gepubliceerd op 06 september 2013
Wet betreffende de verkoop van toegangsbewijzen tot evenementen
30 JULI 2013. - Wet betreffende de verkoop van toegangsbewijzen tot evenementen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder : 1° toegangsbewijs : document, bericht of code, ongeacht de vorm of de drager ervan, dat het bewijs vormt van het verkrijgen bij de producent, de organisator, de eigenaar van de exploitatierechten of enige andere geaccrediteerde verkoper, van het recht om een cultureel, sportief of commercieel evenement of live voorstelling bij te wonen;2° oorspronkelijke verkoop : eerste opdemarktbrenging, tegen betaling, van toegangsbewijzen door een van de in 1° bedoelde personen;3° oorspronkelijke verkoper : iedere natuurlijke of rechtspersoon die een oorspronkelijke verkoop tot stand brengt;4° doorverkoop : elke verkoop en elk aanbod tot verkoop van een toegangsbewijs, die niet uitgaan van de oorspronkelijke verkoper;5° doorverkoper : de natuurlijke of rechtspersoon die een daad van doorverkoop stelt;6° definitieve prijs : de prijs als aangeduid in artikel 6 van de wet van 6 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/2010 pub. 12/04/2010 numac 2010011166 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming type wet prom. 06/04/2010 pub. 23/12/2010 numac 2010000694 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet met betrekking tot de regeling van bepaalde procedures in het kader van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming. - Duitse vertaling type wet prom. 06/04/2010 pub. 12/04/2010 numac 2010011165 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet met betrekking tot de regeling van bepaalde procedures in het kader van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming sluiten betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming;7° de minister : de minister bevoegd voor Economie.
Art. 3.Deze wet doet geen afbreuk aan andere wettelijke of reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op de verkoop van toegangsbewijzen.
Art. 4.§ 1. De oorspronkelijke verkoper maakt bij het voorstellen van de transactie steeds de definitieve prijs van het toegangsbewijs bekend, ongeacht de vorm ervan.
De prijs wordt op het toegangsbewijs vermeld op een ondubbelzinnige manier en in een duidelijk leesbaar lettertype. § 2. Facultatieve of variabele prijstoeslagen en kosten worden op duidelijke, transparante en ondubbelzinnige wijze meegedeeld en worden door de koper bij het koopproces op een "opt-in"-basis aanvaard. § 3. Specifieke zakelijke praktijken, zoals met name bevoorrechte toegangsbewijzen of nog, promotionele toegangsbewijzen, alsook de eventuele kosteloosheid ervan, moeten op een ondubbelzinnige wijze en in een duidelijk leesbaar lettertype op het toegangsbewijs worden vermeld.
Art. 5.§ 1. De regelmatige doorverkoop is verboden.
De voorstelling met het oog op regelmatige doorverkoop en de verstrekking van middelen die worden aangewend voor een regelmatige doorverkoop, zijn verboden. § 2. De occasionele doorverkoop tegen een prijs die hoger is dan de prijs bepaald in artikel 4, § 1, is verboden.
De voorstelling met het oog op occasionele doorverkoop en de verstrekking van middelen die worden aangewend voor een occasionele doorverkoop, zijn eveneens verboden indien het gaat om een doorverkoop tegen een prijs die hoger is dan de prijs bepaald in artikel 4, § 1. § 3. De doorverkoop voor de start van de oorspronkelijke verkoop is verboden.
De voorstelling met het oog op doorverkoop en de verstrekking van middelen die worden aangewend voor een doorverkoop, zijn eveneens verboden voor de start van de oorspronkelijke verkoop. § 4. De verkoop van een bevoorrecht toegangsbewijs, alsook van een promotioneel toegangsbewijs, waarvoor er geen oorspronkelijke verkoop is geweest, is verboden.
De voorstelling met het oog op doorverkoop en de verstrekking van middelen die worden aangewend voor een doorverkoop, zijn eveneens verboden voor de verkoop van een bevoorrecht toegangsbewijs, alsook van een promotioneel toegangsbewijs, waarvoor er geen oorspronkelijke verkoop is geweest.
Art. 6.Niettegenstaande enig strijdig beding en onverminderd de toepassing van artikel 1116 van het Burgerlijk Wetboek wordt elk prijsverschil bij de betaling van een doorverkoop die het bedrag overschrijdt als bepaald in artikel 4, § 1, beschouwd als onverschuldigde betaling en is de koper gerechtigd het teveel betaalde terug te vorderen van de betrokken doorverkoper, ongeacht of een eerdere doorverkoper reeds een overtreding van artikel 5, § 2, heeft begaan.
Art. 7.§ 1. De Koning organiseert het geregeld overleg tussen de betrokken partijen, te weten de producenten en organisatoren van voorstellingen, de distributeurs, de zalen, de uitwisselingplatformen en de vertegenwoordigers van de consumenten, met het oog op een voortdurende evaluatie van de wet, alsook de invoering van best practices. § 2. Om de twee jaar legt de Koning aan de Kamer van volksvertegenwoordigers een evaluatieverslag over.
Art. 8.Naar aanleiding van de bespreking door de Kamer van volksvertegenwoordigers van het in artikel 7, § 2, bedoelde verslag, neemt de Koning, in voorkomend geval, passende maatregelen.
Art. 9.De overtredingen van de artikelen 4 en 5 zijn onderworpen aan sancties als bedoeld in artikel 124 van de wet van 6 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/2010 pub. 12/04/2010 numac 2010011166 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming type wet prom. 06/04/2010 pub. 23/12/2010 numac 2010000694 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet met betrekking tot de regeling van bepaalde procedures in het kader van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming. - Duitse vertaling type wet prom. 06/04/2010 pub. 12/04/2010 numac 2010011165 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet met betrekking tot de regeling van bepaalde procedures in het kader van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming sluiten betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming.
Art. 10.De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk 7 en van artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken bedoeld in deze wet.
Art. 11.§ 1. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie zijn de door de minister aangestelde ambtenaren bevoegd om de in deze wet bedoelde overtredingen op te sporen en vast te stellen.
De door deze ambtenaren opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Een afschrift ervan wordt bij een aangetekende brief met ontvangstmelding binnen dertig dagen na de datum van de vaststellingen aan de overtreder toegezonden. § 2. In de uitoefening van hun ambt mogen de in § 1 bedoelde ambtenaren : 1° binnentreden tijdens de gewone openings- of werkuren in de lokalen en vertrekken waar zij voor het vervullen van hun opdracht toegang moeten hebben;2° alle dienstige vaststellingen doen, zich zonder kosten alle inlichtingen doen verschaffen die nodig zijn voor hun opsporingen en vaststellingen, zich op eerste vordering ter plaatse de documenten, stukken of boeken die nodig zijn voor hun opsporingen en vaststellingen, doen voorleggen en daarvan afschrift nemen en dit zonder kosten;3° tegen ontvangstbewijs, beslag leggen op documenten, stukken, boeken of informatiedragers die nodig zijn voor het bewijs van een inbreuk of om de mededaders of medeplichtigen van de overtreders op te sporen; bij ontstentenis van een bevestiging door de procureur des Konings binnen tien werkdagen is het beslag van rechtswege opgeheven; 4° indien zij redenen hebben te geloven in het bestaan van een overtreding, in bewoonde lokalen binnentreden met voorafgaande machtiging van de rechter in de politierechtbank.De bezoeken in bewoonde lokalen moeten tussen acht en achttien uur en door minstens twee ambtenaren gezamenlijk geschieden. De woning wordt echter niet geschonden door degene die er met de voorafgaande, schriftelijke instemming van de bewoner binnentreedt. § 3. In de uitoefening van hun ambt kunnen de in § 1 bedoelde ambtenaren de bijstand van de politiediensten vorderen. § 4. De gemachtigde ambtenaren oefenen de hun door dit artikel verleende bevoegdheden uit onder het toezicht van de procureur-generaal, onverminderd hun ondergeschiktheid aan hun meerderen in het bestuur. § 5. In geval van toepassing van artikel 13 wordt het proces-verbaal pas toegezonden aan de procureur des Konings wanneer de overtreder niet is ingegaan op het voorstel tot minnelijke schikking.
De binnen de aangegeven termijn uitgevoerde betaling doet de strafvordering vervallen, behalve indien tevoren een klacht werd gericht aan de procureur des Konings, de onderzoeksrechter werd verzocht een onderzoek in te stellen of indien het feit bij de rechtbank aanhangig werd gemaakt. In deze gevallen worden de betaalde bedragen aan de overtreder teruggestort.
Art. 12.Wanneer een overtreding van deze wet of van een uitvoeringsbesluit ervan is vastgesteld, kan de minister of de door hem met toepassing van artikel 11 aangestelde ambtenaar aan de overtreder een waarschuwing richten waarbij die tot stopzetting van die handeling wordt aangemaand.
De waarschuwing wordt de overtreder ter kennis gebracht binnen een termijn van drie weken vanaf de vaststelling van de feiten, bij een aangetekende brief met ontvangstmelding, of door de overhandiging van een afschrift van het proces-verbaal waarin de feiten zijn vastgesteld.
De waarschuwing vermeldt : 1° de ten laste gelegde feiten en de geschonden wetsbepaling of -bepalingen;2° de termijn waarbinnen die feiten moeten worden stopgezet;3° dat, indien aan de waarschuwing geen gevolg wordt gegeven, de met toepassing van de artikelen 11 en 13 aangestelde ambtenaren respectievelijk de procureur des Konings kunnen inlichten of de in artikel 13 bepaalde regeling in der minne kunnen toepassen;4° dat de toezegging van de overtreder dat de overtreding zal worden beëindigd, openbaar kan worden gemaakt.
Art. 13.De hiertoe door de minister aangestelde ambtenaren kunnen, in het licht van de processen-verbaal die een overtreding vaststellen en opgemaakt zijn door de in artikel 11 bedoelde ambtenaren, aan de overtreders een som voorstellen waarvan de betaling de strafvordering doet vervallen. Die som mag niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de in artikel 9 bepaalde geldboete, verhoogd met de opdeciemen. De tarieven alsmede de wijze van betaling en inning worden vastgesteld door de Koning.
Art. 14.§ 1. De voorzitter van de rechtbank van koophandel stelt het bestaan vast en beveelt de staking van een handeling die een inbreuk uitmaakt op de bepalingen van artikel 5. De vordering tot staking wordt ingesteld door : 1° de minister; 2° de directeur-generaal van de algemene directie Controle en Bemiddeling van de FOD Economie, K.M.O.'s, Middenstand en Energie; 3° de belanghebbenden. De voorzitter van de rechtbank van koophandel kan bevelen dat zijn beslissing of de samenvatting die hij ervan opstelt, wordt aangeplakt of op enige andere wijze wordt bekendgemaakt tijdens de door hem bepaalde termijn en op kosten van de overtreder. Deze maatregelen van openbaarmaking mogen slechts worden opgelegd indien zij ertoe kunnen bijdragen dat de gewraakte handeling of de uitwerking ervan ophouden. § 2. De vordering wordt ingesteld en behandeld zoals in kort geding.
Zij kan worden ingesteld bij verzoekschrift, dat in vier exemplaren wordt ingediend ter griffie van de rechtbank van koophandel of aangetekend wordt verzonden aan die griffie. De griffier van de rechtbank verwittigt onverwijld de tegenpartij bij gerechtsbrief en nodigt haar uit te verschijnen ten vroegste drie dagen en ten laatste acht dagen na het verzenden van de gerechtsbrief, waarbij een exemplaar van het inleidend verzoekschrift wordt gevoegd.
Op straffe van nietigheid vermeldt het verzoekschrift : 1° de dag, de maand en het jaar;2° de naam, de voornaam, het beroep en de woonplaats van de verzoeker;3° de naam en het adres van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon tegen wie de vordering wordt ingesteld;4° het onderwerp en de uiteenzetting van de middelen van de vordering;5° de handtekening van de advocaat. § 3. Er wordt uitspraak gedaan over de vordering niettegenstaande vervolging wegens dezelfde feiten voor enig ander strafrechtelijk rechtscollege.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elk rechtsmiddel en zonder borgtocht.
Elke uitspraak ingevolge een op dit artikel gegronde vordering wordt binnen acht dagen en door toedoen van de griffier van het bevoegde rechtscollege meegedeeld aan de minister, tenzij de uitspraak is gewezen op zijn vordering.
De griffier licht de minister daarenboven onverwijld in over de rechtsmiddelen ingesteld tegen elke uitspraak.
Art. 15.Artikel 589 van het Gerechtelijk Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 16/09/2011 numac 2011011334 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 11 april 1999 aangaande de vordering tot staking van de inbreuken op de wet betreffende de overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen type wet prom. 13/08/2011 pub. 14/05/2012 numac 2012000311 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 11 april 1999 aangaande de vordering tot staking van de inbreuken op de wet betreffende de overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen. - Duitse vertaling sluiten, wordt aangevuld met een bepaling onder 19°, luidende : "19° in artikel 14 van de wet van 30 juli 2013, betreffende de verkoop van toegangsbewijzen tot evenementen."
Art. 16.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de eerste maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 30 juli 2013.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, J. VANDE LANOTTE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota Zie : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 53-0656 - 2010/2011 : 001 : Wetsvoorstel van de heer Schiltz c.s. 002 tot 004 : Amendementen. 005 : Verslag. 006 : Tekst aangenomen door de commissie. 007 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Integraal Verslag : 2 en 8 mei 2013.
Stukken van de Senaat : 5-2081 - 2012/2013 : Nr. 1 : Ontwerp geëvoceerd door de Senaat.
Nr. 2 : Amendementen.
Nr. 3 : Verslag.
Nr. 4 : Tekst geamendeerd door de commissie.
Nr. 5 : Tekst geamendeerd door de Senaat en teruggezonden naar de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Handelingen van de Senaat : 10 juli 2013.
Zie ook : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 53-0656 - 2010/2011 : 008 : Ontwerp geamendeerd door de Senaat (zonder commissieverslag). 009 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.
Integraal Verslag : 17 juli 2013.