Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 30 mei 2023

Uittreksel uit arrest nr. 155/2022 van 24 november 2022 Rolnummers 7674, 7675, 7695, 7750, 7771 en 7773 In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van het Vlaamse decreet van 9 juli 2021 « houdende wijziging van diverse decreten met Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2022206978
pub.
30/05/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Uittreksel uit arrest nr. 155/2022 van 24 november 2022 Rolnummers 7674, 7675, 7695, 7750, 7771 en 7773 In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van het Vlaamse decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten « houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen », ingesteld door de cv « De Gelukkige Haard », door Khadija Elhssika en anderen, door de cv « T'Heist Best » en anderen, door de cv « Gewestelijke Maatschappij voor de Kleine Landeigendom Het Volk » en anderen, door de vzw « Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen » en door de cvba « Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting » en anderen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, S. de Bethune, E. Bribosia en W. Verrijdt, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging a. Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 16 november 2021 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 18 november 2021, zijn beroepen tot vernietiging van de artikelen 74, 79, 83, 105, 122, 124, 128, 205, 206 en 208 van het Vlaamse decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten « houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 september 2021) ingesteld respectievelijk door de cv « De Gelukkige Haard », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.F. Judo, advocaat bij de balie te Brussel, en door Khadija Elhssika, Kelly Geeraerts, Jacqueline Van Eynde, Arlette Claeys, Carmen Don Porto Carero, Dieter Werkle, Etienne Ostin, Pascale Martin, Tamara Titanyan, Jacques Arntjen, Firas Majid, Katrien Devos, Chafia Benamor, François Gielis, Frans Haevermaet, André Inghelbrecht, Ivan De Gryse, Imilda Hek, Daniel Vanwalleghem, Claudia Piolon, Martine Eerebout, Dorine Derieuw, Redgy Jonckheere, Pierre Lingy, Redgy Seghers, Michèle Steurbaut, Anita De Cuyper, Patricia Deschumere, Inge Vermeire, Pascal Brys, Chris Cottyn, Carla Nisez, Marianne Maes, Roland Devos, Rita Hanna, Tamara Dalkhadova, Dennis Devriendt, Daniel Everaert, Nancy Aneca, William Desmadryl, Conny Van Den Kerchove, Myriam Everaert, Martine Bogaert, Gerard Logghe, Daniella Jonckheere, Paulette Desaeyer, Ivan Janssen, Lieve Fevery, Filip Baes, Dirk Dildick, Hendrik Tanghe, Chantal Meganck, Karel Neels, Virginia Van Looy, Chantal Roose, Cecile De Hamers, Marleen Anthierens, Anja Van Londersele, Jean-Paul Parez, Gilbert Dekien, Monique Byt, André Cafmeyer, Freddy Dildick, Franky Bauwens, Patricia Dausselaere, Carine Crombez, Brigitte De Saedeleer, Annette Sotiau, Kaat Decoster, Heidi Leyne, Yvonne Vynck, Claudine Perreman, Ronny Mylle, Hilde Moerman, Ronny Noyelle, Ludwin Bernard, Tania Vanbavinckhove, Patrick Faidherbe, Lionel Knockaert, Nicole De Lauw, Ebrima Camara, Jean Pierre Bauwens, Irina Akentieva, Claudie Van Besien, John Belotte, Viktor Dets, Sandra Larrange, Alain Everaert, Daria Ustimenko, Said-Hassan Moesaev, Milana Umalatova, Odette Wauters, Quao Johnson, Edith Beauprez, Alphonsus Claessens, Anita Calluy, Willy Vermeersch, Jeannine Lebleu, Angiolino Maffessoni, Dorinda Goutsmit, Monica Stemgee, Shpresa Boshnjaku, Eldar Tchapchayev, Eric Ameye, Barbara Gevaert, Fernand Velthof, Xavier Thomas, Vera Vandecasteele, Werner Bertels, Marnix Gevaert, Etienne Dejonghe, Nicole Bouckquez, Marc Blontrock, Felix Pirard, Roger Rau, Eddy Vanheste, Nicole Muyle, Gilbert Knockaert, Inge Minne, Andrea Vandendriessche, Martine Meeschaert, Peter Van Nuffel, Laetitia Dieusaert, Guy Werbrouck, Francine Coppens, Nicole Provoost, Eduard Van Mael, Elisabeth Vermussche, Pierre Janssens, Eveline Brouckmeersch, Freddy Vandamme, Annick Vandamme, Sandra Vandamme, Marie-Claire Schmitt en Omer Delwiche, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. F. Judo.

Bij dezelfde verzoekschriften vorderden de verzoekende partijen eveneens de schorsing van dezelfde decreetsbepalingen. Bij het arrest nr. 19/2022 van 3 februari 2022, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 juli 2022, heeft het Hof de vorderingen tot schorsing verworpen. b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 december 2021 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 december 2021, is beroep tot vernietiging van de artikelen 104, 205 en 215 van hetzelfde decreet ingesteld door de cv « T'Heist Best », de welzijnsvereniging « Woonwinkel Knokke-Heist », de gemeente Knokke-Heist, Kurt Jodts, Emmanuel Desutter, Frank Naert en Guy Demeestere, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.S. Ronse en Mr. T. Quintens, advocaten bij de balie van West-Vlaanderen.

Bij hetzelfde verzoekschrift vorderden de verzoekende partijen eveneens de schorsing van dezelfde decreetsbepalingen. Bij het arrest nr. 37/2022 van 10 maart 2022, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 september 2022, heeft het Hof de vordering tot schorsing verworpen. c. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 10 februari 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 14 februari 2022, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 74, 76, 77, 79, 83, 85, 87, 105, 122, 124, 128, 205, 206 en 209 van hetzelfde decreet door de cv « Gewestelijke Maatschappij voor de Kleine Landeigendom Het Volk », de cv « Volkshaard », de cv « Centrale voor Huisvesting », de nv « Volksvermogen », de vzw « De Kade », de vzw « Patrimo Midden-Vlaanderen », de vzw « Verbruikersbelangen Vlaamse Ardennen » en de vzw « Vrede en Broederliefde », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.P. Peerens, Mr. H. De Wilde en Mr. S. De Somer, advocaten bij de balie te Brussel. d. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 maart 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 10 maart 2022, heeft de vzw « Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. F. Judo, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 124 en 205 van hetzelfde decreet. e. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 10 maart 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 14 maart 2022, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 74, 76, 77, 79, 83, 86, 87, 105, 122, 124, 128, 205, 206 en 209 van hetzelfde decreet door de cv « Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting », de cv « Providentia », Christine Vandeput, Alexis Calmeyn, de vzw « BVCV », Christiaan Vanmol, Dirk De Greef, Dorette Heymans, Francis Paesmans, Gerard Cobbaert, Guy Tordeur, Heidi Elpers, Jean Dooms, Julien Sergoigne, Leo Van Den Eynde, Marc Paesmans, Martin Schoukens, de vzw « Mater & Magistra », Rita Dedobbeleer, het Algemeen Christelijk Vakverbond Brussel, de feitelijke vereniging « Beweging.net Liedekerke », Marc Berghman, Guy Bonnewijn, Alfons De Potter, Jean Paul Olbrechts, Eric Schamp, Daan Vanderhulst, Ludovicus Van Roost, Eddy Van Den Eede, Ann Van Langenhof, Marc Leemans, Edward De Wit, Leon Brion, Armand Hermans, de vzw « De Bergen », Marc Bessems, de gemeente Wezembeek-Oppem en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Wezembeek-Oppem, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. F. Judo.

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7674, 7675, 7695, 7750, 7771 en 7773 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan B.1.1. De bestreden artikelen 74, 76, 77, 79, 83, 85, 86, 87, 104, 105, 122, 124 en 128 van het Vlaamse decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten « houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen » (hierna : het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten) brengen wijzigingen aan in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en bepalen : «

Art. 74.Artikel 4.36 van dezelfde codex wordt vervangen door wat volgt : ' Art. 4.36. § 1. De woonmaatschappijen zijn autonome vennootschappen die door de Vlaamse Regering worden erkend en die verantwoordelijk zijn voor de behoorlijke uitvoering van het sociale woonbeleid, zoals dat hun wordt opgedragen door deze codex en zijn uitvoeringsbesluiten, en door elk ander decreet of besluit, voor zover dat betrekking heeft op aspecten van het sociale woonbeleid. § 2. Een vennootschap kan erkend worden en erkend blijven als woonmaatschappij als ze ten minste beantwoordt aan de bepalingen van hoofdstuk 1 tot en met 7. De Vlaamse Regering kan aanvullende voorwaarden opleggen voor de erkenning als woonmaatschappij. § 3. De Vlaamse Regering stelt de procedure voor de erkenning en de intrekking van de erkenning vast.

Erkende woonmaatschappijen kunnen vrijwillig afstand doen van hun erkenning. De Vlaamse Regering kan de procedure voor de afstand van een erkenning vaststellen. De afstand heeft dezelfde gevolgen als bepaald inArtikel 4.53. ' ». «

Art. 76.Artikel 4.37 van dezelfde codex wordt vervangen door wat volgt : ' Art. 4.37. De Vlaamse Regering stelt de werkingsgebieden vast.

De Vlaamse Regering erkent één woonmaatschappij per werkingsgebied, dat uit één gemeente of geografisch aaneensluitende gemeenten moet bestaan. De Vlaamse Regering kan uitzonderingen op het geografisch aaneensluiten van de gemeenten toestaan. ' ». «

Art. 77.Artikel 4.38 van dezelfde codex wordt vervangen door wat volgt : ' Art. 4.38. § 1. Zowel de statutaire als de werkelijke zetel van de woonmaatschappij is gevestigd in het werkingsgebied waarvoor ze erkend is.

De Vlaamse Regering kan een uitzondering toestaan op het bepaalde in het eerste lid, ingeval van een gemotiveerd verzoek hiertoe bij de erkenningsaanvraag of bij wijziging van de statuten. § 2. Een woonmaatschappij is uitsluitend actief binnen het werkingsgebied waarvoor ze erkend is. § 3. In afwijking van paragraaf 2 zijn werkingsgebiedoverschrijdende activiteiten toegelaten in geval van samenwerking met een andere woonmaatschappij of voor zover de activiteiten een subsidiair en accessoir karakter hebben ten dienste van de activiteiten binnen het eigen werkingsgebied.

De Vlaamse Regering kan nadere voorwaarden vaststellen voor werkingsgebiedoverschrijdende activiteiten. § 4. De woonmaatschappij verwerft zo snel mogelijk en uiterlijk tegen de datum die door de Vlaamse Regering wordt bepaald, alle rechten van de onroerende goederen die geschikt zijn voor de sociale huisvesting die binnen haar werkingsgebied liggen van sociale huisvestingsmaatschappijen, sociale verhuurkantoren, het Vlaams Woningfonds en van andere woonmaatschappijen. § 5. Een woonmaatschappij neemt de rechten over met betrekking tot de onroerende goederen die in haar werkingsgebied liggen en die geschikt zijn voor de sociale huisvesting, en die aan de woonmaatschappij door een gemeente of een OCMW worden aangeboden. § 6. Bij een overdracht van rechten als vermeld in paragraaf 4 en 5 draagt de overdrager in voorkomend geval de nog openstaande leningen bij de VMSW, het Vlaams Financieringsfonds voor Gronden Woonbeleid voor Vlaams-Brabant of Vlabinvest apb die betrekking hebben op dat onroerend goed of die rechten over aan de overnemer. § 7. Als de overdracht niet kan plaatsvinden tegen vergoeding in aandelen en de partijen het niet eens geraken over de prijs voor de overdracht van de rechten, vermeld in paragraaf 4 en 5, bedraagt de prijs de venale waarde van die rechten, rekening houdend met de bijzondere kenmerken van de sociale huisvestingsmaatschappijen respectievelijk woonmaatschappijen, waarop de leningen, vermeld in paragraaf 6, en subsidies met uitzondering van de subsidies die op geen enkele wijze hebben bijgedragen tot de marktwaarde van het betrokken onroerend goed in mindering worden gebracht. De Vlaamse Regering stelt de overdrachtsprijs vast.

In elk geval wendt de overdrager, behalve indien het een gemeente of een OCMW is, de opbrengst van de overdracht aan voor de terugbetaling van openstaande leningen van de overdrager bij het Vlaamse Gewest of de VMSW. De overdrager, behalve indien het een gemeente of een OCMW is, wendt de overblijvende middelen aan overeenkomstigArtikel 4.1/1.

De Vlaamse Regering kan daarover de nadere regels vaststellen.

De Vlaamse Regering kan, binnen de perken van de kredieten die daarvoor op de begroting van het Vlaamse Gewest worden ingeschreven, aan een woonmaatschappij, onder de voorwaarden die ze bepaalt, leningen en subsidies verlenen voor de verwerving van de rechten met betrekking tot de onroerende goederen, vermeld in paragraaf 4 en 5. ' ». «

Art. 79.Artikel 4.39 van dezelfde codex wordt vervangen door wat volgt : ' Art. 4.39. De woonmaatschappij neemt de rechtsvorm aan van een besloten vennootschap. Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen is van toepassing op de woonmaatschappijen voor zover daarvan niet wordt afgeweken door of krachtens deze codex.

ConformArtikel I.22, 8°, van het Wetboek van economisch recht zijn de woonmaatschappijen voor de toepassing van boek XX van het Wetboek van economisch recht geen schuldenaars in de zin van dat boek XX. ' ». «

Art. 83.In dezelfde codex wordt eenArtikel 4.39/2 ingevoegd, dat luidt als volgt : ' Art. 4.39/2. § 1. Alleen het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen, kunnen aandelen houden van een woonmaatschappij.

De gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen maar nog geen aandeelhouder zijn, hebben bij de erkenning van de woonmaatschappij of de wijziging van het werkingsgebied het recht in te tekenen op minstens één aandeel van de woonmaatschappij, dat door die laatste op eerste verzoek zal worden uitgegeven. Deze uitgifte geeft geen aanleiding tot de toepassing vanArtikel 5:102 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

De woonmaatschappij kan geen andere effecten dan aandelen met stemrecht uitgeven. § 2. De gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen en aandeelhouder zijn van die woonmaatschappij, beschikken samen altijd over meer dan 50% van het totale aantal stemrechten die verbonden zijn aan de aandelen.

De Vlaamse Regering stelt de verhouding van de stemrechten tussen de gemeenten en OCMW's, vermeld in het eerste lid, vast aan de hand van objectieve criteria die verband houden met het woonbeleid. Noch de vaststelling, noch de wijziging van die verhouding geeft aanleiding tot de toepassing vanArtikel 5:102 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. ' ». «

Art. 85.In dezelfde codex wordt eenArtikel 4.39/4 ingevoegd, dat luidt als volgt : ' Art. 4.39/4. De Vlaamse Regering heeft het recht om bij de erkenning of fusie van een woonmaatschappij namens het Vlaamse Gewest in te tekenen op ten hoogste een aantal aandelen die maximaal recht geven op een vierde van het totale aantal stemmen in de algemene vergadering. ' ». «

Art. 86.In dezelfde codex wordt naArtikel 4.39/4 een nieuw opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt : ' Hoofdstuk 4. Bestuur ' ». «

Art. 87.In dezelfde codex wordt eenArtikel 4.39/5 ingevoegd, dat luidt als volgt : ' Art. 4.39/5. § 1. De woonmaatschappij wordt bestuurd door een collegiaal bestuursorgaan. De leden van het bestuursorgaan worden benoemd voor ten hoogste zes jaar, maar hun mandaat is onbeperkt hernieuwbaar. § 2. Het bestuursorgaan bestaat uit ten hoogste vijftien leden waarvan ten hoogste twee derde van hetzelfde geslacht. § 3. Het bestuursorgaan is zodanig samengesteld dat voldoende expertise aanwezig is voor de verschillende activiteiten van de woonmaatschappij, alsook een voldoende diversiteit in competenties en achtergrond. De Vlaamse Regering kan bekwaamheidsvereisten opleggen aan de leden van het bestuursorgaan.

Maximaal twee van het aantal leden van het bestuursorgaan is een onafhankelijke bestuurder in de zin van het Bestuursdecreet. De algemene vergadering kan in geval van ernstige redenen de onafhankelijke bestuurders op elk moment ontslaan.Artikel III.41 tot en met III.43 van het Bestuursdecreet zijn van toepassing voor zover er in dit decreet niet van wordt afgeweken. § 4. Boven op het maximumaantal bestuursmandaten, bepaald in paragraaf 2, kunnen woonmaatschappijen op voordracht van het bestuursorgaan na bindend advies van de sociale huurders één bestuurder benoemen. De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen over de wijze waarop het bestuursorgaan het bindend advies van de sociale huurders bekomt. § 5. Het bestuursorgaan kan het dagelijks bestuur van de woonmaatschappij, alsook de vertegenwoordiging van de vennootschap wat dat bestuur aangaat, opdragen aan een door het bestuursorgaan aangestelde directeur of aan een orgaan van dagelijks bestuur dat uit meerdere personen bestaat, waaronder de door het bestuursorgaan aangestelde directeur. In het orgaan van dagelijks bestuur zetelen naast de directeur ten hoogste twee leden van het bestuursorgaan. In afwijking hiervan zetelen naast de directeur ten hoogste vier leden van het bestuursorgaan in het orgaan van dagelijks bestuur, als de woonmaatschappij minstens 5000 sociale huurwoningen in beheer heeft of een werkingsgebied heeft dat minstens het grondgebied van vijftien gemeenten omvat.

Het orgaan van dagelijks bestuur handelt als college. De vertegenwoordiging wat het dagelijks bestuur aangaat, kan in dat geval worden opgedragen aan een of meerdere leden van het dagelijks bestuur.

Het bestuursorgaan kan onder zijn verantwoordelijkheid aan de directeur of aan het orgaan van dagelijks bestuur bijzondere volmachten toekennen voor aangelegenheden die verder strekken dan het dagelijks bestuur. § 6. Het bestuursorgaan, de met het dagelijks bestuur belaste directeur of het orgaan van dagelijks bestuur kunnen onder hun verantwoordelijkheid een of meer adviserende comités oprichten.

Daarnaast kunnen het bestuursorgaan en het orgaan van dagelijks bestuur onder hun verantwoordelijkheid comités oprichten waaraan het een of meer bijzondere volmachten verleent. Het bestuursorgaan of het orgaan van dagelijks bestuur omschrijven hun samenstelling, hun duidelijk afgebakende opdracht en de wijze van besluitvorming. § 7. Mandaten in het orgaan van dagelijks bestuur en in de door het bestuursorgaan, door het orgaan van dagelijks bestuur of door de directeur opgerichte comités, opgenomen door andere dan de leden van het bestuursorgaan, zijn onbezoldigd.

De Vlaamse Regering kan de financiële voorwaarden van het mandaat van een lid van het bestuursorgaan vaststellen, met inbegrip van diens eventuele functies in het orgaan van dagelijks bestuur of in een door het bestuursorgaan, door de directeur of door het orgaan van dagelijks bestuur opgericht comité.

De Vlaamse Regering kan de bevoegdheden en samenstelling van de comités, vermeld in paragraaf 6, regelen. § 8. Na de fusie van twee of meer sociale huisvestingsmaatschappijen met het oog op de oprichting van een woonmaatschappij, bij oprichting van de woonmaatschappij door meerdere erkende woonactoren, of na de herstructurering van twee of meer woonmaatschappijen onderling, kan een hoger aantal bestuursleden aangesteld blijven dan vermeld in paragraaf 2. In dat geval mogen na de aanstelling van het eerste bestuursorgaan van de gefuseerde maatschappij geen nieuwe raadsleden worden aangesteld of mandaten van raadsleden worden verlengd zolang hun aantal te hoog is. Uiterlijk na de vervanging of verlenging van alle mandaten van de leden van het bestuursorgaan na de samenstelling van de eerste raad van bestuur van de gefuseerde maatschappij moet aan alle voorwaarden worden voldaan. ' ». «

Art. 104.In dezelfde codex wordt eenArtikel 4.46/2 ingevoegd, dat luidt als volgt : ' Art. 4.46/2. De woonmaatschappij beschikt uiterlijk vanaf 1 januari 2024 over een patrimonium van ten minste 1000 sociale huurwoningen in beheer. Voor de berekening van het aantal sociale huurwoningen in beheer wordt rekening gehouden met de door de woonmaatschappij gerealiseerde en geplande sociale huurwoningen op 1 januari 2024, dan wel op de datum van de indiening van de aanvraag tot erkenning, als die later valt. Voor de berekening van het aantal woningen in beheer wordt geen rekening gehouden met de woningen die in huur genomen zijn op de private huurmarkt met het oog op onderverhuring conform de reglementering inzake het sociaal huurstelsel. Een sociale huurwoning is gepland als ze nog niet is gerealiseerd, maar de uitvoering of de gunningsprocedure voor de realisatie van de woning kan worden opgestart binnen een termijn van drie jaar. De realisatie van de geplande sociale huurwoningen is ten minste opgenomen in de meerjarenplanning, vermeld inArtikel 4.13, § 2. ' ». «

Art. 105.In dezelfde codex wordt eenArtikel 4.46/3 ingevoegd, dat luidt als volgt : ' Art. 4.46/3. De woonmaatschappij is niet in hoofdzaak gericht op het uitkeren of bezorgen van een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel aan haar aandeelhouders en houdt zich dus aan de volgende uitkeringsbeperkingen : 1° een vermogensvoordeel dat de woonmaatschappij aan haar aandeelhouders uitkeert, in welke vorm ook, mag op straffe van nietigheid niet hoger zijn dan de rentevoet die vastgesteld wordt door de Koning ter uitvoering van de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor de Coöperatie, het Sociaal Ondernemerschap en de Landbouwonderneming, toegepast op de nominale waarde van de door de aandeelhouders werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng;2° winstuitkering is alleen mogelijk op voorwaarde dat, boven op de voorwaarde, vermeld in punt 1°, is voldaan aan de voorwaarde dat het bedrag van het maximaal uit te keren dividend aan de aandeelhouders alleen kan worden bepaald nadat een bedrag is bepaald dat de woonmaatschappij voorbehoudt aan projecten of bestemmingen die nodig of geschikt zijn om haar voorwerp te verwezenlijken;het bestuursorgaan brengt daarover jaarlijks een verslag uit, dat wordt opgenomen in het jaarverslag; 3° bij uittreding of uitsluiting, zowel ten laste van het vennootschapsvermogen als ten gevolge van de toepassing van de geschillenregeling, vermeld in boek 2, titel 7, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, ontvangt de uittredende of uitgesloten aandeelhouder maximum de nominale waarde van zijn werkelijke gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng;4° bij vereffening van de woonmaatschappij gaat het vermogen dat overblijft na de aanzuivering van het passief en de terugbetaling aan de aandeelhouders van de nominale waarde van hun werkelijke gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng, over op een door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappij.' ». «

Art. 122.Artikel 4.51 van dezelfde codex wordt vervangen door wat volgt : ' Art. 4.51. Op eigen initiatief of op verzoek van de toezichthouder kan de Vlaamse Regering een woonmaatschappij die niet aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, die de opdrachten, opgelegd bij decreet of bij besluit van de Vlaamse Regering, niet behoorlijk uitvoert, die de verbintenissen die ze is aangegaan niet nakomt, of waarvan de werking in gebreke blijft, de volgende sancties opleggen : 1° de vervroeging van de eerstvolgende prestatiebeoordeling, conform de door de Vlaamse Regering vastgestelde procedure voor de beoordeling van de prestaties van woonmaatschappijen;2° de verplichting om een beroep te doen op externe bijstand.De kosten die verbonden zijn aan de externe bijstand kunnen worden gesubsidieerd, binnen de perken van de kredieten die daarvoor op de begroting van het Vlaamse Gewest ingeschreven worden. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en de procedure om die aanvullende subsidie te verkrijgen; 3° de aanstelling van een mandataris ad hoc die geheel of gedeeltelijk in de plaats treedt van het bestuursorgaan van de woonmaatschappij en die door de woonmaatschappij zal worden vergoed voor de prestaties die in het kader van die opdracht worden verricht;4° de tijdelijke uitbesteding van activiteiten van de woonmaatschappij;5° de verplichting tot samenwerking met een andere woonmaatschappij; 6° de opschorting van de projectfinanciering voor toekomstige nieuwbouwprojecten, als niet voldaan is aan de erkenningsvoorwaarde, vermeld inArtikel 4.46/2; 7° de oplegging aan de woonmaatschappij van een groeipad dat aan een termijn gebonden is, in dat werkingsgebied waarvan het aantal ingehuurde woningen niet toeneemt conform de voorwaarde, vermeld inArtikel 4.41; 8° als de woonmaatschappij het opgelegde groeipad, vermeld in punt 7°, niet realiseert, de intrekking van de erkenning van de in gebreke blijvende woonmaatschappij. Met behoud van de persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid van de oprichters, de aandeelhouders en de bestuurders kan de Vlaamse Regering, op eigen initiatief of op verzoek van de toezichthouder, een woonmaatschappij die niet aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, die de opdrachten, opgelegd bij decreet of bij besluit van de Vlaamse Regering, niet behoorlijk uitvoert, die de verbintenissen die ze is aangegaan niet nakomt of waarvan de werking in gebreke blijft, de volgende sancties opleggen : 1° verplichting tot fusie met een andere woonmaatschappij;2° intrekking van de erkenning van de woonmaatschappij. Voorafgaand aan de beslissing om een van de sancties, vermeld in het eerste en het tweede lid, op te leggen, stuurt de Vlaamse Regering de betrokken woonmaatschappij een ingebrekestelling. In de ingebrekestelling motiveert de Vlaamse Regering waarom de woonmaatschappij de erkenningsvoorwaarden niet nakomt, de opdrachten, opgelegd bij decreet of krachtens een besluit van de Vlaamse Regering, niet behoorlijk uitvoert, de verbintenissen die ze is aangegaan, niet nakomt, of haar werking in gebreke blijft. De ingebrekestelling wordt met een beveiligde zending verstuurd. De in gebreke gestelde woonmaatschappij wordt uitgenodigd om te worden gehoord. Ze kan zich daarbij laten bijstaan.

Met behoud van de toepassing vanArtikel 4.52 en 4.53 kan de Vlaamse Regering de nadere regels en de procedure vaststellen voor het opleggen van de sancties, vermeld in het eerste en het tweede lid. ' ». «

Art. 124.Artikel 4.53 van dezelfde codex wordt vervangen door wat volgt : ' Art. 4.53. De intrekking van de erkenning van een woonmaatschappij heeft van rechtswege haar ontbinding tot gevolg.

De beslissing tot intrekking van de erkenning heeft uitwerking vanaf de dag dat de beslissing wordt betekend aan de woonmaatschappij. Van dan af worden alle bevoegdheden om de woonmaatschappij te besturen en te verbinden toegewezen aan een of meer door de Vlaamse Regering aangestelde vereffenaars. Die vereffenaars zijn bevoegd om alle maatregelen te nemen en alle daden van bestuur en beschikking te stellen die noodzakelijk zijn voor de overgang van het vermogen van de ontbonden vennootschap op de door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappij of woonmaatschappijen. De Vlaamse Regering is uitdrukkelijk en met uitsluiting van elk vennootschapsorgaan bevoegd om de wijze van vereffening vast te stellen, het verslag van de door haar aangestelde vereffenaars te aanhoren en de vereffening af te sluiten. Alleen de Vlaamse Regering is bevoegd om de vereffenaars te machtigen tot het stellen van alle daden die in de vereffeningsprocedure vereist zijn. ' ». «

Art. 128.In dezelfde codex wordt eenArtikel 4.53/3 ingevoegd, dat luidt als volgt : ' Art. 4.53/3. § 1. Met behoud van de toepassing vanArtikel 4.51 treedt de VMSW van rechtswege in de rechten en de verplichtingen van de woonmaatschappij die voortvloeien uit een overeenkomst die gesloten is tussen de woonmaatschappij en een of meer verhuurders op de private huurmarkt, onder de voorwaarden, vermeld in het tweede lid.

De indeplaatsstelling, vermeld in het eerste lid, vindt plaats zodra de VMSW op eigen initiatief of na melding van een belanghebbende vaststelt dat de volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn : 1° de verhuurder heeft toestemming verleend om de huurovereenkomst over te dragen;2° de woonmaatschappij bevindt zich in een van de volgende gevallen : a) een procedure tot vereffening is opgestart, of een vordering tot gerechtelijke ontbinding is ingeleid, of een beslissing tot vrijwillige ontbinding van de woonmaatschappij is genomen; b) de woonmaatschappij slaagt er niet in om, na afloop van een periode van negen maanden waarin de VMSW met toepassing vanArtikel 4.20 de verplichting tot betaling van de huurprijs heeft overgenomen, haar huurbetalingsverplichtingen opnieuw na te komen; 3° de huurovereenkomst is gesloten tussen een verhuurder en een woonmaatschappij, en bevat geen bedingen die onverenigbaar zijn met de bepalingen van deze codex en de uitvoeringsbesluiten ervan.De in de huurovereenkomst bedongen huurprijs is niet hoger dan de door de Vlaamse Regering vastgestelde huurprijsgrens voor het verkrijgen van een tegemoetkoming, verleend met toepassing vanArtikel 5.73.

De melding van een belanghebbende, vermeld in het tweede lid, bevat minstens een gedocumenteerde aanduiding van het toepassingsgeval, vermeld in het tweede lid, 2°, waarop ze gebaseerd is. § 2. De Vlaamse Regering kan de nadere regels en de procedure vastleggen voor de indeplaatsstelling, vermeld in paragraaf 1, eerste lid. ' ».

B.1.2. De bestreden artikelen 205, 206, 208, 209 en 215 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten maken deel uit van afdeling 1 (« Overgangsbepalingen met betrekking totArtikel 72 tot en met 129 ») van hoofdstuk 8 (« Overgangsbepalingen ») van het decreet en bepalen : «

Art. 205.§ 1. Sociale huisvestingsmaatschappijen die de dag vóór de inwerkingtreding van dit decreet zijn erkend conform de op die dag geldende erkenningsvoorwaarden, kunnen die erkenning behouden tot uiterlijk 31 december 2022, zolang ze aan die erkenningsvoorwaarden blijven voldoen.

De sociale huisvestingsmaatschappijen, vermeld in het eerste lid, kunnen de financiering tot die datum blijven genieten conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit decreet kunnen andere personen dan de provincies, de gemeenten en de OCMW's geen aandelen verwerven van een sociale huisvestingsmaatschappij. In afwijking daarvan kunnen bestaande aandeelhouders van sociale huisvestingsmaatschappijen aandelen verwerven in het kader van vennootschapsrechtelijke herstructureringsoperaties met een sociale huisvestingsmaatschappij of woonmaatschappij. § 2. De Vlaamse Regering bepaalt de procedure volgens dewelke een erkende sociale huisvestingsmaatschappij kan worden erkend als woonmaatschappij. § 3. De Vlaamse Regering kan een tijdelijke erkenning tot 30 juni 2023 toekennen aan de sociale huisvestingsmaatschappijen die aannemelijk maken dat ze uiterlijk op 30 juni 2023 hetzij zullen voldoen aan alle erkenningsvoorwaarden om als woonmaatschappij te worden erkend, hetzij hun voor de sociale huisvesting bestemde vermogensbestanddelen en personeel aan een of meerdere woonmaatschappijen zullen overdragen. De Vlaamse Regering bepaalt de procedure en de voorwaarden voor de tijdelijke erkenning en de wijze waarop de tijdelijke erkenning wordt omgezet in een definitieve erkenning als vermeld in paragraaf 2. § 4. In een sociale huisvestingsmaatschappij met de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of van een besloten vennootschap kunnen aandeelhouders op elk moment in de loop van het boekjaar uittreden vanaf de bijeenroeping van de algemene vergadering die de statuten in overeenstemming moet brengen met erkenningsvoorwaarden voor woonmaatschappijen zonder dat ze aan een andere voorwaarde moeten voldoen. Ze geven kennis van hun uittreding aan de vennootschap conformArtikel 2:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen uiterlijk vijf dagen voor de datum van de algemene vergadering.Artikel 4.46/3, 3°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals ingevoegd bijArtikel 105 van dit decreet is van toepassing.

De sociale huisvestingsmaatschappijen die de vorm hebben aangenomen van een naamloze vennootschap bieden hun aandeelhouders bij de uitnodiging van de algemene vergadering die de statuten in overeenstemming moet brengen met de erkenningsvoorwaarden voor woonmaatschappijen de mogelijkheid om hun aandelen te laten inkopen door de vennootschap tegen een prijs die niet hoger is dan de door de aandeelhouders werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de sociale huisvestingsmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng. Als er niet voldoende middelen zouden zijn conformArtikel 7:212 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen om de prijs te betalen, wordt het recht op betaling ervan opgeschort totdat uitkeringen opnieuw zijn toegelaten. Het op de prijs nog verschuldigde bedrag wordt uitgekeerd voor elke andere uitkering aan aandeelhouders. Op dat bedrag is geen interest verschuldigd. § 5. Sociale huisvestingsmaatschappijen die op 31 december 2022 niet erkend zijn als woonmaatschappij conform paragraaf 2 en niet tijdelijk erkend zijn als woonmaatschappij conform paragraaf 3, verliezen van rechtswege hun erkenning met ingang vanaf 1 januari 2023. De tijdelijk erkende woonmaatschappijen die op 30 juni 2023 niet erkend zijn conform paragraaf 3, verliezen van rechtswege hun tijdelijke erkenning. In beide gevallen heeft het verlies van de erkenning van rechtswege de ontbinding, vermeld inArtikel 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet, tot gevolg. De aandeelhouders ontvangen, na de aanzuivering van het passief van de sociale huisvestingsmaatschappij, maximum de nominale waarde van hun werkelijke gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de sociale huisvestingsmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng.

Het vermogen dat daarna overblijft, gaat over op een of meer door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappijen. § 6. Sociale verhuurkantoren die de dag vóór de inwerkingtreding van dit decreet erkend zijn conform de op die dag geldende erkenningsvoorwaarden, kunnen die erkenning behouden tot uiterlijk 30 juni 2023, zolang ze aan die erkenningsvoorwaarden blijven voldoen. De aldus erkende sociale verhuurkantoren kunnen tot die datum de financiering blijven genieten conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van kracht de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet. Ze verliezen van rechtswege hun erkenning met ingang vanaf 1 juli 2023.

Vanaf de datum van het verlies van erkenning conform het eerste lid, treedt de VMSW van rechtswege in de rechten en de verplichtingen van het sociaal verhuurkantoor die voortvloeien uit een overeenkomst die gesloten is tussen het sociaal verhuurkantoor en een of meer verhuurders op de private huurmarkt, onder de voorwaarden vanArtikel 4.20 tot en met 4.23 en vanArtikel 4.56 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet. § 7. Sociale huisvestingsmaatschappijen die de dag vóór de inwerkingtreding van dit decreet erkend zijn conform de op die dag geldende erkenningsvoorwaarden, blijven met behoud van de toepassing van ditArtikel tot en metArtikel 217, tot aan de afsluiting van hun vereffening onderworpen aan de bepalingen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van toepassing de dag vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Sociale verhuurkantoren die de dag vóór de inwerkingtreding van dit decreet erkend zijn conform de op die dag geldende erkenningsvoorwaarden, blijven met behoud van de toepassing van ditArtikel tot en metArtikel 217, tot aan het verlies van hun erkenning onderworpen aan de bepalingen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van toepassing de dag vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

In afwijking van het eerste en tweede lid isArtikel 56 van dit decreet van toepassing op de sociale huisvestingsmaatschappijen, vermeld in het eerste lid, en op de sociale verhuurkantoren, vermeld in het tweede lid.

Niettegenstaande andersluidende bepalingen en in aanvulling vanArtikel 4.45 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit decreet, kunnen zij onroerende goederen uit de hand overdragen aan woonmaatschappijen of sociale huisvestingsmaatschappijen, op voorwaarde dat de overdracht gebeurt onder de opschortende voorwaarde dat die sociale huisvestingsmaatschappij erkend wordt als woonmaatschappij.

Tot de intrekking van hun erkenning van rechtswege of tot de intrekking van hun erkenning krachtens besluit van de Vlaamse Regering worden de sociale verhuurkantoren en de sociale huisvestingsmaatschappijen voor de toepassing van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 beschouwd als woonmaatschappij ». «

Art. 206.Woonmaatschappijen, vermeld inArtikel 205, § 2, van dit decreet, die niet voldoen aanArtikel 4.39/2, § 1, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals ingevoegd bijArtikel 83 van dit decreet, kunnen niettemin erkend worden als woonmaatschappij. Tot de datum waarop ze aanArtikel 4.39/2, § 1, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 voldoen, gelden voor deze woonmaatschappijen in afwijking van datArtikel de volgende regels : 1° andere aandeelhouders dan het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij gelegen zijn, kunnen geen effecten verwerven of op een andere wijze meer stemrechten verkrijgen.In afwijking daarvan kunnen bestaande aandeelhouders van sociale huisvestingsmaatschappijen aandelen verwerven in het kader van vennootschapsrechtelijke herstructureringsoperaties met een sociale huisvestingsmaatschappij of een woonmaatschappij; 2° elke overdracht van effecten wordt betekend aan de woonmaatschappij;3° andere aandeelhouders dan het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij gelegen zijn, nemen niet deel aan de stemming in de algemene vergadering van de vennootschap met meer dan een tiende van het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemmen;4° andere aandeelhouders dan gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij gelegen zijn, mogen gezamenlijk alleen aan de stemming in de algemene vergadering deelnemen met maximaal de stemmen die noodzakelijk zijn voor de vereiste meerderheid min één;5° de statuten van de woonmaatschappij kunnen bepalen dat de aandeelhouders andere dan het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij gelegen zijn, gezamenlijk ten hoogste één bestuurder mogen voordragen; de andere bestuurders worden altijd voorgedragen door het Vlaamse Gewest, provincies, gemeenten en OCMW's.

Overeenkomsten of afspraken die tot doel of tot gevolg hebben dat van de bepalingen van het eerste lid, 1°, 3° of 4°, wordt afgeweken, zijn nietig.

Elke overdracht van effecten aan andere personen dan het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij gelegen zijn, is van rechtswege nietig. Elke overdracht van effecten waardoor de gezamenlijke stemrechten van de gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij gelegen zijn, niet langer op elk moment meer dan 50 % van het totale aantal stemrechten verbonden aan de aandelen uitmaken, is van rechtswege nietig als, binnen een termijn van drie maanden na de overdracht, die stemrechten, door middel van een uitgifte van nieuwe aandelen of statutenwijziging, niet boven de 50 % worden gebracht.

De Vlaamse Regering kan slechts gebruikmaken van haar recht zoals vermeld inArtikel 4.39/4, zoals ingevoegd bijArtikel 85 van dit decreet, op voorwaarde dat de stemrechten van andere personen dan het Vlaamse Gewest, de provincies, gemeenten en OCMW's daardoor verhoudingsgewijs ten opzichte van het totaal aantal stemrechten niet verminderen ». «

Art. 208.Als een sociale huisvestingsmaatschappij heeft toegelaten dat sociale huurders inschreven op aandelen ter vervanging van de storting van een huurwaarborg, worden de betrokken aandeelhouders op de datum van de inwerkingtreding van dit decreet geacht van rechtswege uit te treden met die aandelen. Het scheidingsaandeel waarop de sociale huurder recht heeft, wordt van rechtswege omgeboekt tot een huurwaarborg.

Woonmaatschappijen die de rechtsopvolger zijn of die onroerende goederen hebben verworven van een sociale huisvestingsmaatschappij waarbij de toepassing van het eerste lid betrekking had op 25 % van de aandelen of meer, maken toepassing vanArtikel 4.39/5, § 4, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals ingevoegd bijArtikel 87 van dit decreet.

Art. 209.§ 1. In afwijking vanArtikel 4.38, § 2 en § 4, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals ingevoegd bijArtikel 77 van dit decreet, gelden voor woonmaatschappijen die erkend zijn conformArtikel 205, § 2, de bepalingen van dit artikel. § 2. De woonmaatschappij ontplooit vanaf haar erkenning geen nieuwe activiteiten buiten het werkingsgebied waarvoor ze erkend is.

De woonmaatschappij beperkt uiterlijk vanaf 1 januari 2028 haar activiteiten tot het werkingsgebied waarvoor ze erkend is. § 3. De woonmaatschappij verwerft zo snel mogelijk minstens het beheer van de onroerende goederen die geschikt zijn voor de sociale huisvesting en die binnen haar werkingsgebied liggen, van sociale huisvestingsmaatschappijen, andere woonmaatschappijen, sociale verhuurkantoren en het Vlaams Woningfonds. Uiterlijk op 1 januari 2028 verwerft de woonmaatschappij alle rechten met betrekking tot die onroerende goederen die geschikt zijn voor de sociale huisvesting die binnen haar werkingsgebied liggen van sociale huisvestingsmaatschappijen, sociale verhuurkantoren, het Vlaams Woningfonds en van andere woonmaatschappijen.

De woonmaatschappij draagt zo snel mogelijk minstens het beheer van de onroerende goederen die geschikt zijn voor de sociale huisvesting die buiten haar werkingsgebied liggen over aan de woonmaatschappijen die erkend zijn voor het werkingsgebied waar de onroerende goederen liggen. Uiterlijk op 1 januari 2028 draagt de woonmaatschappij alle rechten met betrekking tot die onroerende goederen over aan de woonmaatschappijen die erkend zijn voor het werkingsgebied waar de onroerende goederen liggen.

Artikel 4.38, § 6 en § 7, is van overeenkomstige toepassing ». «

Art. 215.In afwijking vanArtikel 4 van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling II, van het oud Burgerlijk Wetboek enArtikel 31 van het Vlaams Woninghuur decreet van 9 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/11/2018 pub. 07/12/2018 numac 2018015087 bron vlaamse overheid 9 NOVEMBER 2018 - Decreet houdende bepalingen betreffende de huur van voor bewoning bestemde goederen of delen ervan type decreet prom. 09/11/2018 pub. 11/12/2018 numac 2018015063 bron vlaamse overheid Decreet van de algemene rekening van de Vlaamse Gemeenschap en van de uitvoering van de begroting van de Vlaamse rechtspersonen zonder raad van bestuur voor het begrotingsjaar 2017 sluiten draagt het sociaal verhuurkantoor, de sociale huisvestingsmaatschappij of de woonmaatschappij bij de totstandkoming van een woonmaatschappij de hoofdhuurovereenkomst met een of meer verhuurders op de private huurmarkt over aan de woonmaatschappij zonder schriftelijke en voorafgaande toestemming van de verhuurder of verhuurders.

Bij herstructureringen of overdrachten naar aanleiding van de totstandkoming van een woonmaatschappij worden contractuele bedingen in huurovereenkomsten die kaderen in de opdrachten, vermeld inArtikel 4.55, tweede lid, 1°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht voor de inwerkingtreding van dit decreet, of inArtikel 4.40, 4°, 5° of 6°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bijArtikel 91 van dit decreet, die voorzien in het recht van vervroegde beëindiging wegens controlewijziging, buiten werking gesteld ».

B.2.1. De bestreden bepalingen maken deel uit van een hervorming waarmee de decreetgever beoogt de sociale huisvestingsmaatschappijen en de sociale verhuurkantoren tegen 1 januari 2023 te vervangen door één woonactor, de woonmaatschappij, die binnen de door de Vlaamse Regering vast te stellen werkingsgebieden fungeert als enig aanspreekpunt voor de sociale kandidaat-huurder of -koper.

De parlementaire voorbereiding vermeldt : « Zoals aangegeven in de beleidsnota Wonen 2019-2024, zullen de sociale woonactoren binnen een werkingsgebied versmelten tot één sociale woonmaatschappij tegen 1 januari 2023. Deze integratie staat in functie van klantvriendelijkheid, transparantie en gedegen samenwerking over diverse activiteiten op vlak van sociale huisvesting en zal de regierol voor lokale besturen versterken. Deze maatregelen moeten leiden tot een kwalitatief lokaal woonbeleid.

Met de hervorming zijn verschillende beweegredenen verbonden. In eerste instantie is de hervorming bedoeld om voordelen te creëren voor de sociale huurder en de kandidaat-sociale huurder. Hij zal zich voortaan maar één keer moeten inschrijven, terwijl hij dat in de huidige context bij alle sociale woonactoren apart moet doen. De vereenvoudiging moet ook de opvolging van zowel kandidaat-huurder als verhuurder vergemakkelijken.

Met de hervorming kan ook een oplossing geboden worden voor het probleem dat de kandidaat-huurders met de grootste woonnood (vaak overeenstemmend met de laagste inkomens) nu bij een sociaal verhuurkantoor terechtkomen waar de huurprijs merkelijk hoger ligt dan de gemiddelde huurprijs van een woning verhuurd door een sociale huisvestingsmaatschappij. Het samensmelten van beide activiteiten legt de basis voor een oplossing hiervoor.

Het samenbrengen van de activiteiten van sociale verhuurkantoren en sociale huisvestingsmaatschappijen maakt het veel concreter mogelijk om expertise te delen en schaalvoordelen te creëren. Daar waar sociale huisvestingsmaatschappijen traditioneel sterker zijn in het bouwen en renoveren van sociaal woonpatrimonium, wordt ervan uitgegaan dat de sterktes van sociale verhuurkantoren - meestal ontstaan uit OCMW-werking of welzijnsactoren- vooral op het vlak van woonbegeleiding liggen. Het samengaan moet ervoor zorgen dat er meer gebouwd kan worden, dat de kwaliteit verbetert en dat elkaars goede praktijken een grotere weerklank kunnen krijgen binnen de grotere woonmaatschappij, waarvan alle huurders de vruchten kunnen plukken.

Ten tweede biedt de hervorming voordelen voor de lokale besturen. Met de woonmaatschappijen krijgen zij één rechtstreekse uitvoerder van het lokaal sociaal woonbeleid en moeten ze dus geen rekening meer houden met de huidige verschillende woonactoren die elk hun eigen werking en inzichten kennen. Door daarnaast de lokale besturen gezamenlijk steeds een voldoende zeggenschap te garanderen in de woonmaatschappij, kunnen die lokale besturen hun eigen accenten leggen en daarmee ook beter inspelen op de specifieke (al dan niet bovenlokale) uitdagingen op het vlak van woonbeleid op hun grondgebied.

Een aantal voordelen voor de huurders strekken uiteraard ook tot voordeel voor de verhuurders. De centralisatie van de vakkennis van beide activiteiten in één grote actor verbreedt de expertise en biedt daardoor kansen op synergiewinsten. Door het samenbrengen van de actoren in één woonactor per gemeente, wordt de concurrentie uitgeschakeld tussen woonactoren voor het realiseren van het Bindend Sociaal Objectief en kan m.a.w. gerichter gewerkt worden in functie van de concrete doelen. Ook de communicatie kan wordt gestroomlijnd door te spreken uit één mond, zowel naar kandidaat-huurders als huurders toe, maar ook naar beleidsverantwoordelijken én naar private partijen die partners kunnen vormen bij het realiseren van de doelstellingen op het vlak van sociaal wonen.

Zoals bij elke hervorming zullen de echte efficiëntiewinsten pas zichtbaar worden na verloop van tijd. Die efficiëntiewinsten zijn een interessante bijkomstigheid en sluiten aan bij het performantiestreven dat reeds eerder werd ingezet in de sector, maar vormen voor deze hervorming geen doel op zich » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, p. 6).

B.2.2. VolgensArtikel 4.36, § 1, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 74 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, zijn de woonmaatschappijen autonome vennootschappen die door de Vlaamse Regering worden erkend en die verantwoordelijk zijn voor de behoorlijke uitvoering van het sociale woonbeleid. Een vennootschap kan erkend worden en erkend blijven als woonmaatschappij als ze ten minste beantwoordt aan de bepalingen van hoofdstuk 1 tot 7 van titel 3 (« Woonmaatschappijen ») van boek 4 (« Woonactoren ») van de voormelde Codex, waarbij de Vlaamse Regering aanvullende erkenningsvoorwaarden kan opleggen artikel 4.36, § 2).

VolgensArtikel 4.37 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 76 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, erkent de Vlaamse Regering één woonmaatschappij per werkingsgebied, dat uit één gemeente of geografisch aansluitende gemeenten moet bestaan. De Vlaamse Regering stelt de werkingsgebieden vast en kan daarbij uitzonderingen op het geografisch aaneensluiten van de gemeenten toestaan.

Een woonmaatschappij is in beginsel uitsluitend actief binnen het werkingsgebied waarvoor ze erkend is, zij het dat werkingsgebiedoverschrijdende activiteiten onder bepaalde voorwaarden toegelaten zijn artikel 4.38, §§ 2 en 3, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 77 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten).

Een woonmaatschappij verwerft zo snel mogelijk alle rechten van de onroerende goederen die geschikt zijn voor de sociale huisvesting die binnen haar werkingsgebied liggen van sociale huisvestingsmaatschappijen, sociale verhuurkantoren, het Vlaams Woningfonds en van andere woonmaatschappijen en neemt de rechten over met betrekking tot de onroerende goederen die in haar werkingsgebied liggen en die geschikt zijn voor de sociale huisvesting, en die aan de woonmaatschappij door een gemeente of een OCMW worden aangeboden artikel 4.38, §§ 4 en 5, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021). Voor de gevallen waarin de overdracht niet kan plaatsvinden tegen vergoeding in aandelen en de partijen het niet eens geraken over de prijs voor de overdracht van de rechten, voorzietArtikel 4.38, § 7, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 in een decretale vergoedingsregeling.

VolgensArtikel 4.46/2 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, dat is ingevoegd bij het bestredenArtikel 104 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten en dat deel uitmaakt van hoofdstuk 6 (« Vermogen van de woonmaatschappij en instandhouding ervan ») van de voormelde titel 3 van boek 4, dient de woonmaatschappij uiterlijk vanaf 1 januari 2024 over een patrimonium van ten minste 1 000 sociale huurwoningen in beheer te beschikken. Daarbij wordt rekening gehouden met de door de woonmaatschappij gerealiseerde en geplande sociale huurwoningen, doch niet met de woningen die in huur zijn genomen op de private huurmarkt met het oog op onderverhuring conform de reglementering inzake het sociaal huurstelsel.

B.2.3. VolgensArtikel 4.39 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 79 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, neemt de woonmaatschappij de rechtsvorm aan van een besloten vennootschap en is het Wetboek van vennootschappen en verenigingen erop van toepassing voor zover daarvan niet wordt afgeweken door of krachtens de voormelde Codex.

VolgensArtikel 4.46/3 van die Codex, zoals ingevoegd bij het bestredenArtikel 105 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, is de woonmaatschappij niet in hoofdzaak gericht op het uitkeren of bezorgen van een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel aan haar aandeelhouders. Die bepaling voorziet daarom in een aantal uitkeringsbeperkingen. Eén van die beperkingen houdt in dat een aandeelhouder bij uittreding of uitsluiting maximaal de nominale waarde van zijn werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng, ontvangt artikel 4.46/3, 3°). Die bepaling voorziet eveneens erin dat bij vereffening van de woonmaatschappij, het vermogen dat overblijft na de aanzuivering van het passief en de terugbetaling aan de aandeelhouders van hun inbreng, overgaat op een door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappij artikel 4.46/3, 4°).

Artikel 4.39/5 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bij het bestredenArtikel 87 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, bevat regels betreffende de samenstelling, de werking en de bevoegdheden van het bestuursorgaan van de woonmaatschappij en betreffende de bezoldiging van de bestuursleden.

B.2.4. Met de bestreden bepalingen heeft de decreetgever eveneens beoogd « de rol van de publieke overheden in het kader van de uitvoering van het sociale woonbeleid door de sociale woonorganisaties te versterken » (ibid., p. 16). Om die reden bepaaltArtikel 4.39/2, § 1, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bij het bestredenArtikel 83 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, dat alleen het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen, aandelen kunnen houden van een woonmaatschappij. Daar « de lokale besturen (gemeenten en OCMW's) [...] een cruciale rol [spelen] bij de opstelling en de uitvoering van het woonbeleid » (ibid., p. 10), werd bovendien bepaald dat de gemeenten en de OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen en aandeelhouder zijn van die woonmaatschappij, samen altijd beschikken over meer dan 50 % van het totale aantal stemrechten die verbonden zijn aan de aandelen artikel4.39/2, § 2, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021). De Vlaamse Regering heeft het recht om bij de erkenning of fusie van een woonmaatschappij namens het Vlaamse Gewest in te tekenen op ten hoogste een aantal aandelen die maximaal recht geven op een vierde van het totale aantal stemmen in de algemene vergadering artikel 4.39/4, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bij het bestredenArtikel 85 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten).

Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de « keuze voor een versterkt publiek aandeelhouderschap met een versterkte regierol voor de lokale besturen [...] ook bepaald [is] door financiële motieven » : « Sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren worden vandaag in hoofdzaak door Vlaanderen gesubsidieerd. Het Vlaamse Gewest biedt de sociale huisvestingsmaatschappijen belangrijke financiële ondersteuning (o.m. via de VMSW) voor de realisatie van de huur- en koopwoningen en de kavels. Die financiële steun neemt uiteenlopende vormen aan naargelang de investering en de aard van het project (bv. een huur- dan wel een koopproject) : het Gewest verstrekt subsidies, neemt kosten ten laste of komt tussen in de last van de leningen die de initiatiefnemers aangaan bij de VMSW om een project te realiseren.

Naast investeringssteun kent de Vlaamse overheid ook directe subsidies toe. Zo ontvangen de sociale verhuurkantoren die woningen sociaal onderverhuren directe subsidies. Die subsidies bestaan deels uit een vast basisbedrag en deels uit een variabel bedrag naargelang het aantal woningen dat een sociaal verhuurkantoor in beheer heeft.

De investeringen van private aandeelhouders in sociale huisvestingsmaatschappijen zijn in het verleden steeds beperkt gebleven tot kapitaalinbreng. De nominale waarde van alle aandelen van sociale huisvestingsmaatschappijen in handen van private aandeelhouders bedraagt ca. 3 miljoen euro. Bijna twee derde van dit bedrag werd geïnvesteerd door huurders van de coöperatieve huisvestingsmaatschappijen De Gelukkige Haard en A.B.C. en is in feite geen investering, maar een huurwaarborg. Sociale verhuurkantoren hebben geen aandeelhouders maar leden, waarbij geen onderscheid beschikbaar is tussen de bijdragen van publieke en van private leden.

De totale inbreng in geld in sociale verhuurkantoren bedraagt ongeveer 2,6 miljoen euro. Rekening houdend met de ledenstructuur wordt verwacht dat minstens de helft van dit bedrag afkomstig is van publieke leden. Globaal kan dus worden vastgesteld dat private partijen doorheen alle jaren van de werking niet meer dan 5 miljoen euro in de sociale huisvestingssector hebben geïnvesteerd.

De relatief beperkte investeringen door private partijen in sociale huisvesting verbleken bij de investeringen van het Vlaams Gewest.

Alleen al in 2020 voorziet het Vlaams Gewest bijna 900 miljoen euro aan gesubsidieerde investeringskredieten voor de bouw en de renovatie van sociale huurwoningen. Aan deze investeringssubsidies is een rentesubsidietussenkomst verbonden die - verdisconteerd naar vandaag - ongeveer de helft van de totale investering bedraagt. Naast rentesubsidietussenkomsten bij financieringen voorziet het Vlaams Gewest in 2020 ook voor bijna 35 miljoen euro aan rechtstreekse subsidies aan sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren onder de vorm van werkingssubsidies en de Gewestelijke Sociale Correctie. Daarbovenop is in 2020 een investeringsbudget voorzien van bijna 60 miljoen euro om de bij de sociale huisvesting noodzakelijk uit te voeren infrastructuurwerken te financieren. De huurders van sociale verhuurkantoren ontvangen daarnaast ook een huursubsidie of huurpremie waarvoor het gewest in 2020 bijna 30 miljoen euro voorziet (het totale bedrag aan huursubsidies en huurpremies ligt voor alle duidelijkheid nog veel hoger). Samengevat is dus duidelijk dat de investeringen van het Vlaams Gewest in de activiteiten van sociale verhuurkantoren en sociale huisvestingsmaatschappijen alleen al in 2020 een veelvoud bedragen van wat private partijen ooit zelf hebben geïnvesteerd » (ibid., pp. 10-11).

B.2.5. VolgensArtikel 4.51 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 122 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, kan de Vlaamse Regering een woonmaatschappij onder bepaalde voorwaarden sancties opleggen. De mogelijke sancties worden opgesomd in dat artikel. De Vlaamse Regering beschikt onder meer over de mogelijkheid om een mandataris ad hoc aan te stellen die geheel of gedeeltelijk in de plaats treedt van het bestuursorgaan van de woonmaatschappij artikel 4.51, eerste lid, 3°) en om de erkenning van de woonmaatschappij in te trekken artikel 4.51, eerste lid, 8°, en tweede lid, 2°).

De intrekking van de erkenning van een woonmaatschappij heeft volgensArtikel 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 124 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, van rechtswege haar ontbinding tot gevolg. Alle bevoegdheden om de woonmaatschappij te besturen en te verbinden worden dan toegewezen aan een of meer door de Vlaamse Regering aangestelde vereffenaars die de noodzakelijke maatregelen nemen voor de overgang van het vermogen van de ontbonden vennootschap op de door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappij of woonmaatschappijen.

Wanneer een procedure tot vereffening is opgestart, treedt de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, onder bepaalde voorwaarden, van rechtswege in de rechten en de verplichtingen van de woonmaatschappij die voortvloeien uit een overeenkomst die gesloten is tussen de woonmaatschappij en een of meer verhuurders op de private huurmarkt artikel 4.53/3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bij het bestredenArtikel 128 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten).

B.3.1. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de « bestaande sociale huisvestingsmaatschappijen [zich] kunnen [...] laten erkennen als woonmaatschappij » en dat in dat kader « wordt [voorzien] in bepaalde overgangsmaatregelen » (ibid., p. 9).

B.3.2. Volgens het bestredenArtikel 205, § 1, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten kunnen de sociale huisvestingsmaatschappijen die de dag vóór de inwerkingtreding van dat decreet zijn erkend conform de op die dag geldende erkenningsvoorwaarden, die erkenning behouden tot uiterlijk 31 december 2022, zolang ze aan die erkenningsvoorwaarden blijven voldoen, en kunnen zij de financiering tot die datum blijven genieten conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet.

VolgensArtikel 205, § 3, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten kan de Vlaamse Regering bovendien een tijdelijke erkenning tot 30 juni 2023 toekennen aan de sociale huisvestingsmaatschappijen die aannemelijk maken dat ze uiterlijk op 30 juni 2023 hetzij zullen voldoen aan alle erkenningsvoorwaarden om als woonmaatschappij te worden erkend, hetzij hun voor de sociale huisvesting bestemde vermogensbestanddelen en personeel aan een of meer woonmaatschappijen zullen overdragen.

Sociale huisvestingsmaatschappijen die de dag vóór de inwerkingtreding van dat decreet erkend zijn conform de op die dag geldende erkenningsvoorwaarden, blijven tot aan de afsluiting van hun vereffening onderworpen aan de bepalingen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van toepassing de dag vóór de datum van inwerkingtreding van dat decreet artikel 205, § 7).

B.3.3. Sociale huisvestingsmaatschappijen die op 31 december 2022 niet erkend en evenmin tijdelijk zijn erkend als woonmaatschappij, verliezen van rechtswege hun erkenning met ingang vanaf 1 januari 2023. De tijdelijk erkende woonmaatschappijen die op 30 juni 2023 niet erkend zijn, verliezen eveneens van rechtswege hun tijdelijke erkenning artikel 205, § 5).In beide gevallen heeft het verlies van de erkenning van rechtswege de ontbinding tot gevolg. De aandeelhouders ontvangen, na de aanzuivering van het passief van de sociale huisvestingsmaatschappij, maximaal de nominale waarde van hun werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de sociale huisvestingsmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng. Het vermogen dat daarna overblijft, gaat over op een of meer door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappijen.

B.3.4. Vanaf de datum van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, zijnde 20 september 2021, kunnen andere personen dan de provincies, de gemeenten en de OCMW's in beginsel geen aandelen verwerven van een sociale huisvestingsmaatschappij. In afwijking daarvan kunnen bestaande aandeelhouders van sociale huisvestingsmaatschappijen evenwel aandelen verwerven in het kader van vennootschapsrechtelijke herstructureringsoperaties met een sociale huisvestingsmaatschappij of woonmaatschappij artikel 205, § 1, derde lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten).

B.3.5. Volgens het bestredenArtikel 206 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten kunnen bestaande huisvestingsmaatschappijen die niet voldoen aan de inArtikel 4.39/2, § 1, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 vervatte voorwaarde dat alleen het Vlaamse Gewest, de provincies, de gemeenten en de OCMW's aandelen kunnen houden van een woonmaatschappij, niettemin worden erkend als woonmaatschappij, zij het dat in dat geval enkele afwijkende regels gelden tot de datum waarop aan de voormelde voorwaarde is voldaan. Onder meer mogen andere aandeelhouders dan het Vlaamse Gewest, de provincies, de gemeenten en de OCMW's niet deelnemen aan de stemming in de algemene vergadering van de vennootschap met meer dan een tiende van het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemmen artikel 206, eerste lid, 3°) en mogen zij gezamenlijk alleen aan een stemming deelnemen met maximaal de stemmen die noodzakelijk zijn voor de vereiste meerderheid min één artikel 206, eerste lid, 4°). De statuten van de woonmaatschappij kunnen bepalen dat de aandeelhouders andere dan het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij gelegen zijn, gezamenlijk ten hoogste één bestuurder mogen voordragen artikel 206, eerste lid, 5°).

B.3.6. Het bestredenArtikel 208 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten voorziet in een bijzondere regeling voor de situatie van de sociale huurders die hebben ingeschreven op aandelen ter vervanging van de storting van een huurwaarborg. Volgens die bepaling worden de betrokken aandeelhouders op de datum van de inwerkingtreding van het decreet geacht van rechtswege uit te treden met die aandelen, waarbij het scheidingsaandeel waarop de sociale huurder recht heeft van rechtswege wordt omgeboekt tot een huurwaarborg.

B.3.7. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat voor de sociale verhuurkantoren « niet [wordt] bepaald dat zij zich kunnen omzetten tot een woonmaatschappij omdat de rechtsvorm van de woonmaatschappij te sterk verschilt. Wel kunnen sociale verhuurkantoren hun vermogen tegen bezwarende titel of om niet overdragen aan een sociale huisvestingsmaatschappij met het oog op de vorming van een woonmaatschappij » (ibid., p. 147).

Het bestredenArtikel 205, § 6, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten bepaalt dat de sociale verhuurkantoren die de dag vóór de inwerkingtreding van dat decreet erkend zijn conform de op die dag geldende erkenningsvoorwaarden, die erkenning behouden tot uiterlijk 30 juni 2023, zolang ze aan die erkenningsvoorwaarden blijven voldoen, en dat zij tot die datum de financiering blijven genieten conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van kracht de dag vóór de inwerkingtreding van het decreet. Ze verliezen van rechtswege hun erkenning met ingang vanaf 1 juli 2023.

Vanaf de datum van het verlies van erkenning van het sociaal verhuurkantoor, treedt de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen van rechtswege in de rechten en de verplichtingen van het sociaal verhuurkantoor die voortvloeien uit een overeenkomst die gesloten is tussen het sociaal verhuurkantoor en een of meer verhuurders op de private huurmarkt.

B.3.8. Volgens het bestredenArtikel 215 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten wordt bij de totstandkoming van een woonmaatschappij de hoofdhuurovereenkomst van het sociaal verhuurkantoor, de sociale huisvestingsmaatschappij of de woonmaatschappij met een of meer verhuurders op de private huurmarkt overgedragen aan de woonmaatschappij. In afwijking van de bepalingen van het oud Burgerlijk Wetboek en van het Vlaams Woninghuurdecreet, vindt die overdracht plaats zonder schriftelijke en voorafgaande toestemming van de verhuurder of verhuurders. De decreetgever beoogde aldus te verhinderen « dat de eigenaar-verhuurder zich [...] kan verzetten tegen deze overdracht(en) », dit « vanuit de zorg om de sociale huurder het ongestoord genot te garanderen » (ibid., p. 158).

B.3.9. Volgens het bestredenArtikel 209, § 3, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten verwerft een woonmaatschappij die voortspruit uit een erkende sociale huisvestingsmaatschappij zo snel mogelijk het beheer van de onroerende goederen die geschikt zijn voor de sociale huisvesting en die binnen haar werkingsgebied liggen, van sociale huisvestingsmaatschappijen, van andere woonmaatschappijen, van sociale verhuurkantoren en van het Vlaams Woningfonds. Uiterlijk tegen 1 januari 2028 verwerft de woonmaatschappij alle rechten met betrekking tot die onroerende goederen. De woonmaatschappij draagt bovendien zo snel mogelijk minstens het beheer van de onroerende goederen die buiten haar werkingsgebied liggen over aan de woonmaatschappijen die erkend zijn voor het werkingsgebied waar de onroerende goederen liggen. Uiterlijk tegen 1 januari 2028 draagt zij alle rechten met betrekking tot die onroerende goederen over aan de desbetreffende woonmaatschappijen. Voor de gevallen waarin de overdracht niet kan plaatsvinden tegen vergoeding in aandelen en de partijen het niet eens geraken over de prijs voor de overdracht van de rechten, geldt de vergoedingsregeling bepaald inArtikel 4.38, § 7, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid B.4. De Vlaamse Regering voert aan dat de verzoekende partijen die erkende sociale huisvestingsmaatschappijen of aandeelhouders van erkende sociale huisvestingsmaatschappijen zijn, geen belang hebben bij hun beroep in zoverre het is gericht tegenArtikel 4.39/2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bijArtikel 83 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, daar die bepaling uitsluitend van toepassing is op woonmaatschappijen die niet de voortzetting zijn van erkende sociale huisvestingsmaatschappijen.

B.5.1. VolgensArtikel 4.39/2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bijArtikel 83 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, kunnen alleen het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen, aandelen houden van die woonmaatschappij. VolgensArtikel 205, § 2, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten bepaalt de Vlaamse Regering de procedure volgens welke een erkende sociale huisvestingsmaatschappij kan worden erkend als woonmaatschappij. VolgensArtikel 206 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten kunnen de inArtikel 205, § 2, van dat decreet vermelde maatschappijen die niet voldoen aanArtikel 4.39/2, § 1, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 niettemin erkend worden als woonmaatschappij, waarbij die woonmaatschappij aan specifieke regels wordt onderworpen.

B.5.2. Daaruit volgt datArtikel 4.39/2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 uitsluitend van toepassing is op woonmaatschappijen die niet de voortzetting zijn van een erkende sociale huisvestingsmaatschappij. Die omstandigheid doet evenwel geen afbreuk aan het belang van de verzoekende partijen die zich beroepen op hun hoedanigheid van private aandeelhouder of van gewezen private aandeelhouder van een erkende sociale huisvestingsmaatschappij.Artikel 4.39/2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 verhindert hen immers om aandeelhouder te worden van een woonmaatschappij die niet de voortzetting is van een bestaande sociale huisvestingsmaatschappij. Zij worden aldus rechtstreeks en ongunstig geraakt door die bepaling. Daar de tegenArtikel 83 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten aangevoerde middelen mede uitgaan van een aantal personen die zich beroepen op hun hoedanigheid van private aandeelhouder of van gewezen private aandeelhouder van een erkende sociale huisvestingsmaatschappij, doen minstens een aantal verzoekende partijen blijken van het vereiste belang en dient het belang van de overige verzoekende partijen om die reden niet te worden onderzocht.

B.6. De Vlaamse Regering voert ook aan dat de verzoekende partijen de inArtikel 205, § 5, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vervatte maatregel betreffende de ontbinding van rechtswege van een sociale huisvestingsmaatschappij niet ontvankelijk kunnen bestrijden, daar in die bepaling wordt verwezen naar « de ontbinding, vermeld inArtikel 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet » en daar de termijn om een ontvankelijk beroep in te stellen tegen datArtikel 4.53 reeds is verstreken.

B.7.1. Om te voldoen aan de vereisten vanArtikel 3, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof moet een beroep tot vernietiging worden ingesteld binnen een termijn van zes maanden na de bekendmaking van de bestreden norm.

B.7.2. Wanneer een wetgever in nieuwe wetgeving een oude bepaling overneemt en zich op die wijze de inhoud ervan toe-eigent, kan tegen de overgenomen bepaling een beroep worden ingesteld binnen zes maanden na de bekendmaking ervan.

Door inArtikel 205, § 5, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten te bepalen dat een sociale huisvestingsmaatschappij die op een welbepaalde datum niet erkend is als woonmaatschappij, van rechtswege haar erkenning verliest en dat het verlies van die erkenning van rechtswege de ontbinding, vermeld inArtikel 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, tot gevolg heeft, is de decreetgever regelgevend opgetreden met betrekking tot de maatregel van ontbinding van rechtswege en dit meer specifiek in het kader van de overgangsregeling waarin hij heeft voorzien. Uit de loutere verwijzing inArtikel 205, § 5, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten naar de maatregel betreffende de ontbinding van rechtswege zoals vermeld in de voorheen van kracht zijnde decreetgeving, kan aldus niet worden afgeleid dat de beroepen niet ontvankelijk zijn ratione temporis, in zoverre ze zijn gericht tegen datArtikel 205, § 5.

B.8. Bij meerdere door de verzoekende partijen aangevoerde middelen, voert de Vlaamse Regering aan dat de verzoekende partijen niet tegen alle met die middelen bestreden bepalingen of onderdelen van die bepalingen grieven ontwikkelen en dat zij niet steeds uiteenzetten in welke zin die bepalingen of onderdelen van bepalingen de in de desbetreffende middelen vermelde referentienormen schenden. Bovendien voert zij aan dat bepaalde middelen gedeeltelijk niet ontvankelijk zijn, omdat het Hof niet bevoegd is om wetskrachtige normen rechtstreeks te toetsen aan bepaalde in die middelen vermelde grondwetsartikelen en algemene beginselen, en dat, in zoverre de verzoekende partijen in hun memories van antwoord nieuwe bezwaren toevoegen aan de in hun verzoekschriften aangevoerde middelen, die bezwaren niet ontvankelijk zijn.

B.9.1. Het Hof is bevoegd om wetskrachtige normen te toetsen aan de regels die de bevoegdheden verdelen tussen de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten, alsook aan de artikelen van titel II (« De Belgen en hun rechten ») en de artikelen 143, § 1, 170, 172 en 191 van de Grondwet.

Alle middelen zijn afgeleid uit de schending van een of meer van die regels waarvan het Hof de naleving waarborgt. In zoverre de verzoekende partijen daarnaast verdragsbepalingen, andere grondwetsartikelen en algemene beginselen vermelden, zal het Hof die enkel in aanmerking nemen in zoverre een schending wordt aangevoerd van de voormelde regels, in samenhang gelezen met de bedoelde bepalingen en beginselen. In die mate zijn de middelen ontvankelijk.

B.9.2. Om te voldoen aan de vereisten vanArtikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden.

Het Hof onderzoekt de middelen in zoverre zij aan de voormelde vereisten voldoen.

B.9.3. Het staat niet aan de verzoekende partijen in hun memorie van antwoord de middelen van het beroep, zoals door henzelf omschreven in het verzoekschrift, te wijzigen. Een bezwaar dat in een memorie van antwoord wordt aangebracht maar dat verschilt van datgene dat in het verzoekschrift is geformuleerd, is dan ook een nieuw middel en is onontvankelijk.

Het Hof onderzoekt de middelen zoals zij zijn omschreven in de verzoekschriften en houdt aldus geen rekening met in de memories van antwoord geformuleerde bezwaren die als nieuwe middelen zijn te kwalificeren.

B.10. De Vlaamse Regering voert ten slotte aan dat de door de Ministerraad aangevoerde grieven niet ontvankelijk zijn in zoverre ze zijn gericht tegen bepalingen die door de verzoekende partijen niet op een ontvankelijke wijze voor het Hof worden bestreden.

B.11. Artikel 85, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten staat onder meer de Ministerraad toe een memorie in te dienen in een zaak betreffende een beroep tot vernietiging en daarin nieuwe middelen te formuleren. Een dergelijke tussenkomst vermag evenwel niet het beroep te wijzigen of uit te breiden. Dat zou het geval zijn wanneer een nieuw middel wordt aangevoerd tegen een bepaling die door de verzoekende partijen niet op ontvankelijke wijze voor het Hof wordt bestreden.

Het Hof houdt rekening met de door de Ministerraad ingediende memories, in zoverre aan de voormelde vereiste is voldaan.

B.12. De excepties worden verworpen.

Ten aanzien van de middelen Wat betreft de overeenstemming met de bevoegdheidverdelende regels B.13. Het tweede middel in de zaak nr. 7674, het vijfde middel in de zaak nr. 7675, het vierde middel in de zaak nr. 7750 en het eerste middel in de zaak nr. 7773 zijn afgeleid uit de schending van de bevoegdheidverdelende regels en meer bepaald uit de schending van de artikelen 6, § 1, VI, vijfde lid, 5°, en 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen (hierna : de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten), doordat de bestreden bepalingen van het federale vennootschapsrecht afwijken. Die middelen zijn, samen genomen, gericht tegen de artikelen 79, 83, 87, 105, 122, 124, 128 en 206 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, evenals tegen de overgangsbepalingen die de stopzetting van de erkenning van de sociale huisvestingsmaatschappijen en de overgang naar woonmaatschappijen regelen.

B.14. In zoverre de middelen gericht zijn tegen « de overgangsbepalingen die de stopzetting van de erkenning van de sociale huisvestingsmaatschappijen en de overgang naar woonmaatschappijen regelen », zijn die middelen niet ontvankelijk. Het is immers niet duidelijk welke bepalingen van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten precies worden beoogd. De verzoekende partijen zetten overigens niet uiteen in welke zin die overgangsbepalingen de in de middelen vermelde referentienormen zouden schenden.

B.15.1. Artikel 6, § 1, IV, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaalt : « § 1. De aangelegenheden bedoeld inArtikel 39 van de Grondwet zijn : [...] IV. Wat de huisvesting betreft : 1° de huisvesting en de politie van woongelegenheden die gevaar opleveren voor de openbare reinheid en de gezondheid;2° de specifieke regels betreffende de huur van voor bewoning bestemde goederen of delen ervan ». B.15.2. Voor zover zij er niet anders over hebben beschikt, hebben de Grondwetgever en de bijzondere wetgever aan de gemeenschappen en de gewesten de volledige bevoegdheid toegekend tot het uitvaardigen van regels die eigen zijn aan de hun toegewezen aangelegenheden.

B.15.3. UitArtikel 6, § 1, IV, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten kan worden afgeleid dat de gewesten bevoegd zijn om de aangelegenheid van de huisvesting in haar geheel te regelen. De parlementaire voorbereiding van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten doet ervan blijken dat zij bevoegd zijn voor onder meer « de bevordering van de bouw, de bewoning, de gezondmaking, de verbetering, de aanpassing en de afbraak van woningen » en « wat de sociale woningbouw betreft, de wijzen van steun, de aard van de woningen, de financiering en de voorwaarden van de verkoop- en huurkontrakten van de woningen van de openbare huisvestingsmaatschappijen, alsmede de infrastructuur » (Parl. St., Senaat, 1979-1980, nr. 434/1, p. 20).

B.16. VolgensArtikel 6, § 1, VI, vijfde lid, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten is alleen de federale overheid bevoegd voor het handelsrecht en het vennootschapsrecht.

B.17. Artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaalt : « De decreten kunnen rechtsbepalingen bevatten in aangelegenheden waarvoor de Parlementen niet bevoegd zijn, voor zover die bepalingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun bevoegdheid ».

Die bepaling staat het Vlaamse Gewest met name toe een decreet aan te nemen dat een federale aangelegenheid regelt op voorwaarde dat die bepaling noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn bevoegdheden, die aangelegenheid zich leent tot een gedifferentieerde regeling en de weerslag van die bepaling op de federale aangelegenheid slechts marginaal is.

B.18.1. Zoals is vermeld in B.2.2, zijn de bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten in het leven geroepen woonmaatschappijen autonome vennootschappen die verantwoordelijk zijn voor de behoorlijke uitvoering van het sociale woonbeleid en die door de Vlaamse Regering dienen te worden erkend. Om als woonmaatschappij te worden erkend dient de vennootschap ten minste te beantwoorden aan de bepalingen van de hoofdstukken 1 tot 7 van titel 3 (« Woonmaatschappijen ») van boek 4 (« Woonactoren ») van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 artikel 4.36 van die Codex, zoals vervangen bijArtikel 74 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten).

De bepalingen van de hoofdstukken 1 tot 7 van titel 3 van boek 4 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 bevatten aldus erkenningsvoorwaarden.

Die bepalingen hebben onder meer betrekking op de rechtsvorm en de statuten van de woonmaatschappijen, op de aandelen, de aandeelhouders, de algemene vergadering en het bestuur ervan, op het doel, het voorwerp, de opdrachten, de bevoegdheden en het vermogen ervan en op de controle en het toezicht erop.

B.18.2. VolgensArtikel 4.39/7 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bijArtikel 90 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, heeft de woonmaatschappij als hoofdzakelijk doel in het algemeen belang bij te dragen aan het recht op menswaardig wonen en de uitvoering van het Vlaamse woonbeleid. Diezelfde bepaling omschrijft de woonmaatschappijen als « de bevoorrechte uitvoerders van de missie van het Vlaams woonbeleid inzake de realisatie van een sociaal woonaanbod ».

B.18.3. VolgensArtikel 4.39 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 79 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, neemt de woonmaatschappij de rechtsvorm van een besloten vennootschap aan en is het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (hierna : het WVV) erop van toepassing « voor zover daarvan niet wordt afgeweken door of krachtens deze codex ».

B.19.1. Uit het voorgaande blijkt dat de decreetgever van oordeel is geweest, enerzijds, dat alleen besloten vennootschappen in aanmerking kunnen komen om te worden erkend als woonmaatschappij en, anderzijds, dat voor die vennootschappen dient te worden voorzien in afwijkingen van het WVV. Daar die afwijkingen zijn geconcipieerd als erkenningsvoorwaarden, gelden zij enkel voor de vennootschappen die zich wensen te laten erkennen als woonmaatschappij.

B.19.2. De parlementaire voorbereiding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vermeldt : « De Vlaamse Codex Wonen voorziet er vandaag in dat de sociale huisvestingsmaatschappijen, zonder hun burgerlijk karakter te verliezen, de vorm aannemen van coöperatieve of naamloze vennootschappen met een sociaal oogmerk. De erkenningsvoorwaarden voor woonmaatschappijen zullen in de mate van het mogelijke aansluiting zoeken bij de bestaande erkenningsvoorwaarden van sociale huisvestingsmaatschappijen om een vlottere erkenning van bestaande sociale huisvestingsmaatschappijen als woonmaatschappij toe te laten.

Daarbij moet evenwel rekening worden gehouden met de grondige wijzigingen van het ondernemings- en vennootschapsrecht van de afgelopen jaren. De erkenningsvoorwaarden van de woonmaatschappij dienen hier uiteraard op passende wijze rekening mee te houden.

Hieronder wordt toegelicht hoe met deze wijzigingen wordt omgegaan. [...] In het federale ondernemingsrecht werd het onderscheid tussen burgerlijke en handelsdaden en daarmee ook dat tussen burgerlijke en handelsvennootschappen afgeschaft en vervangen door een overkoepelend ondernemingsbegrip. In het federaal vennootschapsrecht is de variant van de vennootschap ' met een sociaal oogmerk ' afgeschaft. In plaats daarvan kunnen (enkel) CV's een erkenning als sociale onderneming bekomen bij de Federale Overheidsdienst Economie.

Een regeling waarbij de gewestelijk erkende woonmaatschappij afhankelijk zou worden van een voorafgaande erkenning door een federale instantie is niet wenselijk, noch efficiënt : zij veronderstelt achtereenvolgende erkenningsaanvragen bij de federale overheid en het Vlaamse Gewest. Bovendien leidt een dergelijk systeem tot rechtsonzekerheid, zowel voor de erkenningen zelf als voor de controle op de naleving van de erkenningsvoorwaarden. Daarom moeten de woonmaatschappijen niet de variant van een erkende sociale onderneming aannemen : zij moeten enkel een erkenning als woonmaatschappij bekomen. De erkenningsvoorwaarden en -procedure daartoe worden, zoals nu, opgenomen in de Vlaamse Codex Wonen en de betrokken uitvoeringsbesluiten.

De keuze onder het vroegere vennootschapsrecht voor de variant van de rechtsvorm van de vennootschap met sociaal oogmerk bood evenwel bepaalde garanties tegen winstuitkeringen. Deze garanties worden in de sector van het sociaal wonen, mede gelet op de uitvoering van het grondwettelijk gewaarborgd recht op sociale huisvesting, behouden. Nu de woonmaatschappijen geen federale erkenning als sociale onderneming moeten verkrijgen om de redenen hierboven aangehaald, moeten die garanties op een andere wijze worden ingebouwd. Dit ontwerp herneemt daarom een aantal inhoudelijke kenmerken van de vroegere vennootschap met een sociaal oogmerk of de sociale onderneming als erkenningsvereiste voor een woonmaatschappij. Zo wordt bv. vereist dat woonmaatschappijen niet in hoofdzaak zijn gericht op de verrijking van hun aandeelhouders en dat ze de door de decreetgever bepaalde andere doelen opnemen in hun statuten (op grond van art. 1:1 WVV), die waarborgen dat zij het sociale huisvestingsbeleid van het Vlaamse Gewest mee zullen uitdragen en uitvoeren. Verder leggen de erkenningsvoorwaarden een aantal uitkeringsbeperkingen op, naar analogie met de vroegere regels voor vennootschappen met sociaal oogmerk, die thans terug te vinden zijn in de federale erkenningsvoorwaarden voor de als sociale onderneming erkende CV's. [...] Nu naar de toekomst toe geen erkenning als sociale onderneming wordt opgelegd, is er ook geen noodzaak om voor de woonmaatschappijen te (blijven) kiezen voor een coöperatieve vennootschapsvorm. De keuze voor de coöperatieve vennootschapsvorm houdt bovendien juridische risico's in. Het WVV en zijn memorie van toelichting beperken het toepassingsgebied van de coöperatieve vennootschap tot de ' eigenlijke ' coöperaties met respect van de zgn. ICA-beginselen en voorziet in dat verband in een nieuwe definitie. De CV is derhalve voortaan een zeer specifieke rechtsvorm waarbij, bij niet-naleving van de definitie en de daarin geformuleerde specialiteit, een ontbindingsrisico bestaat artikel 6:127 WVV).

Bovendien is een aantal kenmerken van de woonmaatschappij moeilijk verenigbaar met de ICA-principes, die de toetssteen vormen voor de beslissing of de CV-rechtsvorm ter beschikking is. Het was de uitdrukkelijke bedoeling van de federale wetgever om de CV in het WVV voor te behouden voor die vennootschappen die het coöperatief gedachtegoed zoals vervat in de ICA-beginselen uitdragen. Hoewel de meeste coöperatieve beginselen verzoenbaar zijn met de organisatie van de woonmaatschappijen, lijken een aantal essentiële organisatiekenmerken van de woonmaatschappijen, in het bijzonder de elementen die het noodzakelijke toezicht van de Vlaamse overheid toelaten, op gespannen voet te staan met de keuze voor de coöperatieve vennootschap als rechtsvorm.

Om deze redenen voorziet dit ontwerp van decreet erin dat woonmaatschappijen de vorm van de ' besloten vennootschap ' aannemen, die de nieuwe standaard rechtsvorm wordt en, onder het nieuwe recht, het nauwst aansluit bij de CVBA onder het oude recht (door bijvoorbeeld zeer veel maatwerk toe te laten). Mede in het licht van de bovengenoemde doelstelling van de vereenvoudiging van het woonlandschap, en om te vermijden dat blijvend wordt gewerkt met twee vennootschapsvormen, moeten alle woonmaatschappijen de vorm van de besloten vennootschap aannemen » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, pp. 11-13).

B.19.3. Uit de aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat de keuze van de decreetgever voor de rechtsvorm van de besloten vennootschap mede is ingegeven door de hervorming van het vennootschapsrecht die werd doorgevoerd bij het WVV van 23 maart 2019.

Bij die hervorming werden de voorheen voor de sociale huisvestingsmaatschappijen voorgeschreven rechtsvormen (coöperatieve of naamloze vennootschap met een sociaal oogmerk) afgeschaft en vervangen door de zogenaamde sociale onderneming, die onderworpen is aan een erkenning door de Federale Overheidsdienst Economie. Bovendien kunnen enkel coöperatieve vennootschappen worden erkend als sociale onderneming.

B.19.4. De decreetgever is daarbij van oordeel geweest dat de rechtsvorm van de coöperatieve vennootschap, erkend als sociale onderneming, niet aangewezen was voor de op te richten woonmaatschappijen, en dit om twee redenen. Ten eerste meende hij dat de aard van de woonmaatschappijen, onder meer wegens het toezicht dat hij erop wenste te organiseren, moeilijk te verenigen zou zijn met de rechtsvorm van de coöperatieve vennootschap, die overeenkomstig de bedoeling van de federale wetgever, diende te worden voorbehouden aan de « eigenlijke » coöperaties, die de zogenaamde ICA-beginselen (coöperatieve beginselen) respecteren. Hij heeft daarbij ook rekening gehouden metArtikel 6:127 van het WVV, naar luid waarvan de ondernemingsrechtbank op verzoek van een aandeelhouder, van een belanghebbende derde of van het openbaar ministerie, de ontbinding kan uitspreken van een coöperatieve vennootschap die niet beantwoordt aan de vereisten vanArtikel 6:1 van dat Wetboek. Ten tweede meende de decreetgever dat het niet aangewezen was om de woonmaatschappijen te onderwerpen aan meerdere erkenningen door meerdere overheden, meer bepaald een erkenning als sociale onderneming door de federale overheid en een erkenning als woonmaatschappij door het Vlaamse Gewest.

B.19.5. Onder meer om de voormelde redenen heeft de decreetgever geopteerd voor de rechtsvorm van een besloten vennootschap, die in het federale vennootschapsrecht de standaardrechtsvorm uitmaakt. Die keuze blijkt mede te zijn ingegeven door het feit dat die rechtsvorm het nauwst aansluit bij de rechtsvormen die de sociale huisvestingsmaatschappijen hebben aangenomen en door het feit dat die rechtsvorm, overeenkomstig het federale vennootschapsrecht, « zeer veel maatwerk » toelaat. Uit de parlementaire voorbereiding van het WVV blijkt inderdaad dat de federale wetgever « aan de BV een flexibel kader [heeft willen bieden] in die zin dat vele vandaag geldende regels van aanvullend recht worden », onder meer « de regels aangaande het bestuur van de vennootschap en de overdracht van aandelen » (Parl.

St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-3119/001, p. 13). Het flexibel karakter van de besloten vennootschap houdt in essentie in dat de vennootschap, via de statuten ervan, kan afwijken van meerdere regels van het WVV. Daar aan de rechtsvorm van de vennootschap met een sociaal oogmerk in het vroegere vennootschapsrecht bepaalde kenmerken waren verbonden die voor de sector van de sociale huisvesting als essentieel werden beschouwd, heeft de decreetgever bepaalde van die kenmerken, als erkenningsvoorwaarden, ingebouwd in de door de woonmaatschappijen aan te nemen rechtsvorm van de besloten vennootschap. Die erkenningsvoorwaarden hebben onder meer betrekking op het feit dat de woonmaatschappijen niet in hoofdzaak mogen zijn gericht op de verrijking van hun aandeelhouders, die om die reden aan bepaalde uitkeringsbeperkingen worden onderworpen. Daarnaast heeft de decreetgever in de vorm van erkenningsvoorwaarden voorzien in modaliteiten die verband houden, onder meer, met het door hem, op grond van de door overheidsmiddelen gerealiseerde financiering van de sector van de sociale huisvesting, noodzakelijk geachte toezicht op de sector, en met de algemene doelstellingen die hij heeft nagestreefd bij de bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten doorgevoerde hervorming van de sector. Zoals blijkt uit de in B.2.1 aangehaalde parlementaire voorbereiding heeft de decreetgever met die hervorming onder meer beoogd om de bestaande sociale woonactoren (sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren) te integreren in één woonmaatschappij per werkingsgebied en om op het vlak van de sociale huisvesting een « regierol » toe te bedelen aan de lokale besturen.

B.20.1. Op het vlak van het huisvestingsbeleid, dat een centrale rol speelt in de welvaart en het sociaaleconomisch beleid van de hedendaagse samenleving, dient het Hof, daarbij rekening houdend met de verplichting die op grond vanArtikel 23, derde lid, 3°, van de Grondwet voor de decreetgever geldt om het recht op een behoorlijke huisvesting te waarborgen, het oordeel van die decreetgever betreffende het algemeen belang te eerbiedigen, tenzij dat oordeel zonder redelijke verantwoording is.

B.20.2. Op grond van de in B.19.1 tot B.19.5 vermelde redenen vermocht de decreetgever in beginsel van oordeel te zijn dat het in het kader van de uitoefening van zijn bevoegdheden inzake de huisvesting noodzakelijk was te bepalen dat de woonmaatschappij de rechtsvorm dient aan te nemen van een besloten vennootschap, waarop het WVV van toepassing is « voor zover daarvan niet wordt afgeweken door of krachtens deze codex » artikel 4.39 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 79). Gelet op de bedoeling van de federale wetgever om aan de rechtsvorm van de besloten vennootschap een flexibel karakter te verlenen, inhoudende dat via de statuten van de vennootschap kan worden afgeweken van meerdere in het WVV opgenomen regels, leent de aangelegenheid zich in beginsel tot een gedifferentieerde regeling. Gelet op het feit dat de desbetreffende bepalingen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zijn geconcipieerd als erkenningsvoorwaarden waar de betrokken ondernemingen zich vrijwillig aan onderwerpen en rekening houdend met het feit dat het toepassingsgebied van die bepalingen beperkt is tot de sector van de sociale huisvesting in het Vlaamse Gewest, is de weerslag ervan op de federale aangelegenheid van het vennootschapsrecht in beginsel marginaal.

B.21. Het Hof dient evenwel nog in concreto te onderzoeken of de bestreden artikelen 83, 87, 105, 122, 124, 128 en 206 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten in overeenstemming zijn met de bevoegdheidverdelende regels.

B.22.1. VolgensArtikel 4.39/2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bij het bestredenArtikel 83 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, kunnen alleen het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen, aandelen houden van een woonmaatschappij.

VolgensArtikel 4.39/2, § 1, tweede lid, van die Codex hebben de gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen maar nog geen aandeelhouder zijn, bij de erkenning van de woonmaatschappij of de wijziging van het werkingsgebied het recht in te tekenen op minstens één aandeel van de woonmaatschappij, dat door die laatste op eerste verzoek zal worden uitgegeven. Volgens datzelfde lid geeft die uitgifte geen aanleiding tot de toepassing vanArtikel 5:102 van het WVV. VolgensArtikel 4.39/2, § 2, beschikken de gemeenten en de OCMW's die aandeelhouder zijn van een woonmaatschappij samen altijd over meer dan 50 % van het totale aantal stemrechten die verbonden zijn aan de aandelen en stelt de Vlaamse Regering de verhouding van de stemrechten tussen de gemeenten en OCMW's vast aan de hand van objectieve criteria die verband houden met het woonbeleid.

Noch de vaststelling, noch de wijziging van die verhouding geeft volgens diezelfde bepaling aanleiding tot de toepassing vanArtikel 5:102 van het WVV. B.22.2. Artikel 83 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten wordt in het kader van de overeenstemming met de bevoegdheidverdelende regels enkel bestreden door de verzoekende partijen in de zaak nr. 7750. Uit de uiteenzetting van het vierde middel in hun verzoekschrift, blijkt dat die verzoekende partijen enkel grieven aanvoeren tegen de inArtikel 4.39/2 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 vervatte uitsluiting van de toepassing vanArtikel 5:102 van het WVV. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof enkel of dat aspect van de bestreden bepaling in overeenstemming is met de bevoegdheidverdelende regels.

B.22.3. De parlementaire voorbereiding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vermeldt : « Het tweede lid waarborgt aan elke gemeente of OCMW het recht om te participeren in de woonmaatschappij die bevoegd is voor hun grondgebied. Dit recht geldt uiteraard voor gemeenten en OCMW's die nog geen aandeelhouder zijn. Concreet heeft de intredende gemeente en OCMW gezamenlijk het recht om elk, of de ene bij gebrek aan de andere, in te tekenen op één aandeel. Dit doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om in onderling overleg met de woonmaatschappij op meer aandelen van de woonmaatschappij in te tekenen. Op eerste verzoek van de gemeente of het OCMW zal de woonmaatschappij het nodige doen om tot uitgifte van minstens één nieuw aandeel over te gaan. Het WVV laat toe een dergelijke regeling statutair uit te werken. De decreetgever heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt, hetgeen noodzakelijk was in het licht van hogergenoemde doelstelling van het woonbeleid om de lokale besturen een regierol toe te bedelen. Dergelijk inschrijvingsrecht voor welbepaalde personen dat door de vennootschap of diens aandeelhouders niet kan worden geweigerd, is aan het federaal vennootschapsrecht niet vreemd. Gelijkaardige mogelijkheden zijn zowel in het BV-recht (art. 5:63, tweede lid WVV) als in het CV-recht (art. 6:106, tweede lid WVV) te vinden, zodat het federale vennootschapsrecht zich in elk geval voor een gedifferentieerde regeling leent. Overigens kan worden gewezen op het feit datArtikel 139 van de Code wallon de l'Habitation durable van 29 oktober 1998 (logischerwijs) een gelijkaardige bepaling bevat. De beperkte draagwijdte en proportionaliteit van de regel, en de marginale weerslag ervan op het federale vennootschapsrecht dient eveneens te worden benadrukt : naast het feit dat het toepassingsgebied van deze regel beperkt is tot de woonmaatschappijen, is het inschrijvingsrecht bovendien beperkt tot één aandeel, zijn [d]e het absolute minimum om het nagestreefde doel (met name garantie dat lokale besturen die dit wensen inspraak hebben in de woonmaatschappij en in het lokaal woonbeleid) te bewerkstelligen.

Een strikte toepassing van de regelgeving omtrent soortvorming artikel 5:102 WVV) waarbij elke gemeente en/of OCMW omwille van het verschillend stemrecht verbonden aan haar aandelen over een eigen ' soort ' aandelen zou beschikken (zie art. 5:48 WVV) holt de doelstelling van deze bepaling uit. Immers, elke gemeente of OCMW die reeds aandeelhouder van de woonmaatschappij is, zou dan over een vetorecht beschikken die de (decretaal dwingend opgelegde) toetreding van de gemeente in de weg zou staan. Om die reden wordt de toepassing vanArtikel 5:102 WVV voor de doeleinden van deze uitgifte uitgesloten.

Voor alle duidelijkheid kan door deze gemeenten/OCMW's evenmin toepassing worden gemaakt van de zgn. theorie van de verworven rechten. Deze uitsluiting is mede geïnspireerd doorArtikel 6:46, tweede lid WVV, dat bepaalt dat de specifieke rechten die aan een aandeelhouder toekomen op basis van een bepaalde hoedanigheid (zoals in casu de hoedanigheid van gemeente of OCMW, gelegen in het werkingsgebied van de woonmaatschappij), geen aanleiding geven tot soortvorming (en dus geen aanleiding geven tot toepassing van de verstrengde procedure). De regeling leent zich dus zonder twijfel tot een gedifferentieerde regeling. Dat de impact ervan marginaal is, volgt uit het beperkt toepassingsgebied van deze uitsluiting tot de in hetArtikel beoogde hypothese, met name de vaststelling of wijziging van [...] een werkingsgebied door de Vlaamse Regering. Voor zover een beroep op de impliciete bevoegdheden noodzakelijk zou zijn bevestigde de Raad van State in zijn advies dat kan worden aangenomen dat aan de voorwaarden voor een beroep op de impliciete bevoegdheden is voldaan (Advies RvS nr. 68.995, nrs. 7.4.3-7.4.4) » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, pp. 94-95).

B.22.4. Daaruit blijkt dat de decreetgever, in het kader van de door hem nagestreefde algemene doelstelling om de regierol inzake het sociale woonbeleid toe te kennen aan de lokale besturen, elke gemeente en elk OCMW het recht heeft willen verlenen om te participeren in de woonmaatschappij die bevoegd is voor hun grondgebied, door in te tekenen op minstens één aandeel. De decreetgever vermocht daarbij van oordeel te zijn dat het uitsluiten van de toepassing vanArtikel 5:102 van het WVV noodzakelijk is, daar de toepassing van de federale regelgeving omtrent soortvorming van aandelen zou ingaan tegen de door hem nagestreefde doelstelling betreffende het verlenen van een recht aan de lokale besturen om te participeren in de woonmaatschappij. Uit de aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt bovendien dat de decreetgever zich bij de desbetreffende regeling heeft geïnspireerd op het voor de coöperatieve vennootschappen geldendeArtikel 6:46, tweede lid, van het WVV, naar luid waarvan de specifieke rechten die aan een aandeelhouder toekomen op grond van een bepaalde hoedanigheid zonder dat zij betrekking hebben op specifieke aandelen geen aanleiding geven tot soortvorming. Gelet op die bepaling en om de redenen vermeld in B.20.2, leent de desbetreffende aangelegenheid zich tot een gedifferentieerde regeling en is de weerslag van de bestreden regeling op de federale aangelegenheid van het vennootschapsrecht marginaal.

B.23.1. Zoals is vermeld in B.2.3, bevatArtikel 4.39/5 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bij het bestredenArtikel 87 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, regels betreffende de samenstelling, de werking en de bevoegdheden van het bestuursorgaan van de woonmaatschappij en betreffende de bezoldiging van de bestuursleden.

B.23.2. De verzoekende partijen voeren aan datArtikel 4.39/5 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 afwijkt van het federale vennootschapsrecht, door te voorzien in een vast aantal bestuurders, in een genderquotum en in de mogelijkheid voor de Vlaamse Regering om bekwaamheidsvereisten op te leggen. Aldus zou de vrijheid waarover de vennoten en de aandeelhouders op basis van het federale vennootschapsrecht beschikken met betrekking tot het bepalen van de samenstelling van het bestuursorgaan van de vennootschap worden beperkt. Zij voeren eveneens aan dat de bestreden bepaling van het federale vennootschapsrecht afwijkt, door de controle op de vennootschap toe te vertrouwen aan de Vlaamse Regering en niet aan de vennoten en de aandeelhouders, door te voorzien in specifieke regels betreffende de bezoldiging van de bestuurders, van de leden van het orgaan van dagelijks bestuur en van de leden van de binnen de vennootschap opgerichte comités en door te bepalen dat de private aandeelhouders één bestuurder kunnen voordragen.

B.23.3. In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen aanvoeren, kan uit de omstandigheid dat de Vlaamse Regering wordt gemachtigd om bekwaamheidsvereisten op te leggen aan de leden van het bestuursorgaan, om de nadere regels vast te stellen over de wijze waarop het bestuursorgaan het inArtikel 4.39/5, § 4, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 bedoelde bindende advies van de sociale huurders verkrijgt, om de financiële voorwaarden van het mandaat van een lid van het bestuursorgaan vast te stellen en om de bevoegdheden en samenstelling van de inArtikel 4.39/5, § 6, van die Codex bedoelde comités te regelen, niet worden afgeleid dat de controle over de vennootschap wordt toevertrouwd aan de Vlaamse Regering.

B.23.4. Met betrekking tot de inArtikel 4.39/5, §§ 2 en 3, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 vervatte regels betreffende het aantal bestuurders, het genderquotum en de voor de bestuurders geldende bekwaamheidsvereisten en met betrekking tot de inArtikel 4.39/5, § 7, van die Codex vervatte regels betreffende de bezoldiging van de bestuursleden en van andere mandaten, vermeldt de parlementaire voorbereiding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten : « De tweede paragraaf legt de quota vast voor het aantal mandaten waaruit het bestuursorgaan van de woonmaatschappijen mag bestaan.

DitArtikel wijzigtArtikel 4.36, § 1, tweede lid van de Vlaamse Codex Wonen. De bestaande categorieën van maatschappijen zijn achterhaald door de opgelegde minimale schaalgrootte die voorzien was met ingang van 1 januari 2019 in [artikel 40, tweede lid, 11°, van] de Vlaamse Wooncode [...] enerzijds, en de samenvoeging van de activiteiten van sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren anderzijds. Omdat verwacht wordt dat de operatie tot een algehele schaalvergroting zal leiden met minder spelers en op een ruimer werkingsgebied, waarvoor de vertegenwoordiging van lokale besturen in de raad van bestuur voldoende evenwichtig moet kunnen gebeuren, wordt een maximum aantal van vijftien bestuursleden mogelijk gemaakt. Dat aantal is geïnspireerd op het maximum aantal bestuursleden dat bij intercommunales mogelijk is (art. 434, § 1, tweede lid van het Decreet over het Lokaal Bestuur) en maakt het ook gemakkelijker om de bijkomend vereiste expertise in het bestuursorgaan (n.a.v. de integratie van SVK- en SHM activiteiten) op te nemen. In lijn met het Bestuursdecreet kunnen ten hoogste twee derde van de leden van hetzelfde geslacht zijn.

De derde paragraaf voorziet dat de samenstelling van het bestuursorgaan invulling moet geven aan bekwaamheidsvereisten op het vlak van expertise, diversiteit in competenties en achtergrond.

Daartoe kan de Vlaamse regering bekwaamheidsvereisten opleggen voor het collegiaal bestuursorgaan of voor de individuele leden. Het dient te worden benadrukt dat de samenstelling van het bestuursorgaan moet toelaten dat de woonmaatschappijen zowel de opdrachten van de sociale huisvestingsmaatschappijen als deze van de sociale verhuurkantoren ten volle waarnemen » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, p. 97). « De bepalingen die de Vlaamse Regering de mogelijkheid bieden om de financiële voorwaarden voor de uitoefening van de mandaten in het bestuursorgaan vast te stellen werden gegroepeerd in paragraaf 7. Dit doet geen afbreuk aan de regel dat de vergoeding, die weliswaar moet voldoen aan de door de Vlaamse Regering bepaalde regels, moet worden vastgesteld door de algemene vergadering artikel 2:50 WVV). Enkel de leden van het bestuursorgaan kunnen bezoldigde mandaten opnemen, ook in het eventuele dagelijks bestuur of in eventueel op te richten comités. Deze omschrijving refereert naar de terminologie vanArtikel 2:50 WVV. Eenzelfde mogelijkheid wordt voorzien voor het mandaat van een lid van het dagelijks bestuur of van eventueel door het bestuursorgaan opgerichte comités, met dien verstande dat in deze organen enkel bestuursleden bezoldigd kunnen worden. Alle andere personen kunnen geen bezoldiging krijgen voor een eventueel mandaat dat ze in gelijk welke beraadslagende vergadering van de woonmaatschappij opnemen » (ibid., p. 99).

B.23.5. Daaruit blijkt dat het voorschrift betreffende de bekwaamheidsvereisten voor de bestuursleden is ingegeven door het feit dat de woonmaatschappijen zowel de voorheen door de sociale huisvestingsmaatschappijen, als de voorheen door de sociale verhuurkantoren vervulde taken op zich nemen. Om die reden bepaaltArtikel 4.39/5, § 3, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 dat het bestuursorgaan zodanig is samengesteld dat voldoende expertise aanwezig is voor de verschillende activiteiten van de woonmaatschappij, alsook een voldoende diversiteit in competenties en achtergrond, en wordt de Vlaamse Regering gemachtigd om bekwaamheidsvereisten vast te stellen. De voorschriften betreffende het aantal leden van het bestuursorgaan en het genderquotum gaan terug opArtikel 4.36, § 1, tweede lid, 15°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, zij het dat de decreetgever bij het bepalen van het maximumaantal leden rekening heeft gehouden met de schaalvergroting die het bestreden decreet met zich meebrengt voor de erkende woonmaatschappijen. Met de bepaling betreffende de bezoldiging van de bestuursleden heeft de decreetgever de Vlaamse Regering weliswaar gemachtigd om de financiële voorwaarden van het mandaat van bestuurslid vast te stellen, maar heeft hij geen afbreuk willen doen aan de bevoegdheid van de algemene vergadering om overeenkomstig de door de Vlaamse Regering vastgestelde voorwaarden, de bezoldiging van de bestuursleden vast te stellen. Andere personen dan de bestuursleden kunnen echter geen bezoldiging ontvangen.

De decreetgever vermocht van oordeel te zijn dat het noodzakelijk was te voorzien in bekwaamheidsvereisten voor de bestuurders en dit vanwege het aan de woonmaatschappijen toevertrouwde takenpakket. Gelet op de financiering van de sector van de sociale huisvesting door de overheid en op de aan de woonmaatschappijen toevertrouwde taken van algemeen belang, vermocht hij eveneens van oordeel te zijn dat het noodzakelijk was om de voorheen voor de sociale huisvestingsmaatschappijen geldende voorschriften betreffende het aantal leden van het bestuursorgaan en betreffende het genderquotum, in een geactualiseerde versie ervan, te behouden en om de bezoldiging van de bestuursleden en van andere mandaten te regelen. Om de redenen vermeld in B.20.2, lenen de desbetreffende aangelegenheden zich tot een gedifferentieerde regeling en is de weerslag van de bestreden regeling op de federale aangelegenheid van het vennootschapsrecht marginaal.

B.23.6. VolgensArtikel 4.39/5, § 4, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 kunnen de woonmaatschappijen boven op het maximumaantal bestuursmandaten, op voordracht van het bestuursorgaan na bindend advies van de sociale huurders, één bestuurder benoemen.

Dienaangaande vermeldt de parlementaire voorbereiding : « De vierde paragraaf voorziet dat het maximum aantal bestuursmandaten kan uitgebreid worden met één bestuurdersmandaat op voordracht van het bestuursorgaan dat voor deze voordracht gebonden is door het ' bindend advies ' van de sociale huurders. De Vlaamse regering kan de nadere procedureregels hiertoe uitvaardigen. Het initiatief gaat uit van het bestuursorgaan al dan niet op vraag van de algemene vergadering. Voor bepaalde woonmaatschappijen zal deze bepaling verplicht zijn (zie ook de toelichting bij de overgangsbepalingen) » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, p. 98).

B.23.7. Uit de wijze waaropArtikel 4.39/5, § 4, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 is geformuleerd, evenals uit de aangehaalde parlementaire voorbereiding, blijkt dat de in datArtikel bedoelde benoeming een mogelijkheid biedt, maar geen verplichting vormt. Het staat aan het bestuursorgaan om, in voorkomend geval op vraag van de algemene vergadering, al dan niet het initiatief te nemen om één bestuurder voor te dragen na bindend advies van de sociale huurders.

De decreetgever blijkt de woonmaatschappijen aldus de mogelijkheid te willen bieden om te voorzien in een vertegenwoordiging van de sociale huurders in het bestuursorgaan van de vennootschap. Gelet op het feit dat de sociale huurders de adressaten vormen van het beleid dat het Vlaamse Gewest, via de woonmaatschappijen, wenst te voeren, vermocht de decreetgever van oordeel te zijn dat het noodzakelijk was om te voorzien in een bepaling die de participatie van de sociale huurders in de woonmaatschappij zou kunnen faciliteren. Om de redenen vermeld in B.20.2 en rekening houdend met het feit dat het federale vennootschapsrecht clausules van bindende voordracht op zich niet verbiedt, leent de in de bestreden bepaling geregelde aangelegenheid zich tot een gedifferentieerde regeling en is de weerslag van de bestreden regeling op de federale aangelegenheid van het vennootschapsrecht marginaal.

B.24.1. VolgensArtikel 4.46/3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bij het bestredenArtikel 105 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, is de woonmaatschappij niet in hoofdzaak gericht op het uitkeren of bezorgen van een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel aan haar aandeelhouders. Die bepaling voorziet daarom in een aantal uitkeringsbeperkingen. Die beperkingen houden in essentie in dat het vermogensvoordeel dat de woonmaatschappij aan haar aandeelhouders uitkeert, niet hoger mag zijn dan de inArtikel 4.46/3, 1°, bedoelde rentevoet, toegepast op de nominale waarde van de door de aandeelhouders gestorte inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij, dat een dergelijke uitkering pas mogelijk is na bepaling van een bedrag dat de vennootschap voorbehoudt aan projecten of bestemmingen die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van haar voorwerp en dat een aandeelhouder bij uittreding, uitsluiting of vereffening maximaal de nominale waarde van zijn werkelijk gestorte inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij ontvangt. Bij vereffening gaat het vermogen dat overblijft na de aanzuivering van het passief en de terugbetaling aan de aandeelhouders van hun inbreng, over op een door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappij.

B.24.2. Zoals is vermeld in B.19.5, heeft de decreetgever, vanwege het feit dat aan de rechtsvorm van de vennootschap met een sociaal oogmerk in het vroegere vennootschapsrecht bepaalde kenmerken waren verbonden die voor de sector van de sociale huisvesting als essentieel werden beschouwd, bepaalde van die kenmerken, als erkenningsvoorwaarden, ingebouwd in de door de woonmaatschappijen aan te nemen rechtsvorm van de besloten vennootschap. Eén van de kenmerken van de vennootschap met een sociaal oogmerk betrof het feit dat de vennootschap niet was gericht op de verrijking van de aandeelhouders, die om die reden aan uitkeringsbeperkingen werden onderworpen. Gelet op het feit dat de sector van de sociale huisvesting, zoals blijkt uit de in B.2.4 aangehaalde parlementaire voorbereiding, in zeer ruime mate wordt gefinancierd via overheidsmiddelen, vermocht de decreetgever van oordeel te zijn dat de in de bestreden bepaling vervatte uitkeringsbeperkingen, die teruggaan op de voorheen voor de sociale huisvestingsmaatschappijen geldende regels, noodzakelijk waren in het kader van het door hem beoogde beleid inzake huisvesting. In tegenstelling tot wat sommige verzoekende partijen beweren, houden de in de bestreden bepaling vervatte uitkeringsbeperkingen overigens niet in dat de aandeelhouders elke winstdeelname wordt ontzegd. Om de redenen vermeld in B.20.2, leent de in de bestreden bepaling geregelde aangelegenheid zich tot een gedifferentieerde regeling en is de weerslag van de bestreden regeling op de federale aangelegenheid van het vennootschapsrecht marginaal.

B.25.1. VolgensArtikel 4.51 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 122 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, kan de Vlaamse Regering, op eigen initiatief of op verzoek van de toezichthouder, een woonmaatschappij die niet aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, die de opdrachten, opgelegd bij decreet of bij besluit van de Vlaamse Regering, niet behoorlijk uitvoert, die de verbintenissen die ze is aangegaan niet nakomt, of waarvan de werking in gebreke blijft, bepaalde sancties opleggen. De kritiek van de verzoekende partijen is gericht tegen de inArtikel 4.51, eerste lid, 3°, bedoelde aanstelling van een mandataris ad hoc, die geheel of gedeeltelijk in de plaats treedt van het bestuursorgaan van de woonmaatschappij. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof enkel of dat aspect van de bestreden bepaling in overeenstemming is met de bevoegdheidverdelende regels.

B.25.2. De parlementaire voorbereiding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vermeldt : « Verder, voor de regeling omtrent de mandataris ad hoc (artikel 122) en de van rechtswege indeplaatsstelling door de VMSW artikelen 128 en 205) beperkt het ontwerp zich tot de herneming van bestaande regelingen die reeds zijn opgenomen in de bestaande artikelen 4.51, eerste lid en 4.58 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, met dien verstande dat wat betreft de regeling van de mandataris ad hoc een louter terminologische verbetering werd doorgevoerd van ' bestuurder ' naar ' mandataris ad hoc '. [...] Voor zoveel als nodig wordt nog ingegaan op het punt van het advies met betrekking tot de mandataris ad hoc die geheel of gedeeltelijk in de plaats kan treden van het bestuursorgaan, waarbij de Raad van State in twijfel trekt of voldaan zou zijn aan de voorwaarde van de marginale weerslag op de bevoegdheid van de federale overheid. De Raad van State verwijst daarvoor naar een eerder advies waarin het stelt dat ' het bestuur van de coöperatieve of naamloze vennootschap door de raad van bestuur en de algemene vergadering (...) tot het wezen van die vennootschapsvormen [lijkt] te behoren ' [...].

De Raad verliest daarbij evenwel uit het oog dat ook in het federale vennootschapsrecht regelingen bestaan om mandatarissen aan te stellen die in de plaats treden van het bestuursorgaan.

Zo geldt binnen het federale vennootschapsrecht dat bijvoorbeeld elke belanghebbende bij de voorzitter van de ondernemingsrechtbank in kort geding kan vorderen een voorlopige bewindvoerder of ander gerechtelijke mandataris (zoals een bestuurder ad hoc of sekwester) aan te stellen artikel 584, derde lid Ger.W. jo 2:8, § 1, 5°, d) WVV).

De bevoegdheden van de mandataris kunnen door de voorzitter worden bepaald. Het beoordelingscriterium voor de gegrondheid van dergelijke vordering en de draagwijdte van de bevoegdheden van de mandataris ad hoc is de ' ernstige (dreigende) aantasting van het vennootschapsbelang '.

Ook Boek XX van het Wetboek Economisch Recht voorziet diverse procedures waarbij een vorm van mandataris ad hoc het bestuur van een vennootschap geheel dan wel gedeeltelijk overneemt (zie o.m. de gerechtsmandataris exArtikel XX.30 WER, een voorlopige bewindvoerder exArtikel XX.31 ofArtikel XX.32 WER, de gerechtsmandataris exArtikel XX.39/1 of in het kader van een overdracht onder gerechtelijk gezag exArtikel XX.85 ev WER, of nog de curator in geval van faillissement (zie o.m.Artikel XX.110 WER enArtikel XX.122 e.v. WER)).

De regeling inzake de mandataris ad hoc wijkt dus niet af van het ' wezen ' van de vennootschapsvorm. Wel voorziet die bepaling in een noodzakelijke regeling in de specifieke context van de woonmaatschappijen. Immers is bijvoorbeeld het Boek XX niet van toepassing op die vennootschappen (zie het ontworpenArtikel 4.39, tweede lid van de Vlaamse Codex Wonen), omdat die regeling niet aangepast is aan de bijzondere taken van de woonmaatschappijen.

Bovendien zijn er andere situaties buiten de gevallen die verband houden met insolventie waarbij de vennootschap de erkenningsvoorwaarden niet naleeft die vereisen dat, gelet op de taken van algemeen belang van de vennootschappen, de Vlaamse overheid moet kunnen tussenkomen. Het federale recht leent zich zoals werd aangetoond wel degelijk tot een gedifferentieerde regeling. De regeling heeft bovendien een marginale weerslag aangezien het toepassingsgebied ervan strikt beperkt is tot de woonmaatschappijen » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, pp. 65-66).

B.25.3. Daaruit blijkt dat de bestreden maatregel teruggaat op de voorheen voor de sociale huisvestingsmaatschappijen geldende regeling en is ingegeven door de bijzondere taken van algemeen belang die worden opgedragen aan de woonmaatschappijen en door de bedoeling van de decreetgever om de Vlaamse Regering een mogelijkheid te bieden om op te treden wanneer die taken van algemeen belang niet behoorlijk worden uitgevoerd. Gelet op de verplichting die op grond vanArtikel 23, derde lid, 3°, van de Grondwet voor de decreetgever geldt om het recht op een behoorlijke huisvesting te waarborgen en rekening houdend met het feit dat de sector van de sociale huisvesting in zeer ruime mate wordt gefinancierd via overheidsmiddelen, vermocht de decreetgever van oordeel te zijn dat het noodzakelijk was om te voorzien in die maatregel. Zoals het Hof reeds heeft geoordeeld bij zijn arresten nrs. 36/95 en 9/2011, mogen de gewesten, op grond van hun bevoegdheid inzake huisvesting, aan privaatrechtelijke vennootschappen een opdracht van openbare dienst toevertrouwen en die vennootschappen aan hun toezicht onderwerpen voor de uitvoering van die opdracht. Daar het federale vennootschapsrecht eveneens voorziet in regelingen die met zich kunnen meebrengen dat mandatarissen in de plaats treden van het bestuursorgaan van een vennootschap, leent de desbetreffende aangelegenheid zich tot een gedifferentieerde regeling.

Om de redenen vermeld in B.20.2, is de weerslag van de bestreden regeling op de federale aangelegenheid van het vennootschapsrecht bovendien marginaal.

B.26.1. Artikel 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bijArtikel 124 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, regelt de gevolgen van de intrekking van de erkenning van een woonmaatschappij.

De kritiek van de verzoekende partijen is gericht tegen het feit dat alle bevoegdheden om de woonmaatschappij te besturen en te verbinden na de intrekking van de erkenning worden toegewezen aan door de Vlaamse Regering aangestelde vereffenaars en tegen het feit dat de Vlaamse Regering bevoegd is om de wijze van vereffening vast te stellen, om de vereffenaars te machtigen tot het stellen van daden en om de vereffening af te sluiten. Zij menen dat aldus wordt ingegrepen in het bestuur van de vennootschap, waardoor van het federale vennootschapsrecht wordt afgeweken. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof enkel of die aspecten van de bestreden bepaling in overeenstemming zijn met de bevoegdheidverdelende regels.

B.26.2. Daar een vereffening van een woonmaatschappij onder meer met zich meebrengt dat beslissingen dienen te worden genomen over de bestemming van de hoofdzakelijk met overheidsmiddelen gefinancierde sociale woningen, vermocht de decreetgever, gelet op de op hem rustende verplichting om het inArtikel 23, derde lid, 3°, van de Grondwet vervatte recht op een behoorlijke huisvesting te waarborgen, van oordeel te zijn dat het noodzakelijk was om te voorzien in bijzondere regels voor de vereffening van een woonmaatschappij. De bekritiseerde regeling gaat overigens terug op de voorheen voor de sociale huisvestingsmaatschappijen geldende regeling. Om de redenen vermeld in B.20.2, leent de in de bestreden bepaling geregelde aangelegenheid zich tot een gedifferentieerde regeling en is de weerslag van de bestreden regeling op de federale aangelegenheid van het vennootschapsrecht marginaal.

B.27.1. VolgensArtikel 4.53/3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bij het bestredenArtikel 128 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, treedt de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, wanneer een procedure tot vereffening is opgestart, onder bepaalde voorwaarden, van rechtswege in de rechten en de verplichtingen van de woonmaatschappij die voortvloeien uit een overeenkomst die gesloten is tussen de woonmaatschappij en een of meer verhuurders op de private huurmarkt. De verzoekende partijen menen dat aldus wordt ingegrepen in het bestuur van de vennootschap, waardoor van het federale vennootschapsrecht wordt afgeweken.

B.27.2. De parlementaire voorbereiding van de bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014003016 bron federale overheidsdienst financien Bijzondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200340 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof en de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200321 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof en van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen teneinde de organisatie van gewestelijke volksraadplegingen toe te laten sluiten met betrekking tot de Zesde Staatshervorming, waarmee de inArtikel 6, § 1, IV, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bedoelde « specifieke regels betreffende de huur van voor bewoning bestemde goederen of delen ervan » aan de gewesten werden toegewezen, vermeldt : « Het voorstel van bijzondere wet maakt de gewesten bevoegd om specifieke regels voor huurcontracten vast te leggen die kunnen afwijken van het federaal vastgestelde gemeen recht. Er anders over oordelen zou impliceren dat het huurrecht wordt bevroren in zijn bestaande staat. Het huurrecht betreft immers per definitie een geheel van rechtsregels dat aanvullende of afwijkende bepalingen bevat ten aanzien van het gemeen recht.

De totaliteit van de specifieke regelen van de huur van voor bewoning bestemde goederen of delen van goederen wordt overgedragen aan de gewesten.

Het gaat onder meer over de volgende regels : de normen betreffende het geschreven of mondeling karakter van de huurovereenkomst, de vormvoorwaarden voor de huurovereenkomst, de vaste dagtekening en de tegenwerpelijkheid van de huurovereenkomst, het bewijs van de huurovereenkomst, de overdracht van huur en de onderhuur, [...] de verplichtingen en rechten van de verhuurder, de verplichtingen en rechten van de huurder [...] » (Parl. St., Senaat, 2012-2013, nr. 5-2232/1, p. 83).

B.27.3. Daaruit blijkt dat de aan de gewesten toegewezen bevoegdheid inzake de « specifieke regels betreffende de huur van voor bewoning bestemde goederen of delen ervan » ruim dient te worden opgevat en dat de gewesten onder meer bevoegd zijn om de overdracht van de huur en de rechten en de verplichtingen van de verhuurder en van de huurder te regelen.

B.27.4. Door te bepalen dat de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen onder bepaalde voorwaarden in de rechten en de verplichtingen van de woonmaatschappij treedt die voortvloeien uit een overeenkomst die gesloten is tussen de woonmaatschappij en één of meer verhuurders op de private huurmarkt, heeft de decreetgever een regeling aangenomen die bevoegdheidsrechtelijk haar grondslag vindt inArtikel 6, § 1, IV, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. In zoverre de bestreden bepaling met zich meebrengt dat wordt ingegrepen in het bestuur van een vennootschap en aldus zou worden afgeweken van het federale vennootschapsrecht, voldoet die bepaling, om dezelfde redenen als vermeld in B.26.2, aan de voorwaarden verbonden aan de toepassing vanArtikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

B.28.1. Volgens het bestredenArtikel 206 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, dat deel uitmaakt van afdeling 1 (« Overgangsbepalingen met betrekking totArtikel 72 tot en met 129 ») van hoofdstuk 8 (« Overgangsbepalingen ») van dat decreet, kunnen bestaande huisvestingsmaatschappijen die niet voldoen aan de inArtikel 4.39/2, § 1, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 vervatte voorwaarde, inhoudende dat alleen het Vlaamse Gewest, de provincies, de gemeenten en de OCMW's aandelen kunnen houden van een woonmaatschappij, niettemin worden erkend als woonmaatschappij, zij het dat in dat geval enkele afwijkende regels gelden tot de datum waarop aan de voormelde voorwaarde is voldaan.

De kritiek van de verzoekende partijen is gericht tegenArtikel 206, eerste lid, 3°, naar luid waarvan andere aandeelhouders dan het Vlaamse Gewest, de provincies, de gemeenten en de OCMW's niet mogen deelnemen aan de stemming in de algemene vergadering van de vennootschap met meer dan een tiende van het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemmen, tegenArtikel 206, eerste lid, 4°, naar luid waarvan zij gezamenlijk alleen aan een stemming mogen deelnemen met maximaal de stemmen die noodzakelijk zijn voor de vereiste meerderheid min één, en tegenArtikel 206, eerste lid, 5°, naar luid waarvan de statuten van de woonmaatschappij kunnen bepalen dat de aandeelhouders andere dan het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij gelegen zijn, gezamenlijk ten hoogste één bestuurder mogen voordragen.

B.28.2. Zoals is vermeld in B.2.4, heeft de decreetgever met het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten onder meer beoogd de rol van de publieke overheden te versterken in het kader van de uitvoering van het sociale woonbeleid door de sociale woonorganisaties. Om die reden bepaaltArtikel 4.39/2, § 1, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bij het bestredenArtikel 83 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, dat alleen het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen, aandelen kunnen houden van een woonmaatschappij. Bovendien werd bepaald dat de gemeenten en de OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen en aandeelhouder zijn van die woonmaatschappij, samen altijd beschikken over meer dan 50% van het totale aantal stemrechten die verbonden zijn aan de aandelen artikel 4.39/2, § 2, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021).

De voormelde regels gelden voor woonmaatschappijen die niet de voortzetting vormen van een bestaande sociale huisvestingsmaatschappij. Zoals is vermeld in B.3.1, kunnen de bestaande sociale huisvestingsmaatschappijen zich evenwel laten erkennen als woonmaatschappij, in welk geval rekening dient te worden gehouden met de overgangsbepalingen opgenomen in het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten. De door de verzoekende partijen bekritiseerde bepalingen vanArtikel 206 van dat decreet maken deel uit van die overgangsregeling.

B.28.3. De parlementaire voorbereiding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vermeldt : « DitArtikel bepaalt dat woonmaatschappijen als bedoeld inArtikel 205, paragraaf 2, die niet voldoen aanArtikel 4.39/2, § 1 van de Vlaamse Codex Wonen, te weten de voorwaarde dat een woonmaatschappij uitsluitend de in hetArtikel vermelde publieke aandeelhouders heeft, toch hun erkenning kunnen behouden mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Op die manier houdt de decreetgever rekening met de rechten van de bestaande private aandeelhouders van de sociale huisvestingsmaatschappijen. In dat geval worden de stemrechten van de private aandeelhouders in de algemene vergadering beperkt, zoals beschreven in het artikel. [...] 3° : Met deze bepaling wordt de oude regel vanArtikel 661, eerste lid, 4° W.Venn. overgenomen die gold voor vennootschappen met een sociaal oogmerk. Ook voor sociale ondernemingen bestaat een vergelijkbare regel artikel 8:5, § 1, tweede lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen juncto artikel 6, § 1, 5° van het Koninklijk besluit van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 11/07/2019 numac 2019030678 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de erkenning als landbouwonderneming en als sociale onderneming type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 06/12/2021 numac 2021034049 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de erkenning als landbouwonderneming en als sociale onderneming. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de voorwaarden van de erkenning als landbouwonderneming). Vandaag geldt reeds krachtensArtikel 14 van de modelstatuten dat voor sociale huisvestingsmaatschappijen, deze stemrechtbeperking niet geldt voor het Vlaamse Gewest, provincies, gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Voor zover zou worden aangenomen dat deze bepaling, in de mate dat deze niet geldt voor het Vlaamse Gewest, de gemeenten, provincies en OCMW's die binnen het werkingsgebied van de woonmaatschappij [gelegen zijn], afwijkt van het federale vennootschapsrecht, moet worden opgemerkt dat deze afwijking noodzakelijk is, gelet op de taak van algemeen belang van de woonmaatschappijen, hun statuut als bevoorrechte uitvoerders van het Vlaamse woonbeleid en het feit dat de goede uitvoering van de taken die worden opgedragen aan de woonmaatschappijen essentieel is om het in de Grondwet gewaarborgde grondrecht op huisvesting te kunnen laten naleven. Deze regel schrijft zich in in de toezichtsmechanismen waarover de Vlaamse publieke overheden beschikken om de goede uitvoering van het woonbeleid te waarborgen, en de continuïteit van de wijze waarop dit toezicht wordt uitgeoefend. De regel leent zich tot een gedifferentieerde regeling.

Reeds vandaag bestaat de afwijking immers. Het Grondwettelijk Hof bevestigde reeds voor de sociale huisvestingsmaatschappijen bovendien dat het gemaakte onderscheid gerechtvaardigd was. Tot slot heeft de afwijking slechts een marginale impact. Het betreft een beperkte afwijking van het vennootschapsrecht, die enkel geldt voor vennootschappen die een erkenning wensen als woonmaatschappij. 4° : Deze voorwaarde beoogt dat gemeenten en OCMW's steeds over de meerderheid van de stemmen beschikken voor beslissingen in de algemene vergadering, zoals voorzien in het Regeerakkoord.Deze bepaling schrijft zich in in de logica dat in de toekomst, de woonmaatschappijen enkel publieke aandeelhouders kunnen hebben en is noodzakelijk voor de realisatie van hoger beschreven doelstelling inzake sociaal wonen waarbij de regierol wordt toebedeeld aan de lokale besturen binnen het werkingsgebied van de woonmaatschappij. Om mogelijk te maken dat private aandeelhouders hun participatie kunnen behouden (zonder dat dat recht voor die bestaande private aandeelhouders overigens in de tijd wordt beperkt), dringt deze beperking zich op. Op deze manier kunnen de private aandeelhouders nog steeds op de beslissingen wegen, maar zullen zij nooit tegen de wil van de publieke aandeelhouders een beslissing kunnen doorduwen. Dat deze materie zich leent voor een gedifferentieerde regeling volgt uit het feit dat in het gemeen vennootschapsrecht het eveneens mogelijk is om aan verschillende ' soorten ' aandelen of ' hoedanigheden ' van aandeelhouders, verschillende stemrechten te koppelen, bijvoorbeeld door te voorzien in meervoudig stemrecht. Daarnaast kunnen statutair, in een intern reglement vetorechten worden toebedeeld. In aandeelhoudersovereenkomsten kunnen bovendien stemafspraken worden gemaakt. De marginale impact volgt uit het feit dat de regeling enkel werd opgenomen in het overgangsrecht, en enkel toepassing vindt op die woonmaatschappijen die over een (historisch) privaat aandeelhouderschap beschikken. 5° : deze voorwaarde strekt ertoe het aantal bestuurders dat op voordracht van ' private ' aandeelhouders wordt benoemd te beperken tot één, zoals voorzien in het Regeerakkoord.De andere bestuurders moeten worden benoemd op voordracht van de ' publieke ' aandeelhouders, m.n. het Vlaamse Gewest, de provincies, gemeenten en OCMW's. Er wordt aldus decretaal uitdrukking gegeven aan één van de mogelijkheden die het gemeen vennootschapsrecht reeds biedt, met name het voorzien van een bindend voordrachtrecht ten voordele van een welbepaalde soort van aandelen of aandeelhouders met een bepaalde hoedanigheid. Het vennootschapsrecht staat zelfs toe dat een voordrachtrecht zou worden gegeven aan derden. Ook staat het vennootschapsrecht toe dat bepaalde aandeelhouders of bepaalde soorten van aandelen wel en andere niet over een voordrachtrecht beschikken.

Dergelijk voordrachtrecht kan zowel in de statuten, een reglement van inwendige orde als in een aandeelhoudersovereenkomst worden voorzien.

Er is dan ook geen sprake van een afwijking van het vennootschapsrecht. Het decreet laat ook de vrijheid aan de partijen om hier afspraken over te maken, en beperkt zich ertoe te bepalen [dat] ten hoogste één bestuurder kan worden voorgedragen door de private aandeelhouders. Voor zover zou worden geoordeeld dat om deze bepaling aan te nemen, een beroep moet worden gedaan op de impliciete bevoegdheden bedoeld inArtikel 10 van de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, is vast te stellen dat aan die voorwaarden is voldaan. Het opleggen van een bindend voordrachtrecht is noodzakelijk in het licht van de hogergenoemde doelstelling van het sociaal woonbeleid om de publieke overheden die actief zijn in het kader van sociaal wonen een regierol toe te bedelen. Dat het bovenstaande vatbaar is voor een gedifferentieerde regeling, volgt uit het feit dat het federaal vennootschapsrecht een bindend voordrachtrecht toelaat. De weerslag van ditArtikel is tot slot ook marginaal : deze overgangsregeling is slechts van toepassing op de woonmaatschappijen die een privaat aandeelhouderschap kennen, en geldt slechts zolang deze private aandeelhouders in de woonmaatschappij blijven participeren » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, pp. 148-150).

B.28.4. Uit die parlementaire voorbereiding blijkt aldus dat de in het bestredenArtikel 206, eerste lid, 3°, vervatte regel teruggaat op de modelstatuten, die de sociale huisvestingsmaatschappijen overeenkomstig de voorheen bestaande regelgeving dienden aan te nemen om in aanmerking te kunnen komen voor erkenning. Zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn arrest nr. 64/2015 van 21 mei 2015 met betrekking tot het voorheen bestaande verschil in behandeling tussen private en publiekrechtelijke aandeelhouders, vermag de decreetgever de nodige maatregelen te nemen opdat de « bevoorrechte uitvoerders » van het Vlaamse woonbeleid, een beleid voeren dat strookt met dat Vlaamse woonbeleid. Daarmee rekening houdend en gelet op de in B.2.4 vermelde nagestreefde doelstellingen, vermocht de decreetgever van oordeel te zijn dat het noodzakelijk was te voorzien in de inArtikel 206, eerste lid, 3°, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vervatte regel. Daar de decreetgever met het bestreden decreet onder meer heeft beoogd om de regierol inzake het woonbeleid toe te bedelen aan de lokale besturen, vermocht hij eveneens van oordeel te zijn dat het noodzakelijk was te voorzien in de inArtikel 206, eerste lid, 4°, vervatte regel, die waarborgt dat de gemeenten en de OCMW's steeds over de meerderheid van de stemmen beschikken voor beslissingen in de algemene vergadering van de woonmaatschappij. Hij vermocht ten slotte om gelijksoortige redenen van oordeel te zijn dat het noodzakelijk was te voorzien in de inArtikel 206, eerste lid, 5°, vervatte regel, die waarborgt dat de beoogde versterkte positie van de publiekrechtelijke overheden in de woonmaatschappij eveneens wordt gerealiseerd op het niveau van de raad van bestuur van de woonmaatschappij. Om de redenen vermeld in B.20.2 en rekening houdend met het feit dat het federale vennootschapsrecht clausules van bindende voordracht op zich niet verbiedt, evenals met het feit dat dat recht toelaat dat de statuten van een besloten vennootschap afwijken van het beginsel dat aan elk aandeel één stem is verbonden artikel 5:42 van het WVV), leent de in de bestreden bepaling geregelde aangelegenheid zich tot een gedifferentieerde regeling en is de weerslag van de bestreden regeling op de federale aangelegenheid van het vennootschapsrecht marginaal.

B.29. Zonder dat te dezen dient te worden onderzocht of elk van de door de verzoekende partijen bestreden regelingen al dan niet kan worden beschouwd als zijnde een invulling van de vrijheid die de federale wetgever op het vlak van de oprichting en de inrichting van de besloten vennootschappen laat, volstaat het vast te stellen dat die regelingen, zoals blijkt uit het voorgaande, voldoen aan de voorwaarden die verbonden zijn aan de toepassing vanArtikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en aldus in overeenstemming zijn met de bevoegdheidverdelende regels.

B.30. Het tweede middel in de zaak nr. 7674, het vijfde middel in de zaak nr. 7675, het vierde middel in de zaak nr. 7750 en het eerste middel in de zaak nr. 7773 zijn niet gegrond.

B.31. Het eerste onderdeel van het tweede middel in de zaak nr. 7695 is afgeleid uit de schending, door de artikelen 205, § 6, tweede lid, en 215, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, van de artikelen 6, § 1, IV, 2°, en 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

B.32.1. VolgensArtikel 205, § 6, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten kunnen de sociale verhuurkantoren die de dag vóór de inwerkingtreding van het decreet erkend zijn conform de op die dag geldende erkenningsvoorwaarden, die erkenning behouden tot uiterlijk 30 juni 2023, zolang ze aan die erkenningsvoorwaarden blijven voldoen.

Vanaf de datum van het verlies van erkenning, treedt de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen van rechtswege, volgensArtikel 205, § 6, tweede lid, in de rechten en de verplichtingen van het sociaal verhuurkantoor die voortvloeien uit de overeenkomsten die gesloten zijn tussen het sociaal verhuurkantoor en één of meer verhuurders op de private huurmarkt.

VolgensArtikel 215, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten draagt het sociaal verhuurkantoor, de sociale huisvestingsmaatschappij of de woonmaatschappij bij de totstandkoming van een woonmaatschappij de hoofdhuurovereenkomst met een of meer verhuurders op de private huurmarkt over aan de woonmaatschappij zonder schriftelijke en voorafgaande toestemming van de verhuurder of verhuurders.

B.32.2. De verzoekende partijen voeren aan dat de voormelde bepalingen de bevoegdheidverdelende regels schenden, doordat de decreetgever, door in te grijpen in één van de wezensbestanddelen van een verbintenis, zijnde de contractspartij, intervenieert in het verbintenissenrecht, dat tot de residuaire bevoegdheid van de federale overheid behoort.

B.33.1. Uit de in B.27.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding van de bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014003016 bron federale overheidsdienst financien Bijzondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200340 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof en de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200321 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof en van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen teneinde de organisatie van gewestelijke volksraadplegingen toe te laten sluiten met betrekking tot de Zesde Staatshervorming, waarmee de inArtikel 6, § 1, IV, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bedoelde « specifieke regels betreffende de huur van voor bewoning bestemde goederen of delen ervan » aan de gewesten werden toegewezen, blijkt dat de gewesten bevoegd zijn om specifieke regels voor huurcontracten vast te leggen die kunnen afwijken van het federale verbintenissenrecht. Uit die voorbereiding blijkt bovendien dat de gewesten bevoegd zijn voor de regels inzake de overdracht van huur en inzake de verplichtingen en de rechten van de verhuurder en de huurder.

B.33.2. De bestreden artikelen 205, § 6, tweede lid, en 215, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vinden aldus hun bevoegdheidsrechtelijke grondslag inArtikel 6, § 1, IV, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

B.34. Het eerste onderdeel van het tweede middel in de zaak nr. 7695 is niet gegrond.

Wat betreft het aannemen van de rechtsvorm van een besloten vennootschap B.35. Het vierde middel in de zaak nr. 7674, het vierde middel in de zaak nr. 7675 en het vijfde middel in de zaak nr. 7773 zijn gericht tegenArtikel 79 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten en zijn afgeleid uit de schending van de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd doorArtikel 27 van de Grondwet,Artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens enArtikel 22 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, doordat de bestreden bepaling de woonmaatschappijen verplicht de rechtsvorm van een besloten vennootschap aan te nemen.

B.36.1. Artikel 27 van de Grondwet bepaalt : « De Belgen hebben het recht van vereniging; dit recht kan niet aan enige preventieve maatregel worden onderworpen ».

B.36.2. Artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt : « 1. Eenieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vergadering en op vrijheid van vereniging, met inbegrip van het recht om vakverenigingen op te richten en zich bij vakverenigingen aan te sluiten voor de bescherming van zijn belangen. 2. De uitoefening van deze rechten kan aan geen andere beperkingen worden onderworpen dan die welke bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving nodig zijn in het belang van 's lands veiligheid, de openbare veiligheid, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van strafbare feiten, voor de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.DitArtikel verbiedt niet, dat wettige beperkingen worden aangebracht in de uitoefening van deze rechten door leden van de gewapende macht, van de politie of van het ambtelijk apparaat van de Staat ».

B.36.3. Artikel 22 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten bepaalt : « 1. Een ieder heeft het recht op vrijheid van vereniging, met inbegrip van het recht vakverenigingen op te richten en zich bij vakverenigingen aan te sluiten voor de bescherming van zijn belangen. 2. De uitoefening van dit recht kan aan geen andere beperkingen worden onderworpen dan die, welke bij de wet zijn voorgeschreven en die in een democratische samenleving geboden zijn in het belang van de nationale veiligheid of de openbare veiligheid, de openbare orde, de bescherming van de volksgezondheid of de goede zeden of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.DitArtikel belet niet het opleggen van wettige beperkingen aan leden van de strijdmacht en van de politie in de uitoefening van dit recht. 3. Geen bepaling in ditArtikel geeft de Staten die partij zijn bij het Verdrag van 1948 van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht de bevoegdheid wettelijke maatregelen te treffen, die de in dat Verdrag voorziene waarborgen in gevaar zouden brengen, of de wet zodanig toe te passen dat deze in gevaar zouden worden gebracht ». B.36.4. Wanneer een verdragsbepaling die België bindt, een draagwijdte heeft die analoog is aan die van een van de grondwetsbepalingen waarvan de toetsing tot de bevoegdheid van het Hof behoort en waarvan de schending wordt aangevoerd, vormen de waarborgen vervat in die verdragsbepaling een onlosmakelijk geheel met de waarborgen die in de betrokken grondwetsbepalingen zijn opgenomen.

Daaruit volgt dat het Hof, bij de toetsing aanArtikel 27 van de Grondwet, rekening houdt metArtikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens enArtikel 22 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten die analoge rechten of vrijheden waarborgen.

B.36.5. De vrijheid van vereniging verankerd inArtikel 27 van de Grondwet heeft tot doel de oprichting van private verenigingen en de deelname aan hun activiteiten te waarborgen. Zij impliceert het recht om zich te verenigen en de interne organisatie van de vereniging vrij te bepalen, maar ook het recht om zich niet te verenigen.

De organisatorische autonomie van verenigingen vormt een belangrijk aspect van de bijArtikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens beschermde vrijheid van vereniging (EHRM, 4 april 2017, Lovriac t. Kroatië, § 71).

B.36.6. OvereenkomstigArtikel 4.36, § 1, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bijArtikel 74 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, zijn de woonmaatschappijen autonome vennootschappen die door de Vlaamse Regering worden erkend en die verantwoordelijk zijn voor de behoorlijke uitvoering van het sociale woonbeleid. Die autonome vennootschappen zijn private verenigingen in de zin vanArtikel 27 van de Grondwet, in zoverre zij voortkomen uit een privé-initiatief. De omstandigheid dat de opdrachten van algemeen belang die zij vervullen, bij decreet zijn bepaald en dat zij een overheidssubsidiëring genieten, wijzigt die vaststelling niet.

B.37. Zoals is vermeld in B.18.1, dient een vennootschap, om als woonmaatschappij te worden erkend, ten minste te beantwoorden aan de bepalingen van de hoofdstukken 1 tot 7 van titel 3 van boek 4 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en bevatten de bepalingen van die hoofdstukken aldus erkenningsvoorwaarden.

Het bestredenArtikel 79 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vervangtArtikel 4.39 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en maakt deel uit van hoofdstuk 2 van titel 3 van boek 4 van die Codex. Het bij die bepaling in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 ingevoerde artikel, naar luid waarvan de woonmaatschappij de rechtsvorm aanneemt van een besloten vennootschap, is dus een erkenningsvoorwaarde voor de vennootschappen die zich wensen te laten erkennen als woonmaatschappij.

B.38.1. Door voor te schrijven dat de woonmaatschappijen de rechtsvorm dienen aan te nemen van een besloten vennootschap, beperkt de bestreden bepaling de organisatievrijheid van de desbetreffende verenigingen.

B.38.2. Artikel 27 van de Grondwet verbiedt de vrijheid van vereniging aan preventieve maatregelen te onderwerpen, maar belet niet dat verenigingen die deelnemen aan de verwezenlijking van een opdracht van algemeen belang en die overheidssubsidies ontvangen, aan voorwaarden inzake werking en toezicht kunnen worden onderworpen, voor zover zij de inhoudelijke kern van die vrijheid niet aantasten.

B.38.3. Uit de in B.19.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat de keuze van de decreetgever voor de rechtsvorm van de besloten vennootschap is ingegeven door de bij het WVV doorgevoerde hervorming van het vennootschapsrecht en meer bepaald door de vaststelling dat de voorheen voor de sociale huisvestingsmaatschappijen voorgeschreven rechtsvormen bij die hervorming werden opgeheven. De decreetgever heeft gekozen voor de rechtsvorm van de besloten vennootschap, omdat die rechtsvorm in het federale vennootschapsrecht als de standaardrechtsvorm geldt, omdat die rechtsvorm een flexibel kader biedt, omdat die rechtsvorm het nauwst aansluit bij de voorheen voor de sociale huisvestingsmaatschappijen voorgeschreven rechtsvormen en omdat andere rechtsvormen minder geschikt werden geacht voor de op te richten woonmaatschappijen. Uit die voorbereiding blijkt bovendien dat hij een vereenvoudiging van het woonlandschap heeft nagestreefd door te vermijden dat met verschillende vennootschapsvormen wordt gewerkt binnen de sector van de sociale huisvesting. De door de decreetgever nagestreefde doelstellingen zijn wettig en zijn van dien aard dat zij indirect kunnen bijdragen tot het daadwerkelijke karakter van het bijArtikel 23 van de Grondwet gewaarborgde recht op een behoorlijke huisvesting.

B.38.4. De bestreden maatregel is pertinent ten aanzien van de voormelde doelstellingen. Daar het voorschrift betreffende de rechtsvorm van een woonmaatschappij uitsluitend geldt als erkenningsvoorwaarde voor de verenigingen die zich uit eigen wil wensen te laten erkennen als woonmaatschappij, heeft dat voorschrift bovendien geen onevenredige gevolgen. De decreetgever vermocht van oordeel te zijn dat de taken van algemeen belang die de woonmaatschappijen op zich nemen en de financiering van die woonmaatschappijen via overheidsmiddelen verantwoorden dat de desbetreffende verenigingen worden onderworpen aan een erkenningsvoorwaarde die betrekking heeft op hun rechtsvorm.

B.39. Het vierde middel in de zaak nr. 7674, het vierde middel in de zaak nr. 7675 en het vijfde middel in de zaak nr. 7773 zijn niet gegrond.

Wat betreft het aandeelhouderschap van publiekrechtelijke overheden en de beperking van de rechten van private aandeelhouders B.40. Het tweede onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750 is afgeleid uit de schending, door de artikelen 83 en 205 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, van de vrijheid van ondernemen, zoals gewaarborgd door de artikelen II.3 en II.4 van het Wetboek van economisch recht, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd doorArtikel 27 van de Grondwet enArtikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, zoals gewaarborgd door de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en van het eigendomsrecht, zoals gewaarborgd doorArtikel 16 van de Grondwet, doordat alleen bepaalde publiekrechtelijke overheden aandelen kunnen aanhouden van een woonmaatschappij.

B.41. In het kader van het tweede onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750, voeren de verzoekende partijen in essentie aan dat de door hen bestreden bepalingen een discriminerende beperking inhouden van de vrijheid van ondernemen en van de vrijheid van vereniging. Hun argumentatie komt aldus erop neer dat zij menen dat die bepalingen in strijd zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de vrijheid van vereniging en de vrijheid van ondernemen. Zij zetten in het kader van het tweede onderdeel van het eerste middel niet uiteen in welke zin de bestreden bepalingen afbreuk zouden doen aan het doorArtikel 16 van de Grondwet gewaarborgde eigendomsrecht. In zoverre het tweede onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750 is afgeleid uit de schending vanArtikel 16 van de Grondwet is het niet ontvankelijk.

B.42.1. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong ervan : de grondwettelijke regels van de gelijkheid en van de niet-discriminatie zijn toepasselijk ten aanzien van alle rechten en alle vrijheden, met inbegrip van die welke voortvloeien uit internationale verdragen die België binden.

B.42.2. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is.

Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.

B.43.1. Het Hof is niet bevoegd om wettelijke bepalingen te toetsen aan andere wettelijke bepalingen, zoals de artikelen II.3 en II.4 van het Wetboek van economisch recht, die geen regels zijn inzake de verdeling van de bevoegdheden tussen de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten.

B.43.2. De wet van 28 februari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2013 pub. 29/03/2013 numac 2013011134 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot invoering van het Wetboek van economisch recht type wet prom. 28/02/2013 pub. 19/06/2013 numac 2013000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot invoering van het Wetboek van economisch recht. - Duitse vertaling sluiten, dieArtikel II.3 van het Wetboek van economisch recht heeft ingevoegd, heeft het zogenaamde decreet d'Allarde van 2-17 maart 1791 opgeheven. Dat decreet, dat de vrijheid van handel en nijverheid waarborgde, heeft het Hof meermaals in zijn toetsing aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet betrokken.

B.43.3. De vrijheid van ondernemen, bedoeld inArtikel II.3 van het Wetboek van economisch recht, moet worden uitgeoefend « met inachtneming van de in België van kracht zijnde internationale verdragen, van het algemeen normatief kader van de economische unie en de monetaire eenheid zoals vastgesteld door of krachtens de internationale verdragen en de wet » artikel II.4 van hetzelfde Wetboek). De vrijheid van ondernemen dient derhalve in samenhang te worden gelezen met de toepasselijke bepalingen van het Unierecht, alsook metArtikel 6, § 1, VI, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, waaraan het Hof, als bevoegdheidverdelende regel, rechtstreeks vermag te toetsen. Ten slotte wordt de vrijheid van ondernemen eveneens gewaarborgd doorArtikel 16 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

B.43.4. Het Hof is derhalve bevoegd om de bestreden bepalingen te toetsen aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de vrijheid van ondernemen.

B.43.5. De vrijheid van ondernemen kan niet als een absolute vrijheid worden opgevat. Zij belet niet dat de bevoegde wetgever de economische bedrijvigheid van personen en ondernemingen regelt. Deze zou pas onredelijk optreden indien hij de vrijheid van ondernemen zou beperken zonder dat daartoe enige noodzaak bestaat of indien die beperking onevenredig zou zijn met het nagestreefde doel.

B.44.1. Zoals is vermeld in B.28.2, heeft de decreetgever met het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten onder meer beoogd de rol van de publieke overheden in het kader van de uitvoering van het sociale woonbeleid door de sociale woonorganisaties te versterken en heeft hij om die reden bepaald, inArtikel 4.39/2, § 1, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bij het bestredenArtikel 83 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, dat alleen het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen, aandelen kunnen houden van een woonmaatschappij.

Die erkenningsvoorwaarde geldt voor woonmaatschappijen die niet de voortzetting vormen van een bestaande sociale huisvestingsmaatschappij. Bestaande sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen zich evenwel ook laten erkennen als woonmaatschappij, in welk geval rekening dient te worden gehouden met de overgangsbepalingen opgenomen in het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten. VolgensArtikel 206 van dat decreet kunnen bestaande huisvestingsmaatschappijen die niet voldoen aan de voormelde erkenningsvoorwaarde worden erkend als woonmaatschappij, zij het dat in dat geval enkele afwijkende regels gelden tot de datum waarop aan de voormelde voorwaarde is voldaan. Het door de verzoekende partijen bekritiseerdeArtikel 205, § 1, derde lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten bepaalt in dit kader dat vanaf de inwerkingtreding van dat decreet andere personen dan de provincies, de gemeenten en de OCMW's geen aandelen kunnen verwerven van een sociale huisvestingsmaatschappij. In afwijking daarvan kunnen bestaande aandeelhouders van sociale huisvestingsmaatschappijen evenwel aandelen verwerven in het kader van vennootschapsrechtelijke herstructureringsoperaties met een sociale huisvestingsmaatschappij of woonmaatschappij.

B.44.2. Met betrekking totArtikel 205, § 1, derde lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vermeldt de parlementaire voorbereiding : « Vanaf de inwerkingtreding van het decreet zullen, gelet op de hoger beschreven doelstellingen inzake het publieke aandeelhouderschap van woonmaatschappijen, andere aandeelhouders dan de provincies, gemeenten en OCMW's hun participatie in sociale huisvestingsmaatschappijen niet kunnen uitbreiden. Omwille van de redenen zoals uiteengezet bij de toelichting bij het vierde lid vanArtikel 206 is het niet wenselijk dat het Vlaams Gewest haar aandeel in de sociale huisvestingmaatschappijen kan uitbreiden. Dit verbod gaat in vanaf de inwerkingtreding van het decreet. Omdat er bij een fusie door overname wel degelijk aandelen van de overnemende vennootschap worden verstrekt aan de aandeelhouders van de overgenomen vennootschap, zou een strikte interpretatie van de eerste zin van het derde lid van paragraaf 1 ervoor zorgen dat enkel lokale besturen dergelijke aandelen kunnen ontvangen, wat ingaat tegen de bedoeling om de bestaande participaties van private aandeelhouders in sociale huisvestingsmaatschappijen te tolereren wanneer zij zich omvormen naar een woonmaatschappij. De afwijkingsmogelijkheid in de tweede zin verduidelijkt dit » (Parl.

St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, pp. 140-141).

B.44.3. De decreetgever blijkt aldus de bedoeling te hebben gehad om te komen tot een « publiek aandeelhouderschap » in de woonmaatschappijen, waarbij « de bestaande participaties van private aandeelhouders in sociale huisvestingsmaatschappijen [evenwel worden getolereerd] wanneer zij zich omvormen naar een woonmaatschappij ». De bestaande private aandeelhouders kunnen vanaf de inwerkingtreding van het decreet hun participatie in de maatschappij enkel nog uitbreiden in het kader van een herstructureringsoperatie met het oog op de vorming van een woonmaatschappij.

B.45. Artikel 4.39/2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bij het bestredenArtikel 83 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, enArtikel 205, § 1, derde lid, van dat decreet roepen een verschil in behandeling in het leven tussen, enerzijds, de in die bepalingen vermelde publiekrechtelijke overheden en, anderzijds, private personen en andere publiekrechtelijke overheden.

B.46.1. Bij zijn arrest nr. 64/2015 van 21 mei 2015 heeft het Hof zich uitgesproken over een prejudiciële vraag die onder meer betrekking had op een verschil in behandeling tussen de private en de publiekrechtelijke aandeelhouders van een sociale huisvestingsmaatschappij : « B.6. Op het vlak van het huisvestingsbeleid, dat een centrale rol speelt in de welvaart en het economisch beleid van de moderne samenleving, dient het Hof, daarbij rekening houdend met de verplichting die op grond vanArtikel 23, derde lid, 3°, van de Grondwet voor de decreetgever geldt om het recht op een behoorlijke huisvesting te waarborgen, het oordeel van die decreetgever betreffende het algemeen belang te eerbiedigen, tenzij dat oordeel zonder redelijke verantwoording is.

B.7.1. Zoals in B.1 is vermeld, is een vennootschap met een sociaal oogmerk niet gericht op de verrijking van haar vennoten. Een dergelijke vennootschap kan bovendien slechts opereren als sociale huisvestingsmaatschappij indien ze daartoe erkend is door de Vlaamse Regering. De intrekking van de erkenning heeft van rechtswege de ontbinding van de vennootschap tot gevolg, waarbij het vermogen van de ontbonden vennootschap na de aanzuivering van het passief en de eventuele terugbetaling aan de vennoten van hun inbreng overgaat op een andere sociale huisvestingsmaatschappij.

In geval van erkenning, fusie of omvorming van een sociale huisvestingsmaatschappij heeft de Vlaamse Regering het recht namens het Vlaamse Gewest in te tekenen op ten hoogste één vierde van het maatschappelijk kapitaal van de sociale huisvestingsmaatschappij.

Wanneer de openbare overheden (Vlaamse Gewest, provincies, gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn) de meerderheid van het maatschappelijk kapitaal bezitten, moeten hun afgevaardigden de meerderheid bezitten in de raad van bestuur. Op eigen initiatief of op verzoek van de toezichthouder kan de Vlaamse Regering sancties opleggen aan een sociale huisvestingsmaatschappij, met name wanneer zij haar opdrachten niet behoorlijk uitvoert. De sanctie kan gaan tot een eventuele intrekking van de erkenning.

De essentiële opdracht van de sociale huisvestingsmaatschappijen bestaat erin de woonvoorwaarden van de woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden te verbeteren door te zorgen voor een voldoende aanbod van sociale huurwoningen en sociale koopwoningen. De financiering van de sociale huisvestingsmaatschappijen wordt in hoofdzaak gedragen door het Vlaamse Gewest.

Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat de sociale huisvestingsmaatschappijen moeten worden beschouwd als de ' bevoorrechte uitvoerders ' van het Vlaamse woonbeleid, hetgeen overigens uitdrukkelijk wordt bevestigd inArtikel 29 van de Vlaamse Wooncode.

B.7.2. In zoverre de sociale huisvestingsmaatschappijen als ' bevoorrechte uitvoerders ' van het Vlaamse woonbeleid moeten worden beschouwd, vermocht de decreetgever de nodige maatregelen te nemen opdat die maatschappijen een beleid voeren dat strookt met dat Vlaamse woonbeleid.

B.8. Gelet op het voorgaande en rekening houdend met de ruime beoordelingsbevoegdheid waarover de decreetgever inzake het huisvestingsbeleid beschikt, zijn de in het geding zijnde verschillen in behandeling niet zonder redelijke verantwoording ».

B.46.2. Om dezelfde redenen als vermeld in het voormelde arrest, zijn de te dezen bekritiseerde verschillen in behandeling evenmin zonder redelijke verantwoording. De woonmaatschappijen hebben immers een gelijksoortige opdracht als de sociale huisvestingsmaatschappijen en zij worden eveneens in ruime mate gefinancierd door het Vlaamse Gewest. Gelet op de ruime beoordelingsbevoegdheid waarover de decreetgever inzake het huisvestingsbeleid beschikt en ermee rekening houdend dat de woonmaatschappijen de bevoorrechte uitvoerders van het Vlaamse sociale woonbeleid zijn artikel 4.39/7 van het Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bijArtikel 90 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten), vermocht de decreetgever maatregelen te nemen met het oog op de versterking van de rol van de publieke overheden, en in het bijzonder van de lokale overheden, in het kader van de uitvoering van het Vlaamse sociale woonbeleid.

B.46.3. Het lezen van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang met de vrijheid van ondernemen en de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd door de in het middel vermelde bepalingen, leidt niet tot een andere conclusie. Die vrijheden hebben immers geen absoluut karakter en beletten niet, zoals is vermeld in B.38.2, dat verenigingen die deelnemen aan de verwezenlijking van een opdracht van algemeen belang en die overheidssubsidies ontvangen, aan voorwaarden inzake werking en toezicht kunnen worden onderworpen.

B.47. Het tweede onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750 is niet gegrond.

B.48. Het tweede middel in de zaak nr. 7750 is afgeleid uit de schending, door de artikelen 83, 105, 205 en 206 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen metArtikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat de bestreden bepalingen zonder compensatie de rechten beperken van de private aandeelhouders van bestaande erkende sociale huisvestingsmaatschappijen die hun erkenning wensen te behouden door zich om te vormen naar een woonmaatschappij.

B.49.1. Hoewel het tweede middel in de zaak nr. 7750 formeel is gericht tegen de artikelen 83, 105, 205 en 206 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, voeren de verzoekende partijen enkel grieven aan tegen de artikelen 205, § 4, en 206, eerste lid, 3°, 4° en 5°, van dat decreet.

Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof het tweede middel in de zaak nr. 7750 enkel in zoverre het is gericht tegen die bepalingen.

B.49.2. In tegenstelling tot wat de Vlaamse Regering aanvoert, is het tweede middel in de zaak nr. 7750, in zoverre het is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, ontvankelijk.

Wanneer een verzoekende partij, in het kader van een beroep tot vernietiging, de schending aanvoert van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met andere grondwetsartikelen of internationale bepalingen of met algemene rechtsbeginselen die een fundamentele waarborg bevatten, bestaat het middel immers erin dat zij van oordeel is dat een verschil in behandeling wordt ingesteld doordat die fundamentele waarborg haar wordt ontnomen door de bepaling die zij met het beroep bestrijdt, terwijl die waarborg voor andere burgers onverminderd geldt.

B.50.1. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt : « Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord genot van hun eigendom. Niemand zal van zijn eigendom worden beroofd behalve in het algemeen belang en met inachtneming van de voorwaarden neergelegd in de wet en in de algemene beginselen van het internationaal recht.

De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren ».

B.50.2. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens biedt niet alleen bescherming tegen een onteigening of een eigendomsberoving (eerste alinea, tweede zin), maar ook tegen elke verstoring van het genot van de eigendom (eerste alinea, eerste zin) en tegen elke regeling van het gebruik van de eigendom (tweede alinea).

DatArtikel doet geen afbreuk aan het recht dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang.

De inmenging in het recht op het ongestoord genot van de eigendom is enkel verenigbaar met dat recht indien ze een redelijk verband van evenredigheid heeft met het nagestreefde doel, dit wil zeggen indien ze het billijke evenwicht tussen de vereisten van het algemeen belang en die van de bescherming van dat recht niet verbreekt. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is eveneens van oordeel dat de lidstaten ter zake over een grote appreciatiemarge beschikken (EHRM, 2 juli 2013, R.Sz. t. Hongarije, § 38).

B.51.1. Zoals is vermeld in B.44.1, kunnen bestaande sociale huisvestingsmaatschappijen zich laten erkennen als woonmaatschappij.

VolgensArtikel 206 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten kunnen bestaande huisvestingsmaatschappijen die niet voldoen aan de erkenningsvoorwaarde die inhoudt dat alleen het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen, aandelen kunnen houden van een woonmaatschappij, niettemin worden erkend als woonmaatschappij, zij het dat in dat geval enkele afwijkende regels gelden tot de datum waarop aan de voormelde voorwaarde is voldaan. Die afwijkende regels liggen onder meer vervat in het bestredenArtikel 206, eerste lid, 3°, 4° en 5° van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, dat, zoals is vermeld in B.28.2, beperkingen invoert op het stemrecht van de andere aandeelhouders dan het Vlaamse Gewest, de provincies, de gemeenten en de OCMW's en hun recht van voordracht van bestuurders regelt.

B.51.2. Uit de in B.28.3 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat de decreetgever, hoewel hij de bedoeling heeft gehad om te komen tot een « publiek aandeelhouderschap » in de woonmaatschappijen, rekening heeft willen houden met de rechten van de bestaande private aandeelhouders van de sociale huisvestingsmaatschappijen. Die private aandeelhouders kunnen blijven participeren in een woonmaatschappij, zij het dat hun zeggenschap in die maatschappij aan beperkingen wordt onderworpen.

Om te waarborgen dat die private aandeelhouders « niet ' gevangen ' zouden zijn in de vennootschap na de wijziging van de erkenningsvoorwaarden » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, p. 141), heeft de decreetgever in het bestredenArtikel 205, § 4, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten voorzien in een versoepelde uittredingsmogelijkheid. Die uittredingsmogelijkheid wordt in de parlementaire voorbereiding toegelicht als volgt : « Het eerste lid van paragraaf 4 voorziet in een uittredingsmogelijkheid voor iedere aandeelhouder van een sociale huisvestigingsmaatschappij met de vorm van een BV of CVBA vanaf de bijeenroeping van de algemene vergadering die de statuten in overeenstemming moet brengen met de erkenningsvoorwaarden voor woonmaatschappijen. Dit is ingeschreven om te waarborgen dat de aandeelhouders ook zouden kunnen uittreden indien de omzetting zou plaatsvinden tijdens de laatste zes maanden van het boekjaar. [...] [...] Het tweede lid van paragraaf 4 beoogt een gelijkaardig ' uittredingsrecht ' te voorzien voor aandeelhouders van een sociale huisvestingsmaatschappij die de vorm heeft aangenomen van een naamloze vennootschap. Sociale huisvestigingsmaatschappijen met de vorm van een NV moeten op dat ogenblik hun aandeelhouders de mogelijkheid bieden om hun aandelen te laten inkopen door de vennootschap tegen een prijs die niet hoger mag zijn dan de door de aandeelhouders werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de sociale huisvestingsmaatschappij. Dit wordt ook mogelijk gemaakt zelfs als er geen uitkeerbare middelen zijn, maar dan wordt de betaling van de prijs van de aandelen opgeschort tot de vennootschap over voldoende uitkeerbare middelen beschikt » (ibid., pp. 141-142).

B.51.3. Bij de uittreding ontvangen de desbetreffende aandeelhouders maximaal de nominale waarde van hun werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de vennootschap zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng artikel 205, § 4, tweede lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten).

B.52.1. Een beperking van de rechten verbonden aan aandelen vormt een inmenging in het eigendomsrecht (EHRM, 25 juli 2002, Sovtransavto Holding t. Oekraïne, §§ 91-92).

B.52.2. De te dezen ter discussie staande inmenging in het eigendomsrecht berust evenwel op een billijk evenwicht tussen de vereisten van het algemeen belang en die van de bescherming van het eigendomsrecht.

Mede gelet op de ruime beoordelingsbevoegdheid waarover de decreetgever beschikt bij het nakomen van de verplichting die op grond vanArtikel 23, derde lid, 3°, van de Grondwet voor hem geldt om het recht op een behoorlijke huisvesting te waarborgen en rekening houdend met het feit dat de sector van de sociale huisvesting in zeer ruime mate wordt gefinancierd door het Vlaamse Gewest, vermocht hij maatregelen te nemen met het oog op de versterking van de rol van de publieke overheden, en in het bijzonder van de lokale overheden, in het kader van de uitvoering van het Vlaamse sociale woonbeleid.

Uit wat voorafgaat blijkt dat de decreetgever daarbij rekening heeft gehouden met de situatie van de bestaande private aandeelhouders van de sociale huisvestingsmaatschappijen en hun de mogelijkheid heeft geboden om ofwel te blijven participeren in een woonmaatschappij, zij het met beperkingen van hun zeggenschap in die maatschappij, ofwel uit de sociale huisvestingsmaatschappij te treden, waarbij zij recht hebben op een terugbetaling van hun inbreng in het vermogen van de vennootschap.

Bestaande private aandeelhouders van een sociale huisvestingsmaatschappij weten overigens dat zij participeren in een vennootschap die niet in hoofdzaak is gericht op het uitkeren van vermogensvoordelen aan haar aandeelhouders en die onderworpen is aan erkenningsvoorwaarden die de overheid op basis van de wisselende eisen van het algemeen belang vermag te wijzigen. Onder de voorheen voor de sociale huisvestingsmaatschappijen geldende regelgeving waren de stemrechten van de private aandeelhouders bovendien ook reeds onderworpen aan beperkingen die niet golden voor de publiekrechtelijke overheden.

De omstandigheid dat de beperking van de zeggenschap in de vennootschap niet gepaard gaat met een schadeloosstelling, brengt niet met zich mee dat het billijk evenwicht waarop de bekritiseerde inmenging in het eigendomsrecht berust, te dezen wordt verbroken. Het enkele feit dat de overheid in het algemeen belang beperkingen oplegt aan het eigendomsrecht, heeft immers niet tot gevolg dat zij tot schadeloosstelling is gehouden.

B.53. Het tweede middel in de zaak nr. 7750 is niet gegrond.

B.54. Het vierde middel in de zaak nr. 7773 is afgeleid uit de schending, door de artikelen 83 en 206, in samenhang gelezen met de artikelen 105 en 205, § 4, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, van de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd doorArtikel 27 van de Grondwet,Artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens enArtikel 22 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in samenhang gelezen met het recht op eigendom, zoals gewaarborgd doorArtikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat de bestreden bepalingen voorzien in een uitdovende regeling voor het private aandeelhouderschap in de woonmaatschappijen, met een inperking van de rechten die de private aandeelhouders kunnen laten gelden ten aanzien van de vennootschap.

B.55. De verzoekende partijen voeren enkel grieven aan tegen het bijArtikel 83 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten ingevoerdeArtikel 4.39/2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en tegenArtikel 206, eerste lid, 1°, 3° en 4°, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof het vierde middel in de zaak nr. 7773 enkel in zoverre het is gericht tegen die bepalingen.

B.56. De verzoekende partijen in de zaak nr. 7773 voeren in essentie aan dat de keuze voor het publieke aandeelhouderschap en de inperking van de rechten van de private aandeelhouders leiden tot een strijdigheid met de vrijheid van vereniging, daar die maatregelen ingrijpen in de vrijheid van vennootschappen op het vlak van het bepalen van hun organisatie, structuur en bestuur, en tot een strijdigheid met het eigendomsrecht van de private aandeelhouders, daar hun zeggenschap in de algemene vergadering van de vennootschap wordt ingeperkt.

B.57.1. In zoverre het middel is afgeleid uit de schending van de vrijheid van vereniging, is het, om dezelfde redenen als die welke zijn vermeld in B.44.1 tot B.46.3, niet gegrond.

B.57.2. In zoverre het middel is afgeleid uit de schending van het eigendomsrecht, is het, om dezelfde redenen als die welke zijn vermeld in B.50.1 tot B.52.2, niet gegrond.

B.58. Het vierde middel in de zaak nr. 7773 is niet gegrond.

Wat betreft het aandeelhouderschap van de sociale huurders B.59. Het eerste middel in de zaak nr. 7674 is gericht tegen de artikelen 83 en 208 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten en is afgeleid uit de schending van de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd doorArtikel 27 van de Grondwet,Artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens enArtikel 22 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, doordat de bestreden bepalingen de sociale huurders ontzetten uit het aandeelhouderschap van de sociale huisvestingsmaatschappijen, met inperking van de rechten die ze kunnen laten gelden ten aanzien van de vennootschap.

Het eerste middel in de zaak nr. 7675 is identiek aan het eerste middel in de zaak nr. 7674, zij het dat het eveneens is afgeleid uit de schending van het recht op eigendom, zoals gewaarborgd doorArtikel 16 van de Grondwet en doorArtikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

B.60. In zoverre de verzoekende partijen in de voormelde middelen aanvoeren datArtikel 83 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten in strijd is met de vrijheid van vereniging, zijn die middelen, om dezelfde redenen als die welke zijn vermeld in B.44.1 tot B.46.3, niet gegrond.

B.61. Het Hof dient nog te onderzoeken of het bestredenArtikel 208 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten al dan niet de vrijheid van vereniging en het eigendomsrecht schendt.

B.62. Zoals de Vlaamse Regering opwerpt, voeren de verzoekende partijen enkel grieven aan tegen het eerste lid vanArtikel 208 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof de middelen enkel in zoverre ze gericht zijn tegenArtikel 208, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten.

B.63.1. Als een sociale huisvestingsmaatschappij heeft toegelaten dat sociale huurders inschreven op aandelen ter vervanging van de storting van een huurwaarborg, worden de betrokken aandeelhouders, volgensArtikel 208, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, op de datum van de inwerkingtreding van dat decreet geacht van rechtswege uit te treden met die aandelen, waarbij het scheidingsaandeel waarop de sociale huurder recht heeft, van rechtswege wordt omgeboekt tot een huurwaarborg. Daar het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, behoudens voor wat de inArtikel 225 van dat decreet opgesomde artikelen betreft, in werking is getreden op 20 september 2021, zijn de bedoelde aandeelhouders op die datum met hun aandelen uit de vennootschap getreden. Die uitreding brengt met zich mee dat de betrokken personen geen deel meer uitmaken van de algemene vergadering van de vennootschap.

B.63.2. De parlementaire voorbereiding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten doet ervan blijken dat de decreetgever, uitgaande van de vaststelling dat een aantal sociale huisvestingsmaatschappijen « in het verleden [toeliet] dat sociale huurders inschreven op aandelen van de sociale huisvestingsmaatschappij in plaats van een huurwaarborg te betalen », het noodzakelijk heeft geacht " om dit historisch gebrek aan huurwaarborg te regulariseren » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, p. 151). Hij is daarbij van oordeel geweest dat de bedragen die de sociale huurders dienden te betalen voor het verwerven van de aandelen « in feite geen investering, maar een huurwaarborg » (ibid., p. 11) vormen.

B.64.1. Daaruit blijkt dat de decreetgever met de bestreden bepaling een einde heeft willen maken aan de praktijk van bepaalde sociale huisvestingsmaatschappijen waarbij sociale huurders konden inschrijven op aandelen van de vennootschap ter vervanging van hun verplichting, die voortvloeit uitArtikel 6.26 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, om een waarborg te stellen ter nakoming van hun verbintenissen.

B.64.2. De wijze waarop aan de voormelde verplichting betreffende het stellen van een huurwaarborg kan worden voldaan, wordt geregeld inArtikel 6.61 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten0 « tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 », dat daarbij doorverwijst naarArtikel 37 van het decreet van 9 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/11/2018 pub. 07/12/2018 numac 2018015087 bron vlaamse overheid 9 NOVEMBER 2018 - Decreet houdende bepalingen betreffende de huur van voor bewoning bestemde goederen of delen ervan type decreet prom. 09/11/2018 pub. 11/12/2018 numac 2018015063 bron vlaamse overheid Decreet van de algemene rekening van de Vlaamse Gemeenschap en van de uitvoering van de begroting van de Vlaamse rechtspersonen zonder raad van bestuur voor het begrotingsjaar 2017 sluiten « houdende bepalingen betreffende de huur van voor bewoning bestemde goederen of delen ervan ». Die bepalingen voorzien niet in een mogelijkheid om aan de inArtikel 6.26 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 bedoelde verplichting te voldoen door in te schrijven op aandelen van een sociale huisvestingsmaatschappij.

Zoals het Hof heeft vastgesteld bij zijn arrest nr. 19/2022 van 3 februari 2022, hebben sommige sociale huisvestingsmaatschappijen, waaronder de verzoekende partij in de zaak nr. 7674, hun statuten en hun huurreglement bovendien in die zin uitgewerkt dat personen slechts huurder kunnen worden van een sociale woning door in te schrijven op een bepaald aantal aandelen van de vennootschap waarbij die aandelen door de huurder vervolgens dienen te worden verpand als huurwaarborg.

Zoals de Vlaamse Regering aanvoert, wordt op die wijze aan de kandidaten voor een sociale huurwoning een voorwaarde opgelegd om in aanmerking te komen voor een huurwoning waarin niet is voorzien in de ter zake van toepassing zijnde regelgeving.

B.65. De bestreden maatregel is pertinent ten aanzien van de doelstelling een einde te maken aan de voormelde praktijk en heeft geen onevenredige gevolgen. De betrokken personen hebben de bedoelde aandelen immers niet zozeer verworven met het oog op het verkrijgen van zeggenschap in de vennootschap, maar wel met het oog op het voldoen aan hun verplichting betreffende het stellen van een waarborg en, in voorkomend geval, met het oog op het in aanmerking komen voor de toewijzing van een sociale huurwoning. Het scheidingsaandeel waarop de sociale huurder recht heeft, moet volgens de bestreden bepaling bovendien worden omgeboekt tot een huurwaarborg.

B.66. Artikel 208, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten schendt de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd door de in de middelen vermelde grondwets- en verdragsbepalingen, niet.

B.67. Met betrekking tot de in het eerste middel in de zaak nr. 7675 aangevoerde schending van het eigendomsrecht, doen de verzoekende partijen gelden dat het scheidingsaandeel waarop de in de bestreden bepaling bedoelde aandeelhouders recht hebben, geen billijke schadeloosstelling is, daar het maximaal de nominale waarde bedraagt van de werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng.

B.68.1. Artikel 16 van de Grondwet bepaalt : « Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling ».

B.68.2. AangezienArtikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens een draagwijdte heeft die analoog is met die vanArtikel 16 van de Grondwet, vormen de erin vervatte waarborgen een onlosmakelijk geheel met die welke zijn opgenomen inArtikel 16 van de Grondwet, zodat het Hof, bij zijn toetsing van de bestreden bepaling, ermee rekening houdt.

B.69.1. Het doorArtikel 1 van het Eerste Aanvullende Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens gewaarborgde eigendomsrecht, doet, zoals is vermeld in B.50.2, geen afbreuk aan het recht dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang.

Daar de decreetgever met de bestreden bepaling een einde heeft willen maken aan een praktijk van bepaalde sociale huisvestingsmaatschappijen, streeft die bepaling een doelstelling van algemeen belang na.

B.69.2. Zoals is vermeld in B.52.2, weten de aandeelhouders van een sociale huisvestingsmaatschappij dat zij participeren in een vennootschap die niet in hoofdzaak is gericht op het uitkeren van vermogensvoordelen aan haar aandeelhouders. Het scheidingsaandeel waarop de in de bestreden bepaling bedoelde aandeelhouders recht hebben - en dat wordt omgeboekt tot een huurwaarborg - verschilt niet van wat andere aandeelhouders, bij uittreding of uitsluiting uit een woonmaatschappij of uit een sociale huisvestingsmaatschappij, ontvangen. Die aandeelhouders kunnen immers, overeenkomstig de artikelen 4.46/3, 3°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en 205, § 4, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, eveneens maximaal de nominale waarde ontvangen van de werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng.

B.69.3. De te dezen bekritiseerde inmenging in het recht op het ongestoord genot van de eigendom is evenredig ten aanzien van de door de decreetgever nagestreefde doelstelling betreffende het beëindigen van de voormelde praktijk. De omstandigheid dat het verlies van het recht om deel te nemen aan de algemene vergadering van de vennootschap niet gepaard gaat met een schadeloosstelling, leidt niet tot een andere conclusie. Zoals is vermeld in B.65, hebben de betrokken personen de bedoelde aandelen immers niet zozeer verworven met het oog op het verkrijgen van zeggenschap in de vennootschap, maar wel met het oog op het voldoen aan hun verplichting betreffende het stellen van een waarborg en, in voorkomend geval, met het oog op het in aanmerking komen voor de toewijzing van een sociale huurwoning. Het enkele feit dat de overheid in het algemeen belang beperkingen oplegt aan het eigendomsrecht, heeft overigens op zich niet tot gevolg dat zij tot schadeloosstelling is gehouden.

B.70. Artikel 208, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten schendt het eigendomsrecht, zoals gewaarborgd door de in de middelen vermelde grondwets- en verdragsbepalingen, niet.

B.71. Het eerste middel in de zaak nr. 7674 en het eerste middel in de zaak nr. 7675 zijn niet gegrond.

B.72. Het tweede middel in de zaak nr. 7675 is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordatArtikel 208 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten een verschil in behandeling, dat niet redelijk verantwoord zou zijn, in het leven roept tussen private aandeelhouders, naargelang zij al dan niet sociale huurder zijn.

De verzoekende partijen in de zaak nr. 7675 bekritiseren in essentie het feit dat voor de private aandeelhouders die geen sociale huurder zijn, niet is voorzien in een maatregel zoals vervat inArtikel 208, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, maar enkel in een beperking van hun zeggenschap in de vennootschap artikel 206 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten).

B.73.1. Zoals is vermeld in B.28.1, kunnen private aandeelhouders van een sociale huisvestingsmaatschappij die zich omvormt tot een woonmaatschappij, overeenkomstigArtikel 206 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, aandeelhouder blijven van die woonmaatschappij, zij het dat hun zeggenschap in die maatschappij aan de in datArtikel vermelde beperkingen wordt onderworpen. De inArtikel 208, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten bedoelde aandeelhouders worden daarentegen, overeenkomstig die bepaling, van rechtswege geacht uit te treden met de aandelen die fungeren als een vervanging van de storting van een huurwaarborg op de datum van inwerkingtreding van dat decreet.

B.73.2. Het bestredenArtikel 208, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten roept aldus een verschil in behandeling in het leven tussen, enerzijds, de in die bepaling beoogde private aandeelhouders van een sociale huisvestingsmaatschappij en, anderzijds, de inArtikel 206 van dat decreet beoogde private aandeelhouders.

B.74.1. In tegenstelling tot wat de Vlaamse Regering aanvoert, zijn de voormelde categorieën van personen voldoende vergelijkbaar. Beide categorieën van personen waren immers vóór de inwerkingtreding van het bestreden decreet houder van aandelen in een erkende sociale huisvestingsmaatschappij.

B.74.2. Het bekritiseerde verschil in behandeling berust op een objectief criterium.Artikel 208, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten geldt immers uitsluitend voor private aandeelhouders die hebben ingeschreven op aandelen ter vervanging van de storting van een huurwaarborg. De in die bepaling geregelde uittreding heeft bovendien uitsluitend betrekking op de aandelen die fungeren als vervanging van de storting van een huurwaarborg.Artikel 206 van dat decreet regelt daarentegen de positie van de private aandeelhouders van een sociale huisvestingsmaatschappij die beschikken over aandelen die niet fungeren als vervanging van de storting van een huurwaarborg. In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen lijken te beweren, houdtArtikel 208, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten niet in dat sociale huurders die hebben ingeschreven op aandelen die niet fungeren als een vervanging van de storting van een huurwaarborg, van rechtswege worden geacht uit te treden met die aandelen op de dag van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten.

B.74.3. Om dezelfde redenen als die welke zijn vermeld in B.64.1 tot B.65 en B.69.1 tot B.69.3, is het bekritiseerde verschil in behandeling redelijk verantwoord.

B.75. Het tweede middel in de zaak nr. 7675 is niet gegrond.

Wat betreft de ontbinding van rechtswege van een vennootschap en de vergoeding van de aandeelhouders B.76. Het derde middel in de zaak nr. 7674 en het derde middel in de zaak nr. 7675 zijn gericht tegen de artikelen 74, 124 en 205 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten en zijn afgeleid uit de schending van de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd doorArtikel 27 van de Grondwet,Artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens enArtikel 22 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, doordat de bestreden bepalingen voorzien in een ontbinding van rechtswege van een sociale huisvestingsmaatschappij wanneer zij niet als woonmaatschappij wordt erkend op een welbepaalde datum en in een ontbinding van rechtswege van een woonmaatschappij wanneer haar erkenning wordt ingetrokken. Het eerste middel in de zaak nr. 7771 en het derde middel in de zaak nr. 7773 zijn inhoudelijk identiek aan de voormelde middelen, zij het dat zij uitsluitend zijn gericht tegen de artikelen 124 en 205 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten.

Het eerste onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7695 heeft eveneens een gelijksoortige draagwijdte, zij het dat het is gericht tegen de artikelen 104 en 205 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten.

Het derde en het vierde onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750 betreffen eveneens - gedeeltelijk - de bij de artikelen 124 en 205, § 5, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten ingevoerde maatregel van ontbinding van rechtswege van een sociale huisvestingsmaatschappij of woonmaatschappij. De verzoekende partijen voeren aan dat de voormelde bepalingen de vrijheid van ondernemen, zoals gewaarborgd door de artikelen II.3 en II.4 van het Wetboek van economisch recht, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd doorArtikel 27 van de Grondwet enArtikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, schenden.

B.77. Zoals is vermeld in B.2.2, vervangt het bestredenArtikel 74 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluitenArtikel 4.36, § 1, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. Volgens datArtikel kan een vennootschap worden erkend en erkend blijven als woonmaatschappij als ze ten minste beantwoordt aan de bepalingen van de hoofdstukken 1 tot 7 van titel 3 (« Woonmaatschappijen ») van boek 4 (« Woonactoren ») van de voormelde Codex, waarbij de Vlaamse Regering aanvullende erkenningsvoorwaarden kan opleggen artikel 4.36, § 2).

Zoals is vermeld in B.2.5, heeft de intrekking van de erkenning van een woonmaatschappij, volgensArtikel 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 124 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, van rechtswege haar ontbinding tot gevolg. Alle bevoegdheden om de woonmaatschappij te besturen en te verbinden worden dan toegewezen aan een of meer door de Vlaamse Regering aangestelde vereffenaars die de noodzakelijke maatregelen nemen voor de overgang van het vermogen van de ontbonden vennootschap op de door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappij of woonmaatschappijen.

Zoals is vermeld in B.3.3, verliezen sociale huisvestingsmaatschappijen die op 31 december 2022 niet zijn erkend en evenmin tijdelijk zijn erkend als woonmaatschappij, volgensArtikel 205, § 5, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, van rechtswege hun erkenning met ingang vanaf 1 januari 2023. De tijdelijk erkende woonmaatschappijen die op 30 juni 2023 niet erkend zijn, verliezen eveneens van rechtswege hun tijdelijke erkenning. In beide gevallen heeft het verlies van de erkenning van rechtswege de ontbinding tot gevolg. De aandeelhouders ontvangen, na de aanzuivering van het passief van de sociale huisvestingsmaatschappij, maximaal de nominale waarde van hun werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de sociale huisvestingsmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng. Het vermogen dat daarna overblijft, gaat over op een of meer door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappijen.

B.78.1. In essentie bekritiseren de verzoekende partijen de inArtikel 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 vervatte maatregel van ontbinding van rechtswege van een woonmaatschappij in geval van intrekking van haar erkenning, evenals de inArtikel 205 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vervatte maatregel van ontbinding van rechtswege van een sociale huisvestingsmaatschappij die niet als woonmaatschappij is erkend op een welbepaalde datum.

Beide maatregelen komen erop neer dat een vennootschap die haar erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij of als woonmaatschappij verliest, van rechtswege wordt ontbonden.

B.78.2. In zoverre de verzoekende partijen in de zaak nr. 7695 in het kader van het eerste onderdeel van hun eerste middel hun kritiek ook richten opArtikel 104 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, dat in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 eenArtikel 4.46/2 invoegt, naar luid waarvan een woonmaatschappij uiterlijk vanaf 1 januari 2024 over een patrimonium van ten minste 1 000 sociale huurwoningen in beheer moet beschikken, dient te worden vastgesteld dat die bepaling een erkenningsvoorwaarde bevat.

Uit de uiteenzetting, in het verzoekschrift, van het desbetreffende onderdeel blijkt dat de verzoekende partijen in de zaak nr. 7695 in essentie aanvoeren dat het niet voldoen aan de voormelde erkenningsvoorwaarde kan leiden tot een intrekking van de erkenning en tot de ontbinding van rechtswege van de vennootschap, waarbij zij zich in werkelijkheid gegriefd voelen door de ontbinding van rechtswege van de vennootschap. Het eerste onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7695 is aldus op zich niet gericht tegenArtikel 104 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, maar tegen het eveneens met dat onderdeel bestredenArtikel 205 van dat decreet. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof het eerste onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7695 enkel in zoverre het is gericht tegen die laatste bepaling.

B.79.1. De maatregel betreffende de ontbinding van een sociale huisvestingsmaatschappij die haar erkenning heeft verloren, gaat terug opArtikel 42, eerste lid, van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten « houdende de Vlaamse Wooncode ».

De parlementaire voorbereiding van dat decreet vermeldt : « Door de voorgestelde regeling wordt er, in geval de erkenning bij wijze van sanctie wordt ingetrokken, zorg voor gedragen dat de overheidsmiddelen, die aan de maatschappij sinds haar oprichting werden toegekend voor haar sociale activiteiten, terugvloeien naar het Gewest (in de vorm van een andere huisvestingsmaatschappij of de VHM) en dat de gedane investeringen hun sociale doel behouden » (Parl. St., Vlaams Parlement, 1996-1997, nr. 654/1, p. 25). « [De minister] legt er de nadruk op dat het erg moeilijk is om de subsidies voor de bouw van sociale woningen, die worden bewoond door mensen die aan de criteria voldoen, eenvoudig terug te vorderen. Ofwel zijn de woningen inmiddels verkocht (koopwoningen), ofwel kunnen de middelen enkel gerecupereerd worden door de verkoop van het patrimonium (huurwoningen). Dat zou strijdig zijn met verschillende andere bepalingen van de wooncode, die er precies op gericht zijn het sociaal huurpatrimonium in stand te houden. Bovendien is het de bedoeling om de sociale huurder een zekere bescherming te bieden. Een eenvoudige terugvordering van de subsidies zou ingeval van verkoop immers leiden tot een uitdrijving van de sociale huurder, wat niet wenselijk is » (Parl. St., Vlaams Parlement, 1996-1997, nr. 654/6, p. 66).

B.79.2. Daaruit blijkt dat de decreetgever met de maatregel betreffende de ontbinding van rechtswege van een sociale huisvestingsmaatschappij heeft beoogd de met overheidsmiddelen « gedane investeringen hun sociale doel [te laten] behouden », om « het sociaal huurpatrimonium in stand te houden » en om « de sociale huurder een zekere bescherming te bieden ».

De decreetgever blijkt aldus de continuïteit van de dienstverlening op het vlak van de sociale huisvesting te hebben willen waarborgen, evenals het recht op een behoorlijke huisvesting van de sociale huurder, zoals gewaarborgd doorArtikel 23, derde lid, 3°, van de Grondwet.

B.79.3. Er dient te worden aangenomen dat de decreetgever met de bestreden bepalingen dezelfde doelstellingen nastreeft.

B.80.1. Zoals is vermeld in B.38.2, belet de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd door de in het middel aangehaalde grondwets- en verdragsbepalingen, niet dat verenigingen die deelnemen aan de verwezenlijking van een opdracht van algemeen belang en die overheidssubsidies ontvangen, aan voorwaarden inzake werking en toezicht kunnen worden onderworpen, voor zover zij de inhoudelijke kern van die vrijheid niet aantasten.

B.80.2. Door te voorzien in een maatregel van ontbinding van rechtswege van een vereniging, raken de bestreden bepalingen aan de inhoudelijke kern van de vrijheid van vereniging.

B.81. Daar de bestreden bepalingen onder meer het recht op een behoorlijke huisvesting van de huurder van een sociale woning van een vennootschap die haar erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij of als woonmaatschappij verliest, beogen te vrijwaren, ontstaat een conflict tussen, enerzijds, de vrijheid van vereniging van de betrokken vennootschap en, anderzijds, het recht op een behoorlijke huisvesting van de sociale huurder. In een dergelijke situatie dient een billijk evenwicht te worden gevonden tussen die rechten en vrijheden en de eraan verbonden belangen.

B.82. De bestreden bepalingen zijn pertinent ten aanzien van de door de decreetgever nagestreefde doelstellingen. Door de ontbinding van een sociale huisvestingsmaatschappij of van een woonmaatschappij wordt immers een situatie van vereffening in het leven geroepen, die toelaat de nodige maatregelen te nemen om de in B.79.2 vermelde doelstellingen te bereiken. ZowelArtikel 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 124 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, alsArtikel 205, § 5, van dat decreet, voorzien in het kader van de bestreden maatregel van ontbinding van rechtswege van de vennootschap uitdrukkelijk erin dat het overblijvende vermogen van de ontbonden vennootschap overgaat op één of meer door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappijen.

B.83.1. Overeenkomstig de vóór de inwerkingtreding van het bestreden decreet van kracht zijnde regelgeving, dienden de sociale huisvestingsmaatschappijen de door de Vlaamse Regering opgestelde modelstatuten aan te nemen en zich ertoe te verbinden hun statuten onmiddellijk aan te passen aan elke latere wijziging die de Vlaamse Regering in die modelstatuten aanbrengt artikel 40, § 1, tweede lid, 5°, van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten « houdende de Vlaamse Wooncode »).

Volgens de bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/10/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010035998 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen sluiten « tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen » (hierna : het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/10/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010035998 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen sluiten) vastgestelde modelstatuten, kon de vennootschap worden ontbonden « als gevolg van een door de Vlaamse Regering opgelegde verplichting tot fusie en intrekking van de erkenning ».

Sociale huisvestingsmaatschappijen dienden aldus in hun statuten een bepaling op te nemen naar luid waarvan de vennootschap kan worden ontbonden als gevolg van een door de Vlaamse Regering opgelegde verplichting tot fusie en als gevolg van een intrekking van de erkenning.

B.83.2. Artikel 4.39/1 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bijArtikel 81 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, voorziet voor de woonmaatschappijen eveneens erin dat zij de modelstatuten dienen aan te nemen en zich ertoe dienen te verbinden hun statuten aan te passen aan elke latere wijziging die de Vlaamse Regering in de modelstatuten zou aanbrengen. Volgens de bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten0 « tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 » (hierna : het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten0), zoals gewijzigd bij het besluit van 17 december 2021 « tot wijziging van verschillende besluiten over wonen », vastgestelde modelstatuten, kan de vennootschap eveneens worden ontbonden « als gevolg van een door de Vlaamse Regering opgelegde verplichting tot fusie en intrekking van de erkenning ».

B.83.3. Vennootschappen die zich in het verleden hebben laten erkennen als sociale huisvestingsmaatschappij hebben zich, door hun aanvraag tot erkenning, vrijwillig onderworpen aan de door de overheid vastgestelde erkenningsvoorwaarden, waaronder de voorwaarde dat zij in hun statuten dienen op te nemen dat de vennootschap kan worden ontbonden als gevolg van een door de Vlaamse Regering opgelegde verplichting tot fusie of als gevolg van een intrekking van de erkenning. Vennootschappen die zich willen laten erkennen als woonmaatschappij onderwerpen zich eveneens aan een dergelijke voorwaarde.

B.84. Zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn arrest nr. 19/2022 van 3 februari 2022 kunnen sociale huisvestingsmaatschappijen en woonmaatschappijen hun statutaire doelen slechts nastreven in zoverre zij zijn erkend door de overheid, die de erkenning en de daaraan verbonden subsidiëring onder bepaalde voorwaarden kan intrekken. De bevoegde overheid vermag de erkenningsvoorwaarden bovendien in beginsel te wijzigen op basis van de wisselende eisen van het algemeen belang. Het voortbestaan van een sociale huisvestingsmaatschappij of een woonmaatschappij is aldus steeds afhankelijk van het behoud van de door de overheid verleende erkenning.

B.85.1. Gelet op het voorgaande en rekening houdend met de door de decreetgever nagestreefde doelstellingen vermeld in B.79.2, berusten de bestreden bepalingen op een billijk evenwicht tussen, enerzijds, de vrijheid van vereniging van de betrokken vennootschappen en, anderzijds, het recht op een behoorlijke huisvesting van de sociale huurder.

B.85.2. In zoverre de verzoekende partijen in de zaken nrs. 7674 en 7675 nog aanvoeren dat de onevenredigheid van de inArtikel 205, § 5, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vervatte maatregel betreffende de ontbinding van een sociale huisvestingsmaatschappij, volgt uit het feit dat de termijn tussen de bekendmaking van de bestreden bepalingen en het ontbinden van een vennootschap onredelijk kort is, dient te worden vastgesteld dat het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 september 2021, dat de sector van de sociale huisvesting bij de voorbereiding van dat decreet werd betrokken en dat bij die voorbereiding 31 december 2022 steeds als uiterste datum werd voorgesteld voor de omvorming van de sociale huisvestingsmaatschappijen in woonmaatschappijen.Artikel 205, § 3, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten voorziet bovendien in een mogelijkheid voor sociale huisvestingsmaatschappijen om, onder bepaalde voorwaarden, een tijdelijke erkenning tot 30 juni 2023 te verkrijgen.

De verzoekende partijen maken niet aannemelijk dat het onmogelijk is om zich tijdig aan te passen aan de bepalingen van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten.

B.86.1. De bestreden bepalingen, in zoverre zij voorzien in de ontbinding van rechtswege van een vennootschap, schenden de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd bij de in de middelen vermelde grondwets- en verdragsbepalingen, niet.

B.86.2. Om dezelfde redenen schenden die bepalingen evenmin de vrijheid van ondernemen, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

B.87. Het derde middel in de zaak nr. 7674, het derde middel in de zaak nr. 7675, het eerste onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7695, het eerste middel in de zaak nr. 7771 en het derde middel in de zaak nr. 7773 zijn niet gegrond. In zoverre het derde en het vierde onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750 betrekking hebben op de ontbinding van rechtswege van een vennootschap, zijn zij evenmin gegrond.

B.88. Het derde middel in de zaak nr. 7695 is afgeleid uit de schending, doorArtikel 205, § 5, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, vanArtikel 16 van de Grondwet en vanArtikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat de bestreden norm bepaalt dat de aandeelhouders na de ontbinding van rechtswege van de sociale huisvestingsmaatschappij maximaal de nominale waarde van hun werkelijk gestorte inbreng ontvangen. In het derde en vierde onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750, leveren de verzoekende partijen een kritiek die gelijksoortig is aan die welke is vervat in het derde middel in de zaak nr. 7695, zij het dat hun kritiek ook is gericht tegenArtikel 105 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten en dat zij eveneens de overgang van het overblijvende vermogen naar een door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappij bekritiseren.

B.89. VolgensArtikel 205, § 5, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten ontvangen de aandeelhouders van een sociale huisvestingsmaatschappij, in geval van ontbinding van die maatschappij overeenkomstig die bepaling, maximaal de nominale waarde van hun werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de sociale huisvestingsmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng.

Het vermogen dat overblijft na de aanzuivering van het passief en de terugbetaling van de aandeelhouders, gaat over op een door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappij.

VolgensArtikel 4.46/3, 4°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bijArtikel 105 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, ontvangen de aandeelhouders van een woonmaatschappij, bij vereffening van die maatschappij, de nominale waarde van hun werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng. Het vermogen dat overblijft na de aanzuivering van het passief en de terugbetaling van de aandeelhouders, gaat over op een door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappij.

B.90. Zoals is vermeld in B.50.2, B.68.2 en B.69.1, vormen de waarborgen vervat inArtikel 16 van de Grondwet en inArtikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens een onlosmakelijk geheel, en doet het door die bepalingen gewaarborgde eigendomsrecht geen afbreuk aan het recht dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang. Een inmenging in het recht op het ongestoord genot van de eigendom is enkel verenigbaar met dat recht indien ze een redelijk verband van evenredigheid heeft met het nagestreefde doel, dit wil zeggen indien ze het billijke evenwicht tussen de vereisten van het algemeen belang en die van de bescherming van dat recht niet verbreekt.

B.91.1. Overeenkomstig het vóór de inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten van kracht zijndeArtikel 4.37 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, dienden de sociale huisvestingsmaatschappijen de vorm aan te nemen van een coöperatieve of naamloze vennootschap met een sociaal oogmerk. Overeenkomstig het vóór de inwerkingtreding van het WVV geldendeArtikel 661 van het Wetboek van vennootschappen waren vennootschappen met een sociaal oogmerk niet gericht op het verrijken van hun vennoten en dienden de statuten van die vennootschappen te bepalen dat de vennoten geen of een beperkt vermogensvoordeel nastreven en dat na de aanzuivering van het hele passief en de terugbetaling aan de vennoten van hun inbreng, hetgeen na de vereffening overblijft, een bestemming krijgt die zo nauw mogelijk aansluit bij het sociaal oogmerk van de vennootschap.

Volgens de bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/10/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010035998 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen sluiten vastgestelde modelstatuten, dienden de sociale huisvestingsmaatschappijen in hun statuten op te nemen dat de vennoten geen of maar een beperkt vermogensvoordeel nastreven en dat het vermogen van de ontbonden vennootschap, na aanzuivering van het passief en de eventuele terugbetaling aan de vennoten van hun inbreng, overgaat op een door de Vlaamse Regering aangewezen huisvestingsmaatschappij.

B.91.2. De keuze van de decreetgever voor de rechtsvorm van de besloten vennootschap die de bij het bestreden decreet in het leven geroepen woonmaatschappijen dienen aan te nemen, is, zoals is vermeld in B.19.3, ingegeven door de hervorming van het vennootschapsrecht die werd doorgevoerd bij het WVV. De decreetgever heeft daarbij bepaalde van de kenmerken van een vennootschap met een sociaal oogmerk, als erkenningsvoorwaarden, ingebouwd in de door de woonmaatschappijen aan te nemen rechtsvorm van de besloten vennootschap. De desbetreffende erkenningsvoorwaarden werden onder meer gemotiveerd op grond van het feit dat de sector van de sociale huisvesting in zeer ruime mate wordt gefinancierd met overheidsmiddelen. Het bij het bestredenArtikel 105 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 ingevoegdeArtikel 4.46/3 maakt deel uit van de bepalingen waaraan een vennootschap moet voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor een erkenning als woonmaatschappij.

Volgens de bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten0 vastgestelde modelstatuten, dienen de woonmaatschappijen in hun statuten op te nemen dat de aandeelhouders slechts een beperkt vermogensvoordeel mogen nastreven, dat de aandeelhouders maximaal de nominale waarde van hun werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de vennootschap, zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng, bij uittreding of uitsluiting kunnen ontvangen en dat bij vereffening van de vennootschap het vermogen dat overblijft na de aanzuivering van het passief en de terugbetaling aan de aandeelhouders, overgaat op een door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappij.

B.91.3. Uit de in B.2.4 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat de decreetgever heeft vastgesteld dat « de investeringen van private aandeelhouders in sociale huisvestingsmaatschappijen [...] in het verleden steeds beperkt gebleven [zijn] tot kapitaalinbreng ».

B.92.1. Gelet op het voorgaande kunnen de door de verzoekende partijen bestreden maatregelen, in tegenstelling tot wat zij aanvoeren, niet worden gekwalificeerd als een onteigening in de zin vanArtikel 16 van de Grondwet. Het behoort immers tot het wezenskenmerk van zowel de sociale huisvestingsmaatschappijen als de woonmaatschappijen dat zij niet in hoofdzaak gericht zijn op het uitkeren van vermogensvoordelen aan hun aandeelhouders en dat hun vermogen, in geval van vereffening, na de aanzuivering van het passief en de terugbetaling aan de aandeelhouders, een bestemming krijgt die nauw aansluit bij de sociale doelen van de desbetreffende vennootschap.

B.92.2. De bestreden maatregelen berusten bovendien op een billijk evenwicht tussen de vereisten van het algemeen belang en die van de bescherming van het recht op het ongestoord genot van eigendom. Daar de investeringen van private aandeelhouders in sociale huisvestingsmaatschappijen in het verleden beperkt zijn gebleven tot kapitaalinbreng, is het, mede gelet op de aard van de desbetreffende vennootschappen, redelijk verantwoord dat die aandeelhouders, bij vereffening van de vennootschap, maximaal de nominale waarde van hun werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng ontvangen en dat het overblijvende vermogen van de vennootschap, na aanzuivering van het passief, overgaat op een door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappij.

B.93. Het derde middel in de zaak nr. 7695 en het derde en vierde onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750, in zoverre die onderdelen betrekking hebben op het eigendomsrecht, zijn niet gegrond.

Wat betreft het principe van één woonmaatschappij per werkingsgebied B.94. In het eerste onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750, dat gericht is tegen de artikelen 74, 76 en 77 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, bekritiseren de verzoekende partijen het principe van één erkende woonmaatschappij per werkingsgebied. Uit de uiteenzetting van dat onderdeel in het verzoekschrift blijkt dat het is afgeleid uit de schending van de vrijheid van ondernemen, zoals gewaarborgd door de artikelen II.3 en II.4 van het Wetboek van economisch recht, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en uit de schending van de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd doorArtikel 27 van de Grondwet enArtikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

De verzoekende partijen voeren in essentie aan dat het principe van één woonmaatschappij per werkingsgebied met zich meebrengt dat de bestaande woonactoren verplicht worden om te fusioneren met andere woonactoren en om splitsingsoperaties door te voeren, wat volgens hen leidt tot een onevenredige inmenging in de vrijheid van vereniging en de vrijheid van ondernemen.

B.95. De grieven van de verzoekende partijen zijn gericht tegen de artikelen 4.37, tweede lid, en 4.38, § 2, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij de bestreden artikelen 76 en 77 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof het eerste onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750 enkel in zoverre het is gericht tegen die bepalingen.

B.96. VolgensArtikel 4.37, tweede lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 erkent de Vlaamse Regering één woonmaatschappij per werkingsgebied, dat uit één gemeente of geografisch aansluitende gemeenten moet bestaan. De werkingsgebieden worden vastgesteld door de Vlaamse Regering artikel 4.37, eerste lid).

VolgensArtikel 4.38, § 2, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 is een woonmaatschappij uitsluitend actief binnen het werkingsgebied waarvoor ze erkend is.

B.97. Zoals reeds meermaals is vermeld, beletArtikel 27 van de Grondwet niet dat verenigingen die deelnemen aan de verwezenlijking van een opdracht van algemeen belang en die overheidssubsidies ontvangen, aan voorwaarden inzake werking en toezicht kunnen worden onderworpen, voor zover zij de inhoudelijke kern van die vrijheid niet aantasten, en belet de vrijheid van ondernemen de bevoegde wetgever niet om de economische bedrijvigheid van personen en ondernemingen te regelen. Die wetgever zou onredelijk optreden indien hij de vrijheid van ondernemen zou beperken zonder dat daartoe enige noodzaak bestaat of indien die beperking onevenredig zou zijn met het nagestreefde doel.

B.98.1. Het staat aan de decreetgever de meest geschikte weg te kiezen teneinde de opdrachten van openbare dienst te verwezenlijken waarmee hij is belast. Daar de sociale huisvestingsmaatschappijen en de woonmaatschappijen de bevoorrechte uitvoerders zijn van het Vlaamse woonbeleid, daar zij tot taak hebben om in het algemeen belang bij te dragen aan het recht op menswaardig wonen artikel 4.39/7 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals ingevoegd bijArtikel 90 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten) en daar hun werking in ruime mate wordt gesubsidieerd via overheidsmiddelen, vermag de decreetgever ten aanzien van die maatschappijen een kader te bieden voor hun werking en de nodige maatregelen te nemen opdat zij een beleid voeren dat strookt met het Vlaamse woonbeleid. De decreetgever beschikt ter zake over een ruime beoordelingsbevoegdheid. Ook ten aanzien van de sociale verhuurkantoren, die eveneens een taak van algemeen belang vervullen en in ruime mate worden gesubsidieerd via overheidsmiddelen, vermag de decreetgever een dergelijk kader uit te werken.

B.98.2. Het te dezen ten aanzien van de sociale woonactoren door de decreetgever uitgewerkte kader neemt de vorm aan van erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden, die de decreetgever, zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn arrest nr. 19/2022, in beginsel vermag te wijzigen op basis van de wisselende eisen van het algemeen belang.

B.98.3. Sociale huisvestingsmaatschappijen weten dat zij hun statutaire doelen slechts kunnen nastreven in zoverre zij zijn erkend door de overheid, die de erkenning en de daaraan verbonden subsidiëring onder bepaalde voorwaarden kan intrekken. Zoals is vermeld in B.83.1, dienen de sociale huisvestingsmaatschappijen in hun statuten immers een bepaling op te nemen naar luid waarvan de vennootschap kan worden ontbonden als gevolg van een door de Vlaamse Regering opgelegde verplichting tot fusie en als gevolg van een intrekking van de erkenning. De overheid kan ook de erkenning van sociale verhuurkantoren en de daaraan verbonden subsidiëring onder bepaalde voorwaarden intrekken.

B.99. In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen aanvoeren, verplichten de bestreden bepalingen de bestaande sociale woonactoren op zich niet om over te gaan tot een fusie met andere actoren of om over te gaan tot een splitsingsoperatie. Het staat aan de desbetreffende vennootschappen en ondernemingen om zelf te beoordelen of het wenselijk is zich in te schrijven in de nieuwe erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden en te dien einde over te gaan tot de fusie- en splitsingsoperaties die zij wenselijk of nodig achten.

B.100. Zoals blijkt uit de in B.2.1 aangehaalde parlementaire voorbereiding, heeft de decreetgever met de bij het bestreden decreet doorgevoerde hervorming beoogd « de sociale woonactoren binnen een werkingsgebied [te] versmelten tot één sociale woonmaatschappij tegen 1 januari 2023 » en dit « in functie van klantvriendelijkheid, transparantie en gedegen samenwerking over diverse activiteiten op vlak van sociale huisvesting ». De decreetgever heeft onder meer willen bereiken dat de kandidaat-sociale huurder zich maar één keer moeten inschrijven bij een sociale woonactor, terwijl hij dat in de vroegere context bij alle sociale woonactoren apart moest doen. Hij heeft met de bestreden hervorming eveneens beoogd een oplossing te bieden voor het probleem dat de kandidaat-huurders met de grootste woonnood bij een sociaal verhuurkantoor terechtkomen waar de huurprijs merkelijk hoger ligt dan de gemiddelde huurprijs van een woning verhuurd door een sociale huisvestingsmaatschappij. Ten slotte heeft hij ook schaalvoordelen nagestreefd en het delen van expertise op het vlak van de sociale huisvesting willen bevorderen.

B.101. De door de decreetgever nagestreefde doelstellingen zijn legitiem en de bestreden bepalingen zijn pertinent ten aanzien van die doelstellingen. Gelet op de ruime beoordelingsbevoegdheid waarover de decreetgever ter zake beschikt en rekening houdend met het feit dat de betrokken verenigingen en ondernemingen opereren in een kader waarin zij hun doelen slechts kunnen nastreven in zoverre zij zijn erkend en worden gesubsidieerd door de overheid en met het feit dat zij zelf kunnen beoordelen of het wenselijk is zich in te schrijven in de nieuwe erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden, hebben die bepalingen geen onevenredige gevolgen.

B.102. De bestreden bepalingen schenden de vrijheid van vereniging niet. Zij schenden evenmin de vrijheid van ondernemen, in samenhang gelezen van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

B.103. Het eerste onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750 is niet gegrond.

Wat betreft de aanstelling van een mandataris ad hoc B.104. Het vijfde onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750 is gericht tegenArtikel 122 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, dat in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 een regel invoegt naar luid waarvan de Vlaamse Regering een mandataris ad hoc kan aanstellen die geheel of gedeeltelijk in de plaats treedt van het bestuursorgaan van de woonmaatschappij. Uit de uiteenzetting van dat onderdeel in het verzoekschrift blijkt dat het is afgeleid uit de schending van de vrijheid van ondernemen, zoals gewaarborgd door de artikelen II.3 en II.4 van het Wetboek van economisch recht, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en uit de schending van de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd doorArtikel 27 van de Grondwet enArtikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

De verzoekende partijen voeren in essentie aan dat de maatregel betreffende de aanstelling van een mandataris ad hoc een niet gerechtvaardigde inmenging in de rechten van de vennoten van een vennootschap vormt en aldus afbreuk doet aan de vrijheid van vereniging en de vrijheid van ondernemen.

B.105. De grieven van de verzoekende partijen zijn gericht tegenArtikel 4.51, eerste lid, 3°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 122 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof het vijfde onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750 enkel in zoverre het is gericht tegen die bepaling.

B.106. VolgensArtikel 4.51, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 kan de Vlaamse Regering, op eigen initiatief of op verzoek van de toezichthouder, een woonmaatschappij die niet aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, die de opdrachten, opgelegd bij decreet of bij besluit van de Vlaamse Regering, niet behoorlijk uitvoert, die de verbintenissen die ze is aangegaan niet nakomt, of waarvan de werking in gebreke blijft, de in die bepaling opgesomde sancties opleggen. Die sancties variëren naar intensiteit en gaan van een loutere vervroeging van de eerstvolgende prestatiebeoordeling tot de intrekking van de erkenning. De door de verzoekende partijen bestreden sanctie betreft de aanstelling, door de Vlaamse Regering, van een mandataris ad hoc die geheel of gedeeltelijk in de plaats treedt van het bestuursorgaan van de woonmaatschappij en die door de woonmaatschappij dient te worden vergoed voor de prestaties die in het kader van die opdracht worden verricht.

VolgensArtikel 4.51, derde lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 stuurt de Vlaamse Regering, voorafgaand aan de beslissing om één van de sancties op te leggen, de betrokken woonmaatschappij een ingebrekestelling, waarin wordt gemotiveerd waarom de betrokken woonmaatschappij de erkenningsvoorwaarden niet nakomt, de opdrachten niet behoorlijk uitvoert, de verbintenissen die ze is aangegaan niet nakomt of haar werking in gebreke blijft. De in gebreke gestelde woonmaatschappij heeft het recht om te worden gehoord.

B.107.1. De aanstelling, door de Vlaamse Regering, van een mandataris ad hoc die geheel of gedeeltelijk in de plaats treedt van het bestuursorgaan van een vereniging, vormt een inmenging in de interne organisatievrijheid van die vereniging en een beperking van haar vrijheid van ondernemen.

B.107.2. Zoals blijkt uit de in B.25.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding gaat de maatregel terug op de voorheen voor de sociale huisvestingsmaatschappijen geldende regelgeving en is ze ingegeven door de bijzondere taken van algemeen belang die worden opgedragen aan de woonmaatschappijen en door de bedoeling van de decreetgever om de Vlaamse Regering een mogelijkheid te bieden om op te treden wanneer die taken van algemeen belang niet behoorlijk worden uitgevoerd. De aanstelling van een mandataris ad hoc vormt aldus een maatregel van toezicht op verenigingen die een taak van algemeen belang vervullen en die in dat kader overheidssubsidies ontvangen. Zoals is vermeld in B.38.2, beletArtikel 27 van de Grondwet de overheid in beginsel niet om in dergelijke omstandigheden maatregelen van toezicht uit te werken.

De sanctie beoogt meer in het bijzonder om bij wanprestatie van een woonmaatschappij het bijArtikel 23, derde lid, 3°, van de Grondwet gewaarborgde recht op een behoorlijke huisvesting van de sociale huurders te vrijwaren, evenals te bewaken dat de overheidsmiddelen, die via subsidiëring aan de betrokken woonmaatschappij worden toebedeeld, worden aangewend voor het doel waarvoor ze werden verleend. De door de decreetgever nagestreefde doelstellingen zijn legitiem.

B.107.3. De aanstelling van een mandataris ad hoc die in de plaats treedt van het bestuursorgaan van een woonmaatschappij vormt een maatregel die pertinent is ten aanzien van de door de decreetgever nagestreefde doelstellingen. In zoverre die maatregel wordt aangewend in situaties die een voldoende graad van ernst vertonen, heeft zij geen onevenredige gevolgen. Daar de inArtikel 4.51, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 opgesomde sancties variëren naar intensiteit, dient te worden aangenomen dat de decreetgever van oordeel is geweest dat de Vlaamse Regering, bij een beoordeling van de op te leggen sanctie, rekening dient te houden met de ernst van de tekortkomingen van de betrokken woonmaatschappij. Daar de betrokken woonmaatschappij in gebreke dient te worden gesteld en het recht heeft om te worden gehoord, beschikt zij vóór het opleggen van de sanctie over een mogelijkheid om haar standpunten ter zake kenbaar te maken aan de Vlaamse Regering. Voor het overige staat het in voorkomend geval aan de bevoegde rechter de evenredigheid van de opgelegde sanctie in concreto te beoordelen.

B.108. De bestreden bepaling schendt de vrijheid van vereniging niet.

Zij schendt evenmin de vrijheid van ondernemen, in samenhang gelezen van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

B.109. Het vijfde onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7750 is niet gegrond.

Wat betreft de overdracht van goederen aan een erkende woonmaatschappij B.110. Het derde middel in de zaak nr. 7750 is afgeleid uit de schending, door de artikelen 77 en 209 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, van de grondwettelijke waarborgen die gelden in geval van eigendomsberoving, gewaarborgd doorArtikel 16 van de Grondwet (in hoofdorde) en door het rechtszekerheidsbeginsel en de beginselen van behoorlijke regelgeving (in ondergeschikte orde), doordat de sociale huisvestingsmaatschappijen, de sociale verhuurkantoren, het Vlaams Woningfonds en de woonmaatschappijen die in een bepaald werkingsgebied onroerende goederen hebben, maar niet erkend zijn als woonmaatschappij voor dat gebied, verplicht worden die goederen over te dragen aan de voor dat gebied erkende woonmaatschappij, zonder dat zij daarbij de garantie krijgen van een integrale vergoeding.

B.111. De grieven van de verzoekende partijen zijn gericht tegen de inArtikel 4.38, § 7, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 77, vervatte woorden « rekening houdend met de bijzondere kenmerken van de sociale huisvestingsmaatschappijen respectievelijk woonmaatschappijen » en tegenArtikel 209, § 3, derde lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, in zoverre datArtikel verwijst naar het voormeldeArtikel 4.38, § 7.

Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof het derde middel in de zaak nr. 7750 enkel in zoverre het is gericht tegen de voormelde in die bepalingen vervatte woorden.

B.112.1. VolgensArtikel 209, § 3, eerste en tweede lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten verwerft een erkende woonmaatschappij die voortspruit uit een erkende sociale huisvestingsmaatschappij zo snel mogelijk het beheer van de onroerende goederen die geschikt zijn voor de sociale huisvesting en die binnen haar werkingsgebied liggen, van sociale huisvestingsmaatschappijen, van andere woonmaatschappijen, van sociale verhuurkantoren en van het Vlaams Woningfonds. Uiterlijk tegen 1 januari 2028 verwerft de woonmaatschappij alle rechten met betrekking tot die onroerende goederen. De woonmaatschappij draagt bovendien zo snel mogelijk minstens het beheer van de onroerende goederen die buiten haar werkingsgebied liggen over aan de woonmaatschappijen die erkend zijn voor het werkingsgebied waar de onroerende goederen liggen. Uiterlijk tegen 1 januari 2028 draagt zij alle rechten met betrekking tot die onroerende goederen over aan de desbetreffende woonmaatschappijen.

Artikel 4.38, § 4, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 voorziet voor de erkende woonmaatschappijen die niet voortspruiten uit een sociale huisvestingsmaatschappij in een regeling die soortgelijk is aan de inArtikel 209, § 3, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vervatte regeling.

B.112.2. De bestreden bepalingen passen in het kader van de door de decreetgever nagestreefde doelstelling om te komen tot één woonmaatschappij per werkingsgebied, met « behoud van het sociale woonpatrimonium en het waarborgen van het recht op wonen voor allen » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, p. 18). Met die bepalingen heeft de decreetgever meer bepaald het « mogelijk [willen maken] dat de onroerende goederen die dienstig zijn voor sociale huisvesting terechtkomen bij de woonmaatschappij die als enige woonactor bevoegd zal zijn voor het werkingsgebied waar de onroerende goederen gelegen zijn » : « Met het oog daarop is onder meer vereist dat de rechten op de onroerende goederen die dienstig zijn voor de sociale huisvesting en die toebehoren aan een woonmaatschappij maar buiten het werkingsgebied liggen waarvoor zij is bevoegd, worden overgedragen aan (en dus ook verplicht worden overgenomen door) de woonmaatschappij die wel bevoegd is voor dat werkingsgebied (zie de overgangsbepaling inArtikel 209, § 3). Tevens is vereist dat, als een nieuwe woonmaatschappij zou worden opgericht, zij de eventuele overblijvende rechten van sociale huisvestingsmaatschappijen, sociale verhuurkantoren en andere woonmaatschappijen (zie het ontwerp vanArtikel 4.38, § 2, tweede lid van de Vlaamse Codex Wonen) verwerft. Tot slot, opdat de woonmaatschappijen hun rol als één loket voor sociale huurder en sociale koper zouden kunnen spelen, worden de woonmaatschappijen ook verplicht om de rechten op onroerende goederen die dienstig zijn voor sociale huisvesting en hen worden aangeboden door lokale besturen over te nemen artikel 4.38, § 4 van de Vlaamse Codex Wonen) » (ibid., pp. 17-18).

B.113.1. Artikel 4.38, § 7, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 bepaalt dat als de overdracht niet kan plaatsvinden tegen vergoeding in aandelen en de partijen het niet eens geraken over de prijs van de overdracht van de rechten, de prijs van de overdracht de venale waarde van die rechten is, rekening houdend met de bijzondere kenmerken van de sociale huisvestingsmaatschappijen respectievelijk woonmaatschappijen, waarop de leningen, vermeld in paragraaf 6 van die bepaling, en de subsidies met uitzondering van de subsidies die op geen enkele wijze hebben bijgedragen tot de marktwaarde van het betrokken onroerend goed in mindering worden gebracht. De overdrachtsprijs wordt vastgesteld door de Vlaamse Regering.

Artikel 209, § 3, derde lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten bepaalt voor de overdrachten bedoeld in het eerste en tweede lid ervan, dat het voormeldeArtikel 4.38, § 7, van overeenkomstige toepassing is.

B.113.2. Daaruit blijkt dat de voormelde overdrachten van de rechten met betrekking tot onroerende goederen in beginsel gebeuren tegen vergoeding in aandelen of tegen een door de betrokken partijen overeengekomen prijs.

Slechts voor de gevallen waarin het niet mogelijk is de overdracht aldus te vergoeden, wordt voorzien in een decretaal bepaalde overdrachtsprijs. Die prijs bedraagt in beginsel de venale waarde van de bedoelde rechten, « rekening houdend met de bijzondere kenmerken van de sociale huisvestingsmaatschappijen respectievelijk woonmaatschappijen ».

B.114. De verzoekende partijen voeren in essentie aan dat de aldus vastgestelde overdrachtsprijs geen billijke schadeloosstelling vormt in de zin vanArtikel 16 van de Grondwet. Zij menen dat de venale waarde van de bedoelde rechten een billijke schadeloosstelling vormt, maar dat afbreuk wordt gedaan aan het billijke karakter van die schadeloosstelling door rekening te houden met de bijzondere kenmerken van de sociale huisvestingsmaatschappijen en de woonmaatschappijen.

Zij menen ook dat het niet duidelijk is wat dient te worden begrepen onder de bedoelde bijzondere kenmerken.

B.115.1. In zoverreArtikel 209, § 3, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten enArtikel 4.38, § 4, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 een plicht met zich meebrengen voor niet ontbonden vennootschappen en ondernemingen, evenals voor ontbonden vennootschappen waarvan het passief nog niet is aangezuiverd en waarvan de aandeelhouders nog niet zijn terugbetaald, tot het overdragen van rechten over onroerende goederen, vallen die bepalingen onder de werkingssfeer vanArtikel 16 van de Grondwet.

B.115.2. Artikel 16 van de Grondwet biedt een algemene waarborg tegen eigendomsberoving, ongeacht de juridische aard van de persoon die van zijn eigendom wordt ontzet. Wanneer die persoon evenwel bijzondere kenmerken vertoont, kan het Hof die in aanmerking nemen bij de beoordeling of aan het vereiste van billijke en voorafgaande schadeloosstelling is voldaan.

B.116.1. VolgensArtikel 1.3, § 1, eerste lid, 57°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 is de venale waarde de prijs die de meestbiedende kandidaat-koper bereid zou zijn te betalen als een onroerend goed te koop gesteld zou worden onder de meest gunstige voorwaarden en na een degelijke voorbereiding.

B.116.2. Een billijke schadeloosstelling in de zin vanArtikel 16 van de Grondwet vereist in beginsel een integraal herstel van het geleden nadeel. Een vergoeding gelijk aan de venale waarde, die gelijk is aan de verkoop- of de marktwaarde van een onroerend goed, kan worden beschouwd als een billijke schadeloosstelling.

B.116.3. Met betrekking tot de bijzondere kenmerken van de sociale huisvestingsmaatschappijen en woonmaatschappijen waarmee bij het bepalen van de overdrachtsprijs rekening dient te worden gehouden, vermeldt de parlementaire voorbereiding : « Bij de vaststelling van de venale waarde moet daarbij uiteraard rekening worden gehouden met de bijzondere kenmerken van de sociale huisvestingsmaatschappijen c.q. de woonmaatschappijen en het sociale karakter van de onroerende goederen waarvan de rechten worden overgedragen. Er dienen daarbij heel wat bijkomende elementen in rekening te worden gebracht die de venale waarde van het over te dragen goed objectief beïnvloeden, in vergelijking met de marktwaardebepaling van ' niet-sociale huurwoningen '.

In de eerste plaats moet worden benadrukt dat op de sociale huurwoningen een sociale verhuurplicht rust. Daarnaast speelt ook de opdracht van algemeen belang van sociale verhuurders. Hun bestaansreden is om sociale huurwoningen ter beschikking te stellen.

Sociale huurwoningen zijn bestemd om verhuurd te worden aan de doelgroep volgens de regels van het sociaal huurstelsel. Sociale verhuurders moeten doelgebonden optreden, wat betekent dat zij enkel handelingen kunnen stellen die bijdragen aan hun doel.

De sociale verhuurplicht houdt o.a. in dat (in vergelijking met een private eigenaar), de huurvoorwaarden niet vrij bepaald kunnen worden en dat de verhuurder is gebonden aan zeer strikt gereglementeerde toewijzings-, huur- en ondersteuningsverplichtingen, zoals bepaald in boek 6 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

In vergelijking met woningen van private eigenaars, zijn aan sociale huurwoningen bovendien heel wat bijkomende huurvoorwaarden gehecht, waardoor de gemiddelde netto-huuropbrengst van een sociale huurwoning beduidend lager ligt dan bij een soortgelijke woning van een private eigenaar.

In vergelijking met eigenaars van private woningen die hun woning op de private huurmarkt wensen te verhuren, moeten verhuurders van sociale huurwoningen bijkomende investeringen doen om de verplichte basisbegeleidingstaken te kunnen opnemen. Zo legtArtikel 6.19, eerste lid, 2° van de Vlaamse Codex Wonen expliciet naast de verplichtingen van de verhuurder, vermeld in het Vlaams Woninghuurdecreet, de verhuurder van een sociale huurwoning de verplichting op om de basisbegeleidingstaken uit te voeren die de Vlaamse Regering vaststelt. Die verplichte bijkomende investeringen zorgen voor een bijkomende negatieve druk op het rendement dat op een dergelijke woning kan worden verwacht (zie ook hieronder).

Sociale huisvestingsmaatschappijen die optreden als sociale verhuurder, worden bovendien in de rechtspraak strenger beoordeeld gelet op hun taak van algemeen belang en de specifieke doelgroep. Zij vervullen een overheidstaak en treden bij de verhuring van sociale woningen op als overheid, waardoor o.m. de beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing zijn. Ook het doelgebonden karakter van hun handelingen speelt mee : terwijl bv. een private verhuurder de huurovereenkomst mag beëindigen na verloop van negen jaar zonder motief, kan een sociale verhuurder dit niet.

Zowel de omstandigheid dat de sociale woonactor die een sociale woning moet verhuren niet vrij kan bepalen wie die woning zal huren, als de bijkomende huurvoorwaarden in hoofde van de verhuurder, drukken uiteraard in belangrijke mate op het te verwachten rendement vanuit de huur van het betrokken onroerend goed. Die omstandigheden beïnvloeden dan ook objectief gezien de venale waarde van het goed.

Daarnaast handelen de sociale huisvestingsmaatschappijen en woonmaatschappijen, door hun bijzondere doel en voorwerp, op een gesloten markt. De gevallen waarin zij een woning kunnen verkopen zijn immers bij decreet vastgesteld en soms zijn zij verplicht om aan één bijzondere koper te verkopen.

Bovendien is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen de situatie waarbij deze actoren een sociale huurwoning vervreemden die binnen dan wel buiten het sociaal huurstelsel kan worden gebracht. De voorwaarden waaronder woningen buiten het sociaal huurstelsel kunnen worden gebracht, zijn ook uitdrukkelijk bepaald in de regelgeving, waardoor het duidelijk is dat die voorwaarden niet dezelfde zijn als die bij een overdracht van sociale woningen waar wel een uitdrukkelijke sociale verhuurplicht op rust. Bij de bepaling van de venale waarde van het over te dragen onroerend goed of de rechten, moet m.a.w. rekening worden gehouden met de bijzondere kenmerken van de sociale huisvestingsmaatschappijen (resp. woonmaatschappijen) zelf en het geheel van de opdrachten die zij decretaal toegewezen kregen, van de verplichtingen waaraan zij moeten voldoen, van toezichtsmaatregelen die op hen van toepassing zijn en van de rechten die zij genieten.

Op elk van die aspecten verschillen sociale huisvestingsmaatschappijen aanzienlijk van een zuiver ' private ' verkoper » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, pp. 23-24).

B.116.4. Daaruit blijkt dat de decreetgever van oordeel is geweest dat de bijzondere kenmerken van de sociale huisvestingsmaatschappijen en woonmaatschappijen elementen vormen die de venale waarde van het over te dragen goed objectief beïnvloeden « in vergelijking met de marktwaardebepaling van ' niet-sociale huurwoningen ' ». Die elementen betreffen eigendomsbeperkingen die voortvloeien uit de regelgeving betreffende de sociale huisvesting en hebben onder meer betrekking op het gegeven dat op de bedoelde onroerende goederen een sociale verhuurplicht rust, het gegeven dat de huurvoorwaarden met betrekking tot die onroerende goederen niet vrij kunnen worden bepaald, het gegeven dat de sociale huisvestingsmaatschappijen en de woonmaatschappijen een aantal basisbegeleidingstaken verplicht moeten uitoefenen ten aanzien van de huurders van de desbetreffende goederen en het gegeven dat de betrokken woonactoren, door het feit dat zij een taak van algemeen belang vervullen, een aantal bijzondere regels dienen na te leven. Dergelijke beperkingen beïnvloeden volgens de decreetgever het rendement dat op een sociale huurwoning kan worden verwacht en aldus ook de venale waarde van een dergelijke woning.

B.117.1. Zoals blijkt uit wat is vermeld in B.112.2, heeft de decreetgever met de bestreden bepalingen in essentie beoogd te voorkomen dat het gesubsidieerde woonpatrimonium dat bestemd is voor de sociale huisvesting die bestemming zou verliezen na de bij het bestreden decreet doorgevoerde hervorming. Om die reden heeft hij een regeling uitgewerkt die in essentie een overdracht van onroerende goederen tussen sociale woonactoren met zich meebrengt. De decreetgever mocht daarbij ervan uitgaan dat de venale waarde van de desbetreffende onroerende goederen in een dergelijke context wordt beïnvloed door beperkingen die op die onroerende goederen rusten ingevolge de regelgeving inzake sociale huisvesting. Het financiële rendement van een sociale huurwoning is immers niet hetzelfde als dat van een andere huurwoning.

B.117.2. De omstandigheid dat bij het bepalen van de venale waarde van de desbetreffende rechten rekening dient te worden gehouden met « de bijzondere kenmerken van de sociale huisvestingsmaatschappijen respectievelijk woonmaatschappijen » doet te dezen geen afbreuk aan de uitArtikel 16 van de Grondwet voortvloeiende verplichting betreffende het verschaffen van een billijke schadeloosstelling. Gelet op wat is vermeld in B.116.4 en rekening houdend met het feit dat de sociale woonactoren beroepsmatig handelen en in dat kader geacht moeten worden te kunnen inschatten wat dient te worden begrepen onder de voormelde bijzondere kenmerken, heeft de decreetgever de schadeloosstelling op een voldoende duidelijke wijze bepaald. Voor het overige, staat het in voorkomend geval aan de bevoegde rechter om naar aanleiding van een overdracht van rechten, in concreto te beoordelen of de door de Vlaamse Regering overeenkomstig de bestreden bepalingen vastgestelde overdrachtsprijs beantwoordt aan de vereiste van een billijke schadeloosstelling.

B.118.1. De bestreden bepalingen schendenArtikel 16 van de Grondwet niet.

B.118.2. De combinatie van die grondwetsbepaling met het rechtszekerheidsbeginsel en de beginselen van behoorlijke regelgeving leidt niet tot een andere conclusie.

B.119. Het derde middel in de zaak nr. 7750 is niet gegrond.

Wat betreft de positie van de verhuurders op de private markt die worden geconfronteerd met de intrekking van de erkenning van het sociaal verhuurkantoor waarmee zij contracteren B.120. Het tweede onderdeel van het tweede middel in de zaak nr. 7695 is afgeleid uit de schending, door de artikelen 205, § 6, en 215 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. De bestreden bepalingen zouden, zonder redelijke verantwoording, een verschil in behandeling invoeren tussen, enerzijds, verhuurders op de private markt die geconfronteerd worden met de intrekking van de erkenning van het sociaal verhuurkantoor waarmee zij contracteren en die, zonder dat zij daartoe hun toestemming kunnen geven, moeten aanvaarden dat de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen in de plaats treedt van het sociaal verhuurkantoor en, anderzijds, de verhuurders op de private markt die geconfronteerd worden met de ontbinding of vereffening van een woonmaatschappij waarmee zij contracteren en die wel hun toestemming kunnen geven voor de overdracht van hun contract aan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen.

B.121. In het kader van het tweede onderdeel van het tweede middel in de zaak nr. 7695 ontwikkelen de verzoekende partijen uitsluitend grieven tegenArtikel 205, § 6, tweede lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof dat onderdeel enkel in zoverre het is gericht tegen die bepaling.

B.122. VolgensArtikel 205, § 6, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, dat deel uitmaakt van de overgangsregeling vervat in dat decreet, kunnen de sociale verhuurkantoren die de dag vóór de inwerkingtreding van het decreet erkend zijn conform de op die dag geldende erkenningsvoorwaarden, die erkenning behouden tot uiterlijk 30 juni 2023. Met ingang vanaf 1 juli 2023 verliezen ze evenwel van rechtswege hun erkenning.

Het bestredenArtikel 205, § 6, tweede lid, bepaalt in dit kader dat de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen van rechtswege in de rechten en verplichtingen van het sociaal verhuurkantoor treedt die voorvloeien uit een overeenkomst die gesloten is tussen het sociaal verhuurkantoor en een of meer verhuurders op de private huurmarkt, « onder de voorwaarden vanArtikel 4.20 tot en met 4.23 en vanArtikel 4.56 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet ».

B.123.1. UitArtikel 205, § 6, tweede lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten leiden de verzoekende partijen af dat de verhuurder op de private markt die geconfronteerd wordt met de intrekking van de erkenning van het sociaal verhuurkantoor waarmee hij contracteert, moet aanvaarden dat de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen als contractspartij in de plaats treedt van het sociaal verhuurkantoor, ook wanneer hij daar niet mee instemt.

B.123.2. De verzoekende partijen voeren aan dat die bepaling een niet verantwoord verschil in behandeling in het leven roept tussen verhuurders op de private markt, naargelang zij worden geconfronteerd met de intrekking van de erkenning van het sociaal verhuurkantoor waarmee zij contracteren, dan wel met de ontbinding of vereffening van een woonmaatschappij waarmee zij contracteren, zoals geregeld in het bijArtikel 128 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 ingevoegdeArtikel 4.53/3, § 1. Terwijl voor de tweede categorie van verhuurders op de private markt geldt dat de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen slechts in de rechten van de ontbonden of in vereffening zijnde woonmaatschappij kan treden nadat de verhuurder toestemming heeft verleend om de huurovereenkomst over te dragen artikel 4.53/3, § 1, tweede lid, 1°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021), zou voor de eerste categorie van verhuurders op de private markt gelden dat zij de indeplaatsstelling van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen moeten aanvaarden, ook wanneer zij er niet mee zouden instemmen dat de huurovereenkomst wordt overgedragen.

B.124. De Vlaamse Regering voert aan datArtikel 205, § 6, tweede lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten een materiële vergissing bevat, in zoverre erin wordt verwezen naarArtikel 4.56 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten. Zij doet gelden dat de decreetgever niet naar die bepaling heeft willen verwijzen, maar wel naarArtikel 4.58 van die Codex.

B.125.1. Met betrekking totArtikel 205, § 6, tweede lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten vermeldt de parlementaire voorbereiding : « Het tweede lid van de zesde paragraaf herneemt het bestaandeArtikel 4.58 van de Vlaamse Codex Wonen voor doeleinden van de overgangsregeling. Er wordt verwezen naar de toelichting bijArtikel 128 » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, p. 148).

B.125.2. Uit de aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat de decreetgever inderdaad niet heeft willen verwijzen naarArtikel 4.56, maar naarArtikel 4.58 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten.

TerwijlArtikel 4.56 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten betrekking had op het verlenen van subsidies voor de werking van de erkende huurdiensten, hadArtikel 4.58 van die Codex precies betrekking op het in de rechten en verplichtingen van een sociaal verhuurkantoor treden door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen.

B.125.3. Er dient aldus te worden aangenomen dat de verwijzing, inArtikel 205, § 6, tweede lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, naarArtikel 4.56 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, berust op een materiële vergissing en dat de decreetgever in werkelijkheid heeft willen verwijzen naarArtikel 4.58 van die Codex.

B.126.1. VolgensArtikel 4.58, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, treedt de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen van rechtswege in de rechten en de verplichtingen van het sociaal verhuurkantoor die voortvloeien uit een overeenkomst die gesloten is tussen het sociaal verhuurkantoor en één of meer verhuurders op de private huurmarkt, onder de in het tweede lid vermelde voorwaarden. VolgensArtikel 4.58, § 1, tweede lid, 2°, vindt de voormelde indeplaatsstelling onder meer plaats wanneer de erkenning van het sociaal verhuurkantoor is ingetrokken. VolgensArtikel 4.58, § 1, tweede lid, 1°, kan die indeplaatsstelling pas plaatsvinden wanneer de verhuurder zijn toestemming heeft verleend om de huurovereenkomst over te dragen.

B.126.2. Daaruit volgt datArtikel 205, § 6, tweede lid, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten de erin geregelde indeplaatsstelling afhankelijk maakt van de toestemming van de verhuurder op de private markt.

B.127. Daaruit volgt eveneens dat de bestreden bepaling het bekritiseerde verschil in behandeling niet in het leven roept.

B.128. Rekening houdend met wat is vermeld in B.125.3, is het tweede onderdeel van het tweede middel in de zaak nr. 7695 niet gegrond.

Wat betreft het in rechte betwisten van het verlies van erkenning B.129. Het tweede middel in de zaak nr. 7771 is gericht tegen de artikelen 124 en 205 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten en is afgeleid uit de schending van het recht op toegang tot de rechter, zoals gewaarborgd doorArtikel 13 van de Grondwet enArtikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in samenhang gelezen met het recht op een behoorlijk rechtsmiddel, zoals gewaarborgd doorArtikel 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

De verzoekende partij voert in essentie aan dat de bestreden bepalingen, door erin te voorzien dat een niet-erkenning als woonmaatschappij van rechtswege de ontbinding van een vennootschap met zich meebrengt op de dag dat de beslissing van niet-erkenning wordt betekend, tot gevolg hebben dat de betrokken rechtspersoon niet in staat is om de niet-erkenning in rechte te betwisten.

B.130. In het kader van het tweede middel in de zaak nr. 7771 ontwikkelt de verzoekende partij uitsluitend grieven tegenArtikel 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bijArtikel 124 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, en tegenArtikel 205, § 5, van dat decreet. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof dat middel enkel in zoverre het is gericht tegen die bepalingen.

B.131. TerwijlArtikel 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bijArtikel 124 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, betrekking heeft op de intrekking van de erkenning van een woonmaatschappij, heeftArtikel 205, § 5, van dat decreet betrekking op de situatie van een sociale huisvestingsmaatschappij die op een in die bepaling vermelde datum niet erkend is als woonmaatschappij. Beide artikelen regelen de situatie van een vennootschap die wordt geconfronteerd met een verlies van erkenning. Beide artikelen bepalen dat de vennootschap in die situatie van rechtswege wordt ontbonden.

B.132.1. Artikel 13 van de Grondwet bepaalt : « Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter die de wet hem toekent ».

B.132.2. Artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt : « Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging heeft eenieder recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet is ingesteld. Het vonnis moet in het openbaar worden gewezen maar de toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden ontzegd gedurende het gehele proces of een deel daarvan, in het belang van de goede zeden, van de openbare orde of 's lands veiligheid in een democratische samenleving, wanneer de belangen van minderjarigen of de bescherming van het privéleven van partijen bij het proces dit eisen of, in die mate als door de rechter onder bepaalde omstandigheden strikt noodzakelijk wordt geoordeeld, wanneer openbaarmaking de belangen van de rechtspraak zou schaden ».

Artikel 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt : « Eenieder wiens rechten en vrijheden, welke in dit Verdrag zijn vermeld, zijn geschonden, heeft recht op daadwerkelijke rechtshulp voor een nationale instantie, zelfs indien deze schending zou zijn begaan door personen in de uitoefening van hun ambtelijke functie ».

B.133.1. Het recht op toegang tot een rechter is een algemeen rechtsbeginsel dat met inachtneming vanArtikel 13 van de Grondwet en van de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens moet worden gewaarborgd. Het vormt een wezenlijk aspect van het recht op een eerlijk proces en is fundamenteel in een rechtsstaat.

Het recht om zich tot een rechter te wenden, heeft bovendien zowel betrekking op de vrijheid om in rechte op te treden als op de vrijheid om zich te verdedigen.

B.133.2. Het recht op een behoorlijke rechtsbedeling, gewaarborgd bijArtikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, houdt onder meer in dat een belanghebbende een administratieve beslissing moet kunnen voorleggen aan een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie met volle rechtsmacht, die « bij de wet » is ingesteld en die binnen een redelijke termijn uitspraak doet.

B.134.1. Wanneer de Vlaamse Regering op grond vanArtikel 4.51 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bijArtikel 122 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, een beslissing neemt tot intrekking van de erkenning van een woonmaatschappij, neemt zij een administratieve beslissing die het voorwerp kan uitmaken van een beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State.

B.134.2. De omstandigheid dat de intrekking van de erkenning, op grond vanArtikel 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 124 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, van rechtswege de ontbinding van de woonmaatschappij tot gevolg heeft, belet die maatschappij niet om een beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State in te dienen. De ontbinding van een woonmaatschappij brengt immers niet met zich mee dat zij haar rechtspersoonlijkheid en procesbekwaamheid verliest, zolang de vereffening niet is afgesloten.

Volgens de rechtspraak van de Raad van State behoudt een rechtspersoon die haar activiteiten heeft beëindigd bovendien een moreel belang bij de vernietiging van een beslissing die aan de basis ligt van haar invereffeningstelling (RvSt, 21 januari 2010, nr. 199.790).

B.135.1. VolgensArtikel 205, § 2, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten kunnen erkende sociale huisvestingsmaatschappijen worden erkend als woonmaatschappijen en bepaalt de Vlaamse Regering de procedure die ter zake dient te worden gevolgd. Die procedure wordt geregeld in de artikelen 4.96 en volgende van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten0 « tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 » en houdt in essentie in dat de betrokken vennootschappen een aanvraag tot erkenning als woonmaatschappij moeten indienen bij het agentschap Wonen-Vlaanderen, dat het agentschap een ontvangstmelding moet bezorgen aan de aanvrager en dat de bevoegde minister, binnen negentig dagen na de dag waarop de aanvrager de ontvangstmelding heeft ontvangen, beslist over de aanvraag, waarbij die beslissing een toekenning van de erkenning of een weigering ervan kan inhouden artikel 4.98). Indien de erkenning wordt toegekend, geldt ze voor 33 jaar artikel 4.99, tweede lid). De aanvrager wordt met een beveiligde zending op de hoogte gebracht van de door de minister genomen beslissing artikel 4.98, § 3, eerste lid). Als de minister binnen de voormelde termijn geen beslissing neemt over de aanvraag, wordt de erkenning als woonmaatschappij geacht te zijn verleend artikel 4.98, § 3, derde lid).

B.135.2. De beslissing van de bevoegde minister over de aanvraag tot erkenning als woonmaatschappij vormt eveneens een administratieve beslissing die het voorwerp kan uitmaken van een beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State.

B.136.1. Uit de rechtspraak van de Raad van State blijkt dat de laatstgenoemde een volwaardige toetsing doorvoert zowel aan de wet als aan de algemene rechtsbeginselen. De Raad van State gaat daarbij na of de aan zijn toezicht voorgelegde overheidsbeslissing de vereiste feitelijke grondslag heeft en of de beslissing niet kennelijk onevenredig is met de vastgestelde feiten. Weliswaar kan de Raad van State zijn beslissing niet in de plaats stellen van die van de betrokken overheid, doch wanneer hij die beslissing vernietigt, dient de overheid zich te schikken naar het arrest van de Raad van State : indien de overheid een nieuwe beslissing neemt, mag zij de motieven van het arrest dat de eerste beslissing heeft vernietigd, niet miskennen.

B.136.2. Bovendien kan de Raad van State, in de omstandigheden bedoeld inArtikel 17 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gelasten dat de uitvoering van de beslissing wordt geschorst, in voorkomend geval door uitspraak te doen bij uiterst dringende noodzakelijkheid.

B.137.1. Uit het voorgaande volgt dat de voormelde rechtspersonen een beslissing tot niet-erkenning of tot intrekking van een erkenning als woonmaatschappij in rechte kunnen betwisten bij een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie met volle rechtsmacht.

B.137.2. De omstandigheid dat een sociale huisvestingsmaatschappij, wanneer zij geen aanvraag bij het agentschap Wonen-Vlaanderen indient tot erkenning als woonmaatschappij, het verlies van de erkenning en de daaraan verbonden ontbinding van rechtswege overeenkomstigArtikel 205, § 5, van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, niet in rechte kan betwisten, vormt, in tegenstelling tot wat de verzoekende partij aanvoert, geen schending van het recht op toegang tot de rechter, zoals gewaarborgd door de in het middel vermelde referentienormen. Sociale huisvestingsmaatschappijen weten immers dat zij hun statutaire doelen slechts kunnen nastreven in zoverre zij zijn erkend door de overheid, die de erkenningsvoorwaarden in beginsel vermag te wijzigen op basis van de wisselende eisen van het algemeen belang en die in dat kader de betrokken maatschappijen vermag te onderwerpen aan een verplichting tot het indienen van een nieuwe aanvraag tot erkenning overeenkomstig de nieuw vastgestelde erkenningsvoorwaarden. Het gegeven dat een sociale huisvestingsmaatschappij in de voormelde omstandigheden het verlies van de erkenning en de daaraan verbonden ontbinding niet in rechte kan betwisten, is het gevolg van de keuze van de betrokken sociale huisvestingsmaatschappij om geen aanvraag tot erkenning als woonmaatschappij in te dienen bij het agentschap Wonen-Vlaanderen.

Door geen aanvraag tot erkenning als woonmaatschappij in te dienen, geeft de betrokken sociale huisvestingsmaatschappij de overheid te kennen dat zij niet langer wenst te fungeren als woonactor binnen het nieuwe door de decreetgever uitgetekende kader.

B.138. Het tweede middel in de zaak nr. 7771 is niet gegrond.

Wat betreft de erkenningsvoorwaarde betreffende het beschikken over een patrimonium van 1 000 sociale huurwoningen B.139. Het tweede onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7695 is afgeleid uit de schending, doorArtikel 104 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de bestreden bepaling een niet verantwoord verschil in behandeling in het leven roept tussen woonmaatschappijen, naargelang zij al dan niet beschikken over een patrimonium van minstens 1 000 sociale huurwoningen in beheer.

B.140.1. Artikel 104 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten voegt in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 eenArtikel 4.46/2 in, naar luid waarvan de woonmaatschappijen uiterlijk vanaf 1 januari 2024 over een patrimonium van ten minste 1 000 sociale huurwoningen in beheer dienen te beschikken.

B.140.2. De bestreden bepaling vormt een erkenningsvoorwaarde, waarbij het niet eraan voldoen onder meer kan leiden tot het intrekken van de erkenning van een woonmaatschappij.

B.141. Die bepaling roept een verschil in behandeling in het leven tussen woonmaatschappijen, naargelang zij vanaf de erin vermelde datum al dan niet beschikken over een patrimonium van ten minste 1 000 sociale huurwoningen in beheer. Dat verschil in behandeling berust op een objectief criterium.

B.142.1. De parlementaire voorbereiding vermeldt : « Het ontwerp vanArtikel 4.46/2 van de Vlaamse Codex Wonen voorziet in de verplichting om tegen 1 januari 2024 een minimale schaalgrootte van 1000 sociale huurwoningen in beheer te hebben. Er bestond in het bestaandeArtikel 4.36, § 2, 11° van de Vlaamse Codex Wonen al een dergelijke verplichting die gepaard ging met een aantal overgangsbepalingen. Door als uiterste datum voor het bereiken van de minimale schaalgrootte 1 januari 2024 te nemen, wordt de termijn gealigneerd op de overgangsregel voor bestaande sociale huisvestingsmaatschappijen op grond van het bestaandeArtikel 4.36, § 2, eerste lid van de Vlaamse Codex Wonen. Indien een woonmaatschappij vóór deze datum aan deze vereiste voldoet, moet zij daaraan uiteraard vanaf dan blijvend voldoen. De berekeningswijze van het aantal sociale woningen die de woonmaatschappij in beheer heeft, is een herneming van de tweede en derde zin van het bestaandeArtikel 4.36, § 1, vierde lid van de Vlaamse Codex Wonen. Om te vermijden dat de bestaande erkenningsvoorwaarde rond minimale schaalgrootte voor sociale huisvestingsmaatschappijen zou verzwakt worden (en dus afbreuk zou worden gedaan aan eerdere maatregelen ter verhoging van de performantie), mag bij de berekening van het aantal woningen in beheer geen rekening gehouden worden met de woningen in huur genomen op de private huurmarkt met het oog op onderverhuring overeenkomstig de reglementering inzake het sociaal huurstelsel » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, p. 105).

B.142.2. Daaruit blijkt dat de bestreden bepaling teruggaat op de vroegere voor de sociale huisvestingsmaatschappijen geldende regelgeving en meer bepaald op het voorheen van kracht zijndeArtikel 4.36 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, dat in het kader van de erkenningsvoorwaarden bepaalde dat een vennootschap uiterlijk op 1 januari 2019 diende te beschikken over een patrimonium van ten minste 1 000 sociale huurwoningen in beheer. Volgens diezelfde bepaling kon de Vlaamse Regering een sociale huisvestingmaatschappij evenwel een uitstel van maximaal vijf jaar verlenen om te voldoen aan die voorwaarde. De in de bestreden bepaling vermelde datum van 1 januari 2024 komt aldus overeen met de uiterste datum waarop aan de in de vroegere regelgeving vermelde voorwaarde diende te zijn voldaan in geval van een door de Vlaamse Regering verleend uitstel.

B.142.3. De parlementaire voorbereiding van het decreet van 28 april 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2017 pub. 13/06/2017 numac 2017020382 bron vlaamse overheid Decreet houdende de invoering van begeleidende maatregelen ter bevordering van de performante werking van de sociale woonorganisaties sluiten « houdende de invoering van begeleidende maatregelen ter bevordering van de performante werking van de sociale woonorganisaties », waarmee de voormelde voorwaarde betreffende het beschikken over een patrimonium van 1 000 sociale huurwoningen in beheer, in de regelgeving werd ingevoerd, vermeldt : « De schaalvergroting die uit de nieuwe erkenningsvoorwaarde voortvloeit, zal toelaten de bijzondere doelstellingen van het woonbeleid, zoals verwoord inArtikel 4 van de Vlaamse Wooncode, beter te realiseren. Uitgangspunt is het versnellen van de realisatie van een sociaal woonaanbod, versnelde renovatie van het woningbestand, een verbeterde huisvestingsondersteuning, meer mogelijkheden inzake prijsbeheersing voor de huurders door beheersing van de werkingskosten, verbeterde woningfunctionaliteit, meer mogelijkheden inzake bewonersparticipatie en het bevorderen van de leefbaarheid, integratie en gelijke kansen van de bewoners. Al deze doelstellingen vergen een minimale schaalgrootte om de doelstellingen haalbaar en betaalbaar te maken en houden. [...] Een relevante maatstaf om de noodzaak van de invoering van een minimumschaal van 1000 beheerde woningen af te toetsen, betreft het percentage SHM's in de categorie met minder dan 1000 sociale huurwoningen die genieten van een gewestelijke sociale correctie (GSC). Die GSC is een tegemoetkoming voor huisvestingsmaatschappijen met een groot aantal minder begoede huurders, waardoor de begrensde sociale huurinkomsten alléén de uitgaven niet langer dekken. Uit gegevens, verstrekt door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), blijkt dat voor 2014 28,95 % van de SHM's met minder dan 1000 woningen ontvanger zijn van de GSC, terwijl dit voor de SHM's met meer dan 1000 woningen slechts 11,54 % bedraagt. Kleinere maatschappijen hebben twee tot driemaal zo veel risico op structurele economische onleefbaarheid dan grotere maatschappijen met meer dan 1000 woningen in beheer. Een kleinere schaal maakt de maatschappijen kwetsbaarder indien hun (beperkte) werkgebied een sociale mix in de sociale verhuring bemoeilijkt. De invoering van de minimumschaalgrootte kan mogelijk GSC-middelen vrijmaken die elders kunnen worden ingezet voor de verhoging van de realisatie van het sociaal woonaanbod. [...] [...] De bij dit ontwerp vooropgestelde norm beoogt eerder een voorzichtige maar noodzakelijke minimumdrempel zonder de sector in zijn totaliteit in één beweging tot hervorming te dwingen. Op die wijze wordt getracht de operatie door te voeren met oog voor haalbaarheid en betaalbaarheid voor de actoren » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2016-2017, nr. 1081/1, pp. 7-9).

B.142.4. Daaruit blijkt dat de decreetgever bij het voormelde decreet van 28 april 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2017 pub. 13/06/2017 numac 2017020382 bron vlaamse overheid Decreet houdende de invoering van begeleidende maatregelen ter bevordering van de performante werking van de sociale woonorganisaties sluiten heeft beoogd te komen tot een schaalvergroting van de sociale huisvestingsmaatschappijen om de door hem nagestreefde doelstellingen van het sociale woonbeleid haalbaar en betaalbaar te maken en te houden. Hij is daarbij ervan uitgegaan dat kleinere maatschappijen meer blootgesteld zijn aan risico's van structurele economische onleefbaarheid dan grotere maatschappijen.

B.142.5. De in 2017 door de decreetgever nagestreefde doelstellingen sluiten aan bij de doelstellingen die de decreetgever heeft nagestreefd bij het bestreden decreet. Zoals is vermeld in B.100, heeft de decreetgever bij dat decreet immers eveneens, onder meer, schaalvoordelen nagestreefd.

B.143. Wanneer de decreetgever ervoor kiest om, met het oog op het bereiken van de door hem nagestreefde doelstellingen, een onderscheid in het leven te roepen tussen woonactoren, naar gelang van de omvang van het patrimonium van de sociale huurwoningen waarover zij beschikken, dient hij de verscheidenheid van toestanden noodzakelijkerwijze op te vangen in categorieën die met de werkelijkheid slechts overeenstemmen op benaderende wijze. Het beroep op een dergelijk procedé is op zich niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Uit de aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat de drempel van 1 000 sociale huurwoningen onder meer is ingegeven door de vaststelling dat het percentage van de woonactoren die de zogenaamde gewestelijke sociale correctie genieten, in de categorie van de woonactoren die beschikken over minder dan 1 000 sociale huurwoningen merkelijk hoger is dan in de categorie van de woonactoren die beschikken over 1 000 sociale huurwoningen of meer. De decreetgever vermocht op basis van die vaststelling en rekening houdend met het feit dat hij te dezen de verscheidenheid van toestanden noodzakelijkerwijze dient op te vangen in categorieën die met de werkelijkheid slechts overeenstemmen op benaderende wijze, van oordeel te zijn dat de drempel ter zake dient te worden vastgesteld op 1 000 sociale huurwoningen in beheer.

B.144. Zoals is vermeld in B.98.1, staat het aan de decreetgever om de meest geschikte weg te kiezen teneinde de opdrachten van openbare dienst te verwezenlijken waarmee hij is belast en vermag hij ten aanzien van de woonmaatschappijen een kader te bieden voor hun werking en de nodige maatregelen te nemen opdat zij een beleid voeren dat strookt met het Vlaamse woonbeleid. De door de decreetgever met de bestreden bepaling nagestreefde doelstellingen zijn legitiem en de bestreden bepaling is, mede gelet op de ruime beoordelingsbevoegdheid waarover de decreetgever ter zake beschikt, eveneens pertinent ten aanzien van die doelstellingen. Rekening houdend met het feit dat de sociale woonactoren reeds vanaf de inwerkingtreding van het voormelde decreet van 28 april 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2017 pub. 13/06/2017 numac 2017020382 bron vlaamse overheid Decreet houdende de invoering van begeleidende maatregelen ter bevordering van de performante werking van de sociale woonorganisaties sluiten ervan op de hoogte zijn dat de decreetgever beoogt te komen tot woonactoren die beschikken over een patrimonium van 1 000 sociale huurwoningen in beheer of meer, heeft die bepaling geen onevenredige gevolgen.

B.145. Het tweede onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 7695 is niet gegrond.

Wat betreft het wettigheidsbeginsel B.146. Het tweede middel in de zaak nr. 7773 is afgeleid uit de schending, door de artikelen 74, 76, 77 en 209 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, van de artikelen 105 en 108 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 23, tweede lid en derde lid, 3°, en 27 ervan, met het wettigheidsbeginsel en met het beginsel van de scheiding der machten, doordat de Vlaamse Regering ertoe wordt gemachtigd de werkingsgebieden van de woonmaatschappijen vast te stellen.

B.147. In het kader van het tweede middel in de zaak nr. 7773 ontwikkelen de verzoekende partijen uitsluitend grieven tegenArtikel 4.37 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bijArtikel 76 van het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021032652 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 09/07/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021021712 bron vlaamse overheid Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen type decreet prom. 09/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021032190 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid type decreet prom. 09/07/2021 pub. 25/08/2021 numac 2021032235 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in B.9.2, onderzoekt het Hof dat middel enkel in zoverre het is gericht tegen die bepaling.

B.148.1. Artikel 23 van de Grondwet bepaalt : « Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.

Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de inArtikel 134 bedoelde regel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen.

Die rechten omvatten inzonderheid : [...] 3° het recht op een behoorlijke huisvesting; [...] ».

B.148.2. Artikel 23, tweede lid en derde lid, 3°, van de Grondwet verplicht de bevoegde wetgever om het recht op een behoorlijke huisvesting te waarborgen en de voorwaarden voor de uitoefening van dat recht te bepalen.

Die grondwetsbepaling verbiedt die wetgever echter niet machtigingen te verlenen aan de uitvoerende macht, voor zover die machtigingen betrekking hebben op de tenuitvoerlegging van maatregelen waarvan de wetgever het onderwerp heeft aangegeven.

Die grondwetsbepaling verplicht de wetgever niet om alle essentiële elementen van het recht op een behoorlijke huisvesting te regelen en verbiedt hem niet om de uitvoerende macht ertoe te machtigen die te regelen.

B.149.1. Artikel 105 van de Grondwet bepaalt : « De Koning heeft geen andere macht dan die welke de Grondwet en de bijzondere wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, hem uitdrukkelijk toekennen ».

Artikel 108 van de Grondwet bepaalt : « De Koning maakt de verordeningen en neemt de besluiten die voor de uitvoering van de wetten nodig zijn, zonder ooit de wetten zelf te mogen schorsen of vrijstelling van hun uitvoering te mogen verlenen ».

B.149.2. Wanneer een specifieke grondwetsbepaling, zoalsArtikel 23 van de Grondwet, de waarborg biedt dat in een aangelegenheid het onderwerp van de aan te nemen maatregelen wordt bepaald door een democratisch verkozen beraadslagende vergadering, wordt de waarborg van de artikelen 105 en 108 van de Grondwet daardoor opgeslorpt. Hetzelfde geldt voor de in het middel aangevoerde beginselen van de wettigheid en van de scheiding der machten.

B.150.1. VolgensArtikel 4.37 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals vervangen bij het bestredenArtikel 76, stelt de Vlaamse Regering de werkingsgebieden van de woonmaatschappijen vast en erkent zij één woonmaatschappij per werkingsgebied, dat uit één gemeente of geografisch aansluitende gemeenten moet bestaan. De Vlaamse Regering kan evenwel uitzonderingen op het geografisch aansluiten van de gemeenten toestaan.

B.150.2. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat « de Vlaamse Regering de intentie [heeft] om voor de eerste vaststelling van de werkingsgebieden het advies van de gemeenten te vragen » « gelet op de belangrijke regierol van de gemeenten in het sociale woonbeleid en in de toekomstige aansturing van de woonmaatschappijen » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 828/1, p. 89). Uit de parlementaire voorbereiding blijkt eveneens dat « de Vlaamse Regering [...] niet alle werkingsgebieden tegelijk [moet] vaststellen : zij kan, vanaf het ogenblik dat zij over voldoende informatie beschikt vanuit bepaalde gemeenten, bepaalde werkingsgebieden vaststellen, terwijl voor andere werkingsgebieden de vaststelling later kan gebeuren " (ibid.).

B.151. Door te bepalen dat de Vlaamse Regering de werkingsgebieden van de woonmaatschappijen vaststelt en dat die werkingsgebieden in beginsel uit één gemeente of geografisch aansluitende gemeenten moeten bestaan, heeft de decreetgever het onderwerp aangegeven van de maatregelen die de Vlaamse Regering dient te nemen.

Gelet op de bedoeling om bij het afbakenen van de werkingsgebieden het advies van de gemeenten in te winnen, is het overigens niet zonder redelijke verantwoording om ter zake te voorzien in een machtiging aan de Vlaamse Regering.

B.152. De bestreden bepaling schendtArtikel 23, tweede lid en derde lid, 3°, van de Grondwet niet. Het lezen van datArtikel in samenhang vanArtikel 27 van de Grondwet leidt niet tot een andere conclusie.

B.153. Het tweede middel in de zaak nr. 7773 is niet gegrond.

Om die redenen, het Hof, rekening houdend met wat is vermeld in B.125.3, verwerpt de beroepen.

Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstigArtikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 24 november 2022.

De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux L. Lavrysen

^