gepubliceerd op 13 januari 2025
Besluit van de Leden van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 19 december 2024 houdende vaststelling van de lijst met verboden stoffen en methoden in de sport voor het jaar 2025
19 DECEMBER 2024. - Besluit van de Leden van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 19 december 2024 houdende vaststelling van de lijst met verboden stoffen en methoden in de sport voor het jaar 2025
De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, Gelet op het gunstige advies van de afdeling Preventieve Gezondheidszorg van de Commissie Gezondheidszorg van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, gegeven op 22 november 2024 ;
Gelet op de analyse van de impact op de gelijke kansen uitgevoerd overeenkomstig artikel 69, § 1, eerste lid van het Brussels Wetboek inzake de gelijkheid, de non-discriminatie en de bevordering van diversiteit van 4 april 2024;
Gelet op advies nr. 77.270/3 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2024, in toepassing van artikel 84, § 5, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;
Overwegende de urgentie, gemotiveerd door de volgende overwegingen: Overwegende artikel 9 van de ordonnantie van 21 juni 2012 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan, dat het Verenigd College de verplichting oplegt de lijst van de verboden stoffen en methoden en de bijwerkingen ervan vast te stellen, binnen drie maanden na de aanneming ervan door het WADA;
Overwegende artikel 2 van het besluit van Verenigd College van 10 maart 2016 houdende uitvoering van de ordonnantie van 21 juni 2012 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan, dat de Leden van het Verenigd College ertoe machtigt die lijst vast te stellen en bij te werken;
Overwegende dat de internationale standaard betreffende de lijst van de verboden stoffen en methoden voor het jaar 2025 door het uitvoerend comité van het Wereldantidopingagentschap op 12 september 2024 werd aangenomen en op 1 januari 2024 in werking moet treden voor alle ondertekenaars van de Wereldantidopingcode;
Overwegende dat de voormelde lijst van de verboden stoffen en methoden vervolgens door de conferentie van de Partijen van UNESCO werd aangenomen, overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 34.2 van de internationale conventie tegen het dopinggebruik in de sport, gesloten in Parijs op 19 oktober 2005;
Overwegende dat die lijst, voor de Staten die partij zijn, op 1 januari 2025 in werking moet treden, overeenkomstig artikel 34.3 van de voormelde Internationale conventie tegen het dopinggebruik in de sport, opgemaakt in Parijs op 19 oktober 2005;
Overwegende dat dit ministerieel besluit bijgevolg op 1 januari 2025 in werking moet treden en dat vóór die datum zowel de rechtszekerheid als de volmaakte informatieverstrekking aan sporters moeten worden gewaarborgd betreffende de stoffen en methoden die als doping moeten worden beschouwd en, bijgevolg, vanaf 1 januari 2025, als verboden stoffen en methoden moeten worden beschouwd.
Artikel 1.De lijst met verboden stoffen en methoden bedoeld in artikel 9 van de ordonnantie van 21 juni 2012 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan, wordt bij het huidig besluit gevoegd.
Art. 2.Het ministerieel besluit van 6 december 2023Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 06/12/2023 pub. 29/12/2023 numac 2023048146 bron gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad Ministerieel besluit houdende vaststelling van de lijst met verboden stoffen en methoden in de sport voor het jaar 2024 sluiten houdende vaststelling van de lijst met verboden stoffen en methoden in de sport voor het jaar 2024 wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.
Brussel, 19 december 2024.
Voor het Verenigd College : De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, E. VAN DEN BRANDT A. MARON
Bijlage bij het besluit van de Leden van het Verenigd College van 19 december 2024 houdende vaststelling van de lijst met verboden stoffen en methoden in de sport voor het jaar 2025 Stoffen en methoden die op elk ogenblik verboden zijn (binnen en buiten wedstrijdverband) Verboden stoffen S0. Niet-goedgekeurde stoffen Alle verboden stoffen van deze categorie zijn specifieke stoffen.
Elke farmacologische stof die niet bedoeld wordt in een van de volgende delen van de lijst hieronder en waarvoor momenteel geen goedkeuring voor menselijk therapeutisch gebruik door een bevoegde gezondheidsoverheidsinstantie is verleend (bijvoorbeeld geneesmiddelen in preklinische of klinische ontwikkelingsfase of waarvan de ontwikkelingsfase is stopgezet, designerdrugs, stoffen die enkel goedgekeurd zijn voor diergeneeskundig gebruik) is te allen tijde verboden.
Deze klasse omvat veel verschillende stoffen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: - BPC-157; - 2,4-dinitrofenol (DNP); - de stabilisatoren van het ryanodinereceptor-1-complex; - calstabine [bv. S-107, S48168 (ARM210)]; - troponine activatoren (bv. reldesemtiv en tirasemtiv).
S1. Anabole middelen Alle verboden stoffen van deze categorie zijn niet-specifieke stoffen.
Anabole middelen zijn verboden, namelijk: 1. anabole androgene steroïden (AAS), wanneer ze exogeen worden toegediend, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de volgende stoffen: - 1-androsteendiol (5a-androst-1-een-3?,17?-diol); - 1-androsteendion (5a-androst-1-een-3,17-dion); - 1-androsteron (3a-hydroxy-5a-androst-1-een-17-on); - 1-epiandrosteron (3?-hydroxy-5a-androst-ene-17-one); - 1-testosteron (17?-hydroxy-5a-androst-1-en-3-on); - 4-androsteendiol (androst-4-een-3?,17?-diol); - 4-hydroxytestosteron (4,17? -dihydroxyandrost-4-een-3-on); - 5-androsteendion (androst-5-een-3,17-dion); - 7a-hydroxy-DHEA; - 7?-hydroxy-DHEA; - 7-keto-DHEA; - 11ß-methyl-19-nortestosteron; - 17a-methylepithiostanol (epistaan); - 19-norandrosteendiol (estr-4-een-3,17-diol); - 19-norandrosteendion (estra-4-een-3,17-dion); - 4-androsteen-3,11,17-trion (11-keto-androsteendion, adrenosteron); - androstanolon (5a-dihydrotestosteron, 17?-hydroxy-5a-androstan-3-on); - androsteendiol (androst-5-een-3?,17?-diol); - androsteendion (androst-4-een-3,17-dion); - bolasteron; - boldenon; - boldion (androsta-1,4-dieen-3,17-dion); - calusteron; - clostebol; - danazol ([1,2]oxazolo[4',5':2,3]pregna-4-en-20-yn-17a-ol); - dehydrochloormethyltestosteron (4-chloor-17?-hydroxy-17a-methylandrosta-1,4-dieen-3-on); - desoxymethyltestosteron (17a-methyl-5a-androst-2-een-17?-ol en 17a-methyl-5a-androst-3-en-17?-ol); - dimethandrolon (7a,11ß-dimethyl-19- nortestosteron); - drostanolon; - epiandrosteron (3?-hydroxy-5a-androstaan-17-on); - epi-dihydrotestosteron (17?-hydroxy-5?-androstaan-3-on); - epitestosteron; - ethylestrenol (19-norpregna-4-een-17a-ol); - fluoxymesteron; - formebolon; - furazabol (17a-methyl[1,2,5]oxadiazolo [3',4':2,3]-5a-androstaan-17?-ol); - gestrinon; - mestanolon; - mesterolon; - metandiënon (17?-hydroxy-17a-methylandrosta-1,4-dieen-3-on); - metenolon; - methandriol; - methasteron (17?-hydroxy-2a,17a-dimethyl-5a-androstaan-3-on); - methyl-1-testosteron (17?-hydroxy-17a-methyl-5a-androst-1-een-3-on); - methylclostebol; - methyldiënolon (17?-hydroxy-17a-methylestra-4,9-dieen-3-on); - methylnortestosteron (17?-hydroxy-17a-methylestr-4-een-3-on); - methyltestosteron; - metribolon (methyltriënolon, 17?-hydroxy-17a-methylestra-4,9,11-trieen-3-on); - miboleron; - nandrolon (19-nortestosteron); - norboleton; - norclostebol (4-chloro-17?-ol-est-4-en-3-on); - norethandrolon; - oxabolon; - oxandrolon; - oxymesteron; - oxymetholon; - prasteron (dehydro-epiandrosteron, DHEA, 3?-hydroxyandrost-5-een-17-on); - prostanozol (17?-[(tetrahydropyran-2-yl) oxy]-1'H-pyrazolo[3,4:2,3]-5a-androstaan); - quinbolon; - stanozolol; - stenbolon; - testosteron; - tetrahydrogestrinon (17-hydroxy-18a-homo-19-nor-17a-pregna-4,9,11-trieen-3-on); - tibolon; - trenbolon (17?-hydroxyestr-4,9,11-trieen-3-on); - trestolon (7?-methyl-19-nortestosteron, MENT); - andere stoffen met een vergelijkbare scheikundige structuur of een of meer vergelijkbare biologische effecten; 2. andere anabole middelen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: - clenbuterol; - selectieve androgeen-receptormodulatoren [SARM's, bv. andarine, enobosarm (ostarine), LGD-4033 (ligandrol), RAD140, S-23, YK-11]; - osilodrostat; - ractopamine; - zeranol; - zilpaterol.
S2. Peptidehormonen, groeifactoren, aanverwante stoffen en mimetica Alle verboden stoffen van deze categorie zijn niet-specifieke stoffen.
De volgende stoffen en de andere stoffen met een vergelijkbare scheikundige structuur of een of meer vergelijkbare biologische effect(en, zijn verboden: 1. erytropoëtines (EPO) en agentia die de erytropoëse beïnvloeden, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: a) erytropoëtine-receptoragonisten, bv.: - darbepoëtine (dEPO); - erytropoëtines (EPO); - EPO-gebaseerde afgeleiden, bv.: EPO-Fc, methoxypolyethyleenglycolepoëtine-beta (CERA); - EPO-mimetische agentia en hun afgeleiden, bv. CNTO-530 en peginesatide; b) agentia die de hypoxie-induceerbare factor (HIF) activeren, bv.: - kobalt; - daprodustat (GSK1278863); - IOX-2; - molidustat (BAY 85-3934); - roxadustat (FG-4592); - vadadustat (AKB-6548); - xenon; c) GATA-inhibitoren, bv.: k-11706; d) inhibitoren voor de aanduiding van de transformerende groeifactor-? (TGF-?), bv.: luspatercept; sotatercept; e) aangeboren herstelreceptoragonisten, bv.: asialo-EPO; gecarbamyleerd EPO (CEPO); 2. peptidehormonen en de vrijstellingsfactoren ervan: a) verboden testosteron-stimulerende peptiden voor mannelijke sporters, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: - choriongonadotrofine (CG); - luteïniserend hormoon (LH); - hypofysair gonadotropin-releasing hormoon (GnRH, gonadoreline) en de agonisten of analogen ervan (bv. busereline, desloreline, gosereline, histreline, leuproreline, nafareline en triptoreline); - kisspeptine en de agonistisen of analogen ervan; b) corticotrofines en de vrijstellingsfactoren ervan, bv.: corticoreline; tetracosactide. c) groeihormoon (GH), analogen en fragmenten ervan, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: - analogen van groeihormonen, bv.: lonapegsomatropine, somapacitan en somatrogon; - groeihormoonfragmenten, bv.: AOD-9604 en hGH 176-191; d) groeihormoon vrijstellingsfactoren, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: - groeihormoonvrijmakend hormoon (GHRH) en de analogen ervan [bv. CJC-1293, CJC-1295, sermoreline en tesamoreline]; - groeihormoonsecretagogen (GHS) en de mimetica ervan [bv.: anamoreline, capromoreline, ibutamoren (MK-677), ipamoreline, lenomoreline (ghreline), macimoreline en tabimoreline]; - GH-vrijmakende peptiden (GHRP's) [bv.: alexamoreline, examoreline (hexareline), GHRP-1, GHRP-2 (pralmoreline), GHRP-3, GHRP-4, GHRP-5, GHRP-6]; 3. groeifactoren en groeifactormodulatoren, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: a) van bloedplaatjes afgeleide groeifactoren (PDGF's);b) vasculaire endotheliale groeifactoren (VEGF's);c) insulineachtige groeifactor-1 (IGF-1, mecasermine) en analogen ervan;d) hepatocytgroeifactoren (HGF's);e) fibroblastgroeifactoren (FGF's);f) mechanogroeifactoren (MGF's); g) thymosine-?4 en de afgeleiden ervan (bv.: TB-500); h) en andere groeifactoren of groeifactormodulatoren die een invloed hebben op de spier, pees of het ligament, de eiwitsynthese of eiwitafbraak, de vascularisatie, het energiegebruik, de regeneratiecapaciteit of het veranderen van het type spiervezel. S3. Bèta-2-agonisten Alle verboden stoffen van deze categorie zijn specifieke stoffen.
Alle selectieve en non-selectieve bèta-2-agonisten, met inbegrip van alle optische isomeren, zijn verboden, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: - arformoterol; - fenoterol; - formoterol; - higenamine; - indacaterol; - levosalbutamol; - olodaterol; - procaterol; - reproterol; - salbutamol; - salmeterol; - terbutaline; - tretoquinol (trimetoquinol); - tulobuterol; - vilanterol.
Zijn niet verboden: - salbutamol via inhalatie: met een maximum van 1600 microgram per 24 uur in individuele doses zonder de 600 microgram per 8 uur te overschrijden, startend van om het even welke dosis; - formoterol via inhalatie: met een maximale toegediende dosis van 54 microgram per 24 uur in individuele doses zonder de 36 microgram per 12 uur te overschrijden, startend van om het even welke dosis ; - salmeterol via inhalatie: met een maximale dosis van 200 microgram per 24 uur; - vilanterol via inhalatie: met een maximale dosis van 25 microgram per 24 uur.
De aanwezigheid van salbutamol in een concentratie van meer dan 1000 ng/ml of van formoterol in een concentratie van meer dan 40 ng/ml in de urine komt niet overeen met een therapeutisch gebruik van de stof en zal als een afwijkend analyseresultaat (AAR) worden beschouwd, tenzij de sporter aan de hand van een gecontroleerde farmacokinetische studie kan bewijzen dat het abnormale resultaat het gevolg is van een therapeutische dosis (via inhalatie) tot een maximum zoals hierboven aangegeven.
S4. Hormonale en metabole modulatoren De verboden stoffen van de categorieën S4.1 en S4.2 zijn specifieke stoffen. Die van de categorieën S4.3 en S4.4 zijn niet-specifieke stoffen.
De volgende hormonale en metabole modulatoren zijn verboden: 1. aromatase-inhibitoren, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: - 2-androstenol (5a-androst-2-en-17-ol); - 2-androstenon (5a-androst-2- en -17-on); - 3-androstenol (5a-androst-3- en -17-ol); - 3-androstenon (5a-androst-3- en -17-on); - 4-androsteen-3,6,17 trion (6-oxo); - aminoglutethimide; - anastrozol; - androsta-1,4,6-trieen-3,17-dion (androstatrieendion); - androsta-3,5-dieen-7,17-dion (armistan); - exemestaan; - formestaan; - letrozol; - testolacton; 2. anti-oestrogene stoffen [anti-oestrogenen en selectieve oestrogeenreceptormodulatoren (SERM's)], met inbegrip van, maar niet beperkt tot: - bazedoxifen; - clomifen; - cyclofenil; - elacestrant; - fulvestrant; - ospemifen; - raloxifen; - tamoxifen; - toremifen; 3. agentia die de activatie van de activinereceptor IIB voorkomen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: - activine-A-neutraliserende antilichamen; - anti-activinereceptor IIB antilichamen (bv.: bimagrumab); - activinereceptor-IIB-competitoren, bv.: decoy-activinereceptoren (bv.: ACE-031); - myostatine-inhibitoren zoals: agentia die de expressie van myostatine verminderen of vernietigen; antilichamen die myostatine of de voorloper ervan neutraliseren (bv.: apitegromab, domagrozumab, landogrozumab, stamulumab); - myostatinebindende eiwitten (bv.: follistatine en myostatinepropeptide); 4. metabole modulatoren: - activatoren van het AMP-geactiveerde proteïnekinase (AMPK) [bv.: AICAR; mitochondriaal open leesraam van het ribosomaal RNA 12S van het cytoplasmatische type (MOTS-c)]; - peroxisoomproliferatorgeactiveerdereceptor delta (PPAR{delta}) agonisten, bv. 2-(2-methyl-4-((4-methyl-2-(4-(trifluoromethyl)phenyl)thiazol-5-yl)methylthio)phenoxy)azijnzuur(GW1516,GW501516); - agonisten van de Rev-erb?-receptor (bv. SR9009, SR9011); - insulines en insulinemimetica (bv. S519, S597); - meldonium; - trimetazidine.
S5. Diuretica en maskeermiddelen Alle verboden stoffen van deze categorie zijn specifieke stoffen.
Alle diuretica en maskeermiddelen, met inbegrip van alle optische isomeren ervan, bv. d- en l-isomeren, in voorkomend geval, en ook de andere stoffen met een vergelijkbare scheikundige structuur of een of meer vergelijkbare biologische effecten zijn verboden, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: 1. diuretica zoals: - acetazolamide; - amiloride; - bumetanide; - canrenone; - chloortalidon; - etacrynezuur; - furosemide; - indapamide; - metolazon; - spironolacton; - thiaziden (bv.: bendroflumethiazide, chloorthiazide en hydrochloorthiazide); - torasemide; - triamtereen; - xipamide; 2. vaptanen (bv.: conivaptan, mozavaptan, tolvaptan); 3. intraveneuze plasmasubstituten zoals: - albumine; - dextraan; - hydroxy-ethylzetmeel; - mannitol; 4. desmopressine;5. probenecide. Zijn niet verboden: - drospirenon, pamabrom en de topisch oftalmologische toediening van koolzuuranhydraseremmers (bv.: dorzolamide en brinzolamide); - lokale toediening van felypressine bij tandanesthesie.
De detectie, binnen of buiten wedstrijdverband, voor zover toepasselijk, van enige hoeveelheid van een stof waarvoor een drempelwaarde geldt (formoterol, salbutamol, cathine, efedrine, methylefedrine en pseudoefedrine) in combinatie met een diureticum of maskeermiddelen (met uitzondering van de toediening van een koolzuuranhydraseremmer langs topische oftalmologische weg of de lokale toediening van felypressine bij tandheelkundige anesthesie) in het staal van de sporter zal beschouwd worden als een afwijkend analyseresultaat (AAR), tenzij de sporter beschikt over een goedgekeurde toestemming wegens therapeutische noodzaak (TTN) voor die stof, naast de toestemming wegens therapeutische noodzaak voor het diureticum of de maskeermiddelen.
Verboden methoden Alle verboden methoden van deze categorie zijn niet-specifieke methoden, behalve de methoden in M2.2, die specifieke methoden zijn.
M1. Manipulatie van bloed en bloedcomponenten Wat hierna volgt is verboden: 1. het toedienen of opnieuw toedienen in de bloedsomloop van om het even welke hoeveelheid autoloog, allogeen (homoloog) of heteroloog bloed, of rodebloedcelproducten van om het even welke oorsprong met uitzondering van het doneren van bloed of bloedbestanddelen, ook door middel van aferese, indien dit gebeurt in een donorcentrum dat door de bevoegde regelgevende autoriteit van het land is erkend;2. kunstmatige verbetering van de opname, het transport of de afgifte van zuurstof, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: - perfluorchemicaliën; - efaproxiral (RSR13); - voxelotor; - en gemodificeerde hemoglobineproducten, bv. bloedvervangers op basis van hemoglobine, hemoglobineproducten in microcapsules en met uitsluiting van zuurstoftoediening via inhalatie; 3. om het even welke intravasculaire manipulatie van bloed of bloedcomponenten door middel van fysische of chemische middelen. M2. Chemische en fysieke manipulatie Wat hierna volgt is verboden: 1. vervalsing of poging tot vervalsing om de integriteit en de validiteit van de tijdens de dopingcontrole afgenomen stalen aan te tasten, dat omvat, maar is niet beperkt tot het verwisselen en/of wijzigen van de stalen (bv., proteasen aan het staal toevoegen); 2. intraveneuze infusen en/of injecties van meer dan 100 ml in een tijdsbestek van 12 uur zijn verboden, tenzij de intraveneuze infusen of injecties op een legitieme wijze toegediend werden tijdens een behandeling in het ziekenhuis, heelkundige ingrepen of klinische diagnostische onderzoeken. M3. Genetische en celdoping Het volgende met het potentieel de sportprestatie te verbeteren, is verboden: 1. het gebruik van nucleïnezuren of nucleïnezuuranalogen dat de genoomsequenties en/of de genexpressie zou kunnen wijzigen door elk mechanisme.Dat omvat, maar is niet beperkt tot genbewerking, gen-uitschakeling en genoverdracht; 2. het gebruik van normale of genetisch gemodificeerde cellen. Stoffen en methoden die verboden zijn binnen wedstrijdverband Verboden stoffen S6. Stimulantia Alle verboden stoffen van deze categorie zijn specifieke stoffen, behalve de stoffen in S6.1, die niet-specifieke stoffen zijn.
De misbruikstoffen van deze afdeling zijn: cocaïne en methyleendioxymethamfetamine (MDMA/"ecstasy").
Alle stimulantia, met inbegrip van alle optische isomeren (bv. d- en l-isomeren, in voorkomend geval) zijn verboden.
Stimulantia zijn: 1. niet-specifieke stimulantia: - adrafinil; - amfepramone; - amfetamine; - amfetaminil; - amifenazol; - benfluorex; - benzylpiperazine; - bromantane; - clobenzorex; - cocaïne; - cropropamide; - crotetamide; - fencamine; - fenethylline; - fenfluramine; - fenproporex; - fonturacetam [4-fenylpiracetam (carfedon)]; - furfenorex; - hydrafinil (fluorenol); - lisdexamfetamine; - mefenorex; - mefentermine; - mesocarb; - metamfetamine (d-); - p-methylamfetamine; - modafinil; - norfenfluramine; - fendimetrazine; - fentermine; - prenylamine; - prolintaan.
Een stimulans die niet expliciet in deze lijst voorkomt, is een specifieke stof; 2. specifieke stimulantia, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: - 2-fenylpropaan-1-amine (ß-Methylfenylethylamine, BMPEA); - 3-methylhexaan-2-amine (1,2-dimethylpentylamine); - 4-fluoromethylfenidaat; - 4-methylhexaan-2-amine (1,3-dimethylamylamine, 1,3-DMAA, methylhexanamine); - 4-methylpentaan-2-amine (1,3-dimethylbutylamine); - 5-methylhexaan-2-amine (1,4-dimethylamylamine, 1,4-dimethylpentylamine, 1,4-DMAA); - benzfetamine; - cathine (d-norpseudoefedrine) en zijn l-isomeer: verboden wanneer de concentratie ervan in de urine 5 microgram per milliliter overschrijdt; - cathinone en zijn analogen, bv. mephedron, metedron, a-pyrrolidinovalerophenon; - dimetamfetamine (dimethylamfetamine); - efedrine: verboden wanneer de concentratie ervan in de urine 10 microgram per milliliter overschrijdt; - epinefrine (adrenaline). Het is niet verboden voor lokale toediening, bv. nasaal, oftalmologisch, of toediening in combinatie met lokale anesthetica; - etamivan; - ethylfenidaat; - etilamfetamine; - etilefrine; - famprofazon; - fenbutrazaat; - fencamfamine; - heptaminol; - hydroxyamfetamine (parahydroxyamfetamine); - isomethepteen; - levmetamfetamine; - meclofenoxaat; - methyleendioxymetamfetamine; - methylefedrine: verboden wanneer de concentratie ervan in de urine 10 microgram per milliliter overschrijdt; - methylnaftidaat [(+)-methyl-2-(naftaleen-2-yl)-2-(piperidin-2-yl)acetaat]; - methylfenidaat; - midodrine; - nikethamide; - norfenefrine; - octodrine (1,5-dimethylhexylamine); - octopamine; - oxilofrine (methylsynefrine); - pemoline; - pentetrazol; - phenethylamine en de afgeleiden ervan; - phenmetrazine; - fenpromethamine; - propylhexedrine; - pseudoefedrine: verboden wanneer de concentratie ervan in de urine 150 microgram per milliliter overschrijdt; - selegiline; - sibutramine; - solriamfetol; - strychnine; - tenamfetamine (methyleendioxyamfetamine); - tesofensine; - tuaminoheptaan; - de andere stoffen met een vergelijkbare scheikundige structuur of een of meer vergelijkbaar biologisch effecten.
Zijn niet verboden : - clonidine en guanfacine; - de afgeleiden van imidazoline bij dermatologische, nasale, oftalmische of optische toepassing (bv.: brimonidine, clonazoline, fenoxazoline, indanazoline, naphazoline, oxymetazoline, tetryzoline, tramazoline, xylometazoline); - de pepmiddelen die zijn opgenomen in het WADA-monitoringprogramma 2025 (namelijk: bupropion, cafeïne, nicotine, fenylefrine, fenylpropanolamine, pipradrol en synefrine).
S7. Narcotica Alle verboden stoffen in deze categorie zijn specifieke stoffen.
De misbruikstoffen van deze afdeling zijn: diamorfine (heroïne).
De volgende narcotica, met inbegrip van al hun optische isomeren, bv. d- en l-isomeren, in voorkomend geval, zijn verboden: - buprenorfine; - dextromoramide; - diamorfine (heroïne); - fentanyl en de afgeleiden ervan; - hydromorfon; - methadon; - morfine; - nicomorfine; - oxycodon; - oxymorfon; - pentazocine; - pethidine - tramadol.
S8. Cannabinoïden Alle verboden stoffen van deze categorie zijn specifieke stoffen.
De misbruikstoffen zijn: tetrahydrocannabinolen (THC's).
Alle natuurlijke en synthetische cannabinoïden zijn verboden, bv.: - cannabis (hasjiesj en marihuana) en cannabisproducten; - natuurlijke of synthetische tetrahydrocannabinolen (THC's); - synthetische cannabinoïden die de effecten van THC nabootsen.
Zijn niet verboden : - cannabidiol.
S9. Glucocorticoïden Alle verboden stoffen van deze categorie zijn specifieke stoffen.
Alle glucocorticoïden zijn verboden als ze via om het even welk type injectie, oraal [met inbegrip van oromucosaal (bv. buccaal, gingivaal, sublinguaal)] of rectaal worden toegediend, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de volgende stoffen: - beclometason; - betamethasone; - budesonide; - ciclesonide; - cortisone; - deflazacort; - dexamethason; - flunisolide; - flucortolone; - fluticason; - hydrocortison; - methylprednisolon; - mometason; - prednisolon; - prednison; - triamcinoloneacetonide.
Andere toedieningswegen (met inbegrip van inhalatie en topische toediening: cutaan, tandheelkundig-intrakanaal, intranasaal, oftalmologisch, optisch en perianaal) zijn niet verboden wanneer deze worden gebruikt in de doses en voor de therapeutische indicaties die door de fabrikant zijn geregistreerd.
Stoffen die verboden zijn bij bepaalde sporten P1. Bètablokkers Alle verboden stoffen van deze categorie zijn specifieke stoffen.
Bètablokkers zijn alleen verboden in wedstrijdverband in de volgende sporten, en zijn ook verboden buiten wedstrijdverband wanneer "(ook verboden buiten wedstrijdverband)" vermeld wordt: - autosport (FIA); - biljart (alle disciplines) (WCBS); - darts (WDF); - golf (IGF); - minigolf (WMF); - onderwatersport (CMAS) voor alle subdisciplines van vrijduiken, onderwaterjacht en targetschieten (ook buiten competitie verboden); - schieten (ISSF, IPC), (ook verboden buiten wedstrijdverband); - boogschieten (WA), (ook verboden buiten wedstrijdverband).
Bètablokkers omvatten, maar zijn niet beperkt tot, de volgende stoffen:: - acebutolol; - alprenolol; - atenolol; - betaxolol; - bisoprolol; - bunolol; - carteolol; - carvedilol; - celiprolol; - esmolol; - labetalol; - metipranolol; - metoprolol; - nadolol; - nebivolol; - oxprenolol; - pindolol; - propranolol; - sotalol; - timolol.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Leden van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 19 december 2024 houdende vaststelling van de lijst met verboden stoffen en methoden in de sport voor het jaar 2025.
Brussel, 19 december 2024.
Voor het Verenigd College, De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, E. VAN DEN BRANDT A. MARON .