gepubliceerd op 15 mei 2014
Wet tot wijziging van de hypotheekwet van 16 december 1851, teneinde voorrechten in te stellen ten gunste van de slachtoffers van strafbare feiten
21 FEBRUARI 2014. - Wet tot wijziging van de hypotheekwet van 16 december 1851, teneinde voorrechten in te stellen ten gunste van de slachtoffers van strafbare feiten (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 19 van de hypotheekwet van 16 december 1851, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013, wordt een 3° ter ingevoegd, luidende : "3° ter. De schadevergoeding die de veroordeelde overeenkomstig een in kracht van gewijsde gegane beslissing aan het slachtoffer dat een natuurlijke persoon is en zijn rechtverkrijgenden tot en met de tweede graad verschuldigd is als vergoeding voor de lichamelijke of psychische schade als rechtstreeks gevolg van een opzettelijke gewelddaad die een strafbaar feit vormt. Dit voorrecht komt de wettelijk gesubrogeerde niet toe;".
Art. 3.In artikel 27 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 april 1967 en de wet van 10 oktober 1967, wordt een 5° bis ingevoegd, luidende : "5° bis. Het slachtoffer dat een natuurlijke persoon is en zijn rechtverkrijgenden tot en met de tweede graad, op de onroerende goederen van de veroordeelde, voor de schadevergoeding die de veroordeelde overeenkomstig een in kracht van gewijde gegane beslissing verschuldigd is als vergoeding voor de lichamelijke of psychische schade als rechtstreeks gevolg van een opzettelijke gewelddaad die een strafbaar feit vormt. Dit voorrecht bestaat slechts bij inschrijving binnen twee maanden na het tijdstip waarop de beslissing in kracht van gewijsde gaat en komt de wettelijk gesubrogeerde niet toe.
Dat voorrecht wordt pas uitgeoefend na de wettelijke en bedongen hypotheken die voor het tijdstip waarop de beslissing in kracht van gewijsde is gegaan bij het hypotheekkantoor werden ingeschreven;".
Art. 4.In dezelfde wet wordt tussen de artikelen 38 en 38bis een artikel 38/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 38/1.Het voorrecht waarin artikel 27, 5° bis, voorziet, wordt behouden door de inschrijving binnen twee maanden nadat de beslissing in kracht van gewijsde is gegaan. In geval van een laattijdige inschrijving neemt het voorrecht pas rang op de dag waarop het wordt ingeschreven.".
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 21 februari 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Zie : Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 53-2428 Integraal verslag : 23 janvier 2014 Senaat (www.senate.be) : Stukken : 5-2458 Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat : 11 februari 2014.