Etaamb.openjustice.be
Wet van 20 december 2021
gepubliceerd op 28 december 2021

Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de vrijstellingen van de belasting ter uitvoering van activiteiten in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid binnen het Uniekader en betreffende tijdelijke vrijstellingen bij invoer en bepaalde leveringen van goederen en diensten in reactie op de COVID-19-pandemie

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2021034485
pub.
28/12/2021
prom.
20/12/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 DECEMBER 2021. - Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de vrijstellingen van de belasting ter uitvoering van activiteiten in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid binnen het Uniekader en betreffende tijdelijke vrijstellingen bij invoer en bepaalde leveringen van goederen en diensten in reactie op de COVID-19-pandemie (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2019/2235 van de Raad van 16 december 2019 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en Richtlijn 2008/118/EG houdende een algemene regeling inzake accijns wat betreft defensie-inspanningen binnen het Uniekader en in de omzetting van Richtlijn (EU) 2021/1159 van de Raad van 13 juli 2021 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende tijdelijke vrijstellingen bij invoer en bepaalde leveringen van goederen en diensten in reactie op de COVID-19-pandemie. HOOFDSTUK 2. - Vrijstellingen voor leveringen van goederen en diensten alsook voor de invoer van goederen ter uitvoering van activiteiten in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid binnen het Uniekader

Art. 3.In artikel 25quater van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 november 2019, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt: " § 2. Met een intracommunautaire verwerving van goederen onder bezwarende titel wordt gelijkgesteld de toewijzing door de strijdkrachten van een lidstaat die deelneemt aan een defensie-inspanning ter uitvoering van een Unieoptreden in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, ten behoeve van die strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel, van goederen die zij niet tegen de algemene belastingvoorwaarden van de interne markt van een lidstaat hebben verworven, wanneer de invoer van deze goederen niet in aanmerking zou kunnen komen voor de in artikel 42, § 3, eerste lid, 4° bis, bedoelde vrijstelling.

Met een intracommunautaire verwerving van goederen onder bezwarende titel wordt gelijkgesteld de toewijzing door de strijdkrachten van een staat die partij is bij het Noord-Atlantisch Verdrag, ten behoeve van deze strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel, van goederen die zij niet tegen de algemene belastingvoorwaarden van de interne markt van een lidstaat hebben verworven, wanneer de invoer van deze goederen niet in aanmerking zou kunnen komen voor de in artikel 42, § 3, eerste lid, 5°, bedoelde vrijstelling.".

Art. 4.In artikel 42, § 3, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 29 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010003687 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, worden de bepalingen onder 4° bis en 4° ter ingevoegd, luidende: "4° bis de leveringen, de invoeren van goederen en de diensten, bestemd voor de strijdkrachten van andere lidstaten, ten behoeve van die strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel of voor de bevoorrading van hun messes of kantines, wanneer die strijdkrachten deelnemen aan een defensie-inspanning ter uitvoering van een Unieoptreden in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid; 4° ter de leveringen van goederen en de diensten die naar een andere lidstaat werden verricht en bestemd zijn voor de strijdkrachten van een andere lidstaat dan de lidstaat van bestemming zelf, ten behoeve van deze strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel of voor de bevoorrading van hun messes of kantines, wanneer die strijdkrachten deelnemen aan een defensie-inspanning ter uitvoering van een Unieoptreden in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid;".

Art. 5.Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 juli 2022. HOOFDSTUK 3. - Tijdelijke vrijstellingen bij invoer en bepaalde leveringen van goederen en diensten in reactie op de COVID-19-pandemie

Art. 6.In artikel 42, § 3, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid wordt de bepaling onder 3° bis ingevoegd, luidende: "3° bis de leveringen van goederen aan, de invoeren van goederen door of het verrichten van diensten voor de Europese Commissie of een krachtens het Unierecht opgericht agentschap of orgaan wanneer de Europese Commissie of een dergelijk agentschap of orgaan deze goederen of diensten aankoopt of deze goederen invoert in het kader van de uitvoering van de hen bij het Unierecht toevertrouwde taken ter bestrijding van de COVID-19-pandemie, tenzij de aangekochte goederen en diensten of de ingevoerde goederen onmiddellijk dan wel op een later tijdstip worden gebruikt voor latere leveringen onder bezwarende titel door de Europese Commissie of dergelijk agentschap of orgaan;"; b) tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "Wanneer niet langer is voldaan aan de vrijstellingsvoorwaarden van het eerste lid, 3° bis, stelt de Europese Commissie of het betrokken agentschap of orgaan voor wie de vrijstelling bij invoer is toegepast, die de vrijgestelde levering van goederen heeft ontvangen of voor wie de vrijgestelde dienst is verricht, de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde daarvan in kennis en is de invoer van die goederen, de levering van die goederen of die dienst aan de belasting onderworpen onder de voorwaarden die op dat ogenblik gelden. De Koning legt de nadere regels voor die kennisgeving vast, wat betreft de vermeldingen ervan en de vormvereisten die moeten worden nageleefd."; c) paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Wanneer België de lidstaat van ontvangst is en tot op Europees niveau een uniforme belastingregeling is vastgesteld, worden onderworpen aan de door het vierde lid bepaalde voorwaarden: 1° de in het eerste lid bedoelde vrijstellingen met uitzondering van de in 3° bis bedoelde vrijstelling; 2° de in artikel 151, lid 1, van de Richtlijn 2006/112/EG bedoelde vrijstellingen, met uitzondering van de in punt a ter) bedoelde vrijstelling.".

Art. 7.Artikel 6 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 20 december 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K55-2343 Integraal verslag: 16 december 2021

^