Etaamb.openjustice.be
Wet van 23 april 2020
gepubliceerd op 11 mei 2020

Wet houdende wijzigingen van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en de programmawet van 29 maart 2012, inzake de verwerking van persoongegevens via het e-notariaat

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2020040971
pub.
11/05/2020
prom.
23/04/2020
ELI
eli/wet/2020/04/23/2020040971/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

23 APRIL 2020. - Wet houdende wijzigingen van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en de programmawet (I) van 29 maart 2012, inzake de verwerking van persoongegevens via het e-notariaat


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL 1 - ALGEMENE BEPALING

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL 2 - WIJZIGINGEN VAN HET WETBOEK VAN DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE, HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992, HET WETBOEK VAN DE MINNELIJKE EN GEDWONGEN INVORDERING VAN FISCALE EN NIET-FISCALE SCHULDVORDERINGEN, EN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 29 MAART 2012, INZAKE HET E-NOTARIAAT HOOFDSTUK 1 - Wijzigingen van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde

Art. 2.In artikel 93ter, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij de wet van 8 augustus 1980, vervangen bij de wet van 11 februari 2019 en opgeheven bij de wet van 13 april 2019, uitgezonderd voor de gevallen bedoeld in artikel 138 van die wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) in het eerste lid wordt de inleidende zin vervangen als volgt: "Om de Schatkist, met het oog op de invordering van de belasting over de toegevoegde waarde en bijbehoren, in staat te stellen een wettelijke hypotheek te nemen op een voor hypotheek vatbaar goed dat het voorwerp uitmaakt van een ontwerpakte tot vervreemding of hypothecaire aanwending, zijn de notarissen die verzocht zijn om een akte op te maken die de vervreemding of de hypothecaire aanwending van een voor hypotheek vatbaar goed tot voorwerp heeft, persoonlijk aansprakelijk in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, voor de betaling van de belasting over de toegevoegde waarde en bijbehoren die tot een hypothecaire inschrijving aanleiding kunnen geven, wanneer zij daarvan geen bericht geven aan:";2) in het eerste lid, 2°, wordt het woord "brief" vervangen door het woord "zending";3) vier leden worden ingevoegd tussen het eerste en tweede lid, luidende: "Het bericht vermeldt de identiteit van de afzender, het goed dat het voorwerp is van de akte bedoeld in het eerste lid en de identiteit van de eigenaar of houder van een zakelijk recht op dat goed. Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identiteit van de afzender, de naam, voornaam, hoedanigheid, adres en ondernemingsnummer.

Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identiteit van de eigenaar of houder van een zakelijk recht: a) voor natuurlijke personen: de naam, voornamen en het identificatienummer van het Rijksregister, of bij gebreke daaraan het identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, of bij gebreke aan zulke nummers, hun geboortedatum;b) voor rechtspersonen: de naam, de rechtsvorm en het ondernemingsnummer. Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identificatie van het goed dat het voorwerp is van de akte bedoeld in het eerste lid, de aard van het goed, zijn adres, het nummer van de kadastrale legger, en indien deze gegevens gekend zijn, de verkoopprijs en de hypothecaire toestand."; 4) in het tweede lid, dat het zesde lid wordt, worden de woorden "in het eerste lid" ingevoegd tussen het woord "sprake" en de woorden "niet verleden".

Art. 3.In artikel 93quater van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 augustus 1980, vervangen bij de wet van 11 februari 2019 en opgeheven bij de wet van 13 april 2019 uitgezonderd voor de gevallen bedoeld in artikel 138 van die wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) in paragraaf 1, 2°, wordt het woord "brief" telkens vervangen door het woord "zending";2) het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende: " § 4.De inlichtingen hernomen in de kennisgeving beoogd in dit artikel zijn dezelfde ongeacht of ze werden meegedeeld via elektronische weg of via aangetekende zending.

In geval van een elektronische verzending, worden de herkomst en de integriteit van de inhoud van de kennisgeving verzekerd door middel van gepaste beveiligingstechnieken.

Opdat de kennisgeving geldig zou zijn, wordt een elektronisch certificaat gebruikt.

Ongeacht de toegepaste techniek wordt verzekerd dat enkel de gemachtigde personen toegang hebben tot de middelen waarmee het elektronisch certificaat gecreëerd wordt.

De in werking gestelde procedures laten toe de natuurlijke persoon verantwoordelijk voor de verzending te identificeren, alsook het moment van de verzending.

Met als enig doel de bepalingen bedoeld in deze paragraaf uit te voeren, wordt de belastingschuldige geïdentificeerd ofwel door het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebreke daaraan, het identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, wanneer het om een natuurlijke persoon gaat, ofwel door het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen, wanneer het om een rechtspersoon gaat.".

Art. 4.Artikel 93octies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 augustus 1980 en opgeheven bij de wet van 11 februari 2019, wordt hersteld als volgt: "

Art. 93octies.De Federale Overheidsdienst Financiën vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG, en van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, voor het verzamelen en opslaan van de gegevens die van de notarissen worden ontvangen in uitvoering van artikel 93ter, het gebruik ervan om na te gaan of de personen die daarin worden vermeld schuldenaars zijn van een zekere schuld aan de belastingadministratie, de kennisgeving van deze schulden, de mededeling van deze schulden aan de betrokken notarissen en, in voorkomend geval, het nemen van de nodige maatregelen voor de inschrijving van de wettelijke hypotheek.

De gegevens opgenomen in het bericht, de kennisgeving en de inlichting respectievelijk bedoeld in de artikelen 93ter, 93quater en 93quinquies worden door de Federale Overheidsdienst Financiën bewaard tot uiterlijk 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin de verjaring plaatsvindt van alle handelingen nodig om de wettelijke hypotheek van de Schatkist te waarborgen of om aansprakelijkheidsvorderingen te kunnen instellen teneinde de invordering van de belasting over de toegevoegde waarde en bijbehoren te verzekeren, die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke bedoeld in het eerste lid behoren en, in voorkomend geval, de volledige betaling van alle ermee verbonden bedragen gerealiseerd werd en de ermee verbonden procedures en administratieve en gerechtelijke beroepen definitief afgesloten zijn.". HOOFDSTUK 2 - Wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

Art. 5.In artikel 412bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wet van 11 februari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) het artikel wordt vervangen als volgt: "Art.412bis. § 1. In afwijking van artikel 412, tweede lid, is de bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de in artikel 272, tweede lid, vermelde meerwaarden betaalbaar bij de registratie van de in artikel 270, eerste lid, 5°, vermelde akten of verklaringen.

De in artikel 270, eerste lid, 5°, vermelde personen zijn gehouden om, bij de registratie van de akte of van de verklaring waarbij de overdracht is vastgesteld, op het in artikel 39 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten vermelde kantoor, de bedrijfsvoorheffing, bepaald overeenkomstig hoofdstuk V, afdeling 8, van de bijlage III van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, te betalen met betrekking tot de meerwaarden die begrepen zijn in de in artikel 228, § 2, 3°, a en 4°, vermelde winst of baten, en die verwezenlijkt zijn bij de overdracht onder bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen of van zakelijke rechten met betrekking tot zulke onroerende goederen, door aan de belasting van niet-inwoners onderworpen belastingplichtigen.

Artikel 169ter van het Wetboek der registratie, hypotheek- en griffierechten is van toepassing op de bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de in het eerste lid en het tweede lid bedoelde meerwaarden, die bij de registratie van de akte of van de verklaring moet worden betaald. § 2. Wanneer paragraaf 1 moet worden toegepast om de inning van de bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de meerwaarden te verzekeren, zijn de in artikel 270, eerste lid, 5°, vermelde schuldenaars van bedrijfsvoorheffing verplicht, het bericht vermeld in artikel 433 op te stellen dat bovendien melding moet maken van alle gegevens die nodig zijn voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de verwezenlijkte meerwaarden en eventueel de kosten en uitgaven te verantwoorden die de overdrager vraagt van de overdrachtprijs af te trekken of bij de verkrijgingsprijs te voegen.

Het bericht vermeldt eveneens de identiteit van de afzender, het goed dat het voorwerp is van de akte of de verklaring bedoeld in artikel 270, eerste lid, 5°, en de identiteit van de eigenaar of houder van een zakelijk recht op dat goed.

Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identiteit van de afzender, de naam, voornaam, hoedanigheid, adres en ondernemingsnummer.

Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identiteit van de eigenaar of houder van een zakelijk recht: a) voor natuurlijke personen: de naam, voornamen en het identificatienummer van het Rijksregister, of bij gebreke daaraan het identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, of bij gebreke aan zulke nummers, hun geboortedatum;b) voor rechtspersonen: de naam, de rechtsvorm en het ondernemingsnummer. Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identificatie van het goed dat het voorwerp is van de akte of de verklaring bedoeld in paragraaf 1, de aard van het goed, zijn adres, het nummer van de kadastrale legger, en indien deze gegevens gekend zijn, de verkoopprijs en de hypothecaire toestand.

Het bericht bedoeld in het eerste lid moet, vóór registratie, worden meegedeeld aan: 1° de Stafdienst Informatie- en Communicatietechnologie van de Federale Overheidsdienst Financiën, en dit op elektronische wijze;2° de bevoegde ontvanger wanneer de mededeling van het bericht niet kan gebeuren overeenkomstig 1° omwille van overmacht of een technische storing.In dat geval wordt het bericht bij aangetekende zending meegedeeld.

Indien de akte of de verklaring waarvan sprake is in paragraaf 1 niet verleden wordt binnen drie maanden te rekenen van de verzending van het bericht, wordt het bericht als niet bestaande beschouwd.

Wanneer het bericht meegedeeld is overeenkomstig het zesde lid, 1°, wordt onder de verzendingsdatum van het bericht verstaan de datum van ontvangstmelding meegedeeld door de Stafdienst Informatie- en Communicatietechnologie van de Federale Overheidsdienst Financiën.

Wanneer eenzelfde bericht achtereenvolgens wordt verstuurd volgens de procedures voorzien respectievelijk in het zesde lid, 1° en 2°, dan zal het bericht opgesteld overeenkomstig het zesde lid, 2°, slechts primeren wanneer de verzendingsdatum ervan de verzendingsdatum van het bericht opgesteld overeenkomstig het zesde lid, 1°, voorafgaat. § 3. Door de ontvangers wordt aan de in paragraaf 2 vermelde schuldenaars, binnen de termijn gesteld in artikel 434, bij aangetekende zending kennis gegeven van het bedrag van de krachtens artikel 273, 2°, verschuldigde bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de meerwaarden verwezenlijkt op de goederen welke het voorwerp van de akte of de verklaring bedoeld in paragraaf 1 zijn.

In geval van openbare verkoop zullen de ontvangers, in afwijking van het eerste lid, aan de betrokken schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing enkel kennis geven van het totale bedrag dat van de overdrachtprijs moet worden afgetrokken om het bedrag van de verwezenlijkte meerwaarde te bekomen zodat deze, evenals de erop verschuldigde bedrijfsvoorheffing, door voormelde schuldenaar zelf kan berekend worden. § 4. De schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing legt, vóór registratie, de in paragraaf 3 vermelde kennisgeving voor aan de ontvanger belast met de registratie van de akte of van de verklaring waarbij de overdracht is vastgesteld.

De ontvanger kan de registratie van de akte of de verklaring afhankelijk stellen van de overlegging van een getuigschrift dat uitgaat van de bevoegde ambtenaar van de administratie belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen, waarbij is vastgesteld dat de overdrager geen belastingplichtige is zoals bedoeld in artikel 227, 1° of 2°. § 5. Na ontvangst van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing zal de ontvanger van de registratie de in paragraaf 3 vermelde kennisgeving vervolledigen en in tweevoud aan de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing uitreiken. Deze laatste zal een exemplaar aan de overdrager van het onroerend goed of van de zakelijke rechten met betrekking tot dat goed overhandigen om hem in staat te stellen zijn aangifte in de belasting van niet-inwoners in te vullen.

De ontvanger van de registratie stuurt een exemplaar van de in het eerste lid vermelde kennisgeving aan de bevoegde dienst van de administratie belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen. § 6. De Koning bepaalt de vermeldingen die voorkomen in het bericht bedoeld in paragraaf 2, eerste lid."; 2) in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "in artikel 433" vervangen door de woorden ", naargelang het geval, in artikel 433 of in artikel 35 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen";3) in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "in artikel 434" vervangen door de woorden ", naargelang het geval, in artikel 434 of in artikel 36 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen".

Art. 6.In artikel 433, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 februari 2019 en opgeheven bij de wet van 13 april 2019, uitgezonderd voor de gevallen bedoeld in artikel 138 van die wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) de inleidende zin wordt vervangen als volgt: " § 1.Om de Schatkist, met het oog op de invordering van de inkomstenbelastingen en bijbehoren, in staat te stellen een wettelijke hypotheek te nemen op een voor hypotheek vatbaar goed dat het voorwerp uitmaakt van een ontwerpakte tot vervreemding of hypothecaire aanwending, zijn de notarissen die verzocht zijn om een akte op te maken die de vervreemding of de hypothecaire aanwending van een voor hypotheek vatbaar goed tot voorwerp heeft, persoonlijk aansprakelijk in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, voor de betaling van de belastingen en bijbehoren die tot een hypothecaire inschrijving aanleiding kunnen geven, wanneer zij daarvan geen bericht geven aan: "; 2) in het eerste lid, 2°, wordt het woord "brief" vervangen door het woord "zending";3) de paragraaf wordt aangevuld met vier leden, luidende: "Het bericht vermeldt de identiteit van de afzender, het goed dat het voorwerp is van de akte bedoeld in het eerste lid en de identiteit van de eigenaar of houder van een zakelijk recht op dat goed. Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identiteit van de afzender, de naam, voornaam, hoedanigheid, adres en ondernemingsnummer.

Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identiteit van de eigenaar of houder van een zakelijk recht: a) voor natuurlijke personen: de naam, voornamen en het identificatienummer van het Rijksregister, of bij gebreke daaraan het identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, of bij gebreke aan zulke nummers, hun geboortedatum;b) voor rechtspersonen: de naam, de rechtsvorm en het ondernemingsnummer. Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identificatie van het goed dat het voorwerp is van de akte bedoeld in het eerste lid, de aard van het goed, zijn adres, het nummer van de kadastrale legger, en indien deze gegevens gekend zijn, de verkoopprijs en de hypothecaire toestand.".

Art. 7.In artikel 434 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 februari 2019 en opgeheven bij de wet van 13 april 2019, uitgezonderd voor de gevallen bedoeld in artikel 138 van die wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) in paragraaf 1, 2°, wordt het woord "brief" telkens vervangen door het woord "zending";2) het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende: " § 4.De inlichtingen hernomen in de kennisgeving beoogd in dit artikel zijn dezelfde ongeacht of ze werden meegedeeld via elektronische weg of via aangetekende zending.

In geval van een elektronische verzending, worden de herkomst en de integriteit van de inhoud van de kennisgeving verzekerd door middel van gepaste beveiligingstechnieken.

Opdat de kennisgeving geldig zou zijn, wordt een elektronisch certificaat gebruikt.

Ongeacht de toegepaste techniek wordt verzekerd dat enkel de gemachtigde personen toegang hebben tot de middelen waarmee het elektronisch certificaat gecreëerd wordt.

De in werking gestelde procedures laten toe de natuurlijke persoon verantwoordelijk voor de verzending te identificeren, alsook het moment van de verzending.

Met als enig doel de bepalingen bedoeld in deze paragraaf uit te voeren, wordt de belastingschuldige geïdentificeerd ofwel door het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebreke daaraan, het identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, wanneer het om een natuurlijke persoon gaat, ofwel door het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen, wanneer het om een rechtspersoon gaat.".

Art. 8.Artikel 438 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 11 februari 2019, wordt hersteld als volgt: "

Art. 438.De Federale Overheidsdienst Financiën vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, en van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, voor het verzamelen en opslaan van de gegevens die van de notarissen worden ontvangen in uitvoering van de artikelen 412bis en 433, het gebruik ervan om na te gaan of de personen die daarin worden vermeld, schuldenaars zijn van een zekere schuld aan de belastingadministratie, de kennisgeving van deze schulden, de mededeling van deze schulden aan de betrokken notarissen en, in voorkomend geval, het nemen van de nodige maatregelen voor de inschrijving van de wettelijke hypotheek.

De gegevens opgenomen in het bericht en de kennisgeving respectievelijk bedoeld in artikel 412bis, §§ 2 en 3, en in het bericht, de kennisgeving en de inlichting respectievelijk bedoeld in artikel 433, 434 en 435 worden door de Federale Overheidsdienst Financiën bewaard tot uiterlijk 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin de verjaring plaatsvindt van alle handelingen nodig om de wettelijke hypotheek van de Schatkist te waarborgen of om aansprakelijkheidsvorderingen te kunnen instellen teneinde de invordering van de bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de in artikel 272, tweede lid, vermelde meerwaarden, en van de inkomstenbelastingen en bijbehoren te verzekeren, die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke bedoeld in het eerste lid behoren en, in voorkomend geval, de volledige betaling van alle ermee verbonden bedragen gerealiseerd werd en de ermee verbonden procedures en administratieve en gerechtelijke beroepen definitief afgesloten zijn.". HOOFDSTUK 3 - Wijzigingen van de programmawet (I) van 29 maart 2012

Art. 9.Artikel 157 van de programmawet (I) van 29 maart 2012, vervangen bij de wet van 13 april 2019, wordt vervangen als volgt: "

Art. 157.§ 1 Om de inning te verzekeren van zekere en vaststaande fiscale schulden in de zin van artikel 158, en verschuldigd door de erflater, zijn erfgenamen en legatarissen, of de begunstigden van een door de erflater gemaakte contractuele erfstelling, zijn de notarissen die verzocht zijn om een in artikel 1240bis van het Burgerlijk Wetboek bedoelde akte of attest van erfopvolging op te maken, persoonlijk aansprakelijk in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, voor de betaling van de schulden van de erflater, zijn erfgenamen en legatarissen waarvan de identiteit vermeld is in de akte of het attest, of de begunstigden van een door de erflater gemaakte contractuele erfstelling, mits die schulden het onderwerp kunnen uitmaken van een kennisgeving bedoeld in artikel 158 indien zij daarvan geen bericht geven aan: 1° de dienst belast met informatie- en communicatietechnologie van de Federale Overheidsdienst Financiën, en dit op elektronische wijze;2° de door de Koning aangeduide ambtenaar van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, wanneer het bericht omwille van overmacht of een technische storing niet kan worden meegedeeld overeenkomstig 1°.In dat geval wordt het bericht bij aangetekende zending verzonden.

Wanneer het gaat om schulden lastens de erflater is de aansprakelijkheid bedoeld in het eerste lid beperkt tot de waarde van de nalatenschap.

Wanneer het gaat om schulden lastens de rechtverkrijgenden is de aansprakelijkheid bedoeld in het eerste lid beperkt tot de waarde van de tegoeden die toekomen aan de rechtverkrijgende waarvan de identiteit vermeld is in de akte of het attest en betreffende welke de notaris aansprakelijk kan worden gesteld. § 2. Indien de akte of het attest waarvan sprake niet wordt opgesteld binnen drie maanden te rekenen van de verzending van het bericht, wordt het als niet bestaande beschouwd. § 3. Wanneer hetzelfde bericht achtereenvolgens gegeven wordt overeenkomstig de procedures voorzien in paragraaf 1, eerste lid, 1° en 2°, dan zal het bericht opgesteld overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 2°, slechts primeren wanneer de verzendingsdatum ervan de verzendingsdatum van het bericht opgesteld overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 1°, voorafgaat. § 4. Wanneer het bericht gegeven wordt overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 1°, wordt onder de datum van verzending van het bericht verstaan de datum van de ontvangstmelding die wordt verzonden door de dienst belast met informatie- en communicatietechnologie van de Federale Overheidsdienst Financiën. § 5. Het bericht vermeldt de identiteit van de erflater, van zijn erfgenamen of legatarissen alsook van de eventuele begunstigde van een contractuele erfstelling.

Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identiteit: a) voor natuurlijke personen: de naam, de voornaam en, in voorkomend geval, het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebrek daaraan, het identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van de betrokkenen, of, bij gebrek aan zulke nummers, hun geboortedatum;b) voor rechtspersonen, trusts, fiducieën of gelijkaardige rechtsvormen: de maatschappelijke benaming, de maatschappelijke zetel en, in voorkomend geval, het identificatienummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen. § 6. De Koning bepaalt de praktische toepassingsvoorwaarden van dit artikel.".

Art. 10.In dezelfde wet wordt een artikel 157/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 157/1.§ 1. Om de inning te verzekeren van zekere en vaststaande fiscale schulden in de zin van artikel 158/1, en verschuldigd door de erflater, zijn erfgenamen en legatarissen, of de begunstigden van een door de erflater gemaakte contractuele erfstelling, zijn de notarissen die verzocht zijn om een in artikel 1240bis van het Burgerlijk Wetboek bedoelde akte of attest van erfopvolging op te maken, persoonlijk aansprakelijk in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, voor de betaling van de schulden van de erflater, zijn erfgenamen en legatarissen waarvan de identiteit vermeld is in de akte of het attest, of de begunstigden van een door de erflater gemaakte contractuele erfstelling, mits die schulden het onderwerp kunnen uitmaken van een kennisgeving bedoeld in artikel 158/1 en mits voor de invordering van die schulden een uitvoerbare titel als bedoeld in artikel 138 van de wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen bestaat vóór 1 januari 2020, indien zij daarvan geen bericht geven aan: 1° de dienst belast met informatie- en communicatietechnologie van de Federale Overheidsdienst Financiën, en dit op elektronische wijze;2° de hiernavolgende ambtenaren, wanneer het bericht omwille van overmacht of een technische storing niet kan worden meegedeeld overeenkomstig 1° : - de ontvangers waaronder de erflater en de rechtverkrijgenden waarvan de identiteit vermeld is in de akte of het attest van erfopvolging ressorteren, evenals de ontvanger van de dienst die door de Koning daarvoor is aangewezen, wanneer de erflater en/of een van zijn rechtverkrijgenden in het buitenland verblijven; - de door de Koning aangewezen ambtenaar van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

In dat geval wordt het bericht bij aangetekende zending verzonden.

Wanneer het gaat om schulden lastens de erflater is de aansprakelijkheid bedoeld in het eerste lid beperkt tot de waarde van de nalatenschap.

Wanneer het gaat om schulden lastens de rechtverkrijgenden is de aansprakelijkheid bedoeld in het eerste lid beperkt tot de waarde van de tegoeden die toekomen aan de rechtverkrijgende waarvan de identiteit vermeld is in de akte of het attest en betreffende welke de notaris aansprakelijk kan worden gesteld. § 2. Indien de akte of het attest waarvan sprake niet wordt opgesteld binnen drie maanden te rekenen van de verzending van het bericht, wordt het als niet bestaande beschouwd. § 3. Wanneer hetzelfde bericht achtereenvolgens gegeven wordt overeenkomstig de procedures voorzien in paragraaf 1, eerste lid, 1° en 2°, dan zal het bericht opgesteld overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 2°, slechts primeren wanneer de verzendingsdatum ervan de verzendingsdatum van het bericht opgesteld overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 1°, voorafgaat. § 4. Wanneer het bericht gegeven wordt overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 1°, wordt onder de datum van verzending van het bericht verstaan de datum van de ontvangstmelding die wordt meegedeeld door de dienst belast met informatie- en communicatietechnologie van de Federale Overheidsdienst Financiën. § 5. Het bericht vermeldt de identiteit van de erflater, van zijn erfgenamen of legatarissen alsook van de eventuele begunstigde van een contractuele erfstelling.

Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identiteit: a) voor natuurlijke personen: de naam, de voornaam en, in voorkomend geval, het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebrek daaraan, het identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van de betrokkenen, of, bij gebrek aan zulke nummers, hun geboortedatum;b) voor rechtspersonen, trusts, fiducieën of gelijkaardige rechtsvormen: de maatschappelijke benaming, de maatschappelijke zetel en, in voorkomend geval, het identificatienummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen. § 6. De Koning bepaalt de praktische toepassingsvoorwaarden van dit artikel.".

Art. 11.Artikel 158 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 13 april 2019, wordt vervangen als volgt: "

Art. 158.De voor de invordering van de fiscale schuld bevoegde ontvanger van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, kan aan de notaris die het in artikel 157 bedoelde bericht verzonden heeft, vóór het verstrijken van de twaalfde werkdag volgend op de verzendingsdatum van dat bericht, kennisgeven van het bestaan, lastens de erflater of een andere persoon vermeld in het bericht, van een fiscale schuld in hoofdsom, boeten en bijbehoren, met opgave voor elk van de schuldenaars van het bedrag van de hiervoor bedoelde schuld: 1° op elektronische wijze, volgens de door de Koning bepaalde procedure;2° bij aangetekende zending, wanneer de mededeling van de kennisgeving omwille van overmacht of een technische storing niet kan worden meegedeeld overeenkomstig 1°, of wanneer de notaris het bericht bedoeld in artikel 157, § 1, verzonden heeft bij aangetekende zending. Wanneer eenzelfde kennisgeving achtereenvolgens wordt verzonden overeenkomstig de procedures voorzien respectievelijk in het eerste lid, 1° en 2°, dan zal het bericht opgesteld overeenkomstig het eerste lid, 2°, slechts primeren wanneer de verzendingsdatum ervan de verzendingsdatum van het bericht opgesteld overeenkomstig het eerste lid, 1°, voorafgaat.

Het eerste lid is enkel van toepassing voor zover die fiscale schuld een zekere en vaststaande schuld uitmaakt.

Wanneer de kennisgeving meegedeeld is overeenkomstig het eerste lid, 1°, is de datum van de verzending van de kennisgeving de datum van de ontvangstbevestiging meegedeeld door de dienst informatie- en communicatietechnologie van de afzender van het bericht bedoeld in artikel 157, § 1.

De inlichtingen hernomen in de kennisgeving beoogd in dit artikel zijn dezelfde ongeacht of ze werden meegedeeld via elektronische weg of via aangetekende zending.

In geval van een elektronische verzending, worden de herkomst en de integriteit van de inhoud van de kennisgeving verzekerd door middel van gepaste beveiligingstechnieken.

Opdat de kennisgeving geldig zou zijn, wordt een elektronisch certificaat gebruikt.

Ongeacht de toegepaste techniek wordt verzekerd dat enkel de gemachtigde personen toegang hebben tot de middelen waarmee het elektronisch certificaat gecreëerd wordt.

De in werking gestelde procedures laten toe de natuurlijke persoon verantwoordelijk voor de verzending te identificeren, alsook het moment van de verzending.

Met als enig doel de bepalingen bedoeld in het vijfde tot het negende lid uit te voeren, wordt de belastingschuldige geïdentificeerd ofwel door het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebreke daaraan, het identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, wanneer het om een natuurlijke persoon gaat, ofwel door het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen, wanneer het om een rechtspersoon gaat.".

Art. 12.In dezelfde wet, wordt een artikel 158/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 158/1.De ontvanger of dienst bevoegd voor de invordering van de fiscale schuld kan aan de notaris die het in artikel 157/1 bedoelde bericht verzonden heeft, vóór het verstrijken van de twaalfde werkdag volgend op de datum van verzending van dat bericht, kennisgeven van het bestaan lastens de erflater of een andere persoon vermeld in het bericht, van een fiscale schuld bestaande uit belastingen, bijbehoren, verhogingen en boetes, mits voor de invordering van die schuld een uitvoerbare titel als bedoeld in artikel 138 van de wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen bestaat vóór 1 januari 2020, met opgave voor elk van de schuldenaars van het bedrag van de hiervoor bedoelde schuld: 1° op elektronische wijze, volgens de door de Koning bepaalde procedure;2° bij een aangetekende zending, wanneer de kennisgeving, omwille van overmacht of een technische storing, niet kan worden meegedeeld overeenkomstig 1°, of wanneer de notaris het bericht bedoeld in artikel 157/1, § 1, heeft meegedeeld bij aangetekende zending. Wanneer eenzelfde kennisgeving achtereenvolgens wordt verzonden overeenkomstig de procedures voorzien respectievelijk in het eerste lid, 1° en 2°, dan zal het bericht opgesteld overeenkomstig het eerste lid, 2°, slechts primeren wanneer de verzendingsdatum ervan de verzendingsdatum van het bericht opgesteld overeenkomstig het eerste lid, 1°, voorafgaat.

Het eerste lid is enkel van toepassing voor zover die fiscale schuld een zekere en vaststaande schuld uitmaakt.

Wanneer de kennisgeving meegedeeld is overeenkomstig het eerste lid, 1°, is de datum van de verzending van de kennisgeving de datum van de ontvangstbevestiging meegedeeld door de dienst informatie- en communicatietechnologie van de afzender van het bericht bedoeld in artikel 157/1, § 1.

De inlichtingen hernomen in de kennisgeving beoogd in dit artikel zijn dezelfde ongeacht of ze werden meegedeeld via elektronische weg of via aangetekende zending.

In geval van een elektronische verzending, worden de herkomst en de integriteit van de inhoud van de kennisgeving verzekerd door middel van gepaste beveiligingstechnieken.

Opdat de kennisgeving geldig zou zijn, wordt een elektronisch certificaat gebruikt.

Ongeacht de toegepaste techniek wordt verzekerd dat enkel de gemachtigde personen toegang hebben tot de middelen waarmee het elektronisch certificaat gecreëerd wordt.

De in werking gestelde procedures laten toe de natuurlijke persoon verantwoordelijk voor de verzending te identificeren, alsook het moment van de verzending.

Met als enig doel de bepalingen bedoeld in het vijfde tot het negende lid uit te voeren, wordt de belastingschuldige geïdentificeerd ofwel door het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebreke daaraan, het identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, wanneer het om een natuurlijke persoon gaat, ofwel door het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen, wanneer het om een rechtspersoon gaat.".

Art. 13.In artikel 159 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 13 december 2012 en gewijzigd bij de wet van 11 februari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid worden de woorden "bij toepassing van artikel 158" telkens vervangen door de woorden "bij toepassing van de artikelen 158 en 158/1";b) in het derde lid worden de woorden "overeenkomstig artikel 158" en de woorden "bepaald in artikel 157, § 1" respectievelijk vervangen door de woorden "overeenkomstig de artikelen 158 en 158/1" en de woorden "bepaald in de artikelen 157, § 1, en 157/1, § 1".

Art. 14.In artikel 160 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 13 december 2012 en 11 februari 2019, worden volgende wijzigingen aangebracht: a) in paragraaf 1 worden de woorden "bij toepassing van artikel 158" en de woorden "bedoeld in artikel 158" respectievelijk vervangen de woorden "bij toepassing van de artikelen 158 en 158/1" en de woorden "bedoeld in de artikelen 158 en 158/1";b) in paragraaf 2, a), worden de woorden "bij toepassing van artikel 158" vervangen door de woorden "bij toepassing van de artikelen 158 en 158/1";c) in paragraaf 3, worden de woorden "waarvan sprake in artikel 158" vervangen door de woorden "waarvan sprake in de artikelen 158 en 158/1".

Art. 15.Artikel 161 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 11 februari 2019, wordt vervangen als volgt: "

Art. 161.Het in de artikelen 157 en 157/1 bedoelde bericht wordt opgemaakt overeenkomstig het door de Koning bepaalde model.".

Art. 16.In dezelfde wet, wordt een artikel 161/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 161/1.De Federale Overheidsdienst Financiën vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG, en van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, voor het verzamelen en opslaan van gegevens die van de notarissen worden ontvangen in uitvoering van de artikelen 157 en 157/1, het gebruik ervan om na te gaan of de personen die daarin worden vermeld, schuldenaars zijn van een zekere schuld aan de belastingadministratie, de kennisgeving van deze schulden, de mededeling van deze schulden aan de betrokken notarissen teneinde de inning van deze schulden te verzekeren.

De gegevens opgenomen in het bericht en de kennisgeving respectievelijk bedoeld in de artikelen 157 en 158 en in het bericht en de kennisgeving respectievelijk bedoeld in de artikelen 157/1 en 158/1 worden door de Federale Overheidsdienst Financiën bewaard tot uiterlijk 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin de verjaring plaatsvindt van alle handelingen nodig om de inning te verzekeren van de zekere en vaststaande fiscale schulden in de zin van de artikelen 158 en 158/1, verschuldigd door de erflater, zijn erfgenamen en legatarissen of de begunstigden van een door de erflater gemaakte contractuele erfstelling of om aansprakelijkheidsvorderingen te kunnen instellen teneinde de invordering van deze schulden te verzekeren, die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke bedoeld in het eerste lid behoren en, in voorkomend geval, de volledige betaling van alle ermee verbonden bedragen gerealiseerd werd en de ermee verbonden procedures en administratieve en gerechtelijke beroepen definitief afgesloten zijn.". HOOFDSTUK 4 - Wijzigingen van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

Art. 17.In artikel 35, § 1, van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) de inleidende zin van het eerste lid wordt vervangen als volgt: "Om de Schatkist, met het oog op de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, in staat te stellen een wettelijke hypotheek te nemen op een voor hypotheek vatbaar goed dat het voorwerp uitmaakt van een ontwerpakte tot vervreemding of hypothecaire aanwending is de notaris die verzocht is om een akte op te maken die de vervreemding of de hypothecaire aanwending van een voor hypotheek vatbaar goed tot voorwerp heeft, persoonlijk aansprakelijk, in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, voor de betaling van de fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen die tot een hypothecaire inschrijving aanleiding kunnen geven, indien hij daarvan geen bericht geeft aan:";2) tussen het eerste en tweede lid worden vier leden ingevoegd, luidende: "Het bericht vermeldt de identiteit van de afzender, het goed dat het voorwerp is van de akte bedoeld in het eerste lid en de identiteit van de eigenaar of houder van een zakelijk recht op dat goed. Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identiteit van de afzender, de naam, voornaam, hoedanigheid, adres en ondernemingsnummer.

Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identiteit van de eigenaar of houder van een zakelijk recht: a) voor natuurlijke personen: de naam, voornamen en het identificatienummer van het Rijksregister, of bij gebreke daaraan het identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, of bij gebreke aan zulke nummers, hun geboortedatum;b) voor rechtspersonen: de naam, de rechtsvorm en het ondernemingsnummer. Voor de toepassing van deze bepaling omvat de identificatie van het goed dat het voorwerp is van de akte bedoeld in het eerste lid, de aard van het goed, zijn adres, het nummer van de kadastrale legger, en indien deze gegevens gekend zijn, de verkoopprijs en de hypothecaire toestand."; 3) in het tweede lid, dat het zesde lid wordt, worden de woorden "in het eerste lid" ingevoegd tussen het woord "sprake" en de woorden "niet verleden".

Art. 18.In artikel 36 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "dat het voorwerp van de akte is:" vervangen door de woorden "dat het voorwerp van de akte is en in voorkomend geval dat hij een wettelijke hypotheek op het goed heeft ingeschreven voor het bedrag van deze schulden:";2° het artikel wordt aangevuld met zes leden, luidende: "De inlichtingen hernomen in de kennisgeving beoogd in dit artikel zijn dezelfde ongeacht of ze werden meegedeeld via elektronische weg of via aangetekende zending. In geval van een elektronische verzending, worden de herkomst en de integriteit van de inhoud van de kennisgeving verzekerd door middel van gepaste beveiligingstechnieken.

Opdat de kennisgeving geldig zou zijn, wordt een elektronisch certificaat gebruikt.

Ongeacht de toegepaste techniek wordt verzekerd dat enkel de gemachtigde personen toegang hebben tot de middelen waarmee het elektronisch certificaat gecreëerd wordt.

De in werking gestelde procedures laten toe de natuurlijke persoon verantwoordelijk voor de verzending te identificeren, alsook het moment van de verzending.

Met als enig doel de bepalingen bedoeld in het vierde tot achtste lid uit te voeren, wordt de belastingschuldige geïdentificeerd ofwel door het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebreke daaraan, het identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, wanneer het om een natuurlijke persoon gaat, ofwel door het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen, wanneer het om een rechtspersoon gaat.".

Art. 19.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 37/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 37/1.De Federale Overheidsdienst Financiën vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG, en van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, voor het verzamelen en opslaan van de gegevens die van de notarissen worden ontvangen overeenkomstig artikel 35, het gebruik ervan om na te gaan of de personen die daarin worden vermeld, schuldenaars zijn van een zekere schuld, de kennisgeving van deze schulden, de mededeling van deze schulden aan de betrokken notarissen en, in voorkomend geval, het nemen van de nodige maatregelen voor de inschrijving van de wettelijke hypotheek.

De gegevens opgenomen in het bericht, de kennisgeving en de inlichting respectievelijk bedoeld in de artikelen 35, 36 en 37 worden door de Federale Overheidsdienst Financiën bewaard tot uiterlijk 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin de verjaring plaatsvindt van alle handelingen nodig om de wettelijke hypotheek van de Schatkist te waarborgen of om aansprakelijkheidsvorderingen te kunnen instellen teneinde de invordering te verzekeren van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke bedoeld in het eerste lid behoren en, in voorkomend geval, de volledige betaling van alle ermee verbonden bedragen gerealiseerd werd en de ermee verbonden procedures en administratieve en gerechtelijke beroepen definitief afgesloten zijn.".

Art. 20.In artikel 40 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "35 tot 39" vervangen door de woorden "35 tot 37 en 38 tot 39".

Art. 21.In artikel 43, § 1, van hetzelfde Wetboek, wordt de inleidende zin vervangen als volgt: "Om de inning van zekere en vaststaande fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, die de erflater, zijn erfgenamen en legatarissen of de begunstigden van een door de erflater gemaakte contractuele erfstelling verschuldigd zijn, te verzekeren zijn de notarissen die verzocht zijn om een in artikel 1240bis van het Burgerlijk Wetboek bedoelde akte of attest van erfopvolging op te maken, persoonlijk aansprakelijk in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, voor de betaling van de door de erflater, zijn erfgenamen en legatarissen, waarvan de identiteit vermeld is in de akte of het attest, of de begunstigden van een door de erflater gemaakte contractuele erfstelling, verschuldigde sommen uit hoofde van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen die ter kennis gebracht kunnen worden overeenkomstig artikel 44, indien zij daarvan geen bericht geven aan:".

Art. 22.Artikel 44 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende: " § 4. De inlichtingen hernomen in de kennisgeving beoogd in dit artikel zijn dezelfde ongeacht of ze werden meegedeeld via elektronische weg of via aangetekende zending.

In geval van een elektronische verzending, worden de herkomst en de integriteit van de inhoud van de kennisgeving verzekerd door middel van gepaste beveiligingstechnieken.

Opdat de kennisgeving geldig zou zijn, wordt een elektronisch certificaat gebruikt.

Ongeacht de toegepaste techniek wordt verzekerd dat enkel de gemachtigde personen toegang hebben tot de middelen waarmee het elektronisch certificaat gecreëerd wordt.

De in werking gestelde procedures laten toe de natuurlijke persoon verantwoordelijk voor de verzending te identificeren, alsook het moment van de verzending.

Met als enig doel de bepalingen bedoeld in deze paragraaf uit te voeren, wordt de belastingschuldige geïdentificeerd ofwel door het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebreke daaraan, het identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, wanneer het om een natuurlijke persoon gaat, ofwel door het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen, wanneer het om een rechtspersoon gaat.".

Art. 23.In titel 3, hoofdstuk 3, afdeling 3, onderafdeling 2 van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 47/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 47/1.De Federale Overheidsdienst Financiën vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG, en van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, voor het verzamelen en opslaan van gegevens die van de notarissen worden ontvangen overeenkomstig artikel 43, het gebruik ervan om na te gaan of de personen die daarin worden vermeld, schuldenaar zijn van een zekere schuld, de kennisgeving van deze schulden, de mededeling van deze schulden aan de betrokken notarissen teneinde de inning van deze schulden te verzekeren.

De gegevens opgenomen in het bericht en de kennisgeving respectievelijk bedoeld in de artikelen 43 en 44 worden door de Federale Overheidsdienst Financiën bewaard tot uiterlijk 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin de verjaring plaatsvindt van alle handelingen nodig om de inning te verzekeren van zekere en vaststaande fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, verschuldigd door de erflater, zijn erfgenamen en legatarissen of de begunstigden van een door de erflater gemaakte contractuele erfstelling of om aansprakelijkheidsvorderingen te kunnen instellen teneinde de invordering van deze schulden te verzekeren, die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke bedoeld in het eerste lid behoren en, in voorkomend geval, de volledige betaling van alle ermee verbonden bedragen gerealiseerd werd en de ermee verbonden procedures en administratieve en gerechtelijke beroepen definitief afgesloten zijn.".

TITEL 3 - INWERKINGTREDING

Art. 24.De hoofdstukken 1 tot 3 van titel 2 hebben uitwerking met ingang van 30 december 2019, met uitzondering van de artikelen 5, 2) en 3), en 9 en 11 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2020.

Het hoofdstuk 4 van titel 2 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 23 april 2020.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K55-0910/010 Integraal verslag.

^