Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 21 juni 2012
gepubliceerd op 05 juli 2012

Ordonnantie betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2012031540
pub.
05/07/2012
prom.
21/06/2012
ELI
eli/ordonnantie/2012/06/21/2012031540/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 JUNI 2012. - Ordonnantie betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan (1)


de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder : 1° Verenigd College : het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;2° Administratie : diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;3° de UNESCO-conventie : de internationale conventie tegen het dopinggebruik in de sport, gesloten in Parijs op 19 oktober 2005 door de Algemene Conferentie van de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, van toepassing gemaakt voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bij ordonnantie van 24 februari 2008;4° Wereldantidopingagentschap, afgekort WADA : de stichting die opgericht is onder Zwitsers recht op 10 november 1999;5° Code : de Wereldantidopingcode, op 5 maart 2003 in Kopenhagen aangenomen door het WADA en gevoegd bij aanhangsel 1 van de UNESCO-Conventie en de latere wijzigingen ervan;6° Internationale Standaarden : de documenten, aangenomen door het WADA ter ondersteuning van de Code, die strekken tot harmonisatie van de verschillende technische en operationele onderdelen van de bepalingen van de Code te harmoniseren en de latere wijzigingen ervan; waaronder de Standaard ter toelating voor therapeutische doeleinden, die bijlage 2 vormt van de UNESCO-Conventie, alsook de internationale controlestandaarden die de aanhangsels 2 en 3 vormen van de UNESCO-Conventie en de internationale standaard betreffende de bescherming van persoonsgegevens; 7° de verboden lijst : de lijst met verboden stoffen en verboden methoden gevoegd als bijlage bij de Unesco-Conventie en geactualiseerd door het WADA;8° sporter : elke persoon die een sportactiviteit beoefent;ongeacht het niveau, in de hoedanigheid van amateur of professioneel. 9° elitesporter : elke sporter van wie de sportdiscipline onder de bevoegdheid valt van een sportvereniging, erkend door het Internationaal Olympisch Comité, en voorkomt in de lijst als bijlage, en die aan een of meer van de volgende criteria voldoet : a) hij maakt deel uit van de internationale doelgroep van zijn sportfederatie;b) hij beoefent zijn sportdiscipline als voornaamste bezoldigde activiteit, in de hoogste categorie of de hoogste nationale competitie van de betrokken sportdiscipline;c) hij is geselecteerd voor of heeft in de voorbije twaalf maanden deelgenomen aan één of meer van de volgende evenementen in de hoogste competitiecategorie van de betrokken discipline : Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Wereldkampioenschappen, Europese Kampioenschappen;d) hij neemt deel aan een ploegsport in een competitie waarbij de meerderheid van de teams die aan de competitie deelnemen, bestaat uit sporters als vermeld in a), b) of c);10° de elitesporters van categorie A : de elitesporters die overeenkomstig de bijlage in categorie A een individuele olympische discipline beoefenen;11° de elitesporters van categorie B : de elitesporters die overeenkomstig de bijlage in categorie B een individuele olympische discipline beoefenen;12° de elitesporters van categorie C : de elitesporters die overeenkomstig de bijlage in categorie C een olympische ploegdiscipline beoefenen;13° de elitesporters van categorie D : de elitesporters die niet tot de categorieën A, B of C behoren;14° begeleidend personeel van sporters : iedere trainer, verzorger, manager, agent, teammedewerker, official, medisch of paramedisch personeel, verwant of om het even welke andere persoon die een sporter, die deelneemt aan of zich voorbereidt voor een sportwedstrijd, behandelt, assisteert of ermee samenwerkt, kosteloos of tegen betaling;15° sportvereniging : elke vereniging van natuurlijke of rechtspersonen die, welke de vorm ook is, één van de volgende doeleinden nastreeft : a) één of meer lichamelijke activiteiten promoten die deel uitmaken van een sporttak;b) bijdragen tot de ontplooiing en het fysiek, psychisch en sociaal welzijn van de persoon aan de hand van blijvende en progressieve programma's;c) haar leden aan te sporen deel te nemen aan vrije of georganiseerde fysieke activiteiten, zowel in competitieverband als bij wijze van vrijetijdsbesteding;16° sportmanifestatie : elk initiatief dat een persoon toelaat sport te beoefenen op een georganiseerde manier;17° organisator van een sportmanifestatie : elke natuurlijke of rechtspersoon die tegen betaling of kosteloos al dan niet in een samenwerkingsverband met andere organisatoren een wedstrijd of een sportmanifestatie organiseert;18° sportinfrastructuur : elke ruimte of terrein al dan niet bebouwd en al dan niet gratis ter beschikking gesteld, waar fysieke activiteiten vrij of georganiseerd beoefend kunnen worden;19° uitbater van een sportinfrastructuur : elke natuurlijke- persoon, of rechtspersoon, of vereniging van personen, feitelijke vereniging of vereniging van rechtswege die een sportinfrastructuur uitbaat;20° handel : het verkopen, verstrekken, vervoeren, versturen, leveren of verspreiden van een verboden stof of verboden methode (hetzij fysisch, hetzij via elektronische weg of anderszins) door een sporter, het begeleidend personeel van sporters of om het even welke andere persoon die onder het gezag van een antidopingorganisatie valt, aan om het even welke derde partij.Deze definitie slaat evenwel niet op de handelingen van « bona fide » medisch personeel met betrekking tot een verboden stof die wordt gebruikt voor reële en legitieme therapeutische doeleinden of om een andere aanvaardbare reden, en evenmin op handelingen met betrekking tot verboden stoffen die niet verboden zijn tijdens dopingcontroles buiten competitie, tenzij de omstandigheden in hun geheel erop wijzen dat dergelijke verboden stoffen niet bedoeld zijn voor reële en legitieme therapeutische doeleinden; 21° afbraakstof : elke stof die ontstaat uit een biotransformatie;22° marker : een verbinding, groep verbindingen of biologische parameter(s) aan de hand waarvan het gebruik van een verboden stof of verboden methode kan worden aangetoond;23° monster of specimen : elk biologisch materiaal dat wordt afgenomen voor dopingcontrole;24° dopingcontrole : alle stappen en processen vanaf de planning van de dopingcontrole tot en met de eindbeslissing in beroep, met inbegrip van alle stappen en processen daartussen, zoals het verstrekken van verblijfsinformatie, monsterneming en -verwerking, laboratoriumanalyse, het beheer van de toestemmingen wegens gebruik om therapeutische noodzaak, resultatenbeheer en hoorzittingen;25° controle : het onderdeel van het globale dopingcontrole-proces dat het plannen van de controles, het verzamelen en hanteren van monsters en het verzenden van monsters naar het laboratorium inhoudt;26° doelgerichte dopingcontrole : geprogrammeerde controles waarbij specifieke sporters of groepen sporters worden geselecteerd voor controles op een bepaald moment;27° onaangekondigde controle : een controle die plaatsvindt zonder voorafgaande waarschuwing van de sporter en waarbij de sporter continu wordt vergezeld, vanaf het moment van bekendmaking tot en met monsterneming;28° wedstrijd : een enkele proef, een spel, een onderdeel of een welbepaalde sportieve competitie; 29° controle binnen competitie : een dopingcontrole binnen competitie, zoals vermeld in artikel 2.11 van de UNESCO-Conventie; 30° controle buiten competitie : een dopingcontrole buiten competitie, zoals vermeld in artikel 2.16 van de UNESCO-Conventie; 31° ploegsport : een sport waarbij de vervanging van spelers tijdens een wedstrijd toegestaan is;32° belastend analyseresultaat : een rapport van een laboratorium of een ander door het WADA erkend orgaan dat, conform de internationale norm voor laboratoria, in een monster de aanwezigheid van een verboden stof of de afbraakproducten of markers daarvan (waaronder verhoogde concentraties van lichaamseigen stoffen) of een bewijs voor het gebruik van een verboden methode vaststelt;33° gebruik : het op om het even welke wijze gebruiken, aanbrengen, innemen, injecteren of consumeren van om het even welke verboden stof of verboden methode;34° ADAMS : het Anti-Doping Administration and Management System, ontworpen door het WADA is een databank op het internet die gebruikt wordt om gegevens van sporters in te voeren, op te slaan, te delen en te rapporteren;35° TTN : toestemming voor gebruik wegens therapeutische doeleinden uitgereikt door de Commissie ingesteld bij artikel 10, § 3, die, na onderzoek van het medisch dossier van de sporter, de toestemming voor gebruik wegens therapeutische doeleinden mogelijk maakt van een stof of een methode die opgenomen is in de verboden lijst met inachtneming van de volgende criteria : a) de gezondheid van de sporter wordt geschaad als de verboden stof of de verboden methode hem niet zou worden toegediend;b) het prestatievermogen van de sporter mag na genezing door het therapeutische gebruik van de verboden stof of de verboden methode niet hoger liggen dan het prestatievermogen bij de aanvang van de ziekte;c) er bestaat geen toegelaten therapeutisch alternatief voor de verboden stof of verboden methode;d) de noodzaak voor het gebruik van de verboden stof of de verboden methode is niet het gevolg van voormalig gebruik van een verboden stof of een verboden methode zonder TTN;36° doelgroep van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : groep elitesporters erkend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie wegens hun sportief lidmaatschap van een sportvereniging die uitsluitend onder de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vallen of die wegens hun hoofdverblijfplaats in het tweetalig gebied van Brussel-Hoofdstad in geval van aansluiting bij een nationaal gebleven sportfederatie, tezelfdertijd aan controles binnen of buiten competitie in het kader van het controleprogramma van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie zijn onderworpen;37° vechtsport met risico : vechtsport waarvan de regels uitdrukkelijk opzettelijk toegediende slagen toestaan;38° vechtsport met extreem risico : de vechtsport waarvan de regels toestaan dat slagen bewust worden toegediend, inzonderheid als de tegenstander op de grond ligt en waarvan de beoefening voornamelijk bedoeld is om, zelfs tijdelijk, de fysieke en psychische integriteit van de deelnemers aan te tasten;39° Coördinatieraad : de Coördinatieraad, opgericht bij het samenwerkingsakkoord van 24 november 2011 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie over dopingpreventie en -bestrijding in de sport;40° CAS (EN) : Hof van Arbitrage voor Sport;41° sportactiviteit : alle vormen van fysieke activiteit die, door een al dan niet georganiseerde deelname, als doel heeft de uitdrukking of de verbetering van de fysieke en psychische conditie, de ontwikkeling van sociale relaties of het bekomen van resultaten in competitie op alle niveaus.

Art. 3.De bepalingen van deze ordonnantie zijn van toepassing op : 1° alle natuurlijke personen, onder andere de sporters, in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;2° alle instellingen in de zin van artikel 135 van de Grondwet, onder andere de sportverenigingen en de rechtspersonen, die sportmanifestaties of -activiteiten organiseren in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en die, wegens hun organisatie, niet beschouwd kunnen worden als uitsluitend te ressorteren onder de bevoegdheid van de Vlaamse of de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK II. - Preventie, medische begeleiding en promotie van de gezondheid door en bij de sportbeoefening

Art. 4.Het Verenigd College organiseert, eventueel in samenwerking met andere overheden, educatieve, informatie- en preventiecampagnes omtrent de gezondheidspromotie door en bij sportbeoefening, door onder meer de bevolking, en in het bijzonder de sportbeoefenaars en hun directe omgeving te sensibiliseren over de eerbiediging van de door het Verenigd College bepaalde gezondheidsregels daarbij.

Naast de samenwerking bedoeld in de artikelen 3 en 4 van het samenwerkingsakkoord van 24 november 2011 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende dopingpreventie en -bestrijding in de sport, kan het Verenigd College, met het oog op een regelmatige uitwisseling van informatie, documentatie, deskundigen en diensten, partnerschapsakkoorden inzake de medisch verantwoorde sportbeoefening afsluiten met alle sportverenigingen die hierom verzoeken.

Art. 5.Het Verenigd College kan : 1° de wijze van gezondheidspreventie en medische begeleiding van de sporters bepalen, om deze te behoeden voor de risico's die aan de sport en aan de trainingsomstandigheden verbonden zijn;2° de wijze van promotie van een aangepaste sportbeoefening die de gezondheid ten goede kan komen, bepalen, dit door de sporter bewust te maken van zijn verantwoordelijkheid en door de geneesheer te informeren;3° een lijst bepalen met algemene aanbevelingen en medische contra-indicaties in verband met de beoefening van de sportdisciplines die deze vereisen. Het Verenigd College kan de voorwaarden voor de beoefening van de risicosporten vastleggen, alsook de wijze van controle op de nakoming ervan.

Art. 6.De sportverenigingen nemen alle nodige schikkingen die bijdragen tot de sportbeoefening, met inachtneming van het fysiek en psychisch welzijn van de sporters.

Het Verenigd College kan sportverenigingen van een specifieke sportdiscipline, organisatoren van bepaalde sportmanifestaties en exploitanten van bepaalde sportinfrastructuren opleggen een medisch reglement aan te nemen. In dat geval kan het Verenigd College de minimumvoorwaarden inzake gezondheidsopvoeding en preventieve gezondheidszorg bepalen die deze medische reglementen dienen te omvatten. HOOFDSTUK III. - Verbod op dopingpraktijk

Art. 7.Het gebruik van doping is verboden.

Elke sporter, elk lid van het begeleidend personeel van de sporter, elke sportvereniging en elke organisator is onderworpen aan de bepalingen van deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Art. 8.Onverminderd artikel 10, moet onder doping worden verstaan : 1° de aanwezigheid van een verboden stof of de afbraakproducten of markers daarvan in het lichaam van een sporter, ongeacht de hoeveelheid, met uitzondering van die stoffen waarvoor een specifieke grenswaarde is genoemd in de verboden lijst;2° het gebruik of poging tot gebruik van een verboden stof of een verboden methode;3° de weigering of het verzuimen zonder duidelijke verantwoording om een monster af te staan, na de in de toepasselijke antidopingregels vermelde kennisgeving, of op om het even welke andere manier ontwijken van de monsterneming;4° het feit, voor een elitesporter van categorie A, om driemaal in een periode van 18 maanden te rekenen vanaf de dag van de eerste schending, de regels betreffende de toepasselijke vereisten in de materie van beschikbaarheid van de sporters voor de controles buiten competitie te schenden, zoals bepaald in hoofdstuk VII van onderhavige ordonnantie;5° het plegen van fraude, of de poging daartoe, bij om het even welk onderdeel van de dopingcontrole;6° het bezit door een sporter binnen competitie van ongeacht welke verboden methode of stof, of bezit door een sporter buiten competitie van om het even welke verboden methode of verboden stof die verboden is buiten wedstrijdverband;7° het bezit door begeleidend personeel van de sporter binnen wedstrijdverband van om het even welke verboden methode of stof, of bezit door begeleidend personeel van de sporter buiten competitie van om het even welke verboden methode of verboden stof die verboden is buiten competitie;8° het verhandelen van om het even welke verboden stof of methode;9° de toediening of de poging tot toediening van een verboden stof of verboden methode aan om het even welke sporter, binnen of buiten competitie of het bijstaan, het aanmoedigen van, het meewerken aan, het aanzetten tot, het helpen bij, het verbergen van of ongeacht welke vorm van medeplichtigheid die leidt tot een overtreding of een poging tot overtreding van de antidopingregels. Het is niet noodzakelijk om de opzet, de fout, de nalatigheid of het bewuste gebruik door de sporter aan te tonen om de feiten van doping voorzien in lid 1, 11, 21, 61 en 71 vast te stellen.

Poging bestaat, wanneer het voornemen om een dopingfeit te plegen zich heeft geopenbaard door uitwendige daden die een begin van uitvoering van dit feit uitmaken en alleen ten gevolge van omstandigheden, onafhankelijk van de wil van de dader zijn gestaakt of hun uitwerking hebben gemist.

Art. 9.Het Verenigd College besluit over de verboden lijst en de herzieningen ervan binnen drie maanden na de aanname ervan door het WADA.

Art. 10.§ 1. De feiten bedoeld in artikel 8 worden niet als doping beschouwd, wanneer verboden producten of methoden voor therapeutische redenen in de zin van bijlage 2 van de UNESCO-Conventie worden gebruikt. § 2. Het Verenigd College bepaalt de procedure tot toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak van verboden stoffen of methodes, overeenkomstig bijlage 2 van de UNESCO-Conventie. § 3. Het richt daartoe een commissie van onafhankelijke geneesheren op, samengesteld uit ten minste drie leden, belast met het uitreiken van deze toestemmingen.

Het Verenigd College stelt de samenstelling, de werking, de wijze van vergoeding van zijn leden, alsmede de beroepsprocedure ervan vast. § 4. Alle elitesporters zijn onderworpen aan de verplichtingen inzake de toestemming wegens therapeutische noodzaak, overeenkomstig bijlage 2 van de UNESCO-Conventie.

De commissie is niet bevoegd ten opzichte van de elitesporters die, in toepassing van bijlage 2 van de UNESCO-Conventie ertoe gehouden zijn hun aanvraag tot toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak in te dienen bij de internationale of nationale sportvereniging waarvan ze afhangen.

De sporter die een aanvraag tot toestemming van gebruik wegens therapeutische noodzaak bij een andere overheid of sportvereniging die door het WADA als antidopingorganisatie is erkend, heeft ingediend, mag geen aanvraag indienen die berust op dezelfde redenen bij de commissie.

De beslissingen van de commissie worden gemotiveerd en betekend binnen 15 werkdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag tot toestemming.

De commissie waarborgt overeenkomstig artikel 12 de strikte bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de sporters bij de verwerking van persoonlijke gezondheidsgegevens die haar zijn toevertrouwd.

De commissie kan het door haar nuttig geachte advies inwinnen van medische of wetenschappelijke deskundigen volgens de modaliteiten bepaald door het Verenigd College. Alle aan deze experten bezorgde informatie gebeurt anoniem en de verwerking ervan gebeurt met de meest strikte vertrouwelijkheid, onder de verantwoordelijkheid van de leden van de commissie. § 5. De door een overheid of een sportvereniging overeenkomstig bijlage 2 van de UNESCO-conventie verleende toestemmingen voor gebruik wegens therapeutische noodzaak zijn erkend in het tweetalige gebied van Brussel-Hoofdstad. § 6. Het geneeskundig attest van de geneesheer van een sporter die geen elitesporter is, geldt als toestemming voor gebruik wegens therapeutische redenen.

Art. 11.In het kader van de dopingbestrijding is het Verenigd College belast met : 1° het samenwerken met andere antidopingorganisaties;2° het aanmoedigen van wederzijdse dopingcontroles tussen antidopingorganisaties;3° het stimuleren van antidopingonderzoek;4° het plannen, implementeren van en toezicht houden op de informatie- en scholingsprogramma's over antidoping, met name de informatie van de sporters met betrekking tot de bescherming van hun privéleven tijdens de verwerking van hun persoonsgegevens;5° het Wada op de hoogte te brengen van de uitgevoerde controles;6° het jaarverslag van haar activiteiten op het gebied van dopingcontrole te publiceren en een exemplaar hiervan te verstrekken aan het WADA.

Art. 12.Alle informatie verzameld of meegedeeld in het kader van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten, verder genaamd « de informatie », is vertrouwelijk.

De verwerking van deze gegevens heeft tot doel de bestrijding van dopinggebruik met het oog op de bevordering van een sportuitoefening die de gezondheid, de billijkheid, de gelijkheid en de sportieve geest eerbiedigt. Wat betreft de gegevens aangaande de verblijfsgegevens van de elitesporters, heeft de verwerking van deze gegevens meer bepaald de planning van de antidoping controles buiten competitie tot doel.

De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is verantwoordelijk voor de verwerking van deze gegevens.

Het Verenigd College bepaalt nauwkeurig welke gegevens relevant, niet buitensporig en strikt noodzakelijk zijn voor het in het tweede lid bepaalde doel, en verwerkt kunnen worden krachtens de ordonnantie. Het stelt eveneens de voorwaarden vast inzake de verwerking van de gegevens, de termijn voor de bewaring ervan en de bestemmelingen van deze gegevens.

De bestemmelingen van deze gegevens kunnen de gegevens slechts verwerken en meedelen aan derden in de mate dat het strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de doelgerichtheid bepaald in het tweede lid en overeenkomstig de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij de verwerking van persoonsgegevens.

De verwerking van persoonsgegevens betreffende de gezondheid van sporters gebeurt onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.

Het Verenigd College kan deze gegevens verzamelen en verwerken, zodra ze anoniem zijn gemaakt, voor statistieke doeleinden of voor de bevordering van het beleid voor de bestrijding van doping. HOOFDSTUK IV. - Verbod op de beoefening van vechtsporten met extreem risico

Art. 13.De vechtsporten met extreem risico worden verboden.

Art. 14.Worden eveneens verboden : 1° het aanzetten tot de beoefening van vechtsporten met extreem risico;2° het vergemakkelijken, op welke wijze ook, van het beoefenen van vechtsporten met extreem risico, het organiseren ervan of het meewerken aan de organisatie ervan;3° het verhinderen van de uitvoering van een procedure tegenover een derde en in welke fase ook, om de vechtsport met extreem risico te verbieden of het misleiden van elke bij die procedure betrokken instantie;4° de poging tot uitvoering van de onder 1° tot 3° hierboven bedoelde gedragingen.

Art. 15.Het Verenigd College stelt een lijst op met de vechtsporten met extreem risico.

Het Verenigd College werkt deze lijst regelmatig bij. HOOFDSTUK V. - Controle van de dopingpraktijk

Art. 16.Onverminderd de door het WADA en de sportverenigingen uitgevoerde controles, stelt het Verenigd College een periodiek bijgewerkt verdelingsplan op van de binnen en buiten competitie uit te voeren dopingscontroles en voert de procedures voor de antidopingcontroles zelf uit of laat ze uitvoeren.

Het Verenigd College stelt artsen of titularissen van een master in geneeskunde aan die belast zijn met het uitvoeren van de geplande dopingcontroles, in voorkomend geval, in aanwezigheid van één of meer officieren van de gerechtelijke politie.

Art. 17.§ 1. Het Verenigd College bepaalt de dopingcontroleprocedure.

Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van de gerechtelijke politie kunnen de controleartsen : 1° monsters van de bevoorrading van de sporter of elitesporter en van zijn begeleidend personeel afnemen of laten afnemen, met het oog op de analyse ervan in een erkend laboratorium;2° monsters van het lichaam van de sporter of elitesporter zoals van het haar, het bloed, de urine of het speeksel afnemen of laten afnemen, met het oog op de analyse ervan in een erkend laboratorium;3° de voertuigen, de kledij, de uitrusting en de bagage van de sporter en van zijn begeleidend personeel controleren;4° alle informatie verzamelen die verband kan houden met een overtreding van de artikelen 7 en 8. Voor elke soort uitgevoerde monsterneming worden er twee monsters genomen, omschreven als A- en B-monsters.

De officieren van de gerechtelijke politie en de controleartsen hebben in het kader van de uitvoering van de dopingcontroles toegang tot de kleedkamers, de trainingszalen, de sportlokalen en de sportterreinen of de plaatsen waar de trainingen, de wedstrijden of de manifestaties worden georganiseerd. § 2. Het Verenigd College legt de wijze en de voorwaarden vast van de monsterneming, de procedures voor bewaring, vervoer en analyse van de monsters, de benoemings- en vergoedingsvoorwaarden van de controleartsen en van om het even welke persoon die de controleartsen mag bijstaan. § 3. Bij elke controle wordt er door de controlearts een proces-verbaal opgesteld en overgemaakt aan de administratie binnen drie dagen na de controle. Het zich niet aanmelden op, het zich verzetten tegen, het verhinderen van de uitvoering ervan of het misleiden van de controleurs en, in het algemeen, van om het even welke bij de dopingprocedure betrokken overheid, wordt in het proces-verbaal opgenomen.

Het proces-verbaal bevat onder meer : 1° de naam van de sporter of van het lid van het begeleidend personeel van de betrokken sporter;2° als de sporter minderjarig is, de naam van de wettelijke vertegenwoordiger die hem vergezelt of deze van de persoon onder wiens gezag hij geplaatst is;3° zijn nationaliteit;4° zijn sport en, in voorkomend geval, zijn discipline;5° het niveau van de competitie van de sporter;6° de sportvereniging waarvan de sporter afhangt;7° het feit dat de controle werd verricht binnen of buiten competitie;8° de datum waarop de controle en, in voorkomend geval, de monsterneming werd uitgevoerd;9° de plaats waar de controle en, in voorkomend geval, de monsterneming werd uitgevoerd;10° de beschrijving van de eventueel in beslag genomen voorwerpen;11° een beschrijving van de te volgen procedure. § 4. Er wordt een afschrift ervan aan de betrokken sporter overgemaakt binnen tien dagen na de controle. Er wordt eveneens binnen dezelfde termijn een afschrift ervan overgemaakt aan de sportvereniging waarbij de sporter is aangesloten. § 5. Als de sporter of elitesporter die wordt onderworpen aan een controle minderjarig is, dient deze vergezeld te zijn door één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of van om het even welke persoon die gemachtigd is om dit te doen. § 6. De terugtrekking van de sporter of van het lid van zijn begeleidend personeel heeft geen invloed op de voortzetting van de dopingcontroleprocedure.

Art. 18.§ 1. Onverminderd § 2 worden de overeenkomstig artikel 15 van deze ordonnantie verkregen monsters geanalyseerd door een erkend laboratorium, enkel en alleen om de aanwezigheid te onderzoeken van stoffen of elementen die het gebruik van de in artikel 9 van deze ordonnantie bedoelde verboden stoffen, middelen of methoden bewijzen.

Hiertoe onderzoekt het erkende laboratorium het monster overeenkomstig de criteria bepaald in de door het WADA goedgekeurde internationale standaard voor laboratoria.

De sporter wordt op de hoogte gebracht van de plaatsen en datum van de analyse van het monster door het door het WADA erkende laboratorium zodat hij, indien hij het wenst, daarbij aanwezig of vertegenwoordigd kan zijn, in voorkomend geval vergezeld door zijn deskundige. § 2. Op uitdrukkelijk verzoek van de administratie of van het WADA kan het erkende laboratorium in de lichamelijke monsters, die volledig anoniem zijn gemaakt, eveneens de aanwezigheid onderzoeken van andere stoffen of elementen die blijk geven van het gebruik van middelen en methoden andere dan deze die vermeld zijn in de in artikel 9 bedoelde lijst met als doel : 1° mee te werken aan het door het WADA ingestelde toezichtprogramma;2° mee te werken aan een door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ingesteld dopingbestrijdingsprogramma;3° een erkende antidopingorganisatie bij te staan bij het opstellen van het profiel van de relevante biologische parameters van de elitesporter voor doeleinden op het vlak van dopingbestrijding. § 3. Het Verenigd College kan, volgens de regels en de voorwaarden die het bepaalt, de controlelaboratoria erkennen. Om te worden erkend, dient het laboratorium, met name, door het WADA te worden geaccrediteerd.

Art. 19.§ 1. Zodra het monster geanalyseerd is, wordt het resultaat aan de administratie bezorgd samen met een door het laboratorium aangevuld analyseverslag, waarin met name het voor analyse ingesteld proces wordt beschreven. § 2. B Het Verenigd College bepaalt het model van het analyseverslag van de monsters van het laboratorium en de procedure voor overdracht van de resultaten.

Art. 20.De administratie geeft de sporter, het WADA en de sportvereniging waarvan hij afhangt, kennis van het resultaat en van het analysedossier met de bedoeling artikel 30 toe te passen.

Het Verenigd College bepaalt de inhoud en de regels van deze kennisgeving.

Art. 21.In geval van een belastend analyseresultaat verduidelijkt de in artikel 20 bedoelde kennisgeving eveneens het recht van de sporter om een analyse van het B-monster door een erkend laboratorium te vragen die de sporter of zijn vertegenwoordiger, in voorkomend geval met een deskundige, kan bijwonen.

Het Verenigd College bepaalt de procedure en de voorwaarden volgens welke deze tegenexpertise dient te verlopen. De kosten van deze tegenexpertise vallen ten laste van de sporter indien het resultaat van de analyse van monster A wordt bevestigd.

Art. 22.De sportverenigingen verzekeren het Verenigd College van hun volle medewerking aan de dopingcontroles.

Art. 23.Het Verenigd College kan samen met de Gemeenschappen en andere overheden, bilaterale of multilaterale akkoorden afsluiten, teneinde de uitvoering van de dopingcontroles door hun ambtenaren en erkende geneesheren mogelijk te maken of teneinde de aanvragen tot toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak van verboden stoffen, middelen of methodes te laten afhandelen.

De resultaten van de overeenkomstig de Code door één van haar ondertekenaars gevoerde controles, worden automatisch erkend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, zonder andere formaliteiten.

Zij binden de personen en de instellingen die aan deze ordonnantie onderworpen zijn. HOOFDSTUK VI. - Toezicht op de beoefening van de vechtsporten met risico

Art. 24.Met naleving van de gezondheidsvereisten, stelt het Verenigd College de algemene voorwaarden vast die de organisatoren van een sportmanifestatie moeten naleven om trainingen, wedstrijden en demonstraties van vechtsporten met risico te organiseren.

Die algemene voorwaarden verplichten de organisatoren van een sportmanifestatie een medisch reglement goed te keuren, maatregelen te nemen om de gezondheid van de deelnemers te garanderen, met inbegrip van de maatregelen met betrekking tot de materiële organisatievoorwaarden en de voorwaarden voor de medische en hygiënische begeleiding, en een verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid te nemen om de door de deelnemers geleden schade te vergoeden.

Het Verenigd College stelt bovendien de minimumleeftijd vast waaronder trainingen, wedstrijden en demonstraties van vechtsporten met risico verboden zijn, eventueel met aanpassingen naargelang de discipline.

Het Verenigd College kan bepalen dat de organisatoren van trainingen, wedstrijden en demonstraties van vechtsporten met risico die onder erkende federaties vallen, op weerlegbare wijze verondersteld worden de door hem bepaalde voorwaarden na te leven.

Het Verenigd College neemt de nodige maatregelen om het toezicht op door hem bepaalde voorwaarden te garanderen. De door hem aangestelde personeelsleden mogen de lokalen waar trainingen, wedstrijden en demonstraties van vechtsporten met risico plaatsvinden, betreden om de naleving van die voorwaarden na te gaan. HOOFDSTUK VII. - Verblijfgegevens van de sporters

Art. 25.Elke organisator deelt aan de administratie ten minste veertien dagen op voorhand en volgens de regels bepaald door het Verenigd College de sportmanifestaties of -wedstrijden mee die hij heeft geprogrammeerd en waaraan elitesporters deelnemen, om de planning van de dopingcontroles mogelijk te maken.

Art. 26.§ 1. In de vorm en volgens de regels bepaald door het Verenigd College dienen de elitesporters van de categorieën A, B en C die deel uitmaken van de doelgroep van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie via publicatie in de gegevensbank ADAMS nauwkeurige en geactualiseerde gegevens over hun verblijf te verstrekken.

De lijst van sportdisciplines die als basis geldt voor de indeling van de verschillende categorieën van elitesporters, wordt opgenomen als bijlage bij deze ordonnantie.

Op gemotiveerd advies van de Coördinatieraad kan het Verenigd College de bovenvermelde lijst wijzigen. § 2. De gegevens die de elitesporters categorie A moeten verstrekken zijn : 1° hun naam en voornamen;2° hun geslacht;3° hun wettelijke woonplaats en indien verschillend, hun gewoonlijke verblijfplaats;4° hun telefoonnummers, faxnummers en elektronische adressen;5° indien van toepassing, het paspoortnummer van de sporter van het WADA;6° hun discipline, klasse en sportploeg;7° hun sportfederatie en hun lidmaatschapsnummer;8° volledige adres van hun verblijfplaats, trainingsplaats, plaats van wedstrijd en manifestatie tijdens het komende trimester;9° een dagelijkse periode van 60 minuten tijdens dewelke de sporter beschikbaar is op één bepaalde aangeduide plaats voor een onaangekondigde controle. § 3. De gegevens die de elitesporters van categorieën B en C moeten verstrekken zijn : 1° hun naam en voornamen;2° hun geslacht;3° hun telefoonnummers, faxnummers en elektronische adressen;4° indien van toepassing, het paspoortnummer van de sporter van het WADA;5° hun discipline, klasse en sportploeg;6° hun sportfederatie en hun lidmaatschapsnummer;7° hun uurrooster en plaats van sportwedstrijden en trainingen tijdens het komende trimester;8° het volledige adres van hun gewoonlijke verblijfplaats voor de dagen dat zij niet op een sportwedstrijd of training zijn tijdens het komende trimester. De elitesporters van categorie C kunnen een verantwoordelijke van hun ploeg volmacht geven om deze gegevens te verstrekken in hun naam. § 4. De elitesporters van categorie B die hun verplichtingen op het vlak van verblijfgegevens niet naleven of een controle missen, kunnen na een schriftelijke kennisgeving en volgens door het Verenigd College bepaalde regels, verplicht worden de verplichtingen op het vlak van verblijfsgegevens van elitesporters van categorie A tijdens 6 maanden na te leven. In geval van een nieuw verzuim binnen deze termijn wordt dit met 18 maanden verlengd.

De elitesporters van categorie C die hun verplichtingen op het vlak van verblijfsgegevens niet naleven of een controle missen, kunnen na een schriftelijke kennisgeving en volgens door het Verenigd College bepaalde regels, verplicht worden de verplichtingen op het vlak van verblijfsgegevens van elitesporters van categorie A of B tijdens 6 maanden na te leven. In geval van een nieuw verzuim binnen deze termijn wordt dit met 18 maanden verlengd.

Elitesporters van categorie B, C of D, aan wie periodes van disciplinaire schorsingen zijn opgelegd wegens een schending van de antidopingregels of van wie de prestaties er plots en opmerkelijk op vooruitgaan, of tegen wie ernstige aanwijzingen van doping bestaan, moeten, volgens door het Verenigd College bepaalde regels, de lokalisatieverplichtingen opgelegd aan elitesporters van categorie A respecteren. § 5. Uitgezonderd in geval van overmacht, is iedere elitesporter beschikbaar voor één of meerdere dopingscontroles op de aangeduide lokalisatieplaats. § 6. De verplichtingen bepaald in het huidig artikel worden van kracht vanaf het ogenblik dat de elitesporter ervan verwittigd werd door betekening en tot ontvangst van de betekening van het einde van hun uitwerking, volgens door het Verenigd College bepaalde nadere regels.

Indien de elitesporter de naleving van de verplichtingen bepaald in het huidig artikel betwist, kan hij een opschortend beroep aantekenen.

Het Verenigd College bepaalt de nadere regels voor de procedure in beroep. § 7. De in dit artikel bepaalde verplichtingen blijven in voege tijdens de volledige periode van schorsing van de elitesporter en hun naleving veronderstelt het recht van de elitesporter om deel te nemen aan nieuwe wedstrijden of sportmanifestaties, na zijn schorsing. § 8. De volgende gegevens worden ter kennis gebracht van de ambtenaren die belast zijn met het toezicht op doping in de Franse Gemeenschap, Vlaamse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap, door middel van beveiligde communicatiekanalen en volgens door het Verenigd College bepaalde modaliteiten : 1) alle beslissingen betreffende de opneming of uitsluiting van een sporter uit de doelgroep van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vooraleer deze gegevens aan de sporter worden meegedeeld;2) alle tekortkomingen van een elitesporter uit de doelgroep van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bij een dopingcontrole of bij de aan hem opgelegde verplichtingen in het kader van de lokalisatie. HOOFDSTUK VIII. - Verjaring, vervolgingen en sancties Afdeling 1. - Gevechtsporten met risico

Art. 27.Elke inbreuk op artikel 24 wordt met een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en een geldboete van tweehonderd tot tweeduizend euro bestraft of met één van die straffen alleen.

In geval van recidive binnen twee jaar na een veroordeling wegens schending van artikel 24, die kracht van gewijsde heeft, worden de duur van de in het 1ste lid bedoelde gevangenisstraf en het bedrag van de in het 1ste lid bedoelde geldboetes verdubbeld.

Art. 28.Elke inbreuk op de artikelen 13 en 14 wordt met een gevangenisstraf van één tot vijf jaar en een geldboete van vijfhonderd tot tweeduizend euro bestraft of met één van die straffen alleen.

In geval van recidive binnen twee jaar na een veroordeling wegens bovenvermelde schendingen, die kracht van gewijsde heeft, worden de duur van de in het 1ste lid bedoelde gevangenisstraf en het bedrag van de geldboetes verdubbeld. Afdeling 2. - Doping

Art. 29.Elke inbreuk op de artikelen 7 en 8 van deze ordonnantie verjaart acht jaar na de datum van deze overtreding.

Art. 30.De sportverenigingen organiseren de tuchtprocedures betreffende de overtredingen van de antidopingregels en leggen de tuchtmaatregelen op overeenkomstig deze ordonnantie, haar uitvoeringsbesluiten en het geheel van de bepalingen van de Code betreffende de tuchtprocedure alsmede de antidopingreglementen van de overeenkomstige internationale sportfederaties.

Het reglement inzake de tuchtprocedure van de sportverenigingen garandeert de naleving van de rechten van de verdediging en het principe van onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de tuchtrechters. Dit reglement voorziet erin dat er ten minste tegen elke tuchtrechterlijke uitspraak in beroep kan worden gegaan en dat alle beroepen opschortend zijn.

Met inachtneming van de door het Verenigd College vastgestelde bepalingen delen de sportverenigingen via beveiligde communicatiekanalen de uitgevaardigde beslissingen en de identiteit van de bestrafte personen mee aan de ambtenaren van de overheden belast met het toezicht op doping en aan de verantwoordelijken van andere sportverenigingen belast met de uitvoering van de maatregelen.

De sportverenigingen mogen de in de vorige leden bedoelde tuchtprocedures samen organiseren.

Art. 31.Het is voor elke sporter verboden om aan een sportmanifestatie deel te nemen, wanneer hij door de bevoegde overheid wegens doping is uitgesloten, en dit tijdens de volledige duur van deze uitsluiting.

Het is voor elke organisator van een sportmanifestatie verboden om de deelname van een door de bevoegde overheid voor doping uitgesloten sporter te aanvaarden en dit tijdens de volledige duur van deze uitsluiting.

Het Verenigd College kan volgens de door hem bepaalde regels, de organisatoren van sportmanifestaties van de uitsluiting van een sporter wegens doping, waarvan het kennis heeft tijdens de volledige duur ervan op de hoogte brengen. Het kan een elektronisch beveiligde publicatie van deze gegevens instellen waarvan het gebruik strikt beperkt is tot de werkelijke naleving van de aan de sporters opgelegde maatregelen en waarvan de toegang tot de organisatoren van sportmanifestaties is beperkt. Het kan eveneens een andere instantie met het waarnemen van deze beveiligde elektronische publicatie gelasten.

Art. 32.Een overtreding van de antidopingregels in een individuele sport die verband houdt met een controle in competitie brengt automatisch de annulatie met zich mee van de resultaten die tijdens deze wedstrijd werden behaald.

Een overtreding van de antidopingregels begaan tijdens een manifestatie of in het kader van deze kan de annulatie van alle individuele door de sporter in het kader van deze manifestatie behaalde resultaten met zich meebrengen.

Art. 33.§ 1. Voor de teamsporten worden de door het team behaalde resultaten niet beïnvloed door een positief resultaat van één van de teamleden.

Als meer dan twee leden van hetzelfde team schuldig worden bevonden aan een overtreding van de antidopingregels worden de regelingen die gelden krachtens artikel 31 mutatis mutandis, dan op de ploeg toegepast, bovenop de individuele toepassing van hetzelfde artikel op elke sporter of elitesporter die een overtreding op de antidopingregels heeft begaan, onverminderd de mogelijkheid voor de sportvereniging, die verantwoordelijk is voor de manifestatie tijdens welke een ploeg schuldig wordt bevonden aan een overtreding van de antidopingregels, om in strengere gevolgen te voorzien. § 2. De administratie voert doelgerichte controles uit op alle leden van het betrokken team, wanneer meer dan één van de leden schuldig werd bevonden aan een overtreding van de antidopingregels.

Art. 34.Elke tuchtbeslissing die kracht van gewijsde heeft en overeenkomstig de Code door één van zijn ondertekenaars is genomen, wordt automatisch erkend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, zonder andere formaliteiten. Zij bindt de personen en de instellingen die onderworpen zijn aan deze ordonnantie.

Het Verenigd College kan deze erkenning uitbreiden tot bepaalde beslissingen die genomen zijn door instanties die de Code niet hebben ondertekend voor zover deze beslissingen met inachtneming van de bepalingen van de Code werden genomen.

Art. 35.Onverminderd de toepassing van de tuchtmaatregelen waartoe besloten door de sportverenigingen en andere straffen opgelegd door het Strafwetboek of andere bijzondere regelgevingen, wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en een boete van vijf tot vijftig euro of één van die straffen alleen, hij die de in artikel 8, 7° tot 9° bedoelde bepalingen schendt.

In geval van recidive binnen twee jaar na een veroordeling wegens één van de bovenvermelde schendingen, die kracht van gewijsde heeft, wordt de duur van de in het eerste lid bedoelde gevangenisstraf en het bedrag van de geldboetes verdubbeld.

Art. 36.De verboden stoffen en voorwerpen die gebruikt worden om verboden methodes toe te passen, wanneer er een strafrechterlijke inbreuk wordt begaan, worden in beslag genomen en buiten werking gesteld.

Art. 37.§ 1. Indien een sportvereniging, een organisator van een sportmanifestatie of een uitbater van een sportinfrastructuur één of meer bepalingen van deze ordonnantie of van haar uitvoeringsbesluiten niet naleeft, zal het Verenigd College hen aanmanen zich, naar gelang van het geval binnen een termijn van acht dagen tot zes maanden, aan die bepalingen te conformeren. § 2. Het Verenigd College kan elke sportvereniging, organisator van een sportmanifestatie of uitbater van een sportinfrastructuur die geen gevolg geeft aan de in de vorige paragraaf bedoelde aanmaning, verbieden binnen het geheel of een gedeelte van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad sportmanifestaties te organiseren en sportinfrastructuur uit te baten, gedurende een termijn van minstens vierentwintig uur en hoogstens achttien maanden.

Het Verenigd College kan, als de sportvereniging, de organisator van een sportmanifestatie of de uitbater van een sportinfrastructuur geen gevolg geeft aan de in vorig lid bedoelde aanmaning, de overheid of (de overheden) die hun subsidies verleent (verlenen) hiervan op de hoogte brengen. § 3. Het Verenigd College bepaalt de procedure en de regels van kennisgeving en uitvoering van de in § 2 bedoelde beslissingen.

De betrokken sportvereniging, organisator van een sportmanifestatie of uitbater van sportinfrastructuur wordt gehoord door de Adviesraad voor gezondheids- en welzijnszorg, opgericht bij ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 17 juli 1991, en dit voor elke beslissing van het Verenigd College.

De Adviesraad voor gezondheids- en welzijnszorg verstrekt een advies aan het Verenigd College, dat een beslissing neemt binnen de maand na ontvangst van dit advies.

De beslissing van het Verenigd College kan worden bestreden voor de Raad van State. HOOFDSTUK IX. - Slot- en opheffingsbepaling

Art. 38.De ordonnantie van 19 juli 2007 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan, gewijzigd bij ordonnantie van 19 maart 2009, wordt opgeheven.

Bijlage B Sportdisciplines - categorieën Categorie A Atletiek - langeafstandslopen (3000 m en meer) Triatlon Duatlon Cyclocross Wielersport - baanwielrennen Wielersport - BMX Wielersport - mountainbike Wielersport - wielrennen op de weg Biatlon Skiën - langlaufen Skiën - noordse combinatie Categorie B Atletiek - alles, behalve langeafstandslopen (3000 m en meer) Badminton Boksen Gewichtheffen Gymnastiek - artistiek Judo Kano - slalom Kano - sprint Moderne vijfkamp Roeien Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Beachvolley Watersport - zwemmen Worstelen Zeilen Bobslee Skeleton Rodelen Schaatsen - kunstschaatsen Schaatsen - shorttrack Schaatsen - snelschaatsen Skiën - alpines Skiën - freestyle Skiën - snowboarden Categorie C Basketbal Handbal Hockey Voetbal Volleybal Waterpolo Ijshockey Categorie D Boogschieten Gymnastiek - ritmisch Gymnastiek - trampoline Paardrijden - dressuur Paardrijden - eventing Paardrijden - jumping Schieten Watersport - duiken Watersport - synchroonzwemmen Curling Skiën - schansspringen Gezien om gevoegd te worden bij de ordonnantie 21 juni 2012 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 21 juni 2012.

Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid en het Openbaar Ambt, B. CEREXHE Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen en het Openbaar Ambt, Mevr. B. GROUWELS Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota (1) Documenten van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : Gewone zitting 2011/2012 B-49/1 Ontwerp van ordonnantie B-49/2 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 25 mei 2012.

^