gepubliceerd op 05 juni 2014
Wet tot wijziging van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, wat het minimumpensioen voor zelfstandigen betreft
24 APRIL 2014. - Wet tot wijziging van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen sluiten houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, wat het minimumpensioen voor zelfstandigen betreft (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.In de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen sluiten houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013, wordt een artikel 131ter ingevoegd, luidende : "131ter. § 1. Met ingang van 1 januari 2015 : 1° worden de bedragen bedoeld in artikel 131bis, § 1septies, 9°, respectievelijk gebracht op 12.765,99 euro en op 9.648,57 euro; 2° wordt aan de gerechtigde op een rust- of overlevingspensioen als zelfstandige, een minimumpensioen verleend wanneer hij, naargelang van het geval, in zijn hoofde of in hoofde van de overleden echtgenoot, een beroepsloopbaan bewijst die hetzij in de regeling voor zelfstandigen alleen, hetzij in de regeling voor zelfstandigen en werknemers samen, hetzij in de regeling voor zelfstandigen en in een of meerdere regelingen waarop de Europese Verordeningen van toepassing zijn of waarop een door België gesloten overeenkomst inzake sociale zekerheid betreffende de pensioenen van werknemers of zelfstandigen van toepassing is, hetzij in de regeling voor zelfstandigen en werknemers en in een of meerdere regelingen waarop de Europese Verordeningen van toepassing zijn of waarop een door België gesloten overeenkomst inzake sociale zekerheid betreffende de pensioenen van werknemers of zelfstandigen van toepassing is, samen ten minste gelijk is aan twee derde van een volledige loopbaan;het minimumpensioen is gelijk aan een breukgedeelte van één van onder 1° bedoelde bedragen, dat naargelang van het geval gelijk is aan de breuk die nà de toepassing van artikel 19 van het koninklijk besluit nr. 72 in aanmerking genomen werd voor de berekening van het rust- of overlevingspensioen in de regeling voor zelfstandigen; 3° wanneer de gerechtigde op een rustpensioen eveneens aanspraak kan maken op een rustpensioen in de regeling voor werknemers of wanneer de gerechtigde op een overlevingspensioen eveneens aanspraak kan maken op een overlevingspensioen in de regeling voor werknemers, mag de toepassing van de bepalingen van deze titel niet tot gevolg hebben dat het totaal van die voordelen van dezelfde aard, toegekend in de pensioenregelingen voor zelfstandigen en werknemers, hoger is dan : - 12.765,99 EUR wanneer de belanghebbende de voorwaarden vervult beoogd in artikel 9, § 1, 1°, van het koninklijk besluit nr. 72; - 9.648,57 EUR in de andere gevallen.
Wanneer deze grens wordt overschreden, wordt het minimumrustpensioen of het minimumoverlevingspensioen, naargelang van het geval, in de regeling voor zelfstandigen tot het vereiste bedrag verminderd, zonder dat deze vermindering tot gevolg mag hebben dat in deze regeling een pensioen wordt toegekend dat kleiner is dan de uitkering die zou zijn toegekend indien de belanghebbende geen aanspraak had kunnen maken op het minimumpensioen. De Koning kan van deze bepaling afwijken indien de voormelde grens wordt overschreden naar aanleiding van de verhoging van het werknemerspensioen ingevolge de aanpassing aan het algemeen welzijn.
De Koning kan bij besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het eerste lid wijzigen en aanvullen, om op de data die Hij bepaalt de in dat lid bedoelde bedragen te verhogen. § 2. De Koning stelt vast wat moet worden verstaan onder een beroepsloopbaan die ten minste gelijk is aan twee derde van een volledige loopbaan, hetzij in de regeling voor zelfstandigen alleen, hetzij in de regeling voor zelfstandigen en werknemers samen, hetzij in de regeling voor zelfstandigen en in regelingen waarop de Europese Verordeningen van toepassing zijn of waarop een door België gesloten overeenkomst inzake sociale zekerheid betreffende de pensioenen van werknemers of zelfstandigen van toepassing is, samen, hetzij in de regeling voor zelfstandigen en werknemers of regelingen waarop de Europese Verordeningen van toepassing zijn of waarop een door België gesloten overeenkomst inzake sociale zekerheid betreffende de pensioenen van werknemers of zelfstandigen van toepassing is, samen.
Hij stelt eveneens de berekeningsmodaliteiten van het minimumpensioen vast, wanneer het pensioen een vermindering heeft ondergaan. § 3. De bedragen vastgesteld in het huidige artikel zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100).
Zij variëren volgens de schommelingen van dat indexcijfer, overeenkomstig de bepalingen van artikel 43 van het koninklijk besluit nr. 72, zoals de toegekende pensioenen waarvoor niet aan de toekenningsvoorwaarden van het minimumpensioen is voldaan. § 4. De toepassing van de bepalingen van dit artikel mag niet tot gevolg hebben dat een bedrag wordt toegekend dat lager is dan het bedrag verkregen overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn tijdens de maand voorafgaand aan die waarin de wet in een verhoging van het minimumpensioen voorziet."
Art. 3.In artikel 132 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "vóór de datum waarop het door deze titel" worden vervangen door de woorden "vóór de datum waarop het door artikel 131 en 131bis". 2° artikel 132 wordt aangevuld met een lid luidende : "Zonder dat een nieuwe beslissing ter kennis wordt gebracht van de gerechtigde, gaat de Rijksdienst voor Pensioenen ambtshalve over tot de verhoging van de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal zijn ingegaan na 31 december 2014 en waarop het door artikel 131ter beoogde minimumpensioen van toepassing is en waarvoor hem een betalingsopdracht werd overgezonden."
Art. 4.Deze wet is van toepassing op de pensioenen van de zelfstandigen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2015 ingaan.
Art. 5.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2015.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 24 april 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Pensioenen, A. DE CROO Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 53-191 - 3415.
Integraal verslag : 20 maart 2014.
Senaat (www.senate.be) Stukken : 5-2779.
Handelingen van de Senaat : 27 maart 2014.