gepubliceerd op 12 mei 2005
Besluit van het Beheerscomité tot vaststelling van het personeelsplan van het Fonds voor beroepsziekten
17 MAART 2005. - Besluit van het Beheerscomité tot vaststelling van het personeelsplan van het Fonds voor beroepsziekten
De Voorzitter van het Beheerscomité, Gelet op de wetten betreffende de schadeloossteling van de beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, in het bijzonder artikel 19, § 1;
Gelet op het koninlijk besluit van 9 oktober 2003 tot goedkeuring van de bestuursovereenkomst van het Fonds voor de beroepsziekten en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoeld Fonds bij de openbare instellingen van sociale zekerheid, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17 februari 2004;
Gelet op het advies van de directieraad van het Fonds voor beroepsziekten van 21 februari 2005;
Gelet op het advies van de Regeringscommissaris van begroting van het Fonds voor beroepsziekten van 17 maart 2005;
Gelet op het met redeen omkleed advies van het Basisoverlegcomité van het Fonds voor beroepsziekten van 1 maart 2005;
Gelet op de beslissing van het Beheerscomité van het Fonds voor beroepsziekten van 9 maart 2005, Besluit : HOOFDSTUK I. - Mandaatfuncties en statutairen
Artikel 1.§ 1. Het personeelsplan van het Fonds voor beroepsziekten wordt, voor wat betreft de mandaatfuncties en de statutairen, vastgesteld overeenkomstig onderstaande tabellen : Administratief personeel Mandaatfuncties Administrateur-generaal . . . . . 1 Adjunct-administrateur-generaal . . . . . 1 Niveau A Administrateur-generaal . . . . . 1 Adjunct administrateur-generaal . . . . . 1 Adviseur-generaal . . . . . 2 Adviseur . . . . . 10 Geneesheer-directeur . . . . . 2 Industrieel ingenieur-directeur . . . . . 2 Adviseur . . . . . 6 Attaché . . . . . 51 Informaticus . . . . . 2 Geneesheer . . . . . 7 Industrieel ingenieur . . . . . 12 Adjunct-adviseur . . . . . 30 Niveau B Technisch deskundige . . . . . 23 Administratief deskundige . . . . . 7 Financieel deskundige . . . . . 4 ICT-deskundige (programmeringsanalist : 4 prgrammeur 2de klasse (niveau C) : 7) . . . . . 2 Niveau C Administratief assistent . . . . . 123 Technisch assistent . . . . . 8 Niveau D Administratief medewerker . . . . . 45 Meesters- vak- en dienstpersoneel Niveau D Technisch medewerker . . . . . 7 § 2.De hierna vermelde betrekkingen worden afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan : Scheikundig adviseur (V.L.) (*) . . . . . 1 Technisch assistent (Verpleegassistent) (**) . . . . . 6 Bestuurschef (***) . . . . . 5 In de hierna vermelde betrekkingen van § 1 kan slechts worden voorzien wanneer al de afgeschafte betrekkingen uit het eerste lid geïdentificeerd met het overeenkomstig aantal sterretjes niet meer worden begeven : Attaché (*) . . . . . 1 Technisch deskundige (**) . . . . . 6 Administratief assistent (***) . . . . . 5 § 3. De graden van administrateur-generaal en adjunct administrateur-generaal worden afgeschaft vanaf het ogenblik waarop de respectievelijke houders van een managementfunctie worden aangesteld.
De titularissen van de graden van administrateur-generaal en adjunct administrateur-generaal behouden hun graad ten persoonlijke titel.
Art. 2.De titularis van de hiernavermelde betrekking wordt ter beschikking van de dienst mobiliteit van de FOD P & O gesteld. Deze betrekking wordt afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan : Ziekenoppasser . . . . . 1
Art. 3.§ 1. In de hiernavermelde betrekkingen van artikel 1, § 1, mag slechts worden voorzien wanneer de arbeidsposten van contractuelen waarvoor ze in de plaats komen, afgeschaft werden door het vertrek van de leden van het contractueel personeel die ze bekleden : ICT-deskundige . . . . . 2 § 2. De Regeringscommissaris van Begroting moet vóór de bezetting van de betrekkingen vaststellen dat de voorwaarde vermeld in vorige paragraaf vervuld is.
Art. 4.De betrekkingen opgenomen in artikel 1, § 1, van dit besluit worden onderverdeeld als volgt : Administratief personeel - 15 betrekkingen van administratief assistent worden bezoldigd in de weddenschaal 22B. - 14 betrekkingen van administratief medewerker worden bezoldigd in de weddenschaal DA2. - 16 betrekkingen van administratief medewerker worden bezoldigd in de weddenschaal DA3. - 6 betrekkingen van adminisrtatief medewerker worden bezoldigd in de weddenschaal DA4.
Meesters-, vak- en dienstpersoneel - 1 betrekking van technisch medewerker kan worden bezoldigd in de weddenschaal DT5. - 4 betrekkingen van technisch medewerker kunnen worden bezoldigd in de weddenschaal DT4. - 3 betrekkingen van technisch medewerker kunnen worden bezoldigd in de weddenschaal DT3.
Art. 5.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddenschaal, elke bevordering door verhoging in weddenschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 4 vastgestelde betrekkingen. HOOFDSTUK II. - Contractuelen
Art. 6.De in dit hoofdstuk vermelde aantallen worden uitgedrukt in voltijdse equivalenten.
Art. 7.Bij toepassing van artikel 451 van de programmawet (I) van 24 december 2002, werden de personeelsleden, die tewerkgesteld waren in een contract « uitzonderlijke en tijdelijke behoeften », in dienst genomen met een contract van onbepaalde duur.
Het maximum aantal van deze personeelsleden wordt vastgesteld op 14.
Art. 8.§ 1. Het maximum aantal personen dat in dienst kan worden genomen met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur bij toepassing van artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende en specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, is als volgt vastgesteld : Meesters-, vak- en dienstpersoneel Niveau D Schoonmaak- en keukenpersoneel . . . . . 10 § 2. het maximum aantal personen dat in dienst kan worden genomen met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur bij toepassing van artikel 1, 23°, van hetzelfde koninklijk besluit van 1 februari 1993 is als volgt vastgesteld : Administratief personeel Niveau B Audiologist . . . . . 1,5
Art. 9.Het maximum aantal personen dat in dienst kan worden gehouden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur bij toepassing van artikel 1, 8°, van het koninklijk besluit van 15 november 1991 betreffende het bij overeenkomst in dienst houden van sommige personeelsleden van de overheidsbesturen en instellingen van openbaar nut, in uitvoering van de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut, meer in het bijzonder artikel 18, § 6, eerste lid, is als volgt vastgesteld : Technisch personeel Niveau B ICT-deskundige . . . . . 7 Niveau C Technisch assistent . . . . . 2
Art. 10.Het maximum aantal personen dat kan tewerkgesteld worden in een startbaanovereenkomst bij toepassing van hoofdstuk VIII van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid is als volgt vastgesteld : Administratief personeel Niveau D Administratief medewerker . . . . . 2 Meesters, vak- en dienstpersoneel Niveau D Technisch medewerker 1 Schoonmaak- en keukenpersoneel . . . . . 2
Art. 11.§ 1. Binnen de budgettaire enveloppe, vastgesteld in de bestuursovereenkomst, mogen tijdelijk afwezige statutaire personeelsleden worden vervangen door contractuele personeelsleden. § 2. Binnen de budgettaire enveloppe, vastgesteld in de bestuursovereenkomst, mag, mits voorafgaandelijk akkoord van de Regeringscommissaris van Begroting, seizoenpersoneel in dienst genomen worden.
Art. 12.Het besluit van het Beheerscomité van 1 juli 2004 tot vaststelling van het personeelsplan van het Fonds voor de beroepsziekten, wordt opgeheven.
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 17 maart 2005.
Brussel, 24 maart 2005.
De Ondervoorzitter van het Beheerscomité, I. VAN DAMME