Etaamb.openjustice.be
Wet van 29 december 2010
gepubliceerd op 31 december 2010

Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2010003687
pub.
31/12/2010
prom.
29/12/2010
ELI
eli/wet/2010/12/29/2010003687/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

29 DECEMBER 2010. - Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Deze wet voorziet in de omzetting van artikel 3 van Richtlijn 2008/8/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de plaats van een dienst, in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2009/69/EG van de Raad van 25 juni 2009 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft belastingfraude bij invoer alsook van Richtlijn 2009/162/EU van de Raad van 22 december 2009 tot wijziging van enkele bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde. Zij verzekert bovendien een meer nauwkeurige omzetting van artikel 140, punt b), van Richtlijn 2006/112/EG.

Art. 3.In artikel 1, § 6, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wetten van 1 april 2009 en 26 november 2009, wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt : « 4° "accijnsproducten" : energieproducten, alcohol en alcoholhoudende dranken en tabaksfabrikaten, zoals omschreven in de vigerende communautaire bepalingen, met uitzondering van gas dat geleverd wordt via een op het grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem of eender welk op een dergelijk systeem aangesloten net. »

Art. 4.In artikel 12bis, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 1995 en de wet van 5 december 2004, wordt de bepaling onder 8° vervangen als volgt : « 8° de levering van gas via een op het grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem of eender welk op een dergelijk systeem aangesloten net, de levering van elektriciteit of de levering van warmte of koude via warmte- of koudenetten, onder de in artikel 15, § 2, tweede lid, 4° bepaalde voorwaarden. ».

Art. 5.In artikel 15, § 2, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 december 1992 en de wet van 5 december 2004, wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt : « 4° ingeval van levering van gas via een op het grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten net, van levering van elektriciteit of van levering van warmte of koude via warmte- of koudenetten : a) de plaats waar de afnemer de zetel van zijn economische activiteit of een vaste inrichting heeft gevestigd waarvoor de goederen worden geleverd, dan wel, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats, wanneer deze afnemer een belastingplichtige is wiens hoofdactiviteit op het gebied van de aankoop van gas, elektriciteit, warmte of koude bestaat in het opnieuw verkopen van die goederen en wiens eigen verbruik van die goederen verwaarloosbaar is;b) de plaats waar de afnemer het effectieve gebruik en verbruik van deze goederen heeft wanneer het gaat om leveringen niet bedoeld in a). Indien alle goederen of een deel ervan in werkelijkheid niet door deze afnemer worden gebruikt, worden deze niet-verbruikte goederen geacht te zijn gebruikt en verbruikt op de plaats waar hij de zetel van zijn economische activiteit of een vaste inrichting heeft gevestigd waarvoor de goederen worden geleverd. Bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting wordt hij geacht de goederen te hebben gebruikt en verbruikt in zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats. ».

Art. 6.In artikel 19, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2006, worden de woorden "roerend goed" vervangen door de woorden "goed ander dan dat bedoeld in artikel 45, § 1quinquies ".

Art. 7.In artikel 21, § 3, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 26 november 2009, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt : « 3° de plaats waar het evenement of de activiteit daadwerkelijk plaatsvindt wanneer de dienst bestaat in het verlenen van toegang tot culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve, vermakelijkheids- of soortgelijke evenementen, zoals beurzen en tentoonstellingen, en met de toegangverlening samenhangende diensten; ».

Art. 8.In artikel 21bis, § 2, 10°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 26 november 2009, wordt de bepaling onder h) vervangen als volgt : « h) het bieden van toegang tot een op het grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten net, tot het elektriciteitssysteem of tot warmte- of koudenetten, alsmede het verrichten van transmissie- of distributiediensten via deze systemen of netten en het verrichten van andere daarmee rechtstreeks verbonden diensten; ».

Art. 9.In artikel 25ter, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 december 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 december 1994, 20 juli 2000 en de wet van 26 november 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepaling onder 1° wordt opgeheven;b) in de inleidende zin van de bepaling onder 2° worden de woorden "van goederen andere dan die bedoeld onder 1° en" opgeheven.

Art. 10.In artikel 40, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 1995 en de wet van 5 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepaling onder 1°, d) wordt vervangen als volgt : « d) van goederen verzonden of vervoerd vanuit een derdelandsgebied of een derde land in een andere lidstaat dan België, indien de levering van deze goederen verricht door de persoon op wiens naam de ter zake van invoer verschuldigde belasting mag of moet worden voldaan uit hoofde van artikel 52, § 1, tweede lid, vrijgesteld is overeenkomstig artikel 39bis ;»; b) een bepaling onder 2°bis wordt ingevoegd, luidende : « 2°bis de intracommunautaire verwervingen van goederen die het voorwerp hebben uitgemaakt van een overbrenging naar een andere lidstaat en in dezelfde toestand in België terugkeren;»; c) de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt : « 3° de invoer van gas via een aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten net, van gas dat van op een gastransportschip in een aardgassysteem of een upstreampijpleidingnet wordt ingebracht, van elektriciteit of van warmte of koude via warmte- of koudenetten wanneer de persoon op wiens naam de verschuldigde belasting bij de invoer mag of moet worden betaald, deze goederen heeft verworven onder de in artikel 15, § 2, tweede lid, 4° bepaalde voorwaarden.»

Art. 11.In artikel 42, § 3, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992, wordt het eerste lid vervangen als volgt : « § 3. Van de belasting zijn vrijgesteld : 1° de leveringen, de intracommunautaire verwervingen en de invoeren van goederen en de diensten in het kader van de diplomatieke en consulaire betrekkingen;2° de leveringen van roerende goederen en de diensten, met uitzondering van werk in onroerende staat, aan, alsook de intracommunautaire verwervingen en de invoeren van dergelijke goederen door de volgende personen, handelend voor hun persoonlijk gebruik en gehecht aan de zendingen en posten bedoeld onder 1° : de leden van het diplomatiek personeel, de leden van het administratief en technisch personeel, de consulaire beroepsambtenaren en de consulaire bedienden;3° de leveringen, de intracommunautaire verwervingen en de invoeren van goederen en de diensten verricht voor de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, de Europese Centrale Bank of de Europese Investeringsbank of voor de door de Europese Gemeenschappen opgerichte organen waarop het Protocol van 8 april 1965 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen van toepassing is, zulks binnen de beperkingen en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld bij dat protocol, bij de overeenkomsten tot toepassing van dat protocol of bij de vestigingsovereenkomsten, en voor zover zulks niet leidt tot verstoring van de mededinging;4° de leveringen, de intracommunautaire verwervingen en de invoeren van goederen en de andere dan in 3° bedoelde diensten bestemd voor de internationale instellingen en daaraan verbonden ambtenaren, voor zover in zulke vrijstelling is voorzien door een overeenkomst waarbij België toegetreden is;5° de leveringen, de intracommunautaire verwervingen en de invoeren van goederen en de diensten verricht, hetzij voor het officiële gebruik van de krijgsmachten van vreemde Staten toegetreden tot het Noord-Atlantisch Verdrag of van het hen begeleidende burgerpersoneel, hetzij voor de bevoorrading van de messes en kantines van die krijgsmachten, voor zover de betreffende krijgsmachten deelnemen aan de gemeenschappelijke defensie-inspanning;6° de leveringen en de intracommunautaire verwervingen van goederen en de diensten die naar een andere lidstaat werden verricht en bestemd zijn voor de strijdkrachten van een andere Staat toegetreden tot het Noord-Atlantisch Verdrag dan de lidstaat van bestemming zelf, voor het gebruik van die strijdkrachten of van het hen begeleidende burgerpersoneel, of voor de bevoorrading van de messes en kantines van die strijdkrachten, voor zover deze strijdkrachten deelnemen aan de gemeenschappelijke defensie-inspanning;7° de leveringen, de intracommunautaire verwervingen en de invoeren van goederen en de diensten bestemd voor de instellingen die door een buitenlandse regering belast zijn met de aanleg, de inrichting en het onderhoud van begraafplaatsen en gedenktekens voor de in oorlogstijd overleden en hier te lande begraven leden van haar krijgsmacht;8° de leveringen, de intracommunautaire verwervingen en de invoeren van goederen en de diensten bestemd voor de Noord-Atlantische Vergadering en de leden van het Internationaal Secretariaat van die Vergadering, voor zover in de vrijstelling is voorzien door de wet van 14 augustus 1974 betreffende het statuut in België van de Noord-Atlantische Vergadering;9° de leveringen, de intracommunautaire verwervingen en de invoeren van goud aan de centrale banken;10° de levering van goederen bestemd voor erkende organisaties die deze goederen uitvoeren uit de Gemeenschap in het kader van hun menslievend, liefdadig of opvoedkundig werk.»

Art. 12.In artikel 45 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 december 1994, 28 december 1999, 30 december 1999 en de programmawet van 27 december 2005, wordt een paragraaf 1quinquies ingevoegd, luidende : « § 1quinquies. Ten aanzien van de uit hun aard onroerende goederen en de andere bedrijfsmiddelen en diensten die op grond van artikel 48, § 2 aan de herziening zijn onderworpen en behoren tot het vermogen van de onderneming van de belastingplichtige, en die zowel voor de doeleinden van zijn economische activiteit als voor zijn privé-doeleinden of voor de privé-doeleinden van zijn personeel of, meer algemeen, voor andere doeleinden dan deze van zijn economische activiteit worden gebruikt, mag de belastingplichtige de belasting geheven van de goederen en de diensten met betrekking tot die goederen slechts tot beloop van het gebruik voor de doeleinden van zijn economische activiteit in aftrek brengen. »

Art. 13.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2011.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 29 december 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands Zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota (1) Zitting 2010-2011. Kamer van Volksvertegenwoordigers.

Stukken. - Wetsontwerp, 53-0645 - Nr. 1. - Verslag namens de commissie, 53-0645 - Nr. 2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 53-0645 - Nr. 3.

Integraal verslag. - 16 december 2010.

Senaat.

Stukken. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, 5-612 - Nr. 1. - Verslag namens de commissie, 5-612 - Nr. 2. - Beslissing om niet te amenderen, 5-612 - Nr. 3.

^