Etaamb.openjustice.be
Wet van 30 juni 2000
gepubliceerd op 29 juli 2000

Wet betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet

bron
ministerie van financien
numac
2000003439
pub.
29/07/2000
prom.
30/06/2000
ELI
eli/wet/2000/06/30/2000003439/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 JUNI 2000. - Wet betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.In de wettelijke of reglementaire bepalingen houdende de verplichting om een bedrag naar boven of naar beneden af te ronden op het dichtstbijzijnde bedrag in frank, wordt de afronding met ingang van 1 januari 2002 gelezen als volgt : 1° afronding op 50 centiem of op de frank : afronding op de cent;2° afronding op 5 of op 10 frank : afronding op 10 cent;3° afronding op 50 of op 100 frank : afronding op de euro; 4° afronding op 500 of op 1.000 frank : afronding op 10 euro; 5° afronding op 5.000 of op 10.000 frank : afronding op 100 euro; 6° afronding op 50.000 of op 100.000 frank : afronding op 1.000 euro; 7° afronding op 500.000 of op 1.000.000 frank : afronding op 10.000 euro; 8° afronding op 5.000.000 of op 10.000.000 frank : afronding op 100.000 euro; 9° afronding op 50.000.000 of op 100.000.000 frank : afronding op 1.000.000 euro.

Art. 3.Tot 31 december 2001 kan de Koning de wetten die bedragen in Belgische frank vermelden of die verwijzen naar de Belgische frank, aan de euro aanpassen.

Daartoe kan Hij, op zijn vroegst met ingang van 1 januari 2002 : 1° de wetten wijzigen door het gebruik van de frank te vervangen door dat van de euro;2° de uitkomst van de omrekening van de veelvouden van 10 frank die in de wetten voorkomen, vereenvoudigen binnen de onderstaande grenzen : a) veelvouden van 10 frank : transparantieaanpassing van ten hoogste 5 cent;b) veelvouden van 100 frank : transparantieaanpassing van ten hoogste 0,5 euro; c) veelvouden van 1.000 frank : transparantieaanpassing van ten hoogste 5 euro; d) veelvouden van 10.000 frank : transparantieaanpassing van ten hoogste 50 euro; e) veelvouden van 100.000 frank : transparantieaanpassing van ten hoogste 500 euro; f) veelvouden van 1.000.000 frank : transparantieaanpassing van ten hoogste 5.000 euro; g) veelvouden van 10.000.000 frank : transparantieaanpassing van ten hoogste 50.000 euro; h) veelvouden van 100.000.000 frank : transparantieaanpassing van ten hoogste 500.000 euro; i) veelvouden van 1.000.000.000 frank : transparantieaanpassing van ten hoogste 5.000.000 euro; 3° de bepalingen bedoeld in artikel 2 opheffen;4° maatregelen nemen teneinde de logische opeenvolging van twee tarief- of baremaschalen te waarborgen, na omrekening van de bedragen die de grenswaarden ervan aangeven;5° bedragen die in de wetten voorkomen wijzigen in euro, teneinde een continuïteit te waarborgen of een bijzondere nauwkeurigheid mogelijk te maken;6° de bedragen in Belgische frank die voorkomen in de wetten aangenomen ter uitvoering van Europese richtlijnen aanpassen aan de koers van één euro voor één ecu.

Art. 4.Artikel 3 is eveneens van toepassing op de aangelegenheden die de Grondwet uitdrukkelijk voor de wet reserveert, met uitsluiting van de gebieden waarvoor de Grondwet de meerderheid vereist voorgeschreven in artikel 4, derde lid, van de Grondwet.

Art. 5.Voor 31 maart 2002 dient de Koning bij de Kamer van volksvertegenwoordigers een wetsontwerp in ter bekrachtiging van de besluiten uitgevaardigd krachtens artikel 3.

De besluiten die voor 31 december 2002 niet worden bekrachtigd, hebben geen uitwerking.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 30 juni 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota's (1) Gewone zitting 1999-2000 Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire stukken.- Wetsontwerp, nr. 0574/001, van 7 april 2000. - Amendement, nr. 0574/002. - Verslag van 5 mei 2000 van de heer Van Weddingen, nr. 0574/003. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonder aan de Senaat, nr. 0574/004.

Parlementaire handelingen. - Bespreking. Vergadering van 10 mei 2000. - Aanneming. Vergadering van 11 mei 2000.

Senaat : Parlementaire stukken. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 2-431/1. - Verslag van 13 juni 2000 van Mevr. Kestelijn-Sierens, nr. 2-431/2. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 2-431/3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 2-431/4.

Parlementaire handelingen. - Bespreking. Vergadering van 21 juni 2000. - Aanneming. Vergadering van 22 juni 2000.

^