gepubliceerd op 28 juni 2019
Ordonnantie houdende het beheer en de bescherming van onbevaarbare waterlopen en vijvers
16 MEI 2019. - Ordonnantie houdende het beheer en de bescherming van onbevaarbare waterlopen en vijvers
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, het geen volgt: TITEL I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder: 1° « Onbevaarbare waterloop » : de rivier of beek gevoed door een bron waar het grootste deel van het jaar water doorheen stroomt met een voldoende debiet, met inbegrip van de overwelfde;2° « Bedding van een waterloop » : de ruimte die een waterloop op natuurlijke wijze permanent of tijdelijk inneemt en die afgebakend wordt door de oeverinsteken;3° « Buiten gebruik gestelde bedding » : de bedding van een waterloop waar het water volledig is verdwenen hetzij natuurlijk of als gevolg van wettige uitgevoerde werken en die zijn rol in het hydrografische netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet meer vervult;4° « Deelstroomgebied » : het gebied vanwaar al het afstromend hemelwater via een reeks rivieren en vijvers naar een bepaald punt in een waterloop stroomt;5° « Oever » : talud die aan beide kanten van een waterloop de rand vormt, of die een vijver of een waterpartij overhangt;6° « Oeverinsteken » : de eerste onderbreking van de helling van de oever die verder gaat dan seizoensgebonden schommelingen in de waterstand van de waterloop;7° « Onbebouwbare zone » : de ingenomen zone van vier meter breed vanaf de oeverinsteken;8° « Vijver » : een stilstaand oppervlaktewaterlichaam met een oppervlakte van minstens 100 m2 die een natuurlijke of kunstmatige depressie opvult;9° « Gewestelijke vijver » : een vijver die werd aangewezen als door Leefmilieu Brussel beheerd;10° « Gracht » : natuurlijke of kunstmatige afvoerweg tot afwatering van hemelwater die niet als onbevaarbare waterloop gekwalificeerd wordt;11° « Beheerder » : de publiekrechtelijke rechtspersoon of privaatrechtelijke persoon die bevoegd is voor het beheer van de onbevaarbare waterloop of vijver;12° « Betrokken gemeente(n) » : de gemeente(n) waar de waterloop doorheen loopt of op wiens/wier grondgebied het beheer van de waterloop een impact kan hebben;13° « Onderhouds- en kleine herstellingswerken » : de tussenkomsten in verband met het onderhoud van de waterlopen en vijvers en van kunstwerken die eraan verbonden zijn, uitgevoerd op een aangepaste en evenredige manier om hun goed hydraulisch beheer, hun landschappelijke en ecologische waarde te garanderen, alsook de veiligheid van de goederen en personen en de bescherming van het leefmilieu;14° « Buitengewone werken aan de waterlopen » : de andere werken dan onderhouds- en kleine herstellingswerken, die de beheerder noodzakelijk acht om de hydraulische, ecologische, landschappelijke en/of sociale functies van een onbevaarbare waterloop te verbeteren of te wijzigen;15° « Buitengewone werken aan de vijvers » : alle andere werken dan onderhouds- en kleine herstellingswerken, zoals de wijzigingen die worden aangebracht aan de vorm en diepte van de vijver, aan de oevers of de kunstwerken die zich op de vijver bevinden;16° « Overwelving » : de ondergrondse leiding (tunnel of buis) waar een waterloop of een deel van een waterloop doorheen stroomt;17° « Kunstwerk » : elke constructie die nodig is voor de realisatie van een verbindings- of vervoerweg, alsook elke inrichting bedoeld als bescherming tegen de grondzettingen of erosie en elke inrichting voor het hydraulisch beheer van de waterlopen en vijvers;18° « Lozingspunt » : elke uitstorting van water dat niet afkomstig is van het hydrografisch netwerk, die uitmondt in een onbevaarbare waterloop of in een gewestelijke vijver;19° « Atlas van het hydrografisch netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » : het document of de cartografische drager vergezeld van beschrijvende tabellen, die minstens alle geklasseerde onbevaarbare waterlopen en gewestelijke vijvers lokaliseert en benoemt alsook de staat ervan beschrijft, en alle documenten die er als bijlage aan toegevoegd werden en bedoeld zijn om de toestand ervan te beschrijven;20° « Erf » : het terrein waar een onbevaarbare waterloop overheen stroomt;21° « Begroeide bufferzone » : strook langs een onbevaarbare waterloop met een voldoende dichte begroeiing van kruidachtige of grasachtige vegetatie het grootste gedeelte van het jaar, met als voornaamste functie de bescherming van de bodem tegen erosie en van de waterlopen tegen verontreiniging door nitraten, fosfaten of pesticiden;22° « Waterbeheerplan » : het Waterbeheerplan zoals opgesteld krachtens de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;23° « BWRO » : het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening;24° « Waterlopeninspecteur » : beambte van Leefmilieu Brussel belast met het beheer van en het toezicht over de waterlopen en vijvers, aangesteld krachtens artikel 5, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid, in het bijzonder belast met het controleren van de naleving van de huidige ordonnantie;25° « Leefmilieu Brussel » : de instelling van openbaar nut belast met milieu, opgericht door het koninklijk besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten, bevestigd door de wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervormingen. HOOFDSTUK 2. - Doelstellingen en relaties met andere wetgevingen
Art. 3.Deze ordonnantie organiseert het beheer en de bescherming van de onbevaarbare waterlopen en vijvers om met name : 1° het hydrografisch oppervlaktenetwerk te herstellen, de continuïteit ervan te garanderen en er zoveel mogelijk helder water terug naar toe te leiden, zowel om overstromingen te voorkomen door een rol van natuurlijke buffer tegen hoogwater te vervullen, als om het volume van dergelijk water dat zich in het saneringsnetwerk bevindt en dat door de waterzuiveringsstations wordt behandeld, te verminderen;2° de uitvoering van de door de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid vastgestelde milieudoelstellingen te verzekeren en aan het geïntegreerd beheer van de hydrografische deelstroomgebieden en het natuurbehoud deel te nemen, zoals bepaald door of krachtens de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud en door het Gewestelijk plan voor duurzame ontwikkeling;3° het water te herintegreren in het levenskader van de bevolking en de verschillende functies van de onbevaarbare waterlopen en vijvers in het economische en sociale weefsel van het Gewest te verzekeren alsook in het bijzonder hun sociale, landschappelijke, patrimoniale en recreatieve functies te valoriseren.
Art. 4.De beheers- en beschermingsmaatregelen voorzien door of krachtens onderhavige ordonnantie worden ontworpen met inachtneming van : 1° de milieudoelstellingen die met name verband houden met de ecologische en chemische kwaliteit van het water en die bepaald werden door de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid alsook de bepalingen die werden goedgekeurd krachtens deze ordonnantie, in het bijzonder het waterbeheerplan, het register van de beschermde gebieden en de kwaliteitsdoelstellingen;2° de instandhoudingsdoelstellingen die werden vastgelegd door de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud en de voorschriften die werden goedgekeurd krachtens deze ordonnantie;3° de relevante voorschriften van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling;4° de relevante voorschriften en doelstellingen van het BWRO die van toepassing zijn op de handelingen en werken die hun uitvoering vereist;5° de relevante voorschriften van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen die van toepassing zijn op de ingedeelde inrichtingen die hun uitvoering vereist;6° de voorschriften van de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;7° de relevante voorschriften van de strategieën, plannen en programma's die het beheersbeleid van de waterlopen en vijvers kunnen omkaderen, oriënteren, beïnvloeden of ermee kunnen interfereren en die op internationaal of Europees niveau alsook, in voorkomend geval, op nationaal, federaal en gewestelijk niveau worden opgesteld, inclusief in de twee andere Gewesten;8° de noodzaak om toe te zien op de vrije migratie van vissoorten in overeenstemming met Benelux-beschikking M (2009) 1 van 16 juni 2009 van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie, door doortochtmogelijkheden te voorzien, wanneer kunstwerken de migratieomstandigheden in het water wijzigen. TITEL II. - Categorieën, klassering en aanwijzing
Art. 5.§ 1. De onbevaarbare waterlopen worden onderverdeeld in twee categorieën : de geklasseerde onbevaarbare waterlopen en de niet-geklasseerde onbevaarbare waterlopen. § 2. De Regering klasseert, op voorstel van Leefmilieu Brussel, de onbevaarbare waterlopen of delen ervan, waarvan het beheer door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of door een gemeente onontbeerlijk is om te voldoen aan de in artikel 3 vastgelegde doelstellingen.
Het klasseringsbesluit bedoeld in het eerste lid omvat met name : 1° de benaming van de geklasseerde onbevaarbare waterloop en de vijvers die er eventueel mee in verbinding staan;2° de geografische coördinaten die de oorsprong van de waterloop in kwestie of het punt waar deze het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnenstroomt bepalen;3° de betrokken gemeente(n);4° de referentie van de waterloop zoals opgenomen in de Atlas van het hydrografische netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;5° de lengte van de waterloop met een onderscheid tussen het gedeelte in open bedding en het overwelfde gedeelte enerzijds en anderzijds het geklasseerde of niet-geklasseerde gedeelte in voorkomend geval. § 3. Op hetzelfde moment als zij het klasseringsbesluit bedoeld in paragraaf 2 goedkeurt, keurt de Regering de lijst van niet-geklasseerde onbevaarbare waterlopen goed, die onderworpen zijn aan de maatregelen voorzien in artikel 8, § 1, tweede lid, en artikelen 9, 14, 19 en 20 van deze ordonnantie. Ze kan bovendien een bijzonder beschermingsstatuut toekennen aan bepaalde historische grachten of waterlopen omwille van het duidelijke belang dat ze vertegenwoordigen voor het hydrografisch netwerk en dat door de Regering van openbaar nut wordt geacht voor een geïntegreerd waterbeheer. § 4. De Regering mag, op voorstel van Leefmilieu Brussel, het klasseringsbesluit dat in toepassing van paragraaf 2 werd goedgekeurd en de lijst die werd opgesteld krachtens paragraaf 3, herzien.
Het klasseringsbesluit alsook de eventuele herziening ervan zijn van tevoren onderworpen aan een openbaar onderzoek in de betrokken gemeenten, in overeenstemming met artikel 17 van deze ordonnantie.
Art. 6.§ 1. Op voorstel van Leefmilieu Brussel en rekening houdend met criteria zoals de omvang en het belang van een vijver op de schaal van het hydrografische netwerk wijst de Regering de gewestelijke vijvers aan.
Het aanwijzingsbesluit bedoeld in voorgaand lid omvat met name : 1° de benaming van de vijver en zijn referentie in de Atlas van het hydrografisch netwerk;2° de geografische coördinaten van de vijver;3° de oppervlakte van de vijver, berekend op basis van zijn omtrek. § 2. De Regering mag, op voorstel van Leefmilieu Brussel, het aanwijzingsbesluit dat in toepassing van paragraaf 1 werd goedgekeurd, herzien.
Het aanwijzingsbesluit alsook de eventuele herziening ervan zijn van tevoren onderworpen aan een openbaar onderzoek in de betrokken gemeenten, in overeenstemming met artikel 17 van deze ordonnantie.
TITEL III. - Cartografie
Art. 7.De Regering, die Leefmilieu Brussel voor de opstelling ervan kan aanstellen, keurt de Atlas van het hydrografisch netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest goed en houdt deze up-to-date nadat ze de inhoud ervan, de strekking alsook de modaliteiten en termijnen die verband houden met zijn opstelling, bewaring en actualisering heeft bepaald, onverminderd artikel 17 van deze ordonnantie.
De Atlas inventariseert op cartografische wijze minstens de elementen van het hydrografisch netwerk die zijn aangewezen door de Regering overeenkomstig artikelen 5, § 2 en 6.
Het besluit van de Regering tot goedkeuring van de Atlas van het hydrografisch netwerk wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en dat ofwel in zijn geheel, ofwel door verwijzing naar het Brusselse portaal voor de verspreiding van ruimtelijke informatie waar de Atlas direct in zijn geheel toegankelijk is.
De mededeling van de gegeorefereerde gegevens van deze Atlas gebeurt conform de standaardiserings- en coherentie-eisen die uit de ordonnantie van 28 oktober 2010 betreffende de ruimtelijke informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voortvloeien.
TITEL IV. - Beheer van de onbevaarbare waterlopen en vijvers HOOFDSTUK 1. - Onderhouds- en kleine herstellingswerken
Art. 8.§ 1. De onderhouds- en kleine herstellingswerken aan de geklasseerde onbevaarbare waterlopen worden uitgevoerd door Leefmilieu Brussel of door de betrokken gemeente in hun hoedanigheid van beheerder.
De onderhouds- en kleine herstellingswerken aan de niet-geklasseerde onbevaarbare waterlopen worden uitgevoerd door de aangelande eigenaar(s) in overeenstemming met deze ordonnantie en volgens de modaliteiten die de Regering mag vaststellen op voorstel van Leefmilieu Brussel.
De onderhouds- en kleine herstellingswerken aan de gewestelijke vijvers worden uitgevoerd door Leefmilieu Brussel. § 2. De dringende onderhouds- en kleine herstellingswerken die nodig zijn voor de onmiddellijke veiligheid van de goederen en personen alsook de voorzorgsmaatregelen die getroffen moeten worden om elk gevaar te voorkomen worden uitgevoerd door de betrokken gemeenten in overeenstemming met de artikelen 123, 11° en 135 van de Nieuwe Gemeentewet. § 3. De bijzondere verplichtingen opgelegd, hetzij door het gebruik, hetzij door titels of overeenkomsten blijven behouden en zij moeten uitgevoerd worden onder de controle van Leefmilieu Brussel, voor wat de geklasseerde onbevaarbare waterlopen betreft.
Art. 9.§ 1. Onverminderd artikel 4 van deze ordonnantie en artikel 640 van het Burgerlijk Wetboek, worden de uit te voeren onderhouds- en kleine herstellingswerken aan onbevaarbare waterlopen - geklasseerde of niet - en aan de vijvers verwezenlijkt ten einde de in artikel 3 vastgestelde doelstellingen te bereiken en rekening houdend met de noodzaak om toe te zien op de veiligheid van goederen en personen alsook op het feit dat alle gebruikte materialen de waterkwaliteit respecteren. § 2. Deze onderhouds- en kleine herstellingswerken zijn met name : 1° de lichte interventies om de hydromorfologie van de waterlopen en vijvers te verbeteren en de habitats te diversifiëren;2° de interventies met het oog op het beheer en de bevordering van de ontwikkeling van de biodiversiteit in de waterlopen en vijvers en hun oevers;3° het uitbaggeren en ruimen van waterlopen en vijvers, met inbegrip van het ruimen van de doorgangen van de waterloop onder bruggen en overwelvingen;4° het uittrekken en verwijderen van wortels, takken, bomen, oevervegetatie, invasieve soorten en alle andere vreemde voorwerpen die zich in een waterloop of vijver bevinden, wanneer deze op ernstige wijze de stroming van het water belemmeren;5° het wegruimen van de afzettingen op de taluds en oevers van een waterloop of een vijver en van de aanslibbingen in de bedding van de waterloop of op de bodem van de vijver;6° het herstellen van de ingezakte oevers, het onderhoud en de restauratie van de oevers en taluds zodat verzakkingen die de goede stroming van het water kunnen belemmeren worden vermeden en ten einde de in de Atlas van het hydrografische netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opgenomen breedtes en dieptes te bewaren;7° de noodzakelijke beheersmaateregelen om overstromingen bij perioden van hoogwater te voorkomen;8° het onderhouden en herstellen alsook het treffen van de vereiste maatregelen ter verzekering van de normale werking van de kunstwerken die zich op de waterlopen en vijvers bevinden.
Art. 10.§ 1. De kosten die veroorzaakt worden door de onderhouds- en kleine herstellingswerken aan de geklasseerde onbevaarbare waterlopen, worden gedragen door zijn beheerder.
Een bijdrage in de bij het eerste lid van deze paragraaf beoogde kosten kan ten laste worden gelegd van de privaat- of publiekrechtelijke personen die gebruikmaken van de geklasseerde onbevaarbare waterloop, die beschadigingen aanbrengen of die eigenaar zijn van een kunstwerk dat zich op de geklasseerde onbevaarbare waterloop bevindt en die voordeel zouden trekken van deze werken of die deze noodzakelijk zouden hebben gemaakt. Deze bijdrage wordt vastgelegd in verhouding tot de verzwaring van de kosten veroorzaakt door het gebruik van de geklasseerde onbevaarbare waterloop, de beschadiging die eraan is aangebracht of door het bestaan van het kunstwerk.
De Regering kan de toepassingsmodaliteiten van onderhavige paragraaf bepalen. § 2. De overwelvingen en alle overige kunstwerken worden onderhouden en hersteld door diegenen aan wie ze toebehoren, zoniet kan de beheerder van de onbevaarbare waterloop de werken op de kosten van de eigenaars laten uitvoeren na het weer herinneren aan hun verplichtingen, onverminderd de door huidige ordonnantie voorziene sancties.
Indien de eigenaars in gebreke blijven, gaat de beheerder ambtshalve over tot de uitvoering van deze werken op kosten van diegenen aan wie ze toekomen. In dat geval mag de beheerder de gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk terugvorderen bij een ter post aangetekend schrijven.
Indien de eigenaar in gebreke blijft met de betaling van de kosten, dan worden deze ingevorderd door de ontvanger van het bestuur van de gemeente of van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De onderhoudswerken die een herstel van de vrije doorstroom van het water van een onbevaarbare geklasseerde waterloop doorheen een kunstwerk beogen, waarvan hij of ze geen eigenaar is, worden uitgevoerd en betaald door Leefmilieu Brussel of door de betrokken gemeente in hun hoedanigheid van beheerder. HOOFDSTUK 2. - Buitengewone werken aan de geklasseerde onbevaarbare waterlopen en de gewestelijke vijvers
Art. 11.§ 1. De buitengewone werken aan de geklasseerde onbevaarbare waterlopen worden uitgevoerd door Leefmilieu Brussel of door de betrokken gemeente in hun hoedanigheid van beheerder.
De buitengewone werken aan de gewestelijke vijvers worden uitgevoerd door Leefmilieu Brussel.
Elke privaatrechtelijke of publiekrechtelijke persoon mag Leefmilieu Brussel of de betrokken gemeente verzoeken buitengewone werken uit te voeren wanneer dit nodig blijkt, zowel voor het behoud van het hydrografisch netwerk als voor de voortzetting van een normaal genot van het perceel dat over de waterloop of de vijver hangt. In dit geval handelt de beheerder in de hoedanigheid van opdrachtgever en behoudt zich het recht voor de gemaakte kosten te verhalen op de aanvrager.
Deze bijdrage in de kosten wordt vastgelegd door de beheerder rekening houdend met de toegevoegde waarde van de voltooiing van deze werken voor de aanvrager.
De Regering kan de uitvoeringsbepalingen van deze interventie van Leefmilieu Brussel voor anderen en de terugbetaling van de kosten verduidelijken. § 2. De aankopen van onroerende goederen die nodig zouden zijn voor de uitvoering van de buitengewone werken, kunnen verricht worden bij uitoefening van een voorkooprecht of door middel van een onteigening om redenen van openbaar nut. Onverminderd de bepalingen die andere overheden machtigen om te onteigenen, kunnen de volgende instanties handelen als onteigenende overheid : het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Leefmilieu Brussel, de gemeenten van het Gewest en de overheidsinstellingen en organisaties die afhangen van het Gewest en die bij ordonnantie gemachtigd zijn om te onteigenen om redenen van openbaar nut. Om de in deze bepaling bedoelde onteigeningen uit te voeren, moet de onteigenende overheid in het bezit zijn van een door de Regering goedgekeurd onteigeningsplan. De onteigeningen dienen te gebeuren met naleving van de vigerende wetten. § 3. De Regering kan verklaren dat er sprake is van een openbaar nut bij de uitvoering van bepaalde buitengewone werken aan de waterlopen of vijvers, wanneer deze een tussenkomst vereisen op privéterreinen en een erfdienstbaarheid vestigen zonder dat ze evenwel afbreuk doen aan het effectieve genot van het respectievelijke erf.
De verklaring van openbaar nut kent Leefmilieu Brussel het recht toe om over te gaan tot deze buitengewone werken en het toezicht op alsook het onderhoud van de installaties die hieruit voortvloeien, te verzekeren.
Onder voorbehoud van een mogelijke schadevergoeding, rekening houdend met de last die de buitengewone werken voor het lijdend erf teweegbrengen, kunnen deze werken pas aangevat worden in overeenstemming met de stedenbouwkundige procedures en regels en na het verstrijken van een termijn van zestig dagen, te tellen vanaf de kennisgeving die van de werken wordt verricht bij aangetekende zending aan de houders van zakelijke rechten en betrokken huurders.
De Regering zal de criteria verduidelijken en de nadere regels van deze operatie.
Art. 12.Onverminderd artikel 11, § 1, worden de kosten die veroorzaakt worden door de buitengewone werken aan de geklasseerde onbevaarbare waterlopen en de gewestelijke vijvers, gedragen door diegenen die er het initiatief toe namen of diegenen die ze noodzakelijk hebben gemaakt.
Indien het initiatief wordt genomen door de beheerder van een waterloop of van een gewestelijke vijver om de door één of meer aangelande eigenaren veroorzaakte schade te herstellen, dan kan een bijdrage in de gemaakte kosten worden doorgerekend aan die derden die gebruik maken van de waterloop of de vijver, die beschadigingen aanbrengen of die eigenaar zijn van een kunstwerk dat zich op de geklasseerde onbevaarbare waterloop bevindt en die deze buitengewone werken noodzakelijk zouden hebben gemaakt.
De Regering zal de criteria verduidelijken en de terugsvorderingsmodaliteiten van deze bijdrage.
Art. 13.Wanneer een geklasseerde onbevaarbare waterloop door een vijver loopt, die niet door Leefmilieu Brussel wordt beheerd, kan er een overeenkomst worden gesloten tussen Leefmilieu Brussel en de eigenaar van de vijver om de door het waterbeheerplan vastgelegde doelstellingen te bereiken.
Art. 14.De buitengewone werken aan de niet-geklasseerde onbevaarbare waterlopen of aan niet-gewestelijke vijvers worden uitgevoerd door de aangelanden of hun beheerder in overeenstemming met deze ordonnantie en mits de voorafgaande machtiging van Leefmilieu Brussel. HOOFDSTUK 3. - Beheer van de geklasseerde onbevaarbare waterlopen die de grens tussen twee Gewesten vormen
Art. 15.Onverminderd een samenwerkingsakkoord in de zin van artikel 92bis, § 2, a), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, wanneer de onderhouds- en kleine herstellingswerken of de buitengewone werken betrekking hebben op geklasseerde onbevaarbare waterlopen die de grens vormen tussen twee Gewesten, is Leefmilieu Brussel gemachtigd om in overleg te treden met de andere instanties die belast zijn met het beheer van de onbevaarbare waterlopen teneinde de instantie te bepalen, die voor de uitvoering ervan zal instaan. HOOFDSTUK 4. - Statuut van de bedding van onbevaarbare waterlopen
Art. 16.De bedding van een geklasseerde onbevaarbare waterloop maakt deel uit van het openbaar domein tenzij anders bepaald. De bedding van een niet-geklasseerde onbevaarbare waterloop behoort toe aan de aangelande eigenaar.
De buiten gebruik gestelde bedding van een geklasseerde onbevaarbare waterloop of van een stuk ervan wordt verondersteld deel uit te maken van het gewestelijk of gemeentelijk openbaar domein.
De aangelanden van de buiten gebruik gestelde bedding hebben het recht zich te doen machtigen om in volle eigendom over het vrijgemaakte terrein te beschikken na declassering, in overeenstemming met artikel 5, § 4 van deze ordonnantie door aan het Gewest, naar het verslag van deskundigen, de waarde te betalen hetzij van de eigendom van de buiten gebruik gestelde bedding als zij niet kunnen aantonen dat zij er de eigenaar van zijn, hetzij van de meerwaarde ingeval bewezen zou zijn dat zij eigenaars waren van het erf.
TITEL V. - Openbaar onderzoek
Art. 17.De bij de artikelen 5, 6 en 7 beoogde beslissingen van de Regering worden vooraf onderworpen aan een openbaar onderzoek in de betrokken gemeente(n) volgens de modaliteiten die zijn vastgelegd door of krachtens artikel 6 van het BWRO. TITEL VI. - Politiemaatregelen HOOFDSTUK 1. - Verplichtingen en rechten
Art. 18.§ 1. De aangelanden van een geklasseerde onbevaarbare waterloop en/of van een gewestelijke vijver zijn verplicht om : 1° op hun gronden of eigendom toegang te verlenen aan de werktuigen en agenten of hun onderaannemers belast met het beheer van de waterlopen, vijvers, alsook de kunstwerken die ermee verbonden zijn;2° doorgang te verlenen aan de agenten die met het algemeen toezicht op de waterlopen en de vijvers in de zin van deze ordonnantie zijn belast;3° op hun gronden of eigendommen op een 5-meterstrook vanaf de oeverinsteken de uit de bedding van de waterloop opgehaalde voorwerpen onder voorbehoud van artikel 19 en de voor de uitvoering van de werken in de zin van deze ordonnantie benodigde materialen, gereedschap en werktuigen te laten plaatsen;4° een afstand van 1 meter, landinwaarts gemeten vanaf de oeverinsteken van de waterloop, te respecteren voor de installatie van een omheining.Op voorwaarde dat een machtiging door de beheerder wordt verleent, moet de omheining, die niet hoger mag zijn dan 1,5 meter, worden geplaatst zonder een hindernis te vormen voor de doorgang van het materiaal dat gebruikt wordt voor de uitvoering van de werken in de zin van deze ordonnantie en voor de fauna; 5° een begroeide bufferzone in te richten en te onderhouden van minstens 4 meter breed vanaf de oeverinsteek.De dichtheid moet vergelijkbaar zijn met die van een gevestigd grasland met een voldoende en homogene bedekking. De ruimten die reeds ondoorlaatbaar of bebouwd zijn, zijn niet in deze oppervlakte inbegrepen. Van deze verplichting mag alleen bij uitzondering worden afgeweken mits een afwijking die voorafgaandelijk door de waterloopbeheerder werd toegestaan. § 2. Overeenkomstig artikel 10, § 2, van deze ordonnantie en onverminderd artikelen 640 en 1384 van het Burgerlijk Wetboek, zijn de eigenaars van kunstwerken op de geklasseerde onbevaarbare waterlopen en vijvers verplicht om erop toe te zien dat hun kunstwerken in goede staat worden onderhouden en functioneren in overeenstemming met de instructies die zij zouden kunnen ontvangen van Leefmilieu Brussel of van de betrokken gemeente in hun hoedanigheid van beheerder. § 3. Aan de aangelanden, aan de gebruikers en aan de eigenaars van kunstwerken is er geen enkele vergoeding verschuldigd voor de plaatsing op hun gronden of eigendommen, voor de duur van de uit te voeren werken, van de uit de bedding van de waterloop opgehaalde voorwerpen, materialen en werktuigen in de zin van paragraaf 1, 3° van dit artikel. § 4. De aangelanden van een geklasseerde onbevaarbare waterloop hebben het recht water te nemen op voorwaarde dat ze de uitdrukkelijke toestemming hiervoor hebben gekregen van Leefmilieu Brussel, die erop toeziet dat deze waterwinning geen schade berokkent aan de waterloop en dat de aangelanden stroomafwaarts ook van dit recht kunnen gebruikmaken.
Art. 19.De voorwerpen (afvalstoffen en slib) die uit de bedding of van de oevers van de waterloop worden opgehaald, worden beheerd overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen en, in geval van opslag van slib, van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen. HOOFDSTUK 2. - Verbodsbepalingen
Art. 20.§ 1. Onverminderd de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid en behalve de onderhouds- en kleine herstellingswerken en de buitengewone werken uitgevoerd in overeenstemming met deze ordonnantie, is het verboden om : 1° grond van een geklasseerde onbevaarbare waterloop of een vijver in te palmen of schade toe te brengen aan zijn gewone en regelmatige stroom;2° de oevers of de bedding van een onbevaarbare waterloop of een vijver te beschadigen, te verlagen of op welke manier ook aan te tasten;3° de onbevaarbare waterlopen en de vijvers op eender welke manier te hinderen of er voorwerpen of materialen in te storten of neer te leggen, die de vrije loop van het water kunnen belemmeren;4° inbreuk te maken op de ecologische en/of chemische kwaliteit van de onbevaarbare waterlopen en de vijvers, op de normale toestand van hun oevers of de kunstwerken die er zich op bevinden;5° de positiebepalende systemen die door of op verzoek van de beheerder werden aangebracht, te verwijderen, onherkenbaar te maken of wat dan ook te wijzigen aan de schikking of plaatsing ervan;6° in de onbebouwbare zone van een geklasseerde onbevaarbare waterloop te bouwen, herop te bouwen of af te breken, te planten of voorwerpen of materialen, zelfs tijdelijk, neer te leggen zonder de schriftelijke machtiging van zijn beheerder;7° water van een geklasseerde onbevaarbare waterloop af te nemen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van zijn beheerder;8° naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 4 meter van de oeverinsteken;9° vaste of vloeibare materialen neer te leggen op een plaats vanwaar deze door een natuurverschijnsel meegevoerd kunnen worden in de onbevaarbare waterlopen en gewestelijke vijvers;10° zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de beheerder lozingspunten in de oevers van een geklasseerde onbevaarbare waterloop of van een gewestelijke vijver toe te voegen alsook de morfologie van deze oevers te wijzigen;11° enige wijziging aan te brengen op een kunstwerk waarvan men geen eigenaar is. § 2. De besluiten van de Regering die worden opgesteld krachtens onderhavige ordonnantie kunnen de bij paragraaf 1 beoogde politiebepalingen verduidelijken.
Ze kunnen bovendien de modaliteiten verduidelijken om de machtigingen te verkrijgen, die nodig zijn bij de punten 6°, 7° en 10° van paragraaf 1 van dit artikel. Deze machtigingen kunnen, indien nodig, de materialen voorschrijven die gebruikt dienen te worden, alsook de niveaus (hoogte, afstand, afmeting) die door de bouwers gevolgd moeten worden. Desgevallend houden ze rekening met de plantensoort om de afstand vanaf de oeverinsteken vast te stellen, waarop de aanplantingen dienen te gebeuren.
TITEL VII. - Strafrechtelijke sancties
Art. 21.Worden gestraft met de sanctie voorzien bij artikel 31, § 1 van het Wetboek voor de inspectie, de preventie, de vaststelling en de bestraffing van de milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid van 25 maart 1999 : 1° diegenen die werken op onbevaarbare waterlopen of vijvers uitvoeren, zonder de algemene voorwaarden en de uitvoeringsmodaliteiten te respecteren, die worden voorgeschreven door of krachtens artikelen 8, 9, 11 en 14;2° diegenen die in schending van artikel 10, § 2 nalaten om de overwelvingen en private kunstwerken te onderhouden en te herstellen, waarvan zij de eigenaar zijn;3° diegenen die de door artikel 18, §§ 1 en 2 opgelegde verplichtingen niet naleven;4° diegenen die de voorwerpen die uit de bedding of de oevers van de onbevaarbare waterloop werden verwijderd, niet beheren in overeenstemming met artikel 19;5° diegenen die de politieverbodsbepalingen schenden, die vervat zijn in artikel 20, § 1, 1°, 4°, 5°, 6°, 8°, 11° of die voorgeschreven werden krachtens artikel 20, § 2;6° diegenen die in schending van artikel 20, § 1, 2° de oevers, of de bedding van een onbevaarbare waterloop of een gewestelijke vijver beschadigen, verlagen of op welke manier ook verzwakken;7° diegenen die in schending van artikel 20, § 1, 3° de onbevaarbare waterlopen en de gewestelijke vijvers op eender welke manier hinderen, inclusief door middel van een leiding, of die er voorwerpen of materialen in storten of neerleggen, die de vrije loop van het water kunnen belemmeren;8° diegenen die in schending van artikel 20, § 1, 4° inbreuk maken op de ecologische en/of chemische kwaliteit van de onbevaarbare waterlopen en de gewestelijke vijvers, op de normale toestand van hun oevers of de kunstwerken die er zich op bevinden;9° diegenen die water afnemen zonder de voorafgaandelijke toestemming te hebben verkregen die voorzien is in artikel 20, § 1, 7° ;10° diegenen die in schending van artikel 20, § 1, 9° vaste of vloeibare materialen neerleggen op een plaats vanwaar deze door een natuurverschijnsel meegevoerd kunnen worden in een onbevaarbare waterloop of een gewestelijke vijver;11° diegenen die in schending van artikel 20, § 1, 10° zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de beheerder lozingspunten in de oevers van een onbevaarbare waterloop of een gewestelijke vijver invoeren alsook diegenen die de morfologie van deze oevers wijzigen. TITEL VIII. - Wijzigings-, opheffings, overgangs-, en slotbepalingen
Art. 22.In de ordonnantie van 25 maart 1999 houdende het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° artikel 2, § 1, 2°, wordt aangevuld met het volgende streepje : « - de ordonnantie van 16 mei 2019 betreffende het beheer en de bescherming van onbevaarbare waterlopen en vijvers;»; 2° artikel 5, § 1, wordt aangevuld met een lid dat luidt als volgt : « Onder de personeelsleden van Leefmilieu Brussel die overeenkomstig het eerste lid zijn aangesteld, stelt de leidend ambtenaar van Leefmilieu Brussel, die in naam van Leefmilieu Brussel handelt, een of meerdere waterlopeninspecteurs aan belast met de controle van de naleving van de ordonnantie van 16 mei 2019 houdende het beheer en de bescherming van onbevaarbare waterlopen en vijvers.».
Art. 23.In het BWRO, bij artikel 126, § 2, 2°, zoals laatst gewijzigd bij de ordonnantie van 30 november 2017,wordt een c) ingevoegd dat luidt als volgt : « c) betrekking heeft op handelingen en werken waarvoor uit het milieueffectenstudie of -rapport blijkt dat ze een invloed kunnen hebben op de ecologische en/of hydraulische kwaliteit van een onbevaarbare waterloop en/of een gewestelijke vijver in de zin van de ordonnantie van 16 mei 2019 houdende het beheer en de bescherming van onbevaarbare waterlopen en vijvers. ».
Art. 24.In hetzelfde Wetboek, in artikel 177, § 2, 4°, zoals laatst gewijzigd bij de ordonnantie van 30 november 2017, wordt een c) ingevoegd dat luidt als volgt : « c) betrekking heeft op handelingen en werken waarvoor uit het milieueffectenstudie of -rapport blijkt dat ze een invloed kunnen hebben op de ecologische en/of hydraulische kwaliteit van een onbevaarbare waterloop en/of een gewestelijke vijver in de zin van de ordonnantie van 16 mei 2019 houdende het beheer en de bescherming van onbevaarbare waterlopen en vijvers. ».
Art. 25.In artikel 259 van hetzelfde Wetboek, zoals laatst gewijzigd bij de ordonnantie van 30 november 2017, wordt een punt 11 toegevoegd dat als volgt luidt : « 11. het hydrografische netwerk te herstellen en de overstromingsrisico's te voorkomen. ».
Art. 26.Artikel 30, eerste lid, van de ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de milieueffectenbeoordeling van bepaalde plannen en programma's, gewijzigd door de ordonnanties van 1 maart 2012 en 14 juni 2012, wordt aangevuld met een vijfde streepje, luidend als volgt : « - de ordonnantie van 16 mei 2019 houdende het beheer en de bescherming van onbevaarbare waterlopen en vijvers. ».
Art. 27.Worden opgeheven : 1° de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen;2° het koninklijk besluit van 11 oktober 1954 tot goedkeuring van het reglement op de onbevaarbare waterlopen van de Provincie Brabant van 8 oktober 1954;3° het koninklijk besluit van 29 november 1968 houdende vaststelling van de procedure bij de onderzoeken de commodo et incommodo en verhalen voorgeschreven door de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen;4° het koninklijk besluit van 30 september 1969 houdende bepaling van de punten vanaf waar de onbevaarbare waterlopen in de eerste categorie gerangschikt zijn;5° het koninklijk besluit van 5 augustus 1970Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/08/1970 pub. 17/08/2007 numac 2007000736 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen politiereglement van de onbevaarbare waterlopen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende algemeen politiereglement van de onbevaarbare waterlopen;6° het ministerieel besluit van 17 oktober 1970 houdende aanwijzing van de ambtenaren van het Rijk en van de provinciën, die het recht hebben de bij de artikelen 20 en 23 van de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen bedoelde overtredingen op te sporen en bij middel van processen-verbaal vast te stellen.
Art. 28.De onbevaarbare waterlopen die geklasseerd zijn als zijnde van eerste, tweede of derde categorie in de Atlas van de waterlopen die werd ingevoerd krachtens het koninklijk besluit van 10 juni 1955 betreffende het opmaken van nieuwe beschrijvende tabellen der onbevaarbare waterlopen en van plannen waaruit hun staat op de dag van inwerkingtreding van onderhavige ordonnantie zijn beschouwd als geklasseerd in de zin van onderhavige ordonnantie, zolang het klasseringsbesluit van de onbevaarbare waterlopen niet goedgekeurd is krachtens artikel 5, § 2 en zolang de Atlas van het hydrografisch netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet goedgekeurd is krachtens artikel 7.
Art. 29.Voor het beheer van de geklasseerde onbevaarbare waterlopen die de grens vormen tussen twee Gewesten, blijven de regelingen die gelden op de dag die aan de inwerkingtreding van onderhavige ordonnantie voorafgaan, van toepassing, zolang het bij artikel 15 van deze ordonnantie voorziene samenwerkingsakkoord of de uitkomst van de in die bepaling bedoelde overlegprocedure niet door de bevoegde regeringen goedgekeurd is en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt is.
Art. 30.De aangelanden van een geklasseerde onbevaarbare waterloop worden geacht de verplichtingen van artikel 18, § 1, 4° en 5°, na te komen binnen een periode van 2 jaar te tellen vanaf de inwerkingtreding van het klasseringsbesluit zoals bedoeld in artikel 5, § 2.
Art. 31.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2020.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 16 mei 2019.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, C. FREMAULT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2018-2019 A-795/1 Ontwerp van ordonnantie.
A-795/2 Verslag.
Integraal verslag : Bespreking : vergadering van maandag 29 april 2019.
Aanneming : vergadering van dinsdag 30 april 2019.