gepubliceerd op 13 januari 2022
Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 21 juni 2012 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
24 DECEMBER 2021. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 21 juni 2012 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan
Memorie van toelichting De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad is krachtens artikel 5, § 1, I, 8° van de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen bevoegd voor de activiteiten en diensten op het vlak van de preventieve gezondheidszorg, evenals alle initiatieven inzake de preventieve gezondheidszorg. De strijd tegen doping is een van die preventieve activiteiten.
Deze bevoegdheid wordt momenteel uitgevoerd door de ordonnantie van 21 juni 2012 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan die het voorwerp is van deze wijziging (hierna `de ordonnantie') en door het daarbij horende uitvoeringsbesluit van 10 maart 2016. Meerdere ministeriële besluiten vervolledigen het juridische arsenaal.
De strijd tegen doping kan door de aard ervan niet worden uitgevoerd door een overheid, onafhankelijk van de andere bevoegde Belgische overheden. Daarom, en om de coördinatie tussen de vier overheden optimaal te omkaderen, werd een samenwerkingsakkoord gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende dopingpreventie en -bestrijding in de sport.
Op 7 mei 2021 werd een nieuw samenwerkingsakkoord ondertekend.
Die teksten vertalen de principes en procedures die beschreven staan in de Wereldantidopingcode (hierna "de Code") die is aangenomen door het Wereldantidopingagentschap (hierna "het WADA").
De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie verbond zich ertoe de principes van die Code na te leven door op 21 februari 2008 in te stemmen met de Internationale Conventie tegen het dopinggebruik in de sport die op 19 oktober 2005 werd aangenomen in Parijs onder auspiciën van UNESCO. Het WADA keurde op 7 november 2019 een nieuwe versie van zijn Code goed tijdens de Wereldconferentie in Katowice.
Voor deze nieuwe tekst werden de overheidsinstanties en de sportwereld uitgebreid geraadpleegd. De Code treedt in werking op 1 januari 2021.
Naast de Code wijzigde het WADA ook de Internationale Standaarden. Dit zijn teksten die specifieke thema's van de Code verduidelijken, zoals educatie of controles en onderzoeken. Die Internationale Standaarden moeten worden gezien als het verlengstuk van de Code zelf.
De wijzigingen in de Code en de Internationale Standaarden liggen in de lijn van de continuïteit en de evolutie van de wereldwijde strijd tegen doping. Deze wijzigingen bieden ook een antwoord op de vele uitdagingen waarmee de antidopinggemeenschap te kampen kreeg na de onthulling van enkele gevallen van georganiseerde doping en de gevolgen ervan (zoals de invoering van beschermingsmaatregelen voor personen die informatie willen onthullen).
Het doel van dit ontwerp is tweeledig: de in november 2019 goedgekeurde wijzigingen opnemen in de voornoemde ordonnantie van 21 juni 2012 en de ordonnantie aanpassen aan de werkelijkheid op het terrein. Sinds de inwerkingtreding van voornoemde ordonnantie in 2016 heeft de administratie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, hierna "NADO", zich volop ontwikkeld. De sedertdien verrichte activiteiten maakten het mogelijk om te zien waar de ordonnantie moest aangepast worden voor een betere afstemming op de dagelijkse praktijk.
Overeenkomstig artikel 3, § 1, derde lid, 4°, van het bovengenoemde samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 werd het ontwerp ook aan de vertegenwoordigers van de andere bevoegde deelentiteiten meegedeeld.
Dit zijn de voornaamste wijzigingen die dit ontwerp aanbrengt in de ordonnantie van 21 juni 2012: 1. De Code wijzigt een reeks eerdere definities en voegt er nieuwe in die in de ordonnantie moeten worden omgezet, zoals het begrip "beschermde persoon" of "recreatiesporter". Bovendien werden de definities van de categorieën van elitesporters gewijzigd overeenkomstig de wijzigingen aangebracht in het voornoemde samenwerkingsakkoord van 9 december 2011. 2. De Code legt de opmaak en publicatie van een educatieplan op.Dit ontwerp vertrouwt deze taak toe aan de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, die reeds bevoegd is voor het educatie- en preventiebeleid ter zake. 3. De definitie van doping wordt verduidelijkt, maar ook uitgebreid.4. Er worden aanpassingen aangebracht in de bepaling die betrekking heeft op de bewijslast.5. De ordonnantie werd herzien in het licht van de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.6. Overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 7 mei 2021 tot wijziging van het voornoemde samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 worden de categorieën van elitesporters en bepaalde opnemingscriteria gewijzigd.7. Tot slot werden verschillende elementen uit de tuchtprocedure in de ordonnantie ingevoegd.Dit behelst onder meer de oprichting van een tuchtinstantie voor sporters en andere personen die niet bij een Belgische federatie zijn aangesloten. De sancties en de eventuele verschonings- en verzwaringsgronden werden ook verduidelijkt.
In sommige opzichten breidt het ontwerp van ordonnantie de verplichtingen van de elitesporters uit, met name door de categorieën van elitesporters te wijzigen, maar in andere opzichten genieten de sporters meer bescherming. Daarbij denken we met name aan de invoeging in de Code van het begrip "beschermde persoon" en de uitbreiding van het begrip "dopingfeit", door in de Code een sanctie in te voeren tegen iedereen die de onthulling van informatie belemmert of probeert te belemmeren.
Commentaar bij de artikelen Artikel 1.
Dit artikel behoeft geen commentaar.
Art.2 Overeenkomstig de Code in zijn herziene versie van 2021 werden bepaalde definities verfijnd of gewijzigd.
Dat is met name het geval voor de definitie van "binnen wedstrijdverband" (41° van de voornoemde ordonnantie van 21 juni 2012). De behoefte aan een universeel aanvaarde definitie ligt aan de basis van deze wijziging om: -te komen tot een grotere harmonisatie tussen de sporters in alle sportdisciplines; - de verwarring bij de sporters rond het toegepaste tijdsinterval bij de controles binnen wedstrijdverband weg te nemen of te verminderen; - onbedoeld verkregen afwijkende analyseresultaten te vermijden tussen verschillende wedstrijden tijdens eenzelfde evenement; - potentiële prestatiebevorderende voordelen verkregen dankzij de uitbreiding van de periode binnen wedstrijdverband van verboden stoffen die gebruikt werden buiten wedstrijdverband, te helpen voorkomen.
Dat is ook het geval voor de definitie van "specifieke stof of methode" die niet kan worden beschouwd als betrekking hebbende op minder belangrijke of gevaarlijke stoffen of methodes, maar als stoffen of methodes waarvan het waarschijnlijker is dat ze door sporters zijn geconsumeerd of gebruikt voor andere doeleinden dan het bevorderen van de sportprestaties.
Andere definities werden nieuw ingevoegd, namelijk de begrippen recreatiesporter (7° ), minderjarige (20° ), beschermde persoon (21° ), beslissingsgrens (22° ), minimaal rapporteringsniveau (23° ), misbruikstoffen (24° ) en antidopingactiviteiten (25° ).
De begrippen recreatiesporter, minderjarige en beschermde persoon werden in de Code 2021 opgenomen met het oog op meer soepelheid, met name met betrekking tot het sanctie- en bewijslastsysteem, als ze de antidopingregels overtreden. Deze maatregelen zijn dwingender en bieden de sporters een betere bescherming.
Naast de wijzigingen die voortvloeien uit de Code werden er ook wijzigingen aangebracht in de definities van elitesporters van categorie B en C, overeenkomstig de in het voornoemde samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 aangebrachte wijzigingen. Op grond van deze wijzigingen werden de categorieën van elitesporters vereenvoudigd en herleid tot drie in plaats van vier categorieën.
Overeenkomstig advies 70.010/1/V van 21 september 2021 van de afdeling wetgeving van de Raad van State werd artikel 2, 6° gewijzigd om het statische karakter van de verwijzingen naar de Code en zijn Internationale Standaarden van 2021 duidelijker te maken (overwegingen 5.1 tot 5.4).
In datzelfde advies is de afdeling wetgeving van oordeel dat de delegaties aan het Wereldantidopingagentschap waarin de ordonnantie voorziet, moeten worden weggelaten omdat zij niet beperkt zijn en een politiek karakter lijken te hebben (overweging 6).
Het advies wordt niet gevolgd op dat punt: enerzijds zijn de delegaties aan het WADA limitatief opgesomd en zijn zij in overeenstemming met de Code en zijn Standaarden; het is niet mogelijk ervan af te wijken. Anderzijds is er geen sprake van een politiek karakter bij het WADA, noch bij de bedoelde delegaties.
Ten slotte werd de definitie van "specifieke stof of methode" gewijzigd overeenkomstig het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State. Dat voorstel wijzigt de inhoud van de definitie niet, maar maakt ze wel duidelijker (overweging 8).
Art.3 Dit artikel integreert in artikel 4 van de voornoemde ordonnantie van 21 juni 2012 een bijkomende verplichting voor de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Ze moet een educatieplan opmaken dat, indien wenselijk, gepubliceerd moet worden overeenkomstig artikel 18.2 van de Code en de Internationale Standaard voor educatie.
Educatieprogramma's zijn essentieel om de harmonisatie, coördinatie en doeltreffendheid van antidopingprogramma's te waarborgen op nationaal en internationaal niveau. Ze zijn bedoeld om de sportiviteit te handhaven en de gezondheid van de sporters en hun recht om te wedijveren op voet van gelijkheid te beschermen, zoals beschreven in de inleiding van de Code.
Deze programma's moeten sensibiliseren, nauwkeurige informatie verschaffen en het beslissingsvermogen ontwikkelen zodat opzettelijke of onopzettelijke overtredingen van de antidopingregels en de andere regels van de Code kunnen worden vermeden.
Art.4 In deze bepaling werden twee wijzigingen aangebracht. Ten eerste werden de woorden "worden met name onderworpen" ingevoegd. Deze bepaling kon immers worden gelezen als een beperking van het in artikel 3 van de ordonnantie bedoelde toepassingsgebied ratione personae. Dit maakt het ook mogelijk het door de Code 2021 uitgebreide toepassingsgebied te bestrijken.
Ten tweede, uit de ordonnantie en haar besluit kan wel worden afgeleid dat ze van toepassing zijn op controleartsen en chaperons, maar op verzoek van het Wereldantidopingagentschap werden die twee categorieën van personen toegevoegd.
Hoewel niet specifiek vermeld in artikel 4 is ook het personeel van de Diensten van het Verenigd College dat voor de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie werkt aan deze ordonnantie onderworpen, op basis van artikel 24 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad. Dat bepaalt: "De ambtenaren oefenen hun ambt op loyale, zorgvuldige en integere wijze uit onder het gezag van hun hiërarchische meerderen. Zij dienen daartoe: 1° de van kracht zijnde wetten, ordonnanties en reglementeringen alsmede de richtlijnen waaronder de gedragsregels inzake deontologie, van de overheid waartoe zij behoren na te leven;2° nauwgezet en correct hun adviezen te formuleren en hun verslagen op te stellen; 3° de beslissingen zorgvuldig en plichtsbewust uit te voeren." Op grond van artikel 6, 2°, van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 tot vaststelling van de administratieve toestand en de individuele geldelijke rechten van de contractuele personeelsleden van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, is bovengenoemd artikel 24 ook van toepassing op contractuele personeelsleden.
In haar advies nr. 96/2021 van 14 juni 2021 verwijst de Gegevensbeschermingsautoriteit naar haar advies nr. 186/2019 (punt 11 tot en met 15) en advies nr. 94/2020 (punt 7 tot en met 11) over het statuut van recreatiesporters.
De Gegevensbeschermingsautoriteit is van oordeel dat de omzetting van de bepalingen van de Wereldantidopingcode niet vereist dat NADO's de sporters die niet aan competities deelnemen, in het bevoegdheidsgebied rationae personae opnemen. Volgens haar lijkt een dergelijke opneming momenteel disproportioneel. Zij verduidelijkt dat het hier gaat om een ongerechtvaardigde inmenging in het privéleven. Ze is eveneens van mening dat in de definitie van "recreatiesporter" expliciet moet worden verwezen naar breedtesporters die deelnemen aan wedstrijden.
Een breedtesporter wordt gedefinieerd als "elke sporter die geen elitesporter is". Een recreatiesporter wordt gedefinieerd als "elke breedtesporter die in de in de loop van de vijf jaar voorafgaand aan een overtreding van de antidopingregels, geen elitesporter van internationaal of nationaal niveau was, geen land vertegenwoordigd heeft bij een internationaal evenement zonder categoriebeperking of niet toegevoegd was aan een geregistreerde doelgroep, een nationale doelgroep of elke andere geregistreerde doelgroep onderworpen aan verplichtingen op het vlak van verblijfsgegevens opgelegd door een internationale federatie of een NADO." In tegenstelling tot wat de Gegevensbeschermingsautoriteit lijkt te besluiten, houdt de organisatie van dopingcontroles bij recreatie- of breedtesporters niet in dat deze sporters vooraf in de doelgroep van de NADO moeten zijn opgenomen.
Deze controles worden met name bij kleinere evenementen of in sportzalen georganiseerd. Uit de praktijk, maar ook uit talrijke studies blijkt immers dat dopinggebruik niet beperkt is tot de hoogste niveaus. Zo is gebleken dat ook breedtesporters of recreatiesporters doping kunnen gebruiken, of het nu gaat om leden van sportzalen of deelnemers van amateurwedstrijden.
Deze vaststellingen werden ook gedaan door de leden van de Verenigde Vergadering bij de vorige wijziging van de ordonnantie van 21 juni 2012 .
Het testen van breedtesporters of recreatiesporters is ongetwijfeld een belangrijk onderdeel van de strijd tegen doping dat de volksgezondheid in het algemeen bevordert.
Gelet op wat voorafgaat, zal het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit niet gevolgd worden en zullen breedte- en recreatiesporters binnen het toepassingsgebied rationae personae van de ordonnantie blijven, zowel wat de controlebevoegdheid als de educatieve bevoegdheid van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreft.
Art. 5 Artikel 5, § 1 Dit artikel integreert in artikel 8 verschillende wijzigingen die werden aangebracht in artikel 2 van de Wereldantidopingcode en verband houden met feiten die een dopingfeit kunnen uitmaken.
Zo wordt verduidelijkt dat feiten die een dopingfeit uitmaken niet enkel door een sporter, maar ook door elke andere persoon kunnen worden gepleegd.
Daarnaast werden de voorwaarden voor een verboden samenwerking verfijnd (art. 5, 8°, van deze ordonnantie). Kan met name worden beschouwd als een verboden samenwerking: - trainings-, strategisch, technisch en voedingsadvies inwinnen; - op medisch vlak een therapie, behandeling of voorschrift krijgen; - monsters van het lichaam verstrekken voor analyse; - toestaan dat een begeleider van de sporter optreedt als agent of vertegenwoordiger.
De verboden samenwerking houdt niet noodzakelijk enige vorm van vergoeding in.
Tot slot voegt artikel 5, 9° van deze ordonnantie een 11° toe aan artikel 8, § 1, van de voornoemde ordonnantie van 21 juni 2012. Dit punt heeft betrekking op de handelingen die worden gesteld om wat men doorgaans "klokkenluiders" noemt te ontmoedigen en op de handelingen die worden gesteld als represaille voor die meldingen.
Deze bepaling wil iedereen beschermen die te goeder trouw dopinghandelingen aan de kaak stelt. Het is dus niet de bedoeling mensen te beschermen die bewust valse meldingen doen.
Volgens deze bepaling handelt een persoon niet te goeder trouw wanneer hij een feit meldt waarvan hij weet dat het fout is. Het melden van een feit dat gevolgen zou hebben voor een concurrent is nog steeds te goeder trouw als het feit bewezen is.
Onder represailles wordt met name verstaan de acties die een bedreiging vormen voor het fysieke of mentale welzijn en de economische belangen van de personen die tot de melding overgaan, hun familie of partners.
Artikel 5, § 2 De toepassingsvoorwaarden van artikel 8, § 2, van de ordonnantie die betrekking hebben op de samenwerking werden versoepeld. Sinds die bepaling in de Code 2015 werd opgenomen, werden op deze basis immers weinig overtredingen van de antidopingregels vastgesteld. Volgens verschillende antidopingorganisaties die het WADA voor de wijziging van de Code 2021 raadpleegde, is dit toe te schrijven aan de toepassingsvoorwaarden van de bepaling en meer in het bijzonder aan de verplichte kennisgeving aan de atleet van de mogelijke verboden samenwerking. Naar aanleiding hiervan heeft het WADA in de Code 2021 de verplichting van voorafgaande kennisgeving afgeschaft en in de plaats een verplichting ingevoegd voor de antidopingorganisaties om vast te stellen dat de atleet de diskwalificerende status kende van de persoon waarmee hij interageerde. Hoewel niet langer vereist zou deze kennisgeving een belangrijk bewijs vormen om vast te stellen dat de sporter of de andere persoon de diskwalificerende status van de begeleider kende.
Art. 6 Dit artikel brengt verschillende wijzigingen in de regels inzake de bewijslast in tuchtprocedures. Zo wordt een verschuiving van de bewijslast ingevoegd van de sporter naar de antidopingorganisatie wanneer die laatste op bepaalde punten afweek van de regels van de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken en de Internationale Standaard voor resultatenbeheer.
Er wordt ook een wijziging aangebracht in artikel 8/1, § 3, eerste lid, 3°, in die zin dat het voortaan toegestaan is het door de sporter verstrekte monster op te delen in twee monsters, monster A en monster B. Deze opdeling van de monsters wordt gebruikt voor de oorspronkelijke analyse, maar ook voor de bevestigingsanalyse. Nadere informatie over de opdeling van de monsters vindt men terug in de Internationale Standaard voor laboratoria.
Art. 7 Op grond van artikel 4.4 van de Code opent de weigering van een NADO om toestemming voor gebruik wegens therapeutische doeleinden te verlenen een recht voor de sporter om beroep aan te tekenen bij de beroepsinstantie bedoeld in artikel 13.2.2 van de Code, dat bepaalt: "In de gevallen waarin artikel 13.2.1 niet van toepassing is, kan tegen de beslissing beroep worden aangetekend bij een beroepsinstantie in overeenstemming met de door de nationale antidopingorganisatie vastgelegde regels. Bij dergelijke beroepsprocedures worden de volgende principes in acht genomen: ? hoorzitting binnen een redelijke termijn; ? een hoorinstantie die billijk, onpartijdig en onafhankelijk is op operationeel vlak en onafhankelijk op het institutionele vlak; ? de persoon heeft het recht om vertegenwoordigd of bijgestaan te worden door een rechtskundige adviseur op zijn of haar eigen kosten; en ? heeft recht op een gemotiveerde en schriftelijke beslissing binnen een redelijke termijn.
Als geen enkele zoals hierboven beschreven instantie voorhanden of beschikbaar is op het moment waarop het beroep wordt ingesteld, heeft de sporter of de andere persoon het recht om beroep aan te tekenen bij het CAS." In het systeem dat van kracht is op het moment van de wijziging van de tekst kan de sporter bij dezelfde Commissie voor de toestemming wegens therapeutische noodzaak een beroep instellen tegen de beslissing van weigering, maar dan bij een volledig opnieuw samengestelde kamer (art. 12, § 5, van het besluit van het Verenigd College van 10 maart 2016 houdende uitvoering van de ordonnantie van 21 juni 2012 betreffende de promotie van de gezondheid bij de spotbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan).
Het WADA was echter van oordeel dat die procedure niet in overeenstemming was met het tweede principe, met name een hoorinstantie die onafhankelijk is op operationeel en institutioneel vlak, waarbij de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie als secretariaat van deze commissie optreedt.
Daarom werd besloten om, overeenkomstig artikel 13 van de Code, de zaak door te verwijzen naar het CAS. Art. 8 Dit artikel verduidelijkt het huidige artikel 11 van de ordonnantie.
Ten eerste wordt verduidelijkt dat de in 1° van artikel 11 bedoelde "samenwerking tussen antidopingorganisaties" met name inhoudt dat het Verenigd College antidopingcontroles uitvoert op het Brussels grondgebied namens en voor rekening van andere antidopingorganisaties.
Dit kunnen zowel andere nationale antidopingorganisaties als federaties zijn. Wederzijdse dopingcontroles zijn ook mogelijk, met name wanneer een elitesporter die deel uitmaakt van een doelgroep van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tijdelijk in het buitenland traint of verblijft voor een bepaalde periode.
Ten tweede wordt verduidelijkt dat de wederzijdse dopingcontroles tussen nationale of internationale antidopingorganisaties worden aangemoedigd en dus niet enkel tussen nationale organisaties. Deze verduidelijking is van praktisch belang omdat ze bevestigt dat deze bevoegdheid aan het Verenigd College is toevertrouwd. Tot op heden moest die bevoegdheid worden afgeleid.
Ten derde wordt er verwezen naar de nieuwe Internationale Standaard voor educatie.
Tot slot bevestig deze bepaling, overeenkomstig het bovengenoemde samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 zoals gewijzigd door het samenwerkingsakkoord van 7 mei 2021, de autonomie van de NADO ten opzichte van de sportwereld en de uitvoerende macht in haar beslissingen en operationele activiteiten.
Art. 9 Deze bepaling vult artikel 12 van de ordonnantie van 21 juni 2012 aan overeenkomstig de opmerkingen van de Gegevensbeschermingsautoriteit in haar advies nr. 96/2021.
Ten eerste verwijst de Gegevensbeschermingsautoriteit mutatis mutandis naar haar advies nr. 26/2021 over het decreet van de Franse Gemeenschap, dat een artikel 13 bevat dat vrijwel identiek is aan artikel 12 van de ordonnantie van 21 juni 2012, zoals gewijzigd door artikel 9 van het ontwerp van ordonnantie.
Het ontwerp werd dienovereenkomstig aangepast, hetzij door artikel 12 van de ordonnantie te preciseren, hetzij door een nieuw artikel 12/1 in te voegen.
De Gegevensbeschermingsautoriteit is bovendien van oordeel dat de formulering "relevant, niet buitensporig en strikt noodzakelijk [...] voor de bepaalde doelen [...]" geen toegevoegde waarde heeft ten opzichte van artikel 5, lid 1, c) van de AVG en zelfs een dubbelzinnigheid kan creëren, over zowel de juridische aard van de toepasselijke bepalingen als het tijdstip van hun inwerkingtreding (punt 29 van advies nr. 26/2021).
Gelet op wat voorafgaat, worden de door de Gegevensbeschermingsautoriteit onderstreepte woorden geschrapt.
Het WADA is verantwoordelijk voor de verwerking van de informatie in de ADAMS-databank, maar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is verantwoordelijk voor de administratieve omgeving, zoals bijvoorbeeld voor de keuze van de gedelegeerden, de gebruikers en de toestemmingen die aan deze profielen worden verleend.
Volgens de Gegevensbeschermingsautoriteit is het vijfde lid van artikel 12 van de ordonnantie een verboden herhaling van de AVG. Zij beveelt dan ook aan dit te vervangen. Deze aanbeveling werd gevolgd (punt 37 en 38 van advies nr. 26/2021), maar in artikel 12/1 ingevoegd bij artikel 10 van dit ontwerp.
Art. 10 In overeenstemming met de opmerkingen van de Gegevensbeschermingsautoriteit worden de ontvangers van eventuele mededelingen van persoonsgegevens, alsook de redenen voor deze mededeling vermeld in een nieuw artikel 12/1. Deze bepaling zal dus worden opgeheven in het besluit van het Verenigd College van 10 maart 2016.
Daarnaast worden de bewaartermijnen van de gegevens vermeld in bijlage 2, die wordt ingevoegd bij artikel 28 van dit ontwerp. De aard van de betrokken gegevens en hun bewaartermijn worden vastgelegd in overeenstemming met de Wereldantidopingcode en de Internationale Standaarden, met name bijlage A van de Internationale Standaard voor de bescherming van persoonsgegevens.
De verwerking van de in deze bepaling bedoelde gegevens berust op gewichtige redenen van algemeen belang, zoals erkend door overweging 112 van de verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens. Deze verwerking is tevens noodzakelijk voor de vervulling van taken van algemeen belang of van taken in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is opgedragen en heeft als algemeen doel de bestrijding van dopinggebruik met het oog op de bevordering van een sportuitoefening die de gezondheid, de billijkheid, de gelijkheid en de sportieve geest eerbiedigt.
In haar advies nr. 70.010/1/V is de afdeling wetgeving van de Raad van State van oordeel dat het ontwerp van artikel 12/1, 6°, derde lid, niet vermeldt of de informatie kan worden doorgegeven wanneer de verwerkingsverantwoordelijke vaststelt dat er geen passende waarborgen zijn voor de bescherming van de betrokken gegevens (overweging 15.1).
Dat lid werd echter op vraag van de Gegevensbeschermingsautoriteit opgenomen in het ontwerp en werd identiek overgenomen.
Art. 11 Het woord "sportverenigingen" werd vervangen door "de andere antidopingorganisaties" omdat de nationale federaties op zich geen controlerende overheden zijn. Zij kunnen immers enkel antidopingcontroles uitvoeren door middel van een specifieke delegatie van een internationale federatie of een NADO. Wat de mogelijkheid betreft die het Verenigd College kreeg om de kandidaten te verzoeken een uittreksel uit het strafregister model 2 voor te leggen, is de Gegevensbeschermingsautoriteit in haar advies nr. 96/2021 van oordeel dat de motivering in de memorie van toelichting niet verenigbaar was met artikel 6.3 van de AVG en dat de uitleg in de bepaling zelf moet worden opgenomen. De Gegevensbeschermingsautoriteit is ook van mening dat in de bepaling moet worden verduidelijkt of het uittreksel al dan niet systematisch moet worden voorgelegd. Tot slot is ze van oordeel dat het Verenigd College alleen de overlegging zou kunnen eisen indien de kandidaat voor de functie van controlearts effectief dopingcontroles moet verrichten.
In dit geval is het niet altijd mogelijk te voorspellen of de geteste sporters minderjarig zullen zijn of niet. De opdrachten aan de controleartsen worden toegewezen naargelang van hun beschikbaarheid, is het bovendien niet mogelijk om een enkele controlearts aan te duiden voor de controles van eventuele minderjarigen.
Echter, overeenkomstig artikel 596, lid 2, van het wetboek van strafvordering wordt dit model vereist voor elke persoon die een activiteit die onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt, uitoefent. Het uitvoeren van dopingcontroles op minderjarige sporters houdt echter nauw contact met hen in en kan derhalve met dit soort activiteiten worden gelijkgesteld. Het is derhalve noodzakelijk over eventueel misbruik of oneigenlijk gebruik te waken en hiervoor de voorlegging van een dergelijk document te eisen.
Gelet op het voorgaande zal het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit niet gevolgd worden.
In haar advies nr. 70.010/1/V is de afdeling wetgeving van de Raad van State van oordeel dat de bepaling moet worden aangevuld om ervoor te zorgen dat een gelijkwaardig document, afgegeven door de autoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie, in aanmerking kan worden genomen. Bijgevolg werd het artikel gewijzigd.
Art. 12 De nieuwe begrippen "beschermde persoon" en "minderjarige" in artikel 2 van de voornoemde ordonnantie van 21 juni 2012 worden ingevoegd door artikel 12 van deze ordonnantie.
Een nieuwe paragraaf 4/1 wordt ingevoegd over de termijn waarbinnen de processen-verbaal van de controle in ADAMS moeten worden ingevoerd. De paragraaf verwijst meer in het bijzonder naar de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken.
De Gegevensbeschermingsautoriteit eist in punt 19 en 20 van haar advies nr. 96/2021 dat het doel van de invoer in de ADAMS-databank duidelijk wordt beschreven in de ordonnantie.
De invoer van de dopingcontroleformulieren in ADAMS voor alle afgenomen monsters binnen 21 dagen na de monsterafname, overeenkomstig artikel 4.9.1.b) van de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken wordt gerechtvaardigd door de noodzaak voor de antidopingorganisaties om hun testactiviteiten te coördineren met die van andere organisaties teneinde de doeltreffendheid van de gecombineerde inspanningen te maximaliseren, onnodige dubbele tests van individuele sporters te voorkomen en ervoor te zorgen dat sporters die aan evenementen deelnemen, vooraf naar behoren worden getest. Met andere woorden, de invoer van het proces-verbaal van de dopingcontrole vereenvoudigt de gecoördineerde planning van de verdeling van tests, voorkomt onnodige dubbele tests door de antidopingorganisaties en zorgt ervoor dat de profielen van het biologische paspoort van de sporter up-to-date worden gehouden.
Het doel werd ook opgenomen in de bepaling.
Daarnaast wordt een tweede lid ingevoegd in paragraaf 6. Dit lid is een omzetting van artikel 7.7 van de Code, dat zonder belangrijke wijzigingen moet worden omgezet.
Art. 13 Artikel 18 werd gewijzigd overeenkomstig artikel 6.1 en 6.2 van de Code.
Bovendien wees het WADA in zijn commentaar erop dat artikel 13 in zijn huidige lezing de monsters, die op verzoek van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie door een andere antidopingorganisatie worden afgenomen en door een ander laboratorium dan dat erkend door de leden van het Verenigd College zouden worden geanalyseerd, kon aantasten.
Om een einde te maken aan deze rechtsonzekerheid werd een vierde paragraaf ingevoegd.
Art. 14 Dit artikel behoeft geen commentaar.
Art. 15 Dit artikel wijzigt artikel 23/1 van de voornoemde ordonnantie van 21 juni 2012 overeenkomstig de nieuwe Code 2021 en meer in het bijzonder met artikel 20.5.12 van de Code.
Art. 16 Dit artikel brengt de wijzigingen aan overeenkomstig de huidige geldende wetgeving wat betreft de verwijzing naar de wet inzake de bescherming van gegevens.
Bovendien heft dit artikel het tweede lid van paragraaf 1 van artikel 23/2 van de ordonnantie op. Dit lid werd ingevoegd in 2015. In de praktijk brengt het sluiten van een overeenkomst voor elke sporter met de federaties veel administratief werk met zich mee voor een partnerschap dat, in dit stadium, weinig of geen ondersteuning biedt aan de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie heeft in dit kader inderdaad verschillende malen contact opgenomen met de internationale federaties en hun gevraagd een overeenkomst te sluiten.
De NADO kreeg echter weinig feedback en vermoedt dat de internationale federaties slechts weinig of geen belang hebben bij een overeenkomst per sporter. Deze overeenkomst heeft weinig nut onder andere doordat: - de sporters waarvoor een biologisch paspoort werd opgemaakt per aangetekende brief op de hoogte worden gebracht van de procedure, de doelstellingen ervan en hun rechten ter zake; - het al dan niet bestaan van een biologisch paspoort wordt vermeld in het profiel van de sporters op het ADAMS-platform. de bevoegde NADO, de nationale federatie en de internationale federatie van de sporter toegang hebben tot deze informatie.
Gelet op het voorgaande werd beslist de verplichting voor het Verenigd College om voor elke betrokken sporter een overeenkomst te sluiten met zijn internationale federatie, te schrappen.
Art. 17 Artikel 25 van de ordonnantie werd gedeeltelijk gewijzigd zodat de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie de planning van die controles beter kan organiseren.
Vroeger moesten organisatoren van sportevenementen de NADO verwittigen ten minste veertien dagen voor de dag van het evenement. In de praktijk is een termijn van veertien dagen uiterst kort om een dopingcontrole te plannen en de nodige maatregelen te nemen voor het goede verloop ervan.
Art. 18 Categorieën van elitesporters Dit artikel brengt verschillende wijzingen aan in artikel 26 van de ordonnantie, overeenkomstig het bovengenoemde samenwerkingsakkoord van 7 mei 2021, met de bedoeling de categorieën van elitesporters te vereenvoudigen en te verduidelijken.
Tot op heden waren er vier categorieën van elitesporters (A, B, C en D). De rangschikking werd bepaald op basis van een voorafgaande analyse van de risico's per sportdiscipline, van het belang van de sport op nationaal niveau en van de middelen (of het gebrek eraan) om de sporters te traceren buiten wedstrijdverband.
Op basis van deze criteria werden drie lijsten met sportdisciplines opgemaakt (lijst A, B en C). Categorie D was dan weer een restcategorie en had betrekking op alle niet in lijst A, B en C opgenomen disciplines.
Niet alleen de categorieën verschilden, maar ook de ermee gepaard gaande verplichtingen. Zo moesten de sporters van categorie A zich het meest houden aan verplichtingen op het vlak van verblijfsgegevens, terwijl de elitesporters van categorie D geen enkele verplichting hadden op dit vlak. De doelstelling van dit systeem was en blijft te streven naar een billijk evenwicht tussen de rechten van de elitesporters en hun verplichtingen, met name met betrekking tot het doorgeven van verblijfsgegevens.
De essentie en de principes van dit piramidaal en degressief systeem worden niet ter discussie gesteld. In de praktijk lijkt de indeling van de doelgroep van de NADO in vier categorieën echter ingewikkeld en moeilijk uitvoerbaar geworden, in het bijzonder op het vlak van de controles buiten wedstrijdverband, en moeilijk te begrijpen voor de sporters zelf.
Daarnaast rechtvaardigen vooral de bovenvermelde criteria die de indeling van categorie A en B mogelijk maakten vandaag niet langer het behoud van die twee aparte categorieën.
Dat is de betekenis van de in artikel 18 van het ontwerp bedoelde vereenvoudiging van de categorieën. Concreet: - gaat men van vier naar drie categorieën (A tot C); - categorie A omvat voortaan in één en dezelfde categorie de elitesporters die een individuele sportdiscipline beoefenen; - categorie B (ploegsporten) stemt overeen met de oude categorie C; - categorie C (olympische sporten of sporten die op de Wereldspelen worden beoefend, maar niet opgenomen zijn in lijst A en B) stemt overeen met de oude categorie D. De verplichtingen op het vlak van verblijfsgegevens blijven degressief van categorie A (dagelijkse beschikbaarheid van zestig minuten, plaats van trainingen, sportwedstrijden en van de gewoonlijke verblijfplaats) tot categorie C (helemaal geen verplichting).
Dit heeft echter meerdere gevolgen voor de elitesporters die vroeger tot categorie B behoorden en verplaatst werden naar categorie A (het betreft ongeveer 125 elitesporters in België, waaronder een twintigtal voor de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie).
Ten eerste moeten deze elitesporters niet alleen informatie verstrekken over de plaats, de dag en het tijdstip van hun trainingen en sportwedstrijden en over hun gewoonlijke verblijfplaats, maar ook dagelijks zestig minuten beschikbaarheid inplannen. Tal van sporters van categorie B planden deze beschikbaarheid reeds in. Voortaan wordt die echter verplicht en zal elk verzuim dan ook worden vastgesteld.
Ten tweede werden de elitesporters van categorie B die hun verplichtingen op het vlak van verblijfsgegevens niet naleefden in kennis gesteld van hun verzuim. De combinatie van drie gemiste controles en/of de niet-naleving van de verplichtingen inzake verblijfsgegevens binnen een tijdsspanne van twaalf maanden leidde ertoe dat de sporter voor een periode van zes maanden in categorie A werd gerangschikt. Deze sanctie hield in dat de elitesporter van categorie B zich aan strengere regels moest houden. Voor de elitesporters van categorie A stemt de combinatie van drie gemiste controles en/of de niet-naleving van de verplichtingen inzake verblijfsgegevens overeen met een overtreding van de antidopingregels in de zin van artikel 8, § 1, 4°, van de voornoemde ordonnantie van 21 juni 2012 en bijgevolg met een schorsing.
De door dit artikel aangebrachte wijziging zal leiden tot een verstrenging van de regels inzake verblijfsgegevens voor de elitesporters die voordien tot categorie B behoorden.
Op basis van de ervaring op het terrein en van een evaluatie door de vier Belgische NADO's van het vorige systeem oordeelde men echter dat het onderscheid tussen de oude categorieën A en B niet langer gerechtvaardigd was.
De dopingbestrijding streeft immers legitieme doelstellingen van openbaar nut na, met name op het vlak van volksgezondheid, billijkheid en sportethiek. Die doelstellingen houden bepaalde beperkingen in van de individuele vrijheden van de sporters en in het bijzonder van elitesporters.
Deze beperkingen die vervat zijn in en opgelegd zijn door de Code moeten echter evenredig zijn. Hiertoe wordt rekening gehouden met twee elementen: het niveau van de sporters en de analyse van de dopingrisico's.
Die analyse steunt op verschillende criteria (statistische risico's, risico's verbonden aan de behoefte aan lichamelijke of fysiologische prestaties, risico's verbonden aan de behoefte aan financiële of mediatieke uitdagingen enz.) en werd uitgevoerd door de vier Belgische NADO's. Zij concludeerden dat de respectievelijk in categorie A en B opgenomen sportdisciplines dezelfde graad van dopingrisico's vertoonden of op zijn minst vrij identieke graden.
Bovendien concludeerden de NADO's dat het subcriterium met betrekking tot de middelen (of het gebrek eraan) om de elitesporters te kunnen traceren tijdens hun trainingen niet langer relevant noch doeltreffend was op het vlak van dopingbestrijding en dat er, in een geest van gelijkheid tussen de sporters en sporten, enkel met het al dan niet gevoelige karakter van een discipline voor doping buiten wedstrijdverband moest rekening worden gehouden.
Om de elitesporters zoveel mogelijk rechtszekerheid te bieden, zullen de sporters alle informatie krijgen over de verschillende wijzigingen en de gevolgen ervan. De nationale federaties zullen een sleutelrol spelen bij het doorgeven van die informatie.
Gepreselecteerde sporters Dankzij deze nieuwe paragraaf kan een sporter die in een preselectielijst voor de Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Wereld- of Europese kampioenschappen is opgenomen, verplicht worden zijn verblijfsgegevens door te geven overeenkomstig categorie A. Deze bepaling is bedoeld om het voor de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie mogelijk te maken haar verplichtingen als ondertekenaar van de Code na te komen in het kader van de antidopingprogramma's die aan de Spelen of grote kampioenschappen voorafgaan.
Sinds de Olympische Spelen van Londen organiseert het WADA samen met het Internationaal Olympisch Comité (IOC), het Internationaal Paralympisch Comité (IPC), de Internationale Federaties (IF) en de nationale antidopingorganisaties voor elke editie van de Olympische Spelen een antidopingprogramma. Het doel is eenvoudig: zoveel mogelijk en in een geest van gelijke kansen tussen alle wedijverende sporters ervoor zorgen dat elke aan de Spelen deelnemende atleet vooraf wordt gecontroleerd, idealiter ten minste drie keer, en dat deze controles negatief zijn.
Op grond van de criteria bedoeld in artikel 2, 19°, van de voornoemde ordonnantie van 21 juni 2012 slaagt de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie er momenteel echter niet altijd in om aan die verplichtingen te voldoen.
Om dit op te lossen, maken de in paragraaf 4 van artikel 26 toegevoegde artikelen het mogelijk om een sporter die op een preselectielijst voor de Spelen, Wereld- of Europese kampioenschappen is opgenomen, te verplichten zijn verblijfsgegevens door te geven overeenkomstig categorie A. Om de naleving van die verplichtingen te verenigen met het evenredigheidsbeginsel moet evenwel worden opgemerkt dat deze mogelijkheid enkel geldt voor de sporters die nog niet zijn opgenomen in een doelgroep en dat deze mogelijkheid beperkt is in de tijd. Een sporter kan immers maar voor een periode van in totaal maximaal twaalf maanden aan deze verplichting worden onderworpen, waarvan negen maanden voor de wedstrijd en drie maanden na afloop van die wedstrijd.
Terugtrekking uit de sport Paragraaf 9 van artikel 26 van de voornoemde ordonnantie van 21 juni 2012 wordt aangevuld met leden die betrekking hebben op de terugtrekking van elitesporters uit de sport en meer bepaald op de hypothese waarin een elitesporter die zich heeft teruggetrokken wenst opnieuw aan wedstrijden deel te nemen. Deze wijzigingen werden aangebracht overeenkomstig artikel 5.6.1, 5.6.1.1 en 5.6.2 van de Code 2021.
Art. 19 De verjaringstermijn van acht jaar was niet conform de Code, die in zijn artikel 17 voorziet in een termijn van tien jaar. Dit artikel brengt dan ook de nodige wijzigingen aan.
Art. 20 Artikel 30 vertrouwt sportverenigingen de taak toe om tuchtdossiers te regelen. In haar huidige vorm is deze bepaling niet toereikend om aan de nieuwe Code te voldoen. Daarom werden de volgende wijzigingen aangebracht: - een nieuw lid herinnert eraan dat de sportverenigingen billijke, onafhankelijke en onpartijdige procedures moeten organiseren. Voorts bepaalt ze dat de beslissingen gemotiveerd moeten zijn en binnen een redelijke termijn moeten worden genomen.
Die principes zijn eigen aan administratieve procedures in het Belgische recht en zitten al verankerd in verschillende rechtsgrondslagen. Het WADA wilde echter dat deze waarborgen werden herhaald in de ordonnantie. - artikel 30 van de ordonnantie wordt aangevuld met een nieuw lid dat bepaalt dat de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie de verantwoordelijke overheid blijft voor het beheer van de resultaten.
Deze verduidelijking vloeit voort uit de Code 2021 die voortaan uitdrukkelijk bepaalt dat de nationale federaties de Code niet hebben ondertekend en daarom niet als overheden die de resultaten beheren, kunnen worden beschouwd zonder een specifiek verzoek van een antidopingorganisatie.
Art. 21 § 1.
De voornoemde ordonnantie van 21 juni 2012 vertrouwt de sportverenigingen het beheer toe van tuchtdossiers in de sportsector en des te meer van andere personen die onder hun gezag vallen.
Er blijven echter nog een hele reeks categorieën van personen, zoals de controleartsen, chaperons of sporters die niet zijn aangesloten bij een sportvereniging. Voor hen is er een afzonderlijke tuchtprocedure of, in het geval van de sporters die bij geen enkele sportvereniging zijn aangesloten, helemaal geen tuchtprocedure.
Voor geen enkele van deze categorieën staat de Code een opeenstapeling van procedures of een juridisch vacuüm toe.
Daarom krijgt het Verenigd College de taak toegewezen om een tuchtinstantie op te richten die voldoet aan de in artikel 8 van de Code vastgelegde waarborgen. Deze instantie moet de tuchtdossiers behandelen die niet naar de sportverenigingen worden gestuurd, maar ook de dossiers waar de bevoegde sportvereniging in de fout ging.
In haar advies nr. 70.010/1/V verduidelijkt de afdeling wetgeving van de Raad van State dat er omwille van de transparantie en rechtszekerheid geen enkele dubbelzinnigheid mag bestaan omtrent de hoedanigheid waarin de bij de beschreven procedures betrokken instanties optreden. Volgens haar moet daarom een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de uitoefening van de functies.
Het doel van deze bepaling is het principe van een tuchtrechtelijke instantie in te voeren voor alle dossiers die niet naar een federatie kunnen worden doorgestuurd. Dat principe wordt geconcretiseerd in het uitvoeringsbesluit, dat momenteel eveneens wordt herzien.
Deze tuchtrechtelijke en niet-gerechtelijke instantie zal beslissingen nemen waartegen beroep kan worden aangetekend bij de Raad van State of bij de hoven en rechtbanken. Daarnaast wordt verduidelijkt dat de leden van dat orgaan zullen worden aangesteld door de leden van het Verenigd College.
Gelet op wat voorafgaat, zal het ontwerp van ordonnantie in de toelichting bij het artikel aangevuld worden, maar de betrokken bepaling zal niet gewijzigd worden. § 2.
Bij lezing van de voornoemde ordonnantie van 21 juni 2012 blijkt dat het Verenigd College enkel bevoegd is voor (kennisgevings-)procedures met betrekking tot overtredingen van de antidopingregels die te maken hebben met het gebruik van verboden stoffen. Artikel 8 vermeldt echter verschillende feiten die een overtreding van de antidopingregels vormen. Deze paragraaf bevestigt dat het Verenigd College moet voorzien in een procedure voor alle overtredingen van de antidopingregels.
Art. 22 De door artikel 22 aangebrachte wijzigingen zijn een rechtzetting om te voldoen aan artikel 14 van de Code.
Op grond van artikel 14.3.2 tot 14.3.7 van de Code moeten de antidopingorganisaties het resultaat van de dopingprocedure openbaar bekendmaken en meer het bijzonder: de sport, de geschonden antidopingregel, de naam van de sporter of de andere persoon die de overtreding beging, de verboden stof of methode in kwestie en de opgelegde sancties.
Die informatie moet gedurende een maand of tijdens de volledige duur van de schorsingsperiode (als die langer is dan een maand) verspreid worden op de website van de betrokken antidopingorganisatie.
De Code 2021 bevat echter een afzwakking van het principe. Artikel 14.3.7 bepaalt namelijk dat die publieke verspreiding niet vereist is wanneer de persoon tegen wie een sanctie wordt uitgesproken minderjarig, een beschermde persoon of een recreatiesporter is.
In dat verband vormt de systematische publicatie van de definitieve beslissingen in antidopingprocedures op een voor het publiek toegankelijke website volgens de Gegevensbeschermingsautoriteit een ernstige inmenging in het recht op de eerbiediging van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens.
Elke inmenging is echter alleen toegestaan indien dit noodzakelijk is en in verhouding staat tot het nagestreefde doel (punt 31).
Voorts stelt zij dat "de werkelijke naleving van de sancties die zijn opgelegd aan de sporters of andere betrokken personen" niet beantwoordt aan de bovengenoemde voorwaarden (punt 34 en volgende).
Hoewel zij erkent dat het legitiem en in het algemeen belang is ervoor te zorgen dat de sancties worden uitgevoerd, gaat de verspreiding op de website van het Verenigd College, die voor iedereen toegankelijk is, echter verder dan wat dit doel van algemeen belang vereist (punt 35).
Volgens de Gegevensbeschermingsautoriteit zou een dergelijke publicatie iedereen in staat stellen kennis te nemen van deze gevoelige gegevens, zelfs indien deze geen nut hebben, en het tevens mogelijk maken deze gegevens opnieuw te gebruiken voor andere doeleinden, zelfs nadat de schorsingsperiode is verstreken en de gegevens van de website zijn verdwenen. Zij is van mening dat er minder ingrijpende maatregelen zouden kunnen worden gevonden, zoals de publicatie op een beveiligde site met beperkte toegang (punt 36).
De vermindering van de inmenging wanneer de persoon een minderjarige, een beschermde persoon of een recreatiesporter is, verandert niets aan deze conclusie.
In haar advies 70.010/1/V herinnert de afdeling wetgeving van de Raad van State aan het arrest 16/2005 van 19 januari 2005, waarin het Grondwettelijk Hof oordeelde dat de in deze bepaling bedoelde publicatie onverenigbaar is met het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer dat gewaarborgd wordt door artikel 22 van de Grondwet en artikel 8 van het EVRM (overweging 20.2).
De Raad van State erkent dat het toepassingsgebied van deze publicatie beperkt is, met name door de uitsluiting van breedtesporters, minderjarigen, beschermde personen en recreatiesporters. Hij is echter van oordeel dat de motivering niet aantoont dat ten aanzien van elitesporters die de antidopingregels hebben overtreden, een dergelijke publicatie noodzakelijk zou zijn om het nagestreefde doel te bereiken.
Gelet op wat voorafgaat, werd de bepaling gewijzigd om het beginsel van beveiligde communicatie te handhaven voor beslissingen die betrekking hebben op breedtesporters, recreatiesporters, minderjarigen en beschermde personen.
De publicatie van bepaalde informatie - niet de beslissing - wordt bijgevolg beperkt tot elitesporters en andere personen. Het betreft de volgende informatie: de naam van de sporter of andere persoon die wegens doping is geschorst, de sport die hij of zij beoefent, de geschonden antidopingregel, de eventueel daarbij betrokken verboden stof of methode, alsook de opgelegde gevolgen.
Art. 23 Op grond van artikel 23.2.2 van de Code moeten artikel 9 en 10 door de ondertekenaars worden uitgevoerd zonder inhoudelijke wijzigingen. De in artikel 32 aangebrachte wijzigingen zijn bedoeld om het artikel te doen overeenstemmen met de nieuwe artikelen 9 en 10 van de Code.
Art. 24 Overeenkomstig artikel 23.2.2 van de Code moet artikel 11 van de Code worden omgezet zonder inhoudelijke wijzigingen.
Art. 25 Overeenkomstig artikel 23.2.2 van de Code moet artikel 15.1 omgezet worden zonder inhoudelijke wijzigingen. Daarom werd het bijna identiek overgenomen in artikel 34 van de ordonnantie. In de toelichting bij de Code wordt verduidelijkt dat bijvoorbeeld, als de regels van de organisatie die verantwoordelijk is voor grote evenementen de sporter of andere persoon de mogelijkheid bieden om te kiezen tussen een versneld beroep bij het CAS of een beroep volgens de normale procedure van het CAS, de uiteindelijke beslissing van de organisatie die verantwoordelijk is voor grote evenementen bindend is voor de andere ondertekenaars, ongeacht of de sporter of andere persoon voor de versnelde beroepsmogelijkheid kiest.
Art. 26 Overeenkomstig artikel 23.2.2 van de Code moet artikel 13 worden omgezet zonder inhoudelijke wijzigingen. Tijdens de herziening van de tekst oordeelde het WADA bovendien dat de beroepsmogelijkheden waarover de sporters en andere personen beschikken niet voldeden aan de in de Code verankerde waarborgen.
Daarom voegt artikel 26 in de ordonnantie een nieuwe bepaling in waardoor, naast de gebruikelijke beroepsprocedures voor de Raad van State en de eventuele aanhangigmaking bij hoven en rechtbanken, het CAS de beroepsinstantie wordt voor alle disciplinaire uitspraken ten aanzien van sporters en andere personen.
Art. 27 Dit artikel behoeft geen commentaar.
Art. 28 De bewaartermijnen zijn beperkt tot twee categorieën: 12 maanden en 10 jaar. De periode van 10 jaar is de periode gedurende welke een vordering kan worden ingesteld voor overtreding van de antidopingregels op grond van de Code. De periode van 12 maanden is de relevante periode voor de registratie van drie aangifteverzuimen van verblijfsgegevens die samen een overtreding van de antidopingregels kunnen vormen en geldt ook voor bepaalde onvolledige of TTN-gerelateerde documentatie en informatie.
De in punt 1 van bijlage 2 genoemde gegevens zijn noodzakelijk voor de uitvoering van het antidopingbeleid. De bewaring van deze gegevens is noodzakelijk omdat overtredingen van de antidopingregels moeten worden gemeld. Daarnaast moet een dossier bijgehouden worden van de sporters die tot de doelgroep behoorden van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
De verblijfsgegevens zijn relevante gegevens voor de registratie van mogelijke aangifteverzuimen van verblijfsgegevens. De aangifteverzuimen van verblijfsgegevens zijn relevant voor het toezicht op de naleving van de verplichting of bij andere overtredingen van de antidopingregels. Bij overtreding worden de gegevens ook bewaard in het in punt 6 van bijlage 2 bedoelde dossier voor resultatenbeheer. In dit geval werd de bewaartermijn ingekort van 18 naar 12 maanden.
Beslissingen tot goedkeuring of afkeuring van een TTN kunnen relevant zijn bij nieuwe dopingcontroles of bij andere onderzoeken. Voor gegevens van aanvraagformulieren (met inbegrip van alle daarin vervatte medische en niet-medische informatie) is de bewaartermijn beperkt tot de duur van de TTN. Onvolledige aanvragen worden echter 12 maanden bewaard, aangezien zij relevant kunnen zijn bij een nieuwe aanvraag. De bewaartermijn werd ingekort van 18 naar 12 maanden.
In punt 4 zijn de bewaartermijnen voor gegevens van controles hetzelfde als of langer dan voorheen. Dat komt doordat de processen-verbaal van de controles, de opdrachten en de documenten van de veiligheidsketen relevant zijn voor het biologisch paspoort en voor nieuwe analyses van monsters, rekening houdend met de lange bewaartermijn ervan bij de laboratoria. Bij overtreding van de antidopingregels worden deze gegevens ook bewaard in het in punt 6 bedoelde dossier voor resultatenbeheer. Onvolledige controledocumentatie of documenten zonder monster zijn meestal het gevolg van een fout bij de gegevensinvoer en worden verondersteld op korte termijn vernietigd te worden.
Analyseresultaten van controles (met inbegrip van afwijkende en atypische analyseresultaten), verslagen van laboratoria en andere gerelateerde documenten moeten tien jaar bewaard worden voor retrospectieve analyse en wegens de mogelijkheid van meervoudige overtredingen. Bij overtreding van de antidopingregels worden deze gegevens ook bewaard in het in punt 6 bedoelde dossier voor resultatenbeheer. Met inachtneming van de criteria en voorschriften van de Code en de Internationale Standaarden mogen analytische gegevens die voortvloeien uit de analyse van monsters en andere informatie over dopingcontroles in bepaalde omstandigheden echter langer dan de geldende bewaartermijn bewaard worden voor onderzoek en andere doeleinden die op grond van artikel 6.3 van de Code zijn toegestaan. In dat geval worden de monsters en de gegevens zodanig verwerkt dat de betrokken sporter niet meer geïdentificeerd kan worden.
Sancties en beslissingen die op grond van de Code genomen worden en alle bijbehorende documentatie, moeten maximaal 10 jaar bewaard worden. Als de sanctie langer duurt dan 10 jaar stemt de bewaartermijn overeen met de duur van de sanctie. Dat wordt verklaard door het risico van meervoudige overtredingen van de antidopingregels.
Tot slot is de bewaartermijn voor de gegevens van het biologisch paspoort van de sporter noodzakelijk omdat meervoudige overtredingen mogelijk zijn, en om de biologische variabelen, de verslagen van de instantie die de biologische paspoorten beheert en de onderzoeken van deskundigen in de loop der tijd te kunnen analyseren en onderzoeken.
In sommige gevallen zijn de desbetreffende verblijfsgegevens nodig om atypische of afwijkende resultaten te staven of om de beweringen van sporters te weerleggen.
Art. 29 Dit artikel behoeft geen commentaar.
Art. 30 Dit artikel behoeft geen commentaar.
24 DECEMBER 2021. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 21 juni 2012 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, Na beraadslaging, Besluit : De leden van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid worden belast met het voorleggen aan de Verenigde Vergadering van het ontwerp van ordonnantie, waarvan de inhoud volgt:
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.
Art. 2.In het eerste lid van artikel 2 van de ordonnantie van 21 juni 2012 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in 6° : - er wordt een "," ingevoegd tussen de woorden "de Wereldantidopingcode" en "aangenomen door het WADA"; - de woorden "en de latere wijzigingen ervan" worden vervangen door "in de herziene versie van 2021 die op 1 januari 2021 in werking trad"; 2° in 7° : - de woorden "en zijn latere wijzigingen" worden opgeheven; - in de Franse versie worden de woorden "en question" geschrapt; 3° in 11° : - worden de woorden "het WADA of" ingevoegd voor de woorden "ondertekenaar van de Code"; - de woorden "het WADA" vermeld tussen de woorden "die evenementen" en "internationale federaties" worden opgeheven; 4° in 12° worden de woorden "en hoorzittingen te houden" opgeheven;5° in 19° worden de woorden "SportAccord" vervangen door het woord "GAISF";6° de 21° wordt vervangen als volgt: "Elitesporters van categorie B": elitesporters van nationaal niveau die een ploegsport beoefenen in een olympische discipline van categorie B, zoals opgenomen in de lijst als bijlage bij deze ordonnantie";7° de 22° wordt vervangen als volgt: "Elitesporters van categorie C: de elitesporters die een sportdiscipline beoefenen die niet is opgenomen in de lijst als bijlage bij deze ordonnantie";8° de 23° wordt vervangen als volgt: "Recreatiesporter: elke breedtesporter die in de in de loop van de vijf jaar voorafgaand aan een overtreding van de antidopingregels, geen elitesporter van internationaal of nationaal niveau was, geen land vertegenwoordigd heeft bij een internationaal evenement zonder categoriebeperking of niet toegevoegd was aan een geregistreerde doelgroep, een nationale doelgroep of elke andere geregistreerde doelgroep onderworpen aan verplichtingen op het vlak van verblijfsgegevens opgelegd door een internationale federatie of een NADO"; 9° de 37° wordt vervangen als volgt: "Dopingcontrole: alle stappen en procedures vanaf het plannen van de spreiding van dopingtests tot de laatste beslissing in beroep en het afdwingen van de gevolgen, via alle tussenstappen en tussenprocedures, met name de controles, de onderzoeken, het doorgeven van verblijfsgegevens, het beheer van de toestemmingen voor gebruik wegens therapeutische doeleinden, het afnemen en verwerken van monsters, de laboratoriumanalyse, het beheer van de resultaten en de onderzoeken en procedures die verband houden met de overtredingen van artikel 10.14 van de Code"; 10° in 38° worden de woorden in de Franse versie "la collecte" vervangen door de woorden "le prélèvement"; 11° de 41° wordt vervangen als volgt: "Binnen wedstrijdverband: de periode die begint om 23.59 uur op de dag voor een wedstrijd waaraan de sporter moet deelnemen en die eindigt op het einde van deze wedstrijd en van het proces van monsterneming die ermee in verband staat. Tenzij anders bepaald, kan het WADA voor een specifieke sport een alternatieve definitie goedkeuren als een internationale federatie een geldige reden aanvoert waarom een andere definitie zou nodig zijn voor deze sport. Na goedkeuring door het WADA volgen alle organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen voor de betrokken sport de alternatieve definitie"; 12° in 43° in de Franse versie wordt het woord "prélèvement" vervangen door het woord "spécimen";13° de 45° wordt vervangen als volgt: "Specifieke stof of methode: in het kader van de toepassing van sancties tegen individuen: - alle verboden stoffen zijn specifieke stoffen, tenzij anders vermeld in de verboden lijst; - geen enkele verboden methode is een specifieke methode, tenzij ze als zodanig is vermeld in de verboden lijst"; 14° in 51° worden de woorden "of op de plaatsen waar de verboden stof of verboden methode zich bevindt" ingevoegd tussen de woorden "geen exclusieve controle heeft over de verboden stof of verboden methode" en de woorden "kan indirect bezit alleen maar worden vastgesteld";15° in 55° wordt het woord "gevonden" vervangen door het woord "vastgesteld";16° in 55° worden de woorden "inclusief verhoogde hoeveelheden van endogene stoffen" opgeheven; 17° de 59° wordt vervangen als volgt: "TTN: een toestemming voor gebruik wegens therapeutische doeleinden waarmee een sporter met een medische aandoening een verboden stof of een verboden methode kan gebruiken onder de voorwaarden bepaald in artikel 4.4 van de Code en de Internationale Standaard houdende toestemming voor gebruik wegens therapeutische doeleinden"; 18° in 60° worden de woorden "van categorie A en B" ingevoegd tussen de woorden "door de elitesporters" en de woorden "of, in voorkomend geval";19° de 61° wordt vervangen als volgt: "Geregistreerde doelgroep": groep sporters van hoge prioriteit die op internationaal niveau door een internationale federatie en op nationaal niveau door een NADO zijn aangeduid en die zijn onderworpen aan doelgerichte controles zowel binnen als buiten wedstrijdverband in het kader van een spreidingsplan van de controles van de internationale federatie of van de NADO.Als gevolg daarvan zijn ze verplicht hun verblijfsgegevens door te geven bedoeld in artikel 5.5 van de Code en de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken. In de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie stemt de geregistreerde doelgroep overeen met de elitesporters van categorie A"; 20° in 62° worden de woorden "en C" opgeheven;21° er wordt een 63° ingevoegd, dat als volgt luidt: "Minderjarige: elke natuurlijke persoon die niet de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt";22° er wordt een 64° ingevoegd, dat als volgt luidt: "Beschermde persoon: elke sporter of elke natuurlijke persoon, die op het ogenblik van de overtreding van een antidopingregel: (i) de leeftijd van zestien jaar niet heeft bereikt;(ii) de leeftijd van achttien jaar niet heeft bereikt en niet is toegevoegd aan een geregistreerde doelgroep en nooit aan een internationaal evenement zonder categoriebeperking heeft deelgenomen; of (iii) om andere redenen dan leeftijd, erkend werd als een persoon die niet volledig of gedeeltelijk over zijn handelingsbekwaamheid beschikt, overeenkomstig het geldende nationale recht"; 23° er wordt een 65° ingevoegd, dat als volgt luidt: "Beslissingslimiet: waarde van het drempelstofresultaat in een monster waarboven een afwijkend analyseresultaat moet worden gerapporteerd zoals nader bepaald in de Internationale Standaard voor laboratoria";24° er wordt een 66° ingevoegd, dat als volgt luidt: "Minimaal rapporteringsniveau: geschatte concentratie van een verboden stof of van de metaboliet(en) of marker(s) ervan in een monster, waaronder de door het WADA geaccrediteerde laboratoria het monster niet als een afwijkend analyseresultaat hoeven te rapporteren";25° er wordt een 67° ingevoegd, dat als volgt luidt: "Misbruikstoffen: de misbruikstoffen omvatten de verboden stoffen die specifiek als zodanig in de verboden lijst vermeld zijn wegens de misbruiken waartoe zij in de maatschappij vaak aanleiding geven, buiten elke sportcontext"; 26° er wordt een 68° ingevoegd, dat als volgt luidt: "Antidopingactiviteiten: alle activiteiten die door de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of op haar verzoek worden uitgevoerd, overeenkomstig de bepalingen van de Code en de Internationale Standaarden en met name de antidopingeducatie en- informatie, de planning van de spreiding van de antidopingcontroles, het beheer van de doelgroep, het beheer van de biologische paspoorten van de sporters, de uitvoering van de controles, de organisatie van de analyse van de monsters, het inlichtingenonderzoek en het verrichten van onderzoeken, de behandeling van de TTN-aanvragen, het resultatenbeheer, de supervisie en uitvoering van de naleving van de sancties.".
Art. 3.In dezelfde ordonnantie wordt artikel 4, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 zal vormen, aangevuld met een paragraaf 2 die als volgt luidt: "De educatie-, informatie- en preventiecampagnes bedoeld in paragraaf 1 worden georganiseerd op basis van een educatieplan dat wordt opgesteld overeenkomstig de Internationale Standaard voor educatie. De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie wordt gelast dit plan eventueel op te stellen en te publiceren. ".
Art. 4.Het tweede lid van artikel 7 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt: "Worden met name onderworpen aan de bepalingen van deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan, elke sporter, elk lid van het begeleidend personeel van de sporter, elke controlearts, elke chaperon, elke sportvereniging en elke organisator. ".
Art. 5.In artikel 8 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 3° van paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: "voor een sporter, het ontwijken van een monsterneming, of het weigeren of zich niet aanbieden voor een monsterneming zonder geldige reden, na kennisgeving door een naar behoren gemachtigd persoon;"; 2° de bepaling onder 4° van paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: "elke combinatie, voor een elitesporter van categorie A, binnen een periode van twaalf maanden te rekenen vanaf de datum van het eerste verzuim, van drie gemiste dopingcontroles en/of aangifteverzuimen betreffende het doorgeven van verblijfsgegevens, zoals nader bepaald in de Internationale Standaard voor resultatenbeheer;"; 3° de bepaling onder 5° van paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: "het plegen van bedrog, of de poging daartoe, bij om het even welk onderdeel van de dopingcontrole door de sporter of een andere persoon. Bedrog is een opzettelijk gedrag dat het dopingcontroleproces verstoort, maar dat niet onder de definitie van een verboden methode valt. Bedrog omvat met name het aanbieden of aannemen van smeergeld om een handeling te verrichten of na te laten, het verhinderen van het afnemen van een monster, het belemmeren of verhinderen van de analyse van een monster, het vervalsen van documenten die aan een antidopingorganisatie, een TTN-commissie of hoorinstantie worden voorgelegd, het afleggen van een valse getuigenis, het plegen van elke andere frauduleuze handeling tegenover de antidopingorganisatie of de hoorinstantie om het resultatenbeheer of het opleggen van consequenties te belemmeren, en elke andere soortgelijke opzettelijke verstoring of poging tot verstoring van een ander aspect van de dopingcontrole;"; 4° de bepaling onder 7° van paragraaf 1 wordt aangevuld met de woorden "door een sporter of een andere persoon"; 5° de bepaling onder 8° van paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: "de toediening of de poging tot toediening, door een sporter of een andere persoon, aan een sporter (i) binnen wedstrijdverband, van een stof of methode die verboden is binnen wedstrijdverband, of (ii) buiten wedstrijdverband, van een stof of methode die verboden is buiten wedstrijdverband;" 6° in de bepaling onder 9° van paragraaf 1: - de woorden "het meewerken" worden vervangen door "het meewerken"; - worden de woorden "door een andere persoon" vervangen door de woorden "door een sporter of een andere persoon"; 7° de bepaling onder 10° van paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: "elke professionele of sportgerelateerde samenwerking tussen een sporter of een andere persoon die onder de bevoegdheid van een antidopingorganisatie valt, en begeleider van de sporter die: a) indien hij onder de bevoegdheid van een antidopingorganisatie valt, een schorsingsperiode uitzit;of b) indien hij niet onder de bevoegdheid van een antidopingorganisatie valt, als er geen schorsing werd opgelegd in een resultatenbeheersproces overeenkomstig de Code, veroordeeld of schuldig, werd bevonden in een strafrechtelijke, tuchtrechtelijke of professionele procedure, een handeling te hebben verricht die de antidopingregels zou hebben overtreden, indien regels die in overeenstemming zijn met de Code op die persoon toepasselijk zouden zijn geweest;of c) optreedt als eerste aanspreekpunt of tussenpersoon voor een persoon als vermeld in a) of b) ;"; 8° in paragraaf 1 wordt een 11° ingevoegd, dat als volgt luidt: "11° alle daden die door een sporter of een andere persoon worden gesteld om meldingen aan de autoriteiten te ontmoedigen of alle daden van vergelding tegen dergelijke meldingen door een sporter of een andere persoon. Wanneer deze handelingen geen dopingfeit vormen in de zin van punt 5 van deze paragraaf: a) elke handeling waarmee een andere persoon wordt bedreigd of waarmee wordt geprobeerd hem ervan te weerhouden te goeder trouw informatie betreffende een vermeende overtreding van de antidopingregels of een vermeende niet-naleving van de Code te melden aan het WADA, een antidopingorganisatie, de rechtshandhaving, een gereglementeerde of professionele tuchtrechtelijke instantie, een hoorzittingsinstantie of een persoon die voor het WADA of een antidopingorganisatie een onderzoek uitvoert; b) alle vergeldingsmaatregelen tegen een persoon die te goeder trouw bewijsmateriaal of informatie over een vermeende overtreding van de antidopingregels of een vermeende niet-naleving van de Code verstrekt aan het WADA, een antidopingorganisatie, de rechtshandhaving, een gereglementeerde of professionele tuchtrechtelijke instantie, een hoorzittingsorgaan of een persoon die een onderzoek uitvoert voor het WADA of een antidopingorganisatie."; 9° het vierde lid van paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: "Om een overtreding van § 1, 10°, vast te stellen, moet de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie aantonen dat de sporter of de andere persoon op de hoogte was van de diskwalificerende status van de begeleider van de sporter";10° het vijfde en het zesde lid van paragraaf 2 worden opgeheven; 11° het vroegere zevende lid, dat het vijfde lid wordt van paragraaf 2, wordt vervangen als volgt: "Het is aan de sporter of de andere persoon om aan te tonen dat de samenwerking met de begeleider van de sporter, zoals beschreven in paragraaf 1, 10°, a) en b) niet professioneel of sportief is en/of deze samenwerking redelijkerwijze niet kon worden vermeden."; 12° in het vroegere achtste lid, dat het zesde lid wordt van paragraaf 2, worden de woorden "Vanaf de kennisgeving bedoeld in het vierde lid en voor zover de begeleider niet heeft kunnen aantonen dat de criteria bedoeld in § 1, 10°, a) tot c), op hem van toepassing zijn," opgeheven;13° in het vroegere achtste lid, dat het zesde lid wordt van paragraaf 2, worden de woorden "licht de NADO" vervangen door de woorden "De NADO";14° in het vroegere negende lid, dat het zevende lid wordt van paragraaf 2, worden de woorden "overeenkomstig de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens" vervangen door: "overeenkomstig de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens".
Art. 6.In artikel 8/1 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid van paragraaf 1 worden de woorden "uitgezonderd in de gevallen bepaald in paragraaf 2, b) en c)," gevoegd tussen de woorden "moet bewijzen," en de woorden "is de bewijsstandaard"; 2° de bepaling onder a) van paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: "overeenkomstig artikel 3.2.1 van de Code worden analytische methoden of beslissingslimieten die door het WADA zijn goedgekeurd na overleg met de betrokken wetenschappelijke gemeenschap en die zijn onderworpen aan collegiale toetsing, verondersteld wetenschappelijk geldig te zijn. Elke sporter of andere persoon die de vervulling van de voorwaarden voor dit vermoeden of dit vermoeden van wetenschappelijke geldigheid wil aanvechten of weerleggen, moet, overeenkomstig artikel 3.2 van de Code, voor elke betwisting vooraf het WADA op de hoogte brengen van de betwisting en de redenen ervan. Het oorspronkelijke beroepsorgaan, het nationale beroepsorgaan of het CAS kan op eigen initiatief het WADA op de hoogte brengen van deze betwisting. Binnen tien dagen nadat het WADA die kennisgeving en het dossier met betrekking tot deze betwisting heeft ontvangen, heeft het WADA ook het recht om als partij te interveniëren, als amicus curiae op te treden of op een andere wijze bewijzen te leveren in de procedure. Voor de door het CAS gehoorde zaken zal op verzoek van het WADA het arbitragepanel van het CAS een gekwalificeerde wetenschappelijke expert aanstellen om hem te helpen bij de beoordeling van de betwisting. "; 3° de bepaling onder c) van paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: "overeenkomstig artikel 3.2.3 van de Code maken de afwijkingen van elke andere internationale standaard of van elke andere antidopingregel of elk antidopingbeginsel die in de Code of in de regels van een antidopingorganisatie vermeld zijn, de analyseresultaten of de andere bewijzen van een overtreding van de antidopingregels niet ongeldig en vormen zij geen verweer tegen een overtreding van de antidopingregels. Indien de sporter of de andere persoon echter aantoont dat een afwijking van een van de specifieke bepalingen van de hieronder vermelde internationale standaarden redelijkerwijze zou kunnen hebben geleid tot het overtreden van de antidopingregels op grond van een afwijkend analyseresultaat of van een tekortkoming in de verplichtingen van het doorgeven van de verblijfsgegevens, moet de bevoegde antidopingorganisatie aantonen dat die afwijking het afwijkend analyseresultaat, de antidopingovertreding of de tekortkoming in de verplichtingen van het doorgeven van de verblijfsgegevens niet heeft veroorzaakt: 1° indien een afwijking van de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken met betrekking tot de afname of verwerking van de monsters redelijkerwijze zou kunnen hebben geleid tot het overtreden van de antidopingregels, op grond van een afwijkend analyseresultaat;2° indien een afwijking van de Internationale Standaard voor resultatenbeheer of de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken met betrekking tot een resultaat van een afwijkend paspoort redelijkerwijze zou kunnen hebben geleid tot het overtreden van de antidopingregels;3° indien een afwijking van de Internationale Standaard voor resultatenbeheer met betrekking tot de eis om een sporter op de hoogte te brengen van het openen van monster B redelijkerwijze zou kunnen hebben geleid tot het overtreden van de antidopingregels op basis van een afwijkend analyseresultaat;4° indien een afwijking van de Internationale Standaard voor resultatenbeheer met betrekking tot de kennisgeving van de sporter redelijkerwijze zou kunnen hebben geleid tot het overtreden van de antidopingregels op basis van een tekortkoming in de verplichtingen van het doorgeven van de verblijfsgegevens.""; 4° in de bepaling onder e) van paragraaf 2 worden de woorden "(in persoon of via videoconferentie, overeenkomstig de instructies van de disciplinaire commissie)" ingevoegd tussen de woorden "verschijnen" en ", en om de vragen van de disciplinaire commissie";5° in het eerste lid van paragraaf 3 worden de woorden "is er sprake van een dopingpraktijk zoals vermeld in artikel 8, § 1, 1°, " vervangen door de woorden "wordt een dopingfeit vastgesteld zoals vermeld in artikel 8, § 1, 1°, ";6° de bepaling onder 3° in het eerste lid van paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: "3° indien het A- of B-monster van de sporter in twee delen wordt gesplitst en de analyse van het bevestigende deel van het monster de aanwezigheid bevestigt van de verboden stof of de metabolieten of markers ervan die in het eerste deel van het gesplitste monster werden aangetroffen, of indien de sporter afziet van de analyse van het bevestigende deel van het gesplitste monster."; 7° het tweede lid van paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: "Met uitzondering van de stoffen waarvoor in de verboden Lijst of in een technisch document van WADA een beslissingslimiet is opgegeven, vormt de aanwezigheid van om het even welke gemelde hoeveelheid van een verboden stof of de metabolieten of markers daarvan in een monster van een sporter een overtreding van de antidopingregels."; 8° Het derde lid wordt vervangen als volgt: "Als uitzondering op de algemene regel van artikel 2.1 van de Code, kunnen de verboden Lijst, de Internationale Standaarden of de Technische documenten echter specifieke criteria vaststellen voor de beoordeling of melding van bepaalde verboden stoffen.".
Art. 7.In artikel 10 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "markers ervan of het gebruik" vervangen door "markers ervan, het gebruik";2° in paragraaf 1 worden de woorden "conform bijlage 2 van de UNESCO-Conventie" vervangen door "overeenkomstig de Internationale Standaard houdende toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak ";3° in paragraaf 2, in het eerste lid van paragraaf 4 en in paragraaf 5 worden de woorden "overeenkomstig bijlage 2 van de UNESCO-conventie" vervangen door de woorden "overeenkomstig de Internationale Standaard houdende toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak" ";4° paragraaf 3 wordt aangevuld met de volgende zin: "De sporter kan tegen de beslissing van de in het eerste lid bedoelde commissie in beroep gaan bij het CAS, overeenkomstig artikel 35/1 van deze ordonnantie en artikel 13 van de Code.". 5° in het tweede lid van paragraaf 4 worden de woorden "met toepassing van bijlage 2 van de UNESCO-Conventie" vervangen door de woorden "met toepassing van de Internationale Standaard houdende toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak";6° in het tweede lid van paragraaf 4 worden de woorden "of nationale" opgeheven;7° in het eerste lid van paragraaf 6 worden de woorden "en recreatiesporters" ingevoegd tussen de woorden "Breedtesporters" en het woord "kunnen".
Art. 8.In het eerste lid van artikel 11 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 1° wordt aangevuld als volgt: "en met name om in hun naam en voor hun rekening dopingcontroles uit te voeren in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, volgens de door hem vastgestelde nadere regels";2° de bepaling onder 2° wordt aangevuld als volgt: "nationale of internationale";3° de bepaling onder 4° wordt aangevuld als volgt: "overeenkomstig de door de Internationale Standaard voor educatie bepaalde criteria";4° een tweede lid, dat als volgt luidt, wordt toegevoegd: "Met het oog op de toepassing van het eerste lid kan de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie op verzoek van andere antidopingorganisaties of sportverenigingen tegen kostprijs de middelen ter beschikking stellen die nodig zijn voor de uitvoering en de verwerking van de dopingcontroles.". 5° een derde lid, dat als volgt luidt, wordt toegevoegd: "De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is onafhankelijk in haar operationele beslissingen en activiteiten ten opzichte van de sport en de uitvoerende macht.".
Art. 9.In artikel 12 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "en noodzakelijk om te voldoen aan de wettelijke en contractuele verplichtingen van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie als ondertekenaar van de Code".Deze gegevens berusten op gewichtige redenen van algemeen belang, zoals erkend door overweging 112 van de verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. Deze gegevens zijn bovendien noodzakelijk voor de vervulling van taken van algemeen belang of van taken in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is opgedragen."; 2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Onverminderd eventuele aanvullende informatie die verduidelijkt wordt door het Verenigd College en die noodzakelijk is voor de uitvoering van de bepalingen van deze ordonnantie, omvat de in het eerste lid bedoelde informatie het volgende: a) met betrekking tot de onderzoeksbevoegdheid van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de in artikel 23/1 en bijlage 2 bedoelde informatie;b) met betrekking tot TTN's, de in artikel 10 en bijlage 2 bedoelde informatie;c) met betrekking tot controles, het biologisch paspoort van de sporter en het resultatenbeheer, de in artikel 16 tot en met 34 en in bijlage 2 bedoelde informatie;d) met betrekking tot de verblijfsgegevens van sporters, de in artikel 26 en bijlage 2 bedoelde informatie; e) met betrekking tot onderwijs en preventie, de in artikel 4 bedoelde informatie." 3° het derde lid wordt aangevuld met de zin: "Met betrekking tot de ADAMS-databank, die door het WADA beheerd wordt, is het WADA verantwoordelijk voor de verwerking van de informatie die hiermee verband houdt." ; 3° de vierde en vijfde lid worden opgeheven.4° Tussen het vroegere zesde en zevende lid wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De bewaartermijn van de gegevens die op grond van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten worden verzameld en verwerkt, wordt, afhankelijk van de gegevenscategorie, verduidelijkt in bijlage 2, overeenkomstig de Internationale Standaard voor de bescherming van persoonlijke inlichtingen.De gegevens worden vernietigd zodra zij niet langer nuttig zijn voor het beoogde doel.".
Art. 10.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 12/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "De op grond van deze ordonnantie verzamelde en verwerkte gegevens mogen slechts aan de volgende ontvangers worden meegedeeld en alleen voor zover dat strikt noodzakelijk is voor de verwezenlijking van elk van de hieronder beschreven specifieke doelen: 1° Met betrekking tot de informatie en gegevens die worden verzameld en verwerkt voor de planning en uitvoering van dopingcontroles: de ambtenaren van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de door het Verenigd College aangestelde controleartsen, de door het WADA geaccrediteerde of op een andere wijze goedgekeurde laboratoria, de gecontroleerde sporter, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij de nationale en, in voorkomend geval, internationale sportorganisaties waar zij toe behoren, de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij andere antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's en het WADA. Het doel van de verwerking van de informatie en gegevens voor de planning en uitvoering van dopingcontroles is, met het oog op de vaststelling van de in artikel 8, § 1, 1° en 2° bedoelde dopingfeiten, hetzij de rechtstreekse opsporing van een verboden stof of methode in het lichaam van de sporter, hetzij de onrechtstreekse opsporing van een verboden stof via zijn gevolgen op het lichaam, door het opstellen van een biologisch paspoort van de sporter. 2° Met betrekking tot de informatie en gegevens die worden verzameld en verwerkt in het kader van de uitvoering van het biologisch paspoort van de sporter bedoeld in artikel 23/2 van de ordonnantie: de ambtenaren van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de door het Verenigd College aangestelde controleartsen, de door het WADA geaccrediteerde of op een andere wijze goedgekeurde laboratoria, de gecontroleerde sporter, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij de nationale en, in voorkomend geval, internationale sportorganisaties waartoe hij of zij behoort, de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij andere antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's en het WADA. Overeenkomstig artikel 23/2 van de ordonnantie is het doel van de verwerking van de informatie en gegevens voor de planning en uitvoering van dopingcontroles, met het oog op de vaststelling van de in artikel 8, § 1, 1° en 2° bedoelde dopingfeiten, hetzij de rechtstreekse opsporing van een verboden stof of methode in het lichaam van de sporter, hetzij de onrechtstreekse opsporing van een verboden stof via zijn gevolgen op het lichaam, door het opstellen van een biologisch paspoort van de sporter. De informatie wordt ook gebruikt voor de uitvoering van gerichte tests bij de betrokken elitesporters. 3° Met betrekking tot de informatie en gegevens die worden verzameld en verwerkt in het kader van de onderzoeksbevoegdheid van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bedoeld in artikel 23/1 van de ordonnantie, onder meer voor de uitvoering van het biologisch paspoort van de sporter: de ambtenaren van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de sporter die het voorwerp uitmaakt van het onderzoek alsook het ondersteunend personeel van de sporter, de organisator of sportorganisatie die het voorwerp uitmaakt van het onderzoek en, zo nodig, de andere betrokken antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's, de betrokken nationale of internationale sportorganisatie(s), de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, de politie- en justitiediensten, de douane, het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten, het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen en het WADA. De specifieke verwerkingsdoeleinden van de informatie in verband met de onderzoeksbevoegdheid van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie zijn die bedoeld in artikel 23/1 van de ordonnantie. 4° Met betrekking tot de informatie en gegevens die worden verzameld en verwerkt bij aanvragen tot toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak: de leden van de CTTN, de eventueel geraadpleegde medische of wetenschappelijke deskundigen, de gecontroleerde sporters en zijn of haar behandelend arts, het WADA, de andere betrokken antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's, indien van toepassing en zo nodig de betrokken sportorganisatie(s), de betrokken nationale sportorganisatie(s), de betrokken internationale federatie(s), de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen en het WADA. Elke sporter die een aanvraag tot toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak indient, geeft schriftelijk toestemming om alle in verband met zijn of haar aanvraag verzamelde en verwerkte informatie en gegevens door te geven aan de leden van alle CTTN's die krachtens de Code bevoegd zijn om het dossier te onderzoeken en, in voorkomend geval, aan andere onafhankelijke medische en wetenschappelijke deskundigen en aan alle personeelsleden van de antidopingorganisaties die betrokken zijn bij het beheer, de herziening of de beroepsprocedures van de TTN's en aan het WADA. De aanvrager geeft ook schriftelijk toestemming om de leden van de CTTN in staat te stellen hun conclusies in overeenstemming met de Code mee te delen aan alle betrokken antidopingorganisaties en nationale federaties en, in voorkomend geval, internationale federaties.
Als de hulp van onafhankelijke externe deskundigen vereist is, worden alle details van de aanvraag aan hen doorgegeven zonder dat de betrokken sporter geïdentificeerd wordt.
De gegevens worden uitsluitend verwerkt met het oog op de strijd tegen doping.
De invoer van de beslissingen in ADAMS heeft enerzijds tot doel het WADA in staat te stellen zo nodig zijn recht uit te oefenen om elke beslissing over TTN's te onderzoeken overeenkomstig artikel 4.4.6 van de Code en anderzijds de naleving, erkenning en geldigheid van de door de CTTN genomen beslissingen te garanderen bij de antidopingorganisaties die de betrokken sporter kunnen testen en/of disciplinaire maatregelen tegen hem of haar kunnen nemen. 5° Met betrekking tot de verblijfsgegevens van elitesporters op nationaal niveau: de ambtenaren van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de gecontroleerde elitesporter en, in voorkomend geval, zijn of haar behoorlijk gemachtigde ploegverantwoordelijke, de voor de controle van de betrokken elitesporter gemachtigde controlearts, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij de nationale en internationale sportorganisaties waartoe de sporter behoort, de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij andere antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's en het WADA. De specifieke verwerkingsdoeleinden van de verblijfsgegevens van de elitesporters zijn, overeenkomstig artikel 5.5 van de Code, het plannen, coördineren en uitvoeren van dopingcontroles, het verschaffen van pertinente informatie voor het biologisch paspoort van de sporter of voor andere resultaten van analyses, het bijdragen tot een onderzoek naar een mogelijke overtreding van de antidopingregels of het bijdragen tot procedures voor de vervolging van dergelijke overtredingen. 6° Met betrekking tot de informatie en gegevens die worden verzameld en verwerkt in het kader van het resultatenbeheer, met inbegrip van de tuchtrechtelijke beslissingen genomen in toepassing van artikel 30 van de ordonnantie: de ambtenaren van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij de nationale en internationale sportorganisaties waartoe de sporter behoort, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij andere antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's, de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, de politie- en justitiediensten en het WADA. De specifieke verwerkingsdoeleinden van de informatie in verband met het resultatenbeheer komen overeen met de doeleinden van artikel 20, 21, 30 en 30/1 van de ordonnantie.
Wanneer informatie wordt doorgegeven aan een van de in het eerste lid bedoelde ontvangers en deze ontvanger gevestigd is in een derde land, gaat de verwerkingsverantwoordelijke na of het betrokken derde land een passend niveau van gegevensbescherming waarborgt.
Telkens als informatie wordt doorgegeven aan een ontvanger die in een derde land gevestigd is, deelt de verwerkingsverantwoordelijke de ontvanger mee dat verdere doorgifte verboden is: a) aan ontvangers die gevestigd zijn in landen ten aanzien waarvan geen adequaatheidsbesluit is genomen; b) voor doeleinden die niet verenigbaar zijn met de oorspronkelijke doeleinden van de verzameling.".
Art. 11.In artikel 16 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "en de sportverenigingen" vervangen door de woorden "en de andere antidopingorganisaties";2° in het eerste lid worden de woorden "overeenkomstig de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken" ingevoegd na de woorden "of laat ze uitvoeren"; 3° het tweede lid wordt aangevuld met een zin die als volgt luidt: "De kandidaten die in contact kunnen komen met minderjarige sporters dienen aan het Verenigd College een uittreksel uit het Strafregister - Model 2 voor te leggen of een gelijkwaardig document, afgegeven door de regering van een andere lidstaat van de Europese Unie."
Art. 12.In artikel 17 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 2° in het tweede lid van paragraaf 3 wordt aangevuld met de woorden "of als de sporter een beschermde persoon is, de naam van de persoon die hem vergezelt"; 2° na paragraaf 4 wordt een paragraaf 4/1 ingevoegd, die als volgt luidt: "Om een gecoördineerde planning van de verdeling van de tests te vergemakkelijken, onnodige dubbele tests door de antidopingorganisaties te voorkomen en ervoor te zorgen dat de profielen van het biologische paspoort van de sporter up-to-date worden gehouden, wordt het proces-verbaal in de ADAMS-databank ingevoerd binnen de termijnen die door de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken zijn vastgesteld."; 3° in paragraaf 5 worden de woorden "of een beschermde persoon" ingevoegd tussen het woord "minderjarig" en het woord "is";4° in paragraaf 6 wordt een tweede lid ingevoegd, dat als volgt luidt: "Indien een sporter of een andere persoon zich tijdens het resultatenbeheersproces terugtrekt, behoudt de antidopingorganisatie die dit proces garandeert, de bevoegdheid om het af te ronden.Indien een sporter of een andere persoon zich terugtrekt voor het resultatenbeheersproces in gang is gezet, behoudt de antidopingorganisatie die met betrekking tot het resultatenbeheer bevoegd zou zijn geweest voor de sporter of de andere persoon op het moment dat de sporter of de andere persoon een overtreding van de antidopingregels beging, de bevoegdheid om het resultatenbeheer voor haar rekening te nemen.".
Art. 13.In artikel 18 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "artikel 15 van" opgeheven;2° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen als volgt: "Overeenkomstig artikel 8/1, § 1, kunnen de feiten met betrekking tot een dopingpraktijk worden vastgesteld met alle betrouwbare rechtsmiddelen.Dit omvat met name de laboratoriumanalyses of andere betrouwbare forensische analyses die buiten de erkende laboratoria zijn uitgevoerd. "; 3° in paragraaf 2 worden de woorden "in de analysegegevens in kwestie en in de informatie over de dopingcontrole" ingevoegd tussen de woorden "die volledig anoniem zijn gemaakt" en de woorden "de afwezigheid onderzoeken van andere stoffen";4° artikel 18 wordt aangevuld met een vierde paragraaf, die als volgt luidt: " § 4.De monsters die overeenkomstig artikel 11, eerste lid, 2°, van deze ordonnantie door een andere antidopingorganisatie in naam en voor rekening van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie zijn afgenomen, worden geanalyseerd door een laboratorium dat door het WADA is geaccrediteerd of anderszins goedgekeurd en waarmee die andere antidopingorganisatie gewoonlijk samenwerkt. ".
Art. 14.In artikel 20 van dezelfde ordonnantie wordt het tweede lid aangevuld met de volgende woorden: "met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op de voorlopige schorsingen".
Art. 15.In punt d) van artikel 23/1 van dezelfde ordonnantie worden de woorden "of door een beschermde persoon" ingevoegd tussen de woorden "door een minderjarige" en de woorden "en het voeren van een automatische enquête".
Art. 16.In artikel 23/2 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid van paragraaf 1 worden de woorden "de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens" vervangen door : "de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens";2° in paragraaf 1 wordt het tweede lid opgeheven;3° in het tweede lid van paragraaf 2, worden de woorden "de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens" vervangen als volgt: "de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens".
Art. 17.Artikel 25 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt: "Met het oog op de planning van de dopingcontroles deelt elke organisator de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie jaarlijks vooraf en overeenkomstig de door het Verenigd College vastgestelde nadere regels, de sportevenementen of -wedstrijden mee die hij gepland heeft en waaraan elitesporters deelnemen."
Art. 18.In artikel 26 van dezelfde ordonnantie de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid van paragraaf 1 worden de woorden "A, B en C" vervangen door de woorden "A en B";2° het laatste lid van paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: "De criteria op basis waarvan de sportdisciplines worden gecategoriseerd in lijst A en B in de bijlage van deze ordonnantie, zijn de volgende: - A: het gaat om een individuele discipline die gevoelig is voor dopinggebruik buiten wedstrijdverband; - B: het gaat om een individuele discipline die gevoelig is voor dopinggebruik buiten wedstrijdverband."; 3° in het eerste lid van paragraaf 2 worden de woorden "artikel 5.6 van de Code" vervangen door "artikel 5.5 van de Code"; 4° in de bepaling onder 4° van het eerste lid van paragraaf 2 wordt het woord "faxnummer" opgeheven;5° in het tweede lid van paragraaf 2 van de Franse versie worden de woorden "de catégorie" ingevoegd tussen de woorden "sportif d'élite" en het woord "A";6° in het eerste lid van paragraaf 3 worden de woorden "en C" opgeheven;7° in de bepaling onder 3° van het eerste lid van paragraaf 3 wordt het woord "faxnummer" opgeheven;8° in het tweede lid van paragraaf 3 worden de woorden "van categorie C kunnen een ploegverantwoordelijke aanwijzen" vervangen door de woorden "van categorie A en B kunnen een derde als ploegverantwoordelijke aanwijzen";9° in het tweede lid van paragraaf 3 worden de woorden "en de geactualiseerde spelerslijst" opgeheven;10° in paragraaf 4 wordt het tweede lid opgeheven;11° in het derde lid van paragraaf 4 worden de woorden "van categorie B, C of D" vervangen door de woorden: "van categorie B of C";12° paragraaf 4 wordt aangevuld met twee leden, die als volgt luiden: "Elke sporter die op een preselectielijst voor de Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese kampioenschappen of wereldkampioenschappen staat kan worden verplicht zijn verblijfsgegevens door te geven overeenkomstig categorie A voor een maximale duur van 12 maanden, die ten vroegste 9 maanden voor de wedstrijd in kwestie aanvangt en ten laatste 3 maanden na afloop van die wedstrijd eindigt. Elke sporter tegen wie er ernstige aanwijzingen van doping zijn, in het kader van een uitgevoerd dopingonderzoek, in voorkomend geval, in samenwerking met een of meer andere antidopingorganisaties en/of politie- en/of justitiediensten, kan worden verplicht zijn verblijfsgegevens door te geven, overeenkomstig categorie A voor een maximale duur van 12 maanden."; 13° paragraaf 9 wordt vervangen als volgt: " § 9.De elitesporters van categorie A en B die zich terugtrekken uit de sport, maar later weer aan wedstrijden op nationaal en/of internationaal niveau willen deelnemen, kunnen pas weer competitiegerechtigd worden in nationale en/of internationale wedstrijden nadat zij de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en hun internationale federatie zes maanden vooraf schriftelijk op de hoogte hebben gebracht van hun terugkeer.
Het WADA kan in samenspraak met de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de betrokken internationale federatie een afwijking toekennen van de regel van schriftelijke kennisgeving van zes maanden bedoeld in het voorafgaande lid, wanneer de strikte toepassing van die regel voor de betrokken elitesporter onbillijk zou zijn.
Elke overeenkomstig het voorafgaande lid genomen beslissing kan het voorwerp zijn van een beroep. Het Verenigd College stelt de nadere regels van de beroepsprocedure vast.
Elk behaald sportief resultaat in strijd met het eerste lid wordt geannuleerd, tenzij de sporter kan aantonen dat hij niet redelijkerwijze had kunnen weten dat het ging om een wedstrijd van nationaal of internationaal niveau.
Indien de elitesporters vermeld in het eerste lid zich tijdens een schorsingsperiode volgend op een disciplinaire uitspraak op grond van dopingpraktijken, die in kracht van gewijsde is gegaan, zich terugtrekken uit de sport, moeten zij de antidopingorganisatie die de schorsingsperiode oplegde daarvan schriftelijk op de hoogte brengen.
Ze zullen niet mogen deelnemen aan wedstrijden van nationaal of internationaal niveau zonder dat ze de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en hun internationale federatie zes maanden vooraf schriftelijk op de hoogte hebben gebracht, of een termijn gelijk aan het resterende deel van hun schorsing tot aan de datum van hun terugtrekking, als die periode langer is dan zes maanden.
Vanaf de ontvangst van de schriftelijke mededeling kan de betrokken NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie de elitesporters bedoeld in het eerste lid onderwerpen aan controles buiten wedstrijdverband en hen verplichten hun verblijfgegevens in te dienen overeenkomstig de categorie waartoe zij behoorden op het ogenblik van hun terugtrekking uit de sport."; 14° in het eerste lid van paragraaf 10 worden de woorden "artikel 5.6 van de Code" vervangen door "artikel 5.5 van de Code"; 15° in het tweede lid van paragraaf 10 worden de woorden "van categorie B, C of D" vervangen door de woorden: "van categorie B of C";16° in het derde lid van paragraaf 10 worden de woorden "de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, meer bepaald met de artikelen 7, § 4, 21 en 22", vervangen als volgt: "de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens"; 17° in het laatste lid van paragraaf 10 worden de woorden "en van de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken ingevoegd na de woorden "van artikel 5.3.2 van de Code".
Art. 19.In artikel 29 van dezelfde ordonnantie wordt het woord "acht" vervangen door het woord "tien".
Art. 20.In artikel 30 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "en in het bijzonder in artikel 7, 8, 9, 10 en 11 van de Internationale Standaard voor resultatenbeheer" ingevoegd tussen het woord "tuchtprocedure" en de woorden "alsmede de antidopingreglementen"; 2° een lid wordt toegevoegd tussen het eerste lid en het tweede lid, dat als volgt luidt: "De sportverenigingen verzekeren zich ervan dat de hoorinstantie billijk, onafhankelijk en onpartijdig is en dat de gemotiveerde beslissingen worden genomen binnen een redelijke termijn, overeenkomstig artikel 8 van de Code." ; 3° in het nieuwe derde lid, voordien het tweede lid worden de woorden "en dat alle beroepen opschortend zijn" vervangen door de woorden "in de vormen en onder de voorwaarden bepaald bij artikel 35/1 van deze ordonnantie, overeenkomstig artikel 13 van de Code"; 4° artikel 30 wordt aangevuld met een nieuw lid, dat als volgt luidt: "De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie blijft de verantwoordelijke instantie voor het resultatenbeheer en kan te allen tijde de sportverenigingen om een kopie van hun tuchtreglement inzake antidoping verzoeken en zo nodig correcties verwoorden.".
Art. 21.Er wordt in dezelfde ordonnantie een artikel 30/1 ingevoegd, dat als volgt luidt: " § 1. Het Verenigd College is belast met het oprichten van een billijke, onafhankelijke en onpartijdige tuchthoorinstantie voor de opvolging van de antidopingovertredingen door sporters of andere personen die niet zouden vallen onder de bevoegdheid van de sportverenigingen bedoeld in artikel 30 of indien de sportverenigingen de verplichting bedoeld in artikel 30 van deze ordonnantie niet nakomen.
Deze instantie past de procedures en sancties toe overeenkomstig deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan, de Code, en in het bijzonder de artikelen 7, 8, 9, 10, 11 en 13 van de Internationale Standaard voor resultatenbeheer.
De door deze instantie genomen beslissingen, zijn steeds vatbaar voor hoger beroep, overeenkomstig artikel 35/1.". § 2. Het Verenigd College stelt de procedure en de voorwaarden vast voor het onderzoek en de kennisgeving van mogelijke overtredingen van de andere antidopingregels overeenkomstig de Internationale Standaard voor resultatenbeheer, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op de voorlopige schorsingen.".
Art. 22.In artikel 31 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "geschorste sporter of andere persoon" vervangen door de woorden "sporter of andere persoon die het voorwerp uitmaakt van een schorsing of een voorlopige schorsing";2° de bepaling onder 2° van het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "of een andere regeringsinstelling";3° het tweede lid wordt aangevuld als volgt: "en aan elk verzoek om informatie over verblijfsgegevens door een antidopingorganisatie";4° in het derde lid worden de woorden "of een andere persoon" ingevoegd tussen de woorden "uitgesloten sporter" en "te aanvaarden"; 5° er wordt tussen het derde en het vierde lid een nieuw lid ingevoegd, dat als volgt luidt: "De sporter of de andere persoon aan wie een schorsing van meer dan vier jaar is opgelegd, mag na vier jaar schorsing als sporter deelnemen aan lokale sportevenementen die niet onder de bevoegdheid vallen van een ondertekenaar van de Code of een lid van een ondertekenaar van de Code voor zover het lokale sportevenement niet plaatsvindt op een niveau waarop de sporter of de andere persoon zich rechtstreeks of onrechtstreeks kan kwalificeren voor een nationaal kampioenschap of een internationaal evenement (of punten kan verzamelen voor zijn kwalificatie), en de sporter of de andere persoon in geen enkele hoedanigheid bij het evenement met beschermde personen samenwerkt."; 6° het vroegere vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt vervangen als volgt: "Binnen twintig dagen na een definitieve beslissing deelt de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie via beveiligde communicatiekanalen de uitgevaardigde beslissingen en de identiteit van de bestrafte personen mee aan de andere Belgische NADO's, aan het WADA, aan de nationale en internationale sportorganisaties, aan de NADO van het land waar de persoon verblijft of van de landen waarvan de persoon een onderdaan of een licentiehouder is, alsook aan het Internationaal Olympisch Comité en het Internationaal Paralympisch Comité wanneer de beslissingen de mogelijkheid om deel te nemen aan de Olympische of Paralympische Spelen kunnen beïnvloeden.De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie rapporteert deze kennisgeving in ADAMS. Overeenkomstig artikel 14.3.2 en 14.3.5 van de Code en met betrekking tot elitesporters en andere personen die een overtreding van de antidopingregel hebben begaan, met uitzondering van de breedtesporters, minderjarigen, beschermde personen en recreatiesporters, verspreidt de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, onverminderd het voorgaande lid, op haar website het volgende gedurende één maand of gedurende de schorsingsperiode, al naargelang welke periode het langst is: de naam van de sporter of andere persoon die wegens doping is geschorst, de sport die hij of zij beoefent, de geschonden antidopingregel, de eventueel daarbij betrokken verboden stof of methode, alsook de opgelegde gevolgen.
Overeenkomstig artikel 14.3.4 van de Code mag, in elk geval waarin de beslissing concludeert dat de sporter of andere persoon geen overtreding van de antidopingregels heeft begaan, de beslissing alleen worden bekendgemaakt met de uitdrukkelijke instemming van de sporter of andere persoon, in voorkomend geval door de beslissing anoniem te maken.
Indien de sporter of andere persoon instemt met de bekendmaking van de beslissing die hem of haar betreft, wordt deze in het in het vorige lid bedoelde geval gepubliceerd op de website van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, in voorkomend geval onder de specifieke voorwaarden waarom de betrokken sporter of andere persoon heeft verzocht.".
Art. 23.In artikel 32 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt aangevuld als volgt: "en alle gevolgen die eruit volgen met inbegrip van de intrekking van de medailles, punten en prijzen";2° het tweede lid wordt vervangen door een tweede paragraaf, die als volgt luidt: " § 2.Overeenkomstig artikel 10.1 van de Code kan een overtreding van de antidopingregels tijdens of in het kader van een evenement na een beslissing van de voor het evenement verantwoordelijke organisatie, leiden tot de annulering van alle individuele resultaten die de sporter in het kader van dat evenement behaalde, met alle gevolgen die eruit voortvloeien, met inbegrip van de intrekking van de medailles, punten en prijzen, met uitzondering van de in dit lid bepaalde gevallen overeenkomstig artikel 10.1.1. van de Code.
De factoren waarmee rekening moet worden gehouden om andere resultaten tijdens een evenement te annuleren kunnen onder meer de ernst van de door de sporter begane overtreding van de antidopingregels omvatten en ook of de sporter negatief heeft getest in andere wedstrijden.
Wanneer de sporter aantoont dat hij geen schuld of nalatigheid draagt voor de overtreding, worden zijn individuele resultaten in andere wedstrijden niet geannuleerd, tenzij de resultaten die hij behaalde in andere wedstrijden dan deze waarin de overtreding van de antidopingregels zich voordeed, waarschijnlijk door deze overtreding werden beïnvloed. "; 3° artikel 32 wordt aangevuld met een derde paragraaf, die als volgt luidt: "Een overtreding van de antidopingregels kan ook leiden tot de volgende sancties: 1° een schorsing in geval van aanwezigheid, gebruik of poging tot gebruik of bezit van een verboden stof of een verboden methode onder de voorwaarden bedoeld in artikel 10.2 van de Code; 2° een schorsing voor andere overtredingen van de antidopingregels onder de voorwaarden bedoeld in artikel 10.3 van de Code; 3° een annulering van de resultaten behaald in daaropvolgende wedstrijden onder de voorwaarden bedoeld in artikel 10.10 van de Code.
Deze sancties kunnen het voorwerp zijn van verzwarende omstandigheden onder de voorwaarden bedoeld in de artikelen 10.4 en 10.9 van de Code.
Zij kunnen het voorwerp zijn van verzachtende omstandigheden in geval van afwezigheid van schuld of nalatigheid (artikel 10.5 van de Code), afwezigheid van schuld of aanzienlijke nalatigheid (artikel 10.6 van de Code), andere redenen dan de schuld (artikel 10.7 van de Code), onmiddellijke erkenning en aanvaarding van de sanctie (artikel 10.8.1 van de Code), instemming om de zaak te schikken (artikel 10.8.2 van de Code).
De aanvang van de schorsingsperiode wordt bepaald overeenkomstig artikel 10.13 van de Code.
Het Verenigd College kan voorzien in een evenredige vergoeding van de kosten of financiële sancties in verband met een overtreding van de antidopingregels onder de voorwaarden bedoeld in artikel 10.12 van de Code en in de verdeling van de ontnomen winsten onder de voorwaarden bedoeld in artikel 10.11 van de Code. Het stelt bovendien het statuut vast van de persoon die het voorwerp uitmaakt van een schorsing of een voorlopige schorsing overeenkomstig artikel 10.14 van de Code.".
Art. 24.In artikel 33 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid van paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: "Indien meer dan twee leden van hetzelfde team tijdens de duur van het evenement een overtreding van de antidopingregels hebben begaan, worden de regelingen die gelden op grond van artikel 32 mutatis mutandis dan op het team toegepast, bovenop de gevolgen die worden opgelegd aan de individuele sporters die een overtreding van de antidopingregels hebben begaan, onverminderd de mogelijkheid voor de sportvereniging die verantwoordelijk is voor het evenement waarin een ploeg een overtreding van de antidopingregels heeft begaan, of voor een internationale federatie met betrekking tot de ploegsporten die onder haar bevoegdheid vallen, om in strengere gevolgen te voorzien. "; 2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: "De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of een andere voor het evenement verantwoordelijke instantie voert gerichte controles uit op alle leden van het betrokken team, wanneer meer dan één van zijn leden op de hoogte werd gebracht van een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 7 van de Code in het kader van een evenement".
Art. 25.In artikel 34 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "een nationaal arbitrageorgaan bedoeld in artikel 13.2.2 van de Code of het Hof van Arbitrage voor Sport" ingevoegd tussen de woorden "één van zijn ondertekenaars" en "is genomen" en wordt er een komma ingevoegd na ondertekenaars; 2° een lid wordt ingevoegd tussen het eerste lid en het tweede lid, dat als volgt luidt: "Niettegenstaande de bepalingen van artikel 15.1.1 van de Code is een beslissing over een overtreding van de antidopingregels genomen door een organisatie verantwoordelijk voor grote evenementen in het kader van een versnelde procedure tijdens een evenement niet bindend voor de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de personen en instellingen die onder deze ordonnantie vallen, tenzij de regels van de organisatie verantwoordelijk voor grote evenementen de sporter of de andere persoon de mogelijkheid bieden om volgens niet-versnelde procedures beroep aan te tekenen. ".
Art. 26.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 35/1 ingevoegd, dat als volgt luidt: " § 1. Niettegenstaande het bestaan van de gebruikelijke beroepsmogelijkheden bij de Raad van State en de hoven en rechtbanken, en overeenkomstig artikel 13.1 van de Code kan tegen alle beslissingen die op grond van de Code, deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan worden genomen, beroep worden aangetekend bij het CAS. Dit beroep heeft geen opschortende werking, tenzij het CAS anders beslist.
Het beroep moet worden aangetekend binnen 21 dagen die volgen op de kennisgeving aan de partij van de beslissing waartegen beroep wordt aangetekend. De termijn voor het indienen van een beroep in naam van het WADA is de datum die overeenstemt met de laatste van de volgende termijnen: (a) 21 dagen na de einddatum waarop elke andere partij die het recht heeft om beroep aan te tekenen, beroep had kunnen aantekenen of (b) 21 dagen na de ontvangst door het WADA van het volledige beslissingsdossier.
De partij die beroep aantekent, heeft recht op de bijstand van het CAS om alle relevante informatie te verkrijgen van de antidopingorganisatie waarvan de beslissing wordt aangevochten in beroep. Die informatie moet worden verstrekt indien het CAS dit beveelt.
Alle partijen die beroep aantekenen bij het CAS zorgen ervoor dat het WADA en alle andere partijen die gerechtigd zijn om beroep aan te tekenen, binnen een redelijke termijn op de hoogte worden gebracht van het beroep. § 2. De draagwijdte van het onderzoek in beroep omvat alle vragen die relevant zijn voor de zaak en is niet uitdrukkelijk beperkt tot de vragen of de draagwijdte van het onderzoek voor het oorspronkelijke beslissingsorgaan. Elke partij in beroep kan bewijsmiddelen, juridische argumenten en vorderingen aanvoeren die in eerste aanleg niet werden aangevoerd, op voorwaarde dat deze middelen, argumenten en vorderingen op dezelfde grond of dezelfde algemene feiten of omstandigheden berusten die in eerste aanleg werden aangevoerd of behandeld. § 3. Het CAS is niet gebonden aan de in aanmerking genomen elementen in de beslissing waartegen beroep wordt aangetekend.
Bij het nemen van zijn beslissing is het CAS niet verplicht zich te baseren op de discretionaire bevoegdheid die wordt uitgeoefend door de instantie waarvan de beslissing wordt aangevochten. § 4. Overeenkomstig artikel 13 van de Code kan het WADA, wanneer het het recht heeft om beroep aan te tekenen op grond van dit artikel en geen enkele partij beroep heeft aangetekend tegen een definitieve beslissing in het kader van de bij deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan vastgestelde procedure, rechtstreeks beroep aantekenen bij het CAS, zonder de interne beroepsmiddelen te moeten uitputten waarin deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan voorzien. § 5. Beroep kan, uitsluitend in de vormen en onder de voorwaarden vastgesteld in deze bepaling, worden aangetekend tegen: 1° een beslissing met betrekking tot een overtreding van de antidopingregels;2° een beslissing die al dan niet gevolgen oplegt aan een overtreding van de antidopingregels;3° een beslissing die vaststelt dat er geen overtreding van de antidopingregels werd begaan;4° een beslissing die vaststelt dat een procedure met betrekking tot de overtreding van de antidopingregels niet kan worden voortgezet wegens procedureredenen (met inbegrip van de verjaring);5° een door het WADA genomen beslissing om geen uitzondering toe te kennen voor de opzeggingsvereiste van zes maanden voor een sporter die zich terugtrekt uit de sport en die later opnieuw wil deelnemen aan wedstrijden, overeenkomstig artikel 26, § 9, van deze ordonnantie; 6° een door het WADA genomen beslissing die het resultatenbeheer toekent, overeenkomstig artikel 7.1 van de Code; 7° een beslissing van een antidopingorganisatie om een afwijkend of atypisch analyseresultaat niet als een overtreding van de antidopingregels te melden;8° een beslissing om geen gevolg te geven aan een overtreding van de antidopingregels na een onderzoek dat gevoerd werd overeenkomstig de Internationale Standaard voor resultatenbeheer;9° een beslissing om een voorlopige schorsing op te leggen of op te heffen na een inleidende hoorzitting; 10° de niet-naleving van artikel 7.4 van de Code door een antidopingorganisatie; 11° een beslissing die uitdrukkelijk bepaalt dat een antidopingorganisatie niet bevoegd is zich uit te spreken over een aangevochten overtreding van de antidopingregels of over de gevolgen ervan; 12° een beslissing om voor gevolgen de opschorting al dan niet toe te passen of opnieuw in te voeren overeenkomstig artikel 10.7.1 van de Code; 13° de niet-naleving van de artikelen 7.1.4 en 7.1.5 van de Code; 14° de niet-naleving van artikel 10.8.1 van de Code; 15° een beslissing genomen op grond van artikel 10.14.3 van de Code; 16° een beslissing die een antidopingorganisatie heeft genomen om de beslissing van een andere antidopingorganisatie niet toe te passen op grond van artikel 15 van de Code; 17° een beslissing genomen op grond van artikel 27.3 van de Code. § 6. In de gevallen die volgen uit de deelname aan een internationaal evenement of in de gevallen waarbij sporters van internationaal niveau betrokken zijn, kan tegen de beslissing alleen beroep worden aangetekend bij het CAS. § 7. De volgende partijen hebben het recht om beroep aan te tekenen bij het CAS: 1° de sporter of de andere persoon die het voorwerp uitmaakt van een beslissing waartegen beroep wordt aangetekend;2° de andere partij in de zaak waarin de beslissing werd genomen;3° de bevoegde internationale federatie;4° de nationale antidopingorganisatie van het land waar de persoon verblijft of van de landen waarvan de persoon een onderdaan of een licentiehouder is;5° het Internationaal Olympisch Comité of het Internationaal Paralympisch Comité, al naar gelang het geval, wanneer deze beslissing gevolgen kan hebben voor de Olympische Spelen of de Paralympische Spelen, met name wanneer het gaat om beslissingen die gevolgen hebben voor de mogelijkheid om daaraan deel te nemen;6° het WADA. § 8. Niettegenstaande elke andere bepaling in deze ordonnantie of de Code is de sporter of de andere persoon aan wie een voorlopige schorsing werd opgelegd de enige die gerechtigd is om beroep aan te tekenen tegen de voorlopige schorsing. § 9. Overeenkomstig artikel 13.2.4 van de Code zijn de gezamenlijke en de andere latere beroepen ingesteld door elke verweerder aangehaald in zaken die op grond van de Code bij het CAS aanhangig gemaakt zijn, uitdrukkelijk toegestaan. Elke partij die op grond van dit artikel gerechtigd is beroep aan te tekenen, dient een gezamenlijk of later beroep in, uiterlijk samen met het antwoord van die partij. § 10. Indien de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in een bepaald geval niet binnen een door het WADA vastgestelde redelijke termijn beslist dat een overtreding van de antidopingregels werd begaan, kan het WADA beslissen rechtstreeks beroep aan te tekenen bij het CAS, alsof de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie had beslist dat er geen overtreding van de antidopingregels werd begaan. Indien het CAS-panel vaststelt dat een overtreding van de antidopingregels werd begaan en dat het WADA redelijkerwijze heeft beslist rechtstreeks beroep aan te tekenen bij het CAS, vergoedt de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie het WADA de door het WADA in de beroepsprocedure gemaakte kosten en advocatenhonoraria. § 11. Tegen de beslissingen met betrekking tot een TTN kan alleen beroep worden aangetekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 10. § 12. Indien de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie partij is bij een beroep, bezorgt zij de beslissing in beroep onmiddellijk aan de sporter of de andere persoon en aan de andere antidopingorganisaties die beroep hadden kunnen aantekenen.".
Art. 27.De bijlage bij de ordonnantie van 21 juni 2012 wordt vervangen door de bijlage bij de huidige ordonnantie.
Art. 28.Er wordt een bijlage 2 ingevoegd.
Slotbepalingen
Art. 29.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 39 ingevoegd, dat als volgt luidt: "Deze ordonnantie mag worden aangehaald als: "de antidopingordonnantie van 21 juni 2012" ".
Art. 30.Het Verenigd College bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze ordonnantie.
Brussel, 24 december 2021.
Voor het Verenigd College : De leden van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, A. MARON E. VAN DEN BRANDT
Bijlagen Art. N1. Lijst met de sporttakken en -disciplines die overeenstemmen met categorie A en B. Voor de Olympische sporten zijn enkel de Olympische disciplines betrokken, met uitzondering van triatlon.
Voor de sporten die op wereldspelen worden beoefend, zijn enkel de disciplines betrokken die op die spelen worden beoefend.
Lijst A A 1. Atletiek A 2. Bodybuilding (IFBB) A 3. Boksen A 4. Cyclocross A 5. Wielrennen - BMX A 6. Wielrennen - baanwielrennen A 7-. Weilrennen- mountainbike A 8. Wielrennen - op de weg A 9. Veldlopen (atletiek) A 10. Gewichtheffen A 11. Judo A 12. Powerlifting A 13. Watersport - zwemmen A 14. Tennis A 15. Triatlon - alle disciplines Met uitzondering van veldlopen, vermeld in punt A9, stemmen de voornoemde sportdisciplines overeen met Olympische disciplines of met de overeenstemmende Paralympische discipline ervan.
Voor tennis, vermeld in punt A14, heeft de categorie A enkel betrekking op de sporters in de top 100 in het enkelspel top 25 in dubbelspel van de wereldranglijst.
Lijst B Deze lijst betreft enkel de hoogste nationale divisie.
B1. Basketbal B2. Hockey B3. Voetbal B4. Volleybal Art. N.2 De gerapporteerde gegevens worden uiterlijk aan het einde van het kwartaal volgend op het einde van de opgegeven bewaartermijn gewist.
Categorie
Soort gegevens
Bewaartermijn
Remarques
Critères
1. sporter Gemeenschapscommissie behoort
Gegevens van de sporter die relevant zijn voor praktische doeleinden en voor de kennisgeving bij overtreding van de antidopingregels.
Naam en voornaam, geboortedatum, sport/sportdiscipline, geslacht
10 jaar vanaf het moment dat de sporter is uitgesloten van de doelgroep van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, of vanaf het moment dat de andere gegevenscategorieën gewist zijn, naargelang welk moment later valt.
Noodzakelijk aangezien een kennisgeving moet worden bezorgd bij overtreding van de antidopingregels en een dossier moet worden bewaard over de sporters die deel hebben uitgemaakt van het controleprogramma van de NADO. Noodzaak
Telefoonnummer of gsm-nummer, e-mailadres, domicilie
10 jaar vanaf het moment dat de sporter is uitgesloten van de doelgroep van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Idem
Noodzaak
2. Verblijfsgegevens (met uitzondering van de stad, het land en de verblijfsgegevens binnen wedstrijdverband die vereist zijn voor het in punt 7 bedoelde biologische paspoort van de sporter)
Verblijfsgegevens (met uitzondering van de stad, het land en de verblijfsgegevens binnen wedstrijdverband) Aangifteverzuimen van verblijfsgegevens (niet-naleving van de verplichting om verblijfsgegevens door te geven en gemiste controles)
12 maanden vanaf het einde van het kwartaal waarvoor de verblijfsgegevens werden ingediend. 10 jaar vanaf de datum van het aangifteverzuim van verblijfsgegevens.
Relevante gegevens voor de registratie van drie aangifteverzuimen van de verblijfsgegevens in twaalf maanden.
Relevante gegevens voor de registratie van drie aangifteverzuimen van de verblijfsgegevens in twaalf maanden en voor eventuele andere overtredingen van de antidopingregels. Bij overtredingen van de antidopingregels wordt de informatie ook bewaard in het dossier voor resultatenbeheer (zie punt 6).
Noodzaak Noodzaak
3. TTN's
Attest tot goedkeuring van de TTN en formulieren voor de beslissing tot afwijzing van de TTN
10 jaar vanaf de datum van het attest om de TTN goed te keuren of af te wijzen. Door de vernietiging van medische informatie kunnen het WADA en de NADO TTN's niet retroactief onderzoeken wanneer deze niet meer geldig zijn. De informatie in de TTN's is voornamelijk van medische aard en dus gevoelig.
Kan relevant zijn in geval van nieuwe controles of andere onderzoeken.
Proportionaliteit/noodzaak
TTN-aanvraagformulieren, aanvullende medische informatie en alle andere informatie die niet specifiek in deze afdeling wordt vermeld Onvolledige TTN's
12 maanden vanaf het einde van de geldigheidsperiode van de TTN. 12 maanden vanaf de aanmaakdatum.
Deze gegevens verliezen hun relevantie na het verstrijken van de TTN, behalve bij een nieuwe aanvraag.
Deze gegevens kunnen relevant zijn bij een nieuwe aanvraag.
Proportionaliteit/noodzaak Proportionaliteit
4. Controles
Dopingcontroleformulier Opdrachten Veiligheidsketen Onvolledige controledocumenten of documentatie zonder monster
10 jaar vanaf de monsterafname. Wordt bewaard tot alle gerelateerde processen-verbaal van controles gewist zijn. 10 jaar vanaf de aanmaakdatum van het document. 12 maanden vanaf de aanmaakdatum van het document.
Dopingcontroleformulieren, de bijhorende opdrachtorders/controleorders en de documenten van de veiligheidsketen zijn relevant voor het biologisch paspoort van de sporter en bij nieuwe analyses van monsters. Bij overtredingen van de antidopingregels wordt de informatie ook bewaard in het dossier voor resultatenbeheer (zie punt 6).
Idem.
Idem.
Onvolledige documentatie of documentatie zonder bijhorend monster is meestal het gevolg van een fout bij de gegevensinvoer en wordt na korte tijd vernietigd om de integriteit van de gegevens te waarborgen.
Proportionaliteit/noodzaak Proportionaliteit/noodzaak Proportionaliteit/noodzaak Proportionaliteit/noodzaak
5. Controles/resultatenbeheer (formulieren en documentatie)
Analyseresultaten van controles (met inbegrip van rapporten van afwijkende en atypische analyseresultaten), verslagen van laboratoria en andere gerelateerde documenten
Vanaf de datum van de monsterafname of vanaf de aanmaakdatum van de relevante documenten: 10 jaar vanaf de monsterafname of vanaf de aanmaakdatum van de relevante documenten.
Noodzakelijk wegens meervoudige overtredingen en retroactieve analyse.
Bij overtredingen van de antidopingregels wordt de informatie ook bewaard in het dossier voor resultatenbeheer (zie punt 6). *met inachtneming van de criteria en voorschriften van de Code/de Internationale Standaarden mogen analytische gegevens die voortvloeien uit de analyse van monsters en andere informatie over dopingcontroles in bepaalde omstandigheden langer dan de geldende bewaartermijn bewaard worden voor onderzoek en andere doeleinden die op grond van artikel 6.3 van de Code zijn toegestaan. De monsters en gegevens moeten zodanig verwerkt worden dat ze niet meer met een sporter in verband kunnen worden gebracht voordat ze voor deze secundaire doeleinden worden gebruikt. De maximale bewaartermijn voor identificeerbare monsters en gegevens bedraagt 10 jaar.
Noodzaak Proportionaliteit/noodzaak
6. Procedures en beslissingen (overtreding van antidopingregels)
Sancties en beslissingen op grond van de Code Documentatie, relevante dossiers, met inbegrip van dossiers over afwijkende analyseresultaten, over aangifteverzuimen of over beslissingen, laboratoriumdocumentatie, biologisch paspoort.
Vanaf de datum van de eindbeslissing: 10 jaar of de duur van de sanctie, naargelang welke het langst duurt 10 jaar of de duur van de sanctie, naargelang welke het langst duurt
Gegevens noodzakelijk wegens meervoudige overtredingen en de mogelijke duur van de sanctie. *beslissingen (bv. van het CAS) kunnen belangrijke juridische precedenten vormen en deel uitmaken van het openbare dossier; in dat geval kan de NADO een beslissing langer bewaren dan de toepasselijke bewaartermijn.
Gegevens noodzakelijk wegens meervoudige overtredingen en de mogelijke duur van een sanctie.
Noodzaak Proportionaliteit/noodzaak Noodzaak
7. Biologisch paspoort van de sporter
Biologische variabelen, atypische resultaten, afwijkende resultaten van het paspoort, verslagen van de instantie die de biologische paspoorten beheert, onderzoeken van deskundigen en andere ondersteunende documentatie Verblijfsgegevens (enkel stad, land en verblijfsgegevens binnen wedstrijdverband)
10 jaar vanaf de datum van overeenstemming tussen de resultaten en het dopingcontroleformulier. 10 jaar vanaf het einde van het kwartaal waarvoor de verblijfsgegevens werden ingediend.
Gegevens noodzakelijk wegens meervoudige overtredingen en om de biologische variabelen, de verslagen van de instantie die de biologische paspoorten beheert en de onderzoeken van deskundigen doorheen de tijd te analyseren of onderzoeken.
Gegevens noodzakelijk om atypische/afwijkende resultaten te staven of beweringen van sporters te weerleggen
Noodzaak Proportionaliteit/noodzaak
Gezien om gevoegd te worden bij de ordonnantie van 21 juni 2012 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan.
Voor het Verenigd College : De leden van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, A. MARON E. VAN DEN BRANDT