenning van leningen.

Tweemaandelijks dient er een verslag overgemaakt te worden aan de Minister van Begroting, de staatssecretaris voor Economische Transitie en de Inspectie van Financiën betreffende deze verstrekte leningen. § 5. De Regering is gemachtigd om de kredieten, ingeschreven op de basisallocatie 12.022.08.01.12.21 te gebruiken om de uitgaven te dekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze maatregel, in het bijzonder voor de kost van de aanschaffing van interfaces en computersoftware en de bezoldiging van de dienstverleners.

Art. 59.In afwijking van de bepalingen van artikel 19 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies toegekend op de volgende basisallocaties noch het voorwerp uit van een besluit, noch van een overeenkomst : 16.003.34.07.3300 16.003.38.06.3132 16.016.34.01.3300 Onderafdeling 2.12 - Bijzondere bepalingen in verband met afvalophaling en -verwerking

Art. 60.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastlegging(en) op de basisallocatie 24.002.15.03.4140 over te dragen naar de basisallocaties 24.002.15.06.4140 en 24.002.15.07.4140.

Onderafdeling 2.13 - Bijzondere bepalingen in verband met het wetenschappelijk onderzoek

Art. 61.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastlegging(en) op de basisallocatie 14.002.41.02.8142 over te dragen naar de basisallocatie 14.002.39.03.5122. Afdeling 3. - Bijzondere bepalingen in verband met de autonome

bestuursinstellingen Onderafdeling 3.1 - Specifieke bepalingen voor alle autonome bestuursinstellingen van categorie 1 en/of 2

Art. 62.In afwijking van de artikelen 25, derde lid, en 69, § 1, tweede lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, blijven de contractuele personeelsleden van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie die de in voornoemde artikelen vermelde functies innemen in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of een nieuwe beslissing daaraan een einde stelt.

Art. 63.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan facultatieve werkings-, project- en investeringssubsidies en -dotaties toekennen ten laste van de basisallocaties vermeld in de begrotingstabel (afdeling 2) en die de code FSF of DOTFSF dragen.

Art. 64.De rekenplichtigen van de autonome bestuursinstellingen zijn onderworpen aan dezelfde bepalingen als deze die gelden voor de rekenplichtigen van de diensten van de Regering, met uitzondering van specifieke maatregelen genomen door de Minister van Financiën.

Art. 65.In afwijking van het artikel 3 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen zijn die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is deze niet van toepassing op de GIMB en zijn geconsolideerde filialen, met uitzondering van BRUSOC.

Art. 66.Het artikel 16 van deze ordonnantie is van toepassing op de autonome bestuursinstellingen van 1ste en 2de categorie met betrekking tot de beslissingen tot herverdeling en overschrijding van uitgavenkredieten. De beslissingen van de autonome bestuursinstellingen van 2de categorie dienen voorafgaandelijk voor advies te worden voorgelegd aan de Regeringscommissarissen van de instelling.

Het advies van de Inspectie van Financiën, het akkoord van de Minister van Begroting of het advies van de Regeringscommissarissen zijn echter niet voorafgaandelijk vereist indien het een herverdeling betreft uitsluitend voor correcties in verband met het gebruik van de correcte economische codes, zoals bepaald in de Economische Classificatie, opgesteld door de Algemene Gegevensbank. Dit wordt geverifieerd door de Directie Begroting van Brussel Financiën en Begroting van de GOB. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in het geval van de autonome bestuursinstellingen van 1ste categorie, of het bestuursorgaan, in het geval van de autonome bestuursinstellingen van 2de categorie, zijn eveneens gemachtigd tot het toekennen van facultatieve subsidies ten laste van nieuwe basisallocaties die in de loop van het begrotingsjaar gecreëerd worden door ministeriële beslissing, regeringsbeslissing of door beslissing van het bestuursorgaan tot kredietherverdeling of -overschrijding en die als voorwerp facultatieve subsidies hebben (aangeduid met de FSF-code in de begrotingstabel) in het kader van dezelfde objectieven als deze verbonden met de reeds in de initiële begroting 2022 bestaande basisallocaties van waaruit de kredieten worden overgedragen.

Art. 67.Alle facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in de begrotingstabel) worden voor het jaar 2022 toegekend onder de algemene voorwaarden bepaald in het artikel 19 van deze ordonnantie.

Art. 68.De facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in de begrotingstabel) zijn gedefinieerd in artikel 1, 8° en 12° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit.

Art. 69.In afwijking van artikel 2, 2° van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, bevat de gewestelijke entiteit de geconsolideerde instellingen opgenomen in de geconsolideerde begroting van ontvangsten en uitgaven van de gewestelijke entiteit bepaald in artikel 2, 4de lid, van deze ordonnantie.

In afwijking van de artikelen 59 en 90 van voornoemde ordonnantie van 23 februari 2006 worden de rekeningen van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (de gedelegeerde opdrachten), Brussel Ontmanteling, de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (de gedelegeerde opdrachten) en de NV St'art (de gedelegeerde opdrachten), evenwel niet geconsolideerd in de algemene rekening van de gewestelijke entiteit en certificeert het Rekenhof deze rekeningen niet.

Art. 70.§ 1. In afwijking van het artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de verbintenissen, die noodzakelijk zijn om de ononderbroken werking van de autonome bestuursinstellingen te verzekeren, maar aangegaan worden vanaf 1 november 2021, ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2022, beperkt tot een derde van de ingeschreven vastleggingskredieten voor de overeenkomstige uitgavenbasisallocaties van het lopende jaar, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen. § 2. In afwijking van het artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de noodzakelijke vereffeningen, die verbonden zijn aan de verbintenissen die nodig zijn om de ononderbroken werking van de autonome bestuursinstellingen te verzekeren, uitgevoerd worden vanaf de stemming van de ordonnantie houdende de initiële begroting van de gewestelijke entiteit voor het volgende jaar ten laste van de vereffeningskredieten van de begroting van dat volgende begrotingsjaar, beperkt tot een derde van de ingeschreven vereffeningskredieten voor de overeenkomstige uitgavenbasisallocaties van het lopende jaar, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen. § 3. De Inspecteur of Inspectrice van Financiën, toegewezen aan de betrokken functioneel bevoegde minister of staatssecretaris, beoordeelt voorafgaandelijk de noodzakelijkheid van de uitgaven voor het verzekeren van de ononderbroken werking van de autonome bestuursinstelling van categorie 1 of 2 die onder deze minister of staatssecretaris valt.

Art. 71.§ 1. In afwijking van het artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de verbintenissen die nodig zijn om de ononderbroken werking te verzekeren van een nieuwe autonome bestuursinstelling, opgericht in de loop van het jaar voorafgaand aan het eerste begrotingsjaar, aangegaan worden vanaf 1 november van het jaar dat het eerste begrotingsjaar voorafgaat, ten laste van de vastleggingskredieten van de begroting van dat begrotingsjaar, beperkt tot een derde van de ingeschreven vastleggingskredieten voor de overeenkomstige uitgavenbasisallocaties van dat jaar, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen. § 2. In afwijking van het artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de noodzakelijke vereffeningen met betrekking tot die verbintenissen uitgevoerd worden vanaf de stemming van de ordonnantie houdende de eerste begroting van de betrokken nieuwe instelling ten laste van de vereffeningskredieten van de begroting van dat eerste begrotingsjaar, beperkt tot een derde van de ingeschreven vereffeningskredieten voor de overeenkomstige uitgavenbasisallocaties van dat jaar, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen. § 3. De Inspecteur of Inspectrice van Financiën toegewezen aan de betrokken functioneel bevoegde minister of staatssecretaris beoordeelt voorafgaandelijk de noodzakelijkheid van de uitgaven voor het verzekeren van de ononderbroken werking van de nieuwe instelling van categorie 1 of 2 die onder deze minister of staatssecretaris valt.

Art. 72.In het kader van de uitvoering van de wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 22/08/2012 numac 2012204202 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, en van de organieke wet van 27 december 1990 tot oprichting van begrotingsfondsen sluiten houdende wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, heeft de FOD Binnenlandse Zaken een rechtstreekse tussenkomst voor taalpremies betaald aan bepaalde Brusselse organisaties. Deze interventie was al opgenomen in hun initiële dotaties voor werking.

De betrokken instanties betalen het niet-gebruikte deel van de subsidie terug aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens het door de Regering vastgestelde bedrag.

Art. 73.Ingevolge de oppuntstelling van de concordantie tussen de inkomende en uitgaande begrotingsstromen tussen de GOB's en de autonome bestuursinstellingen enerzijds en tussen de autonome bestuursinstellingen onderling anderzijds, zijn de autonome bestuursinstellingen gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2021, de uitstaande vastlegging(en) op de oude niet meer te gebruiken basisallocaties over te dragen naar de voortaan aan te wenden nieuwe basisallocaties. De lijsten van de over te dragen visumnummers worden bezorgd aan de betrokken diensten van Brussel Financiën en Begroting voor wat de instellingen betreft die opgenomen zijn in het SAP-Platform en aan de betrokken diensten van de instellingen zelf voor wat de instellingen betreft die niet opgenomen zijn in het SAP-Platform.

Art. 74.Ter vervanging van het artikel 90, §§ 1 en 2 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, geldt voor het jaar 2022 volgende regeling : § 1. De algemene rekening van het voorgaande jaar van elke autonome bestuursinstelling (ABI) wordt opgesteld door de boekhouder van deze autonome bestuursinstelling en, in voorkomend geval, gecertificeerd door een bedrijfsrevisor die ingeschreven staat in het openbaar register van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren uiterlijk op 30 april van het lopende jaar.

Deze algemene rekening van de ABI wordt door de leidende ambtenaar van de ABI in voorkomend geval, vergezeld van het verslag van de bedrijfsrevisor, op datum van 30 april van het lopende jaar overgemaakt aan de Gewestelijke Boekhouder en Adjunct Gewestelijke Boekhouder ter consolidering en aan het Rekenhof ter certificering.

Het Rekenhof certificeert de regelmatigheid, de waarachtigheid en de betrouwbaarheid van de algemene rekening van de ABI. Het Rekenhof maakt deze certificatie over aan het Parlement als bijlage bij de algemene rekening en voegt er zijn opmerkingen aan toe. De mededeling gebeurt ten laatste op 31 oktober van het jaar na dat waarop de algemene rekening betrekking heeft.

De algemene rekening van de ABI van eerste categorie wordt door de bevoegde goedkeurende instanties uiterlijk op 30 april van het jaar nadat de algemene rekening betrekking heeft goedgekeurd en wordt aan de bevoegde minister overgemaakt voor goedkeuring door de Regering. De Regering keurt de algemene rekening goed uiterlijk op 31 mei.

Voor de ABI's van tweede categorie keuren de Raad van Bestuur en, in voorkomend geval, de Algemene Vergadering de algemene rekening goed uiterlijk op 30 april van het jaar na dat waarop de algemene rekening betrekking heeft. § 2. De algemene rekening van de ABI van tweede categorie, wordt door de voorzitter van de Raad van Bestuur, op datum van 30 april van het lopende jaar ter goedkeuring overgemaakt aan de bevoegde minister.

De bevoegde minister maakt de goedgekeurde algemene rekening uiterlijk op 31 mei over aan de Gewestelijke Boekhouder en Adjunct Gewestelijke Boekhouder en aan het Rekenhof. § 3. De leidende ambtenaren en, in voorkomend geval, de Raden van Bestuur van de ABI's, evenals de functioneel bevoegde Ministers en staatssecretarissen treffen alle nodige maatregelen op het niveau van hun instellingen om het proces van de opmaak van de algemene rekeningen van deze instellingen, en bijgevolg de opmaak van de geconsolideerde algemene rekening van de gewestelijke entiteit, te versnellen en te optimaliseren zodat deze deadlines gehaald worden. § 4. Het Rekenhof maakt zijn voorlopig controleverslag aan de Gewestelijke Boekhouder en de Adjunct Gewestelijke Boekhouder over maximaal één maand na de overmaking aan het Hof van de algemene rekening van de diensten van de Regering en van de geconsolideerde algemene rekening van de gewestelijke entiteit. De tegensprekelijke vergadering vindt in de tweede week van oktober plaats. § 5. De Regering kan vragen dat een bedrijfsrevisor de algemene rekening van de diensten van de Regering en de geconsolideerde algemene rekening van de gewestelijke entiteit certificeert vooraleer deze ter goedkeuring aan haar worden voorgelegd. § 6. De betrokken leidende ambtenaren van de diensten van de Regering en de ABI's dienen uiterlijk één maand na de publicatie van de certificering van het Rekenhof aan de Gewestelijke Boekhouder en Adjunct Gewestelijke Boekhouder een voorstel van oplossing over te maken dat tegemoet komt aan de opmerkingen van het Rekenhof. Dit voorstel zal vervolgens besproken worden met de Gewestelijke Boekhouder, de Adjunct Gewestelijke Boekhouder en de betrokken auditeur van het Rekenhof in een werkgroep die regelmatig samenkomt.

De bevoegde minister en, in voorkomend geval, de Raad van Bestuur ijveren eveneens voor het zo spoedig mogelijk oplossen van de door het Rekenhof vastgestelde problemen.

Onderafdeling 3.2 - Bijzondere bepalingen voor het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest

Art. 75.De begroting van het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest voor het jaar 2022 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 75.814.000 euro voor de ontvangsten, 77.124.000 euro voor de vastleggingskredieten en 75.815.000 euro voor de vereffeningskredieten, overeenkomstig afdeling 2 van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 76.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest facultatieve subisidies en dotaties toekennen (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in zijn begrotingstabel), overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de uitrusting inzake informatica, telematica en cartografie.

Art. 77.In afwijking van het artikel 45, derde lid, en van artikel 89, eerste lid, 3°, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om een boekhouder aan te stellen voor het Centrum voor informatica voor het Brussels Gewest die een contractueel personeelslid is, gekozen uit de personeelsleden van het Centrum voor informatica voor het Brussels Gewest.

Art. 78.In afwijking van het artikel 69, § 1, tweede lid, en het artikel 89, eerste lid, 2°, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen van het Centrum voor informatica voor het Brussels Gewest niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan het statuut.

Art. 79.In afwijking van het artikel 73, vierde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is het C.I.B.G. gemachtigd om contractuele controleurs van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

Onderafdeling 3.3 - Bijzondere bepalingen voor de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp

Art. 80.De begroting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor het jaar 2022 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 147.345.000 euro voor de ontvangsten, 168.498.000 euro voor de vastleggingskredieten en 141.539.000 euro voor de vereffeningskredieten, overeenkomstig afdeling 2 van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 81.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de preventie, de financiering en plaatsing van middelen in het kader van de brandpreventie.

Art. 82.In afwijking van de artikelen 45, derde lid, 69, § 1, tweede lid, en 89, eerste lid, 2° en 3°, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp gemachtigd om een contractueel personeelslid en/of een personeelslid van niveau B aan te stellen als boekhouder of rekenplichtige.

Onderafdeling 3.4 - Bijzondere bepalingen voor het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën

Art. 83.De begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën voor het jaar 2022 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 1.601.002.000 euro voor de ontvangsten, 1.601.002.000 euro voor de vastleggingskredieten en 1.601.002.000 euro voor de vereffeningskredieten, overeenkomstig afdeling 2 van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 84.De bepalingen van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, met uitzondering van het principe van de onverenigbaarheid van functies, zijn niet van toepassing op de naamloze vennootschappen die een gedelegeerde opdracht uitvoeren in naam en voor rekening van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën.

Art. 85.In toepassing van het artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de door voormeld Fonds aangegane leningen voor een bedrag dat de 315.930.000 euro in 2022 niet mag overschrijden.

Deze leningen worden ten bedrage van 315.930.000 euro ingeschreven in de sectie II van deze ordonnantie, begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, Ontvangsten, basisallocatie 01.001.03.04.96.10.

In toepassing van het artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ook gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de door voormeld Fonds aangegane leningen, in het kader van zijn opdracht 2 (Coördinatiecentrum), voor een bedrag dat de 600.000.000 euro in 2022 niet mag overschrijden.

Deze leningen worden ten bedrage van 600.000.000 euro ingeschreven in de sectie II van deze ordonnantie, begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, Ontvangsten, basisallocatie 02.001.03.05.96.10.

Art. 86.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd uitgaven te doen in naam en voor rekening van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën.

Art. 87.In afwijking van artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 januari 1955 houdende de lijst der openbare fondsen, andere dan de door de Staat uitgegeven of gewaarborgde effecten, welke mogen aangekocht worden door de organismen bedoeld bij artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, wordt het Brussels Gewestelijk Herfinancieringfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën gemachtigd fondsen te plaatsen bij de door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten erkende kredietinstellingen.

Onderafdeling 3.5 - Bijzondere bepalingen voor Leefmilieu Brussel

Art. 88.De begroting van Leefmilieu Brussel, voor het jaar 2022 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 209.879.000 euro voor de ontvangsten, 239.914.000 euro voor de vastleggingskredieten en 208.615.000 euro voor de vereffeningskredieten, overeenkomstig afdeling 2 van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 89.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Leefmilieu Brussel facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en FSFDOT in zijn begrotingstabel) toekennen, inzonderheid inzake : - de duurzame wijken ; - de verbetering van het leefmilieu ; - de sterilisatie van zwerfkatten ; - de promotie van de « groene-economiecircuits », « ecodynamische ondernemingen » ; - de organisatie van demonstratieprojecten inzake energie en het « duurzaam bouwen » ; - de projecten inzake dierenwelzijn.

Leefmilieu Brussel is eveneens gemachtigd om premies en subsidies te verlenen voor de realisatie van bodemonderzoeken, bodemsanering en maatregelen voor het bodembeheer, in uitvoering van de ordonnantie van 13 mei 2004 betreffende het beheer van verontreinigde bodems onder de voorwaarden vastgelegd door de Regering. De Regering bepaalt de bedragen, de begunstigden, de toekenningsvoorwaarden en de aanvraagprocedure tot toekenning van deze premie.

Leefmilieu Brussel is gemachtigd om onder de door de Regering vastgestelde voorwaarden subsidies toe te kennen die worden gedefinieerd als investeringssteun voor de ontwikkeling van een coaching op het gebied van energiebeheer, getiteld « Energy Pack », voor de sector van de KMO's en de non-profitsector, zoals voorzien in het pakket van maatregelen bedoeld om bij te dragen tot de bestrijding van de klimaatopwarming.

In afwijking van de bepalingen van de artikelen 19 en 67 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend in het kader van het project « Energie Pack » : kleine en middelgrote ondernemingen - non-profitsector en aangerekend op de hieronder opgenomen basisallocaties van de uitgavenbegroting van Leefmilieu Brussel, noch het voorwerp uit van een besluit, noch van een overeenkomst : 28.001.20.01.51.11 28.001.28.01.63.21 28.001.28.02.63.52 28.001.28.04.63.41 28.001.32.01.53.10 28.001.35.01.52.10 28.001.39.01.51.12 28.001.54.01.64.10 Indien echter andere wettelijke en/of reglementaire bepalingen die betrekking hebben op de uitgaven die op de basisallocaties vermeld in dit artikel worden aangerekend, uitdrukkelijk een regerings- of ministerieel besluit per begunstigde opleggen, dan dient dit besluit te worden opgesteld, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Begroting op basis van een gemotiveerd dossier.

Art. 90.In afwijking van het artikel 69, § 1, tweede lid, en artikel 89, eerste lid, 2°, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen van Leefmilieu Brussel niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan het statuut.

Art. 91.In afwijking van het artikel 73, vierde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is Leefmileu Brussel gemachtigd om contractuele controleurs van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

Onderafdeling 3.6 - Bijzondere bepalingen voor BRUGEL

Art. 92.De begroting van BRUGEL voor het jaar 2022 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 5.876.000 euro voor de ontvangsten, 5.854.000 euro voor de vastleggingskredieten en 5.876.000 euro voor de vereffeningskredieten, overeenkomstig bijlage 1 van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 93.Brugel is gemachtigd om een facultatieve subsidie toe te kennen aan de vzw Sociale Dienst om aan zijn personeel onder andere een hospitalisatieverzekering aan te bieden.

Onderafdeling 3.7 - Bijzondere bepalingen voor het Gewestelijke Agentschap voor Netheid - Net Brussel

Art. 94.De begroting van het Gewestelijke Agentschap voor Netheid - Net Brussel voor het jaar 2022 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 272.896.000 euro voor de ontvangsten, 296.927.000 euro voor de vastleggingskredieten en 281.833.000 euro voor de vereffeningskredieten, overeenkomstig afdeling 2 van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 95.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Gewestelijk Agentschap voor Netheid-Net Brussel facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor het schoonmaken van sites en plaatsen die van gemeentelijk belang zijn.

Art. 96.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan een lening, aan te gaan in 2022 door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid-Net Brussel, voor een maximumbedrag van 24.000.000 euro, teneinde het verschuldigde bedrag te kunnen dekken bij een eventuele veroordeling van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid-Net Brussel in het kader van haar geschil met de FOD Financiën, Administratie van de btw.

Art. 97.Het Gewestelijk Agentschap Netheid is gemachtigd om over de inkomsten te beschikken, die het heeft geïnd ingevolge de verkoop van de toegekende groenestroomcertificaten, in toepassing van artikel 28 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 98.In afwijking van het artikel 73, vierde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is het Gewestelijk Agentschap voor Netheid - Net Brussel gemachtigd om contractuele controleurs van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

Onderafdeling 3.8 - Bijzondere bepalingen voor Innoviris, het Instituur ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel

Art. 99.De begroting van Innoviris, het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, voor het jaar 2022 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 56.715.000 euro voor de ontvangsten, 64.423.000 euro voor de vastleggingskredieten en 56.672.000 euro voor de vereffeningskredieten, overeenkomstig afdeling 2 van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 100.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Innoviris, het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Onderafdeling 3.9 - Bijzondere bepalingen voor het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid

Art. 101.In afwijking van het artikel 7, 1ste en 2de lid, van de ordonnantie van 28 juni 2001 betreffende het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid (FFWB), kan het FFWB beheerd worden door een autonome bestuursinstelling van categorie 1.

Art. 102.De begroting van het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid (FFWB), voor het jaar 2022 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 0 euro voor de ontvangsten, 0 euro voor de vastleggingskredieten en 0 euro voor de vereffeningskredieten, overeenkomstig afdeling 2 van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Onderafdeling 3.10 - Bijzondere bepalingen voor perspective.brussels

Art. 103.De begroting van perspective.brussels, het Brussels Planningsbureau, voor het jaar 2022 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 35.623.000 euro voor de ontvangsten, 30.360.000 euro voor de vastleggingskredieten en 35.623.000 euro voor de vereffeningskredieten, overeenkomstig afdeling 2 van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 104.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag perspective.brussels facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 105.In afwijking van het artikel 45, derde lid, en van artikel 89, eerste lid, 3°, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om een boekhouder aan te stellen voor perspective.brussels die een contractueel personeelslid is, gekozen uit de personeelsleden van perspective.brussels.

Art. 106.In afwijking van de bepalingen van de artikelen 19 en 67 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend op de basisallocatie 01.001.07.07.11.40 van de uitgavenbegroting van het Brussels Planningsbureau geen voorwerp uit van een overeenkomst.

In afwijking van de bepalingen van de artikelen 19 en 67 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend op de basisallocatie 02.001.53.01.4524 van de uitgavenbegroting van het Brussels Planningsbureau geen voorwerp uit van een overeenkomst.

In afwijking van de bepalingen van de artikelen 19 en 67 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend op de basisallocatie 02.001.42.01.4540 van de uitgavenbegroting van het Brussels Planningsbureau geen voorwerp uit van een overeenkomst.

In afwijking van de bepalingen van de artikelen 19 en 67 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies en dotaties toegekend op de volgende basisallocaties van de uitgavenbegroting van het Brussels Planningsbureau geen voorwerp uit van een overeenkomst : 02.004.27.01.4321 02.004.27.02.4321 02.004.27.03.4340 02.004.28.01.6321 02.004.34.01.3300 02.004.35.01.5210 02.004.42.01.4524 02.004.43.01.6524 02.006.34.01.3300.

In afwijking van de bepalingen van de artikelen 19 en 67 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend op de basisallocatie 02.006.27.01.43.22 van de uitgavenbegroting van het Brussels Planningsbureau geen voorwerp uit van een overeenkomst.

In afwijking van de bepalingen van de artikelen 19 en 67 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend op de basisallocatie 02.006.28.01.63.21 van de uitgavenbegroting van het Brussels Planningsbureau geen voorwerp uit van een overeenkomst.

Onderafdeling 3.11 - Bijzondere bepalingen voor Brussel - Preventie & Veiligheid

Art. 107.De begroting van Brussel - Preventie & Veiligheid voor het jaar 2022 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 127.480.000 euro voor de ontvangsten, 89.777.000 euro voor de vastleggingskredieten en 127.480.000 euro voor de vereffeningskredieten, overeenkomstig afdeling 2 van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 108.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om de uitgaven en de ontvangsten in naam en voor rekening van Brussel - Preventie & Veiligheid te verrichten vanuit de begroting van de GOB.

Art. 109.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Brussel - Preventie & Veiligheid facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en FSFDOT in haar begrotingstabel) toekennen.

Onderafdeling 3.12 - Bijzondere bepalingen voor Actiris

Art. 110.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Actiris facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 111.In afwijking van het artikel 69, § 1, tweede lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen van Actiris niet verplicht gekozen uit de ambtenaren van niveau A onderworpen aan het statuut.

Art. 112.In afwijking van het artikel 73, vierde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is Actiris gemachtigd om contractuele controleurs van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

Onderafdeling 3.13 - Bijzondere bepalingen voor citydev.brussels (GOMB)

Art. 113.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag citydev.brussels (GOMB) facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Onderafdeling 3.14 - Bijzondere bepalingen voor het Brussels Waarborgfonds

Art. 114.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Brussels Waarborgfonds facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 115.In afwijking van het artikel 73, vierde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is het Brussels Waarborgfonds gemachtigd om contractuele controleurs van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

Onderafdeling 3.15 - Bijzondere bepalingen voor de M.I.V.B.

Art. 116.In het kader van haar statutaire opdrachten mag de M.I.V.B. facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Art. 117.In afwijking van het artikel 73, vierde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel (M.I.V.B.) gemachtigd om contractuele controleurs van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

Onderafdeling 3.16 - Bijzondere bepalingen voor IRISteam

Art. 118.In afwijking van het artikel 73, vierde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de vzw IRISteam gemachtigd om contractuele controleurs van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

Onderafdeling 3.17 - Bijzondere bepalingen voor de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM)

Art. 119.In afwijking van het artikel 73, vierde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) gemachtigd om contractuele controleurs van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

Art. 120.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Art. 121.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de in 2022 door de BGHM aangegane leningen om projecten te realiseren voor een bedrag van hoogstens 60.000.000 euro.

Art. 122.In toepassing van het artikel 4, van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof en in toepassing van artikel 6 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, voorziet de uitgavenbegroting van de BGHM dat, voor de volgende basisallocaties, de kredieten tot beloop waarvan bedragen kunnen worden vereffend niet- limitatief zijn : 02.001.14.04.91.30 02.002.99.01.03.10 03.001.21.01.81.11 03.001.21.03.81.11 03.001.21.04.81.11 03.002.14.01.91.10 03.002.21.01.81.11 05.003.22.01.81.42 Dit neemt de vorm aan van een kredietoverschrijding die niet gecompenseerd wordt door ontvangsten.

Art. 123.In afwijking van de artikelen 19 en 67 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend aan de Openbare Vastgoedmaatschappijen geen voorwerp uit van een overeenkomst, maar dienen zij te beantwoorden aan de bepalingen van het beheerscontract niveau twee tussen de BGHM en de Openbare Vastgoedmaatschappijen.

Onderafdeling 3.18 - Bijzondere bepalingen voor het Woningfonds

Art. 124.In afwijking van het artikel 73, vierde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is het Woningfonds gemachtigd om contractuele controleurs van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

Art. 125.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2022 voor een bedrag dat de 210.000.000 euro niet overschrijdt.

Art. 126.In toepassing van het artikel 4, van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof en in toepassing van artikel 6 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, voorziet de uitgavenbegroting van Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat, voor de volgende basisallocaties, de kredieten tot beloop waarvan bedragen kunnen worden vereffend niet- limitatief zijn : 02.202.33.01.8300 02.202.33.02.8310 02.203.32.01.8300 02.203.33.01.8300 02.204.33.01.8300 02.205.33.01.8300 Dit neemt de vorm aan van een kredietoverschrijding die niet gecompenseerd wordt door ontvangsten.

Onderafdeling 3.19 - Bijzondere bepalingen voor parking.brussels

Art. 127.In afwijking van het artikel 73, vierde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is parking.brussels (N.V. Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap) gemachtigd om contractuele controleurs van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

Art. 128.In het kader van zijn informaticaprojecten met het C.I.B.G. en de v.z.w. IRISteam is parking.brussels (NV Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap) gemachtigd facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in haar begrotingstabel) aan deze instellingen toe te kennen ten laste van basisallocatie 01.002.15.01.41.40.

Het Brussels Gewestelijk Parkeeragentschap parking.brussels is ook gemachtigd om in het kader van zijn statutaire opdrachten facultatieve subsidies toe te kennen (in zijn begrotingstabel aangeduid met de code « FSF ») ten laste van basisallocatie 01.001.07.06.11.40.

In afwijking van de bepalingen van artikelen 19 en 67 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies die worden toegekend op basisallocatie 01.001.07.06.11.40 van de uitgavenbegroting van het Brussels Gewestelijk Parkeeragentschap geen voorwerp uit van een overeenkomst.

Onderafdeling 3.20 - Bijzondere bepalingen voor BRUSOC

Art. 129.In afwijking van het artikel 73, vierde lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is BRUSOC gemachtigd om contractuele controleurs van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

Art. 130.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag BRUSOC facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Onderafdeling 3.21 - Bijzondere bepalingen voor de Haven van Brussel

Art. 131.In het kader van haar statutaire opdrachten mag de Haven van Brussel facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codeq FSF en DOTFSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Onderafdeling 3.22 - Bijzondere bepalingen voor de G.I.M.B.

Art. 132.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor verbintenissen van finance&invest.brussels of haar filialen in het kader van het Plan voor de Toekomst van de Huisvesting, voor een kredietlijn van maximaal 44.000.000 euro (in verband met S.F.A.R. en zijn filialen) in 2022.

Onderafdeling 3.23 - Bijzondere bepalingen voor de visit.brussels

Art. 133.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag visit.brussels (Brussels Agentschap voor het Toerisme) facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Onderafdeling 3.24 - Bijzondere bepalingen voor de Brussel Ontmanteling

Art. 134.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Brussel Ontmanteling facultatieve subsidies en dotaties (aangeduid met de codes FSF en DOTFSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Onderafdeling 3.25 - Bijzondere bepalingen voor hub.brussels

Art. 135.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door hub.brussels, het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven NV in 2022 voor een maximum bedrag van 10.000.000 euro. Afdeling 4. - Bijzondere bepalingen in verband met de instellingen van

openbaar nut van categorie A en B, bepaald door de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, die niet zijn ondergebracht onder de sectoriële code 13.12, rubriek « Deelstaatoverheid », van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen vervat in de Verordening (EG) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie Nihil Afdeling 5. - Bijzondere bepalingen in verband met de andere

verbintenissen van de gewestelijke entiteit

Art. 136.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2022 door de door het Gewest erkende instellingen voor sociaal krediet, volgens de controleregels en ten belope van een maximumbedrag van 25.000.000 euro ; in voorkomend geval kan een bijkomend waarborgbedrag vastgelegd worden door de Regering op voorstel van de Minister van Begroting en de Minister voor Huisvesting.

Art. 137.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2022 door de Brusselse Maatschappij voor het Waterbeheer (B.M.W.B.) voor een maximumbedrag van 20.000.000 euro.

Art. 138.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2022 door de N.V. Sorteercentrum voor een maximumbedrag van 60.000.000 euro.

Art. 139.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door de C.V.B.A. Brussel-Energie in 2022 voor een maximum bedrag van 36.000.000 euro.

Art. 140.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan een lening, aan te gaan in 2022 door de vzw WIELS, Centrum voor Hedendaagse Kunst, voor een maximumbedrag van 1.500.000 euro.

Art. 141.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om de kredieten die ingeschreven staan op de provisionele basisallocatie 06.002.99.01.80.00 aan te wenden voor het, ten uitzonderlijken titel, in 2022 toekennen van leningen op lange termijn en minimaal tegen marktvoorwaarden aan de geconsolideerde en niet geconsolideerde instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor een bedrag van maximaal 20.000.000 euro en dit met het oog op de financiering van hun statutaire opdrachten. De basisallocatie 06.002.99.01.80.00 met de onverdeelde economische code 80.00 mag niet rechtstreeks aangewend worden. In functie van de concrete dossiers zullen nieuwe basisallocaties gecreëerd worden, via kredietherverdeling, met verdeelde economische codes in functie van het type begunstigde.

Art. 142.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de operaties tot dekking in 2022 van het risico op interestvoet- en wisselkoersschommelingen (« options, futures, swaps... ») die in strikte zin verbonden zijn met de door het Gewest gewaarborgde schuld.

Deze machtiging wordt verleend op basis van een voorafgaande risicoanalyse door de Front Office van het Agentschap van de Schuld.

Art. 143.Wanneer de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd is om de gewestwaarborg te verlenen voor financiële operaties waaronder in hoofdzaak aan te gane leningen of voor een afgeleid product dat eraan verbonden is, moet vooraf een risicoanalyse van de begunstigde entiteit van de gewestwaarborg en van de te waarborgen verrichting uitgevoerd worden door de diensten van de Regering.

Bij deze risicoanalyse wordt rekening gehouden met de financiële risico's, de institutionele nabijheid van de begunstigde entiteit t.o.v. het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en met elk ander element dat de blootstelling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als borgverlener verhoogt of verlaagt.

Deze risicoanalyse dient als basis voor de berekening van de vergoeding (fees) die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal gevraagd worden voor het toekennen van de gewestwaarborg.

De fees worden opgenomen in een compartiment van het organieke Begrotingsfonds voor het beheer van de gewestschuld en zullen gebruikt worden om een eventueel toekomstig onvermogen op een gewestwaarborg te dekken.

Elke toegekende gewestwaarborg zal regelmatig opgevolgd worden door de diensten van de Regering tot aan de uitdoving ervan.

Art. 144.Om te voorkomen dat een schuldeiser een beroep doet op de gewestelijke waarborg, is de Regering gemachtigd om aan de begunstigde entiteiten van die waarborg een rechtstreekse lening toe te kennen voor een totaal bedrag van maximaal 100 miljoen euro voor het begrotingsjaar 2022, voor alle begunstigde entiteiten als geheel.

De lening kan slechts toegekend worden door de Regering na een financiële analyse en een contractvoorstel van de Front Office van het Agentschap van de Schuld.

Deze rechtstreekse lening kan enkel verstrekt worden als aan de volgende voorwaarden is voldaan : - het was niet mogelijk om tot een vergelijk te komen met de gewaarborgde schuldeiser en hierdoor bestaat er een imminent risico op activering van de waarborg ; - de lening beoogt uitsluitend een volledige of gedeeltelijke dekking van de financiële lasten die uitsluitend ver-schuldigd zijn aan een gewaarborgde schuldeiser voor het betrokken begrotingsjaar ; - de lening is gekoppeld aan een herstelplan of corrigerende maatregelen, bepaald in samenspraak met de toe-zichthoudende overheid.

De lening en de voorwaarden van haar terugbetaling ervan worden voorafgaand aan de verstrekking geregeld in een contract.

Art. 145.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om een gedeelte van het gebouw gelegen aan de Oudergemlaan nr. 63 te Etterbeek, gratis ter beschikking te stellen van de v.z.w. « Commissariaat voor Europa en Internationale Instellingen » waarvan ze de statuten heeft erkend.

Art. 146.In afwijking van de artikelen 3 en 5 van de wet van 22 december 1986 over de intercommunales, kunnen gemeenten een participatie nemen in de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Irisnet gewijd aan de levering van diensten van tele- en elektronische communicatie in het kader van de overheidsopdracht IRISnet 2 die door het Gewest in hun naam en voor hun rekening werd verwezenlijkt.

Art. 147.De gedecentraliseerde diensten, instellingen, overheidsbedrijven, publiekrechtelijke organen en rechtspersonen die werden opgericht door of die afhangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden gemachtigd om een participatie te nemen in het kapitaal van de CVBA Irisnet die instaat voor de levering van diensten van elektronische communicatie en die werd opgericht na afloop van de overheidsopdracht IRISnet2, die zelf werd gegund door het Gewest.

Art. 148.In afwijking van het artikel 96 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de Brusselse Hoofdstedelijke Regering of de betrokken autonome bestuursinstelling gemachtigd om in 2022 volgende prijzen toe te kennen :

Benaming

Bedrag in euro Montant en euros

Appellation

Prijs Fernand Baudin : prijs van het mooiste boek in Brussel (uitgeverssector)

0 (prijs enkel voor prestige en imago - prix purement pour le prestige et l'image)

Prix Fernand Baudin : prix du plus beau livre à Bruxelles (secteur de l'édition)

Prijs « Brussels Invest & Export » : in het kader van het Defilé van « la Cambre Mode » : prijs die wordt toegekend aan een veelbelovende student(e) teneinde de realisatie van zijn/haar laatstejaarsstage of zijn/haar eerste beroepservaring in het buitenland te ondersteunen en aan te moedigen (verplichte stage van minimum 3 maand) en om zich zo tot ambassadeur/ambassadrice te maken van het Brussels talent in een belangrijk internationaal Modehuis

2.000

Prix « Brussels Invest & Export » : dans le cadre du Défile de « la Cambre Mode » : prix attribué à un(e) étudiant(e) prometteur(teuse) afin de soutenir et d'encourager la réalisation de son stage de dernière année ou sa première expérience professionnelle à l'étranger (stage obligatoire de minimum 3 mois) et ainsi se faire l'ambassadeur/ambassadrice du talent bruxellois dans une importante Maison de Mode internationale

Exportprijs van « Ambacht in de kijker » : prijs die wordt toegekend aan een ambachtsman/-vrouw opdat deze een creatieproject zou kunnen realiseren in het buitenland

2.500

Prix export de « la Vitrine de l'Artisan » : prix attribué à un(e) artisan(e) afin qu'il/elle puisse réaliser un projet de création à l'étranger

Prijs « ASBL Prix Roger Vanthournout » : prijs toegekend, in het kader van de stimulering van de sociale economie, aan een beginnende onderneming (minder dan 3 jaar) en een gevestigde onderneming (meer dan 3 jaar) teneinde de zichtbaarheid van de sector te versterken en de sociale economie in haar verscheidenheid kenbaar te maken

15.000

Prix « ASBL Prix Roger Vanthournout » : prix attribué, dans le cadre de la promotion de l'économie sociale, à une entreprise débutante (moins de 3 ans) et une entreprise confirmée (plus de 3 ans) afin de renforcer la visibilité du secteur et de faire connaître l'économie sociale dans sa diversité

YET AWARD 2022 - Expert Goud : deze prijs is bestemd voor het beste ondernemerschapsproject, in het kader van de « Young Entrepreneurs of Tomorrow »-strategie, toegekend door een multidisciplinaire jury.

3.000

YET AWARD 2022 - Expert Or : ce prix récompense le meilleur projet entrepreneurial, dans le cadre de la stratégie « Young Entrepreneurs of Tomorrow », attribué par un jury multidisciplinaire.

YET AWARD 2022 - Expert Zilver : deze prijs is bestemd voor het tweede beste ondernemerschapsproject, in het kader van de « Young Entrepreneurs of Tomorrow »-strategie, toegekend door een multidisciplinaire jury.

2.000

YET AWARD 2022- Expert Argent : ce prix récompense le deuxième meilleur projet entrepreneurial, dans le cadre de la stratégie « Young Entrepreneurs of Tomorrow », attribué par un jury multidisciplinaire.

YET AWARD 2022 - Expert Brons : deze prijs is bestemd voor het derde beste ondernemerschapsproject, in het kader van de "Young Entrepreneurs of Tomorrow"-strategie, toegekend door een multidisciplinaire jury.

1.000

YET AWARD 2022 - Expert Bronze : ce prix récompense le troisième meilleur projet entrepreneurial, dans le cadre de la stratégie "Young Entrepreneurs of Tomorrow", attribué par un jury multidisciplinaire.

YET AWARD 2022 - Publieksprijs : deze prijs is bestemd voor het beste ondernemerschapsproject in het kader van de « Young Entrepreneurs of Tomorrow »-strategie, toegekend door het publiek.

1.000

YET AWARD 2022 - Prix du Public : ce prix récompense le meilleur projet entrepreneurial, dans le cadre de la stratégie "Young Entrepreneurs of Tomorrow", attribué par le public

YET AWARD 2022 - Peterschap : deze prijs is bestemd voor het beste ondernemerschapsproject in het kader van de « Young Entrepreneurs of Tomorrow »-strategie, toegekend door het peterschap van het evenement.

500

YET AWARD 2022 - Parrain : ce prix récompense le meilleur projet entrepreneurial, dans le cadre de la stratégie "Young Entrepreneurs of Tomorrow", attribué par le parrain de l'évènement

Prijs « David Yansenne » : prijs om de partnerschappen tussen de verschillende actoren van de preventie- en veiligheidsketen te belonen.

12.000 (voor 3 prijzen : 6.000, 4.000 en 2.000)/(pour 3 prix : 6.000, 4.000 et 2.000)

Prix « David Yansenne » : prix afin de récompenser les partenariats entre les différents acteurs de la chaîne de prévention et de sécurité

Prijs « Yves Cabuy » : prijs met als doel initiatieven in de verf te zetten die worden genomen met het oog op het uitwerken, ontwikkelen of waarborgen van de professionalisering van de gunning van en het toezicht op overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten van de Brusselse plaatselijke besturen overeenkomstig de aanbeveling 2017/1805 van de Europese Commissie van 3 oktober 2017 betreffende de professionalisering van de gunning van overheidsopdrachten.

0 (de winnaars ontvangen geen beloningen met geldwaarde maar wel een certificaat van erkenning van uitmuntendheid en publiciteit in de media)/(les récompenses octroyées aux lauréats n'auront pas de valeur pécuniaire mais comprendront un certificat de reconnaissance d'excellence ainsi qu'une mise en valeur médiatique)

Prix « Yves Cabuy » : prix ayant pour objectif de mettre en valeur des initiatives prises en vue de concevoir, de développer ou de garantir la professionnalisation de la passation et du suivi des marchés publics et des contrats de concession des pouvoirs locaux bruxellois conformément à la recommandation 2017/1805 de la Commission européenne du 3 octobre 2017 sur la professionnalisation de la passation des marchés publics.

Prijs « Atomium » : in het kader van het « Stripfeest » : prijs die wordt toegekend aan een stripverhaal geselecteerd door een jury.

7.500

Prix « Atomium » : dans le cadre de la « Fête de la BD » : prix attribué à une bande dessinée sélectionnée par un jury

Prijs « Atomiumkinderprijs » : in het kader van het « Stripfeest »; deze prijs beloont een stripverhaal voor zijn pedagogisch karakter, geselecteerd door een jury

6.750

Prix « Atomium des Enfants » : dans le cadre de la « Fête de la BD » ; récompense une bande dessinée pour son caractère pédagogique, sélectionnée par un jury

Prijs « Woman Award in Technology and Science (WATS) » : de prijs wordt toegekend aan een Brusselse wetenschapsambassadrice die als rolmodel geldt voor meisjes en vrouwen. Het is een bekroning van haar vulgariserend talent dat ze in het jaar van haar ambassadriceschap ten dienste stelt van meisjes en vrouwen om hen aan te moedigen te kiezen voor wetenschap en technologie.

10.000

Prix « Woman Award in Technology and Science (WATS) » : le prix est décerné à une ambassadrice scientifique bruxelloise qui sera un modèle pour les filles et les femmes. Le prix valorise son talent de vulgarisatrice qu'elle met au service des filles et femmes durant l'année de son titre d'ambassadrice afin de les encourager à opter pour la science et la technologie.

Prijs « Scriptie in Circulaire Economie » : de prijs erkent het beste onderzoek van studenten en studentes aan Brusselse onderwijsinstellingen om op die manier de beginselen van de circulaire economie te verankeren in de onderzoeksprojecten van alle Brusselse universiteiten en hogescholen

2.000

Prix « Mémoire en Economie Circulaire » : le prix reconnait les meilleurs travaux de recherche des étudiant(e)s d'institutions d'enseignement bruxelloises, pour ancrer les logiques d'économie circulaire dans les projets de recherche de toutes les universités et hautes écoles bruxelloises


Art. 149.In afwijking van het artikel 96 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om in 2022 volgende giften toe te kennen : - gift aan het « Fonds de la Recherche Scientifique - FNRS » ten voordele van het onderzoek naar leukemie en kanker (actie « Télévie » - RTL) ; - gift aan de vzw « Vlaamse Liga Tegen Kanker » ten voordele van het onderzoek naar kanker (actie « Kom op tegen Kanker »).

Art. 150.In afwijking van het artikel 90, § 1 en § 2, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, vindt het overmaken van de certificering door het Rekenhof van de algemene rekening van elke autonome bestuursinstelling van eerste en tweede categorie aan het Parlement ten laatste plaats op 31 oktober.

Art. 151.Alle ordonnateurs van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gemachtigd om hun elektronische handtekening aan te wenden. Afdeling 6. - Slotbepaling

Art. 152.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2022.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 24 december 2021.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2021-2022 A-452/1 Ontwerp van ordonnantie A-452/2 Verslag A-452/3 Adviezen van de vaste commissies Integraal verslag : Bespreking : vergadering van donderdag 23 december 2021 Aanneming : vergadering van vrijdag 24 december 2021.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^