Etaamb.openjustice.be
Wet van 15 mei 2012
gepubliceerd op 01 oktober 2012

Wet betreffende het tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2012009239
pub.
01/10/2012
prom.
15/05/2012
ELI
eli/wet/2012/05/15/2012009239/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

15 MEI 2012. - Wet betreffende het tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Het huisverbod

Art. 2.Onder « uithuisgeplaatste » wordt in de zin van deze wet verstaan de persoon aan wie een huisverbod is opgelegd.

Art. 3.§ 1. Indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat de aanwezigheid van een meerderjarige persoon in de verblijfplaats een ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meer personen die dezelfde verblijfplaats betrekken, kan de procureur des Konings ten aanzien van deze persoon een huisverbod bevelen. § 2. Het huisverbod omvat voor de uithuisgeplaatste de plicht om onmiddellijk de gemeenschappelijke verblijfplaats te verlaten en het verbod tot het betreden van, zich op te houden bij of aanwezig te zijn in die verblijfplaats evenals het verbod om contact op te nemen met de in § 4, 3°, bedoelde personen die met hem deze verblijfplaats betrekken. § 3. Het huisverbod geldt gedurende maximaal tien dagen, te rekenen vanaf de kennisgeving ervan aan de betrokken persoon. § 4. Het bevel van de procureur des Konings wordt op schrift gesteld en bevat inzonderheid : 1° een omschrijving van de plaats en de duur waarvoor de maatregel geldt;2° de feiten en omstandigheden die aanleiding gegeven hebben tot het in § 1 bedoelde huisverbod;3° de namen van de personen ten aanzien van wie het verbod om contact op te nemen, geldt;4° de sancties die de niet-naleving van het verbod tot gevolg kunnen hebben. § 5. De procureur des Konings deelt onverwijld de inhoud van het bevel mee aan de uithuisgeplaatste en diegenen die dezelfde verblijfplaats betrekken. Een afschrift van deze beslissing wordt via het meest geschikte communicatiemiddel meegedeeld aan de korpschef van de lokale politie van de politiezone waarbinnen de verblijfplaats waarop het huisverbod betrekking heeft gelegen is.

De procureur des Konings neemt contact op met de dienst slachtofferonthaal van zijn parket met het oog op de bijstand en de voorlichting van de personen die met de uithuisgeplaatste dezelfde verblijfplaats betrekken.

Indien de situatie die aanleiding gegeven heeft tot het huisverbod een dermate spoedeisend karakter heeft, kan de beslissing van de procureur des Konings mondeling worden meegedeeld aan de uithuisgeplaatste. In dit geval wordt binnen de kortst mogelijke termijn een afschrift van het bevel aan de uithuisgeplaatste overgezonden. § 6. De uithuisgeplaatste deelt ten laatste binnen vierentwintig uur na de kennisgeving van het bevel, aan de procureur des Konings de plaats mee waar en op welke wijze hij gedurende de duur van het verbod bereikbaar is. § 7. De procureur des Konings kan het huisverbod te allen tijde opheffen, wanneer hij van oordeel is dat het in § 1 bedoelde gevaar geweken is of, indien de omstandigheden dit rechtvaardigen, de invulling van deze maatregel wijzigen. Hij handelt hierbij overeenkomstig §§ 4 en 5.

Art. 4.§ 1. Ten laatste op de eerste dag waarop de griffie geopend is volgend op de dag van het bevel tot huisverbod, deelt de procureur des Konings het bevel mee aan de vrederechter van het kanton waar de verblijfplaats waarvoor het huisverbod geldt gelegen is.

De procureur des Konings doet eveneens mededeling aan de vrederechter en de partijen van de processen-verbaal die aanleiding hebben gegeven tot het huisverbod en, in voorkomend geval, van zijn beslissing om het huisverbod op te heffen of de invulling ervan te wijzigen, alsook van de processen-verbaal houdende inbreuken op het huisverbod. § 2. Binnen vierentwintig uur na de mededeling van het bevel bepaalt de vrederechter de dag en het uur van de zitting waarop de zaak kan worden behandeld. De zitting vindt plaats binnen de in artikel 3, § 3, bedoelde termijn.

Bij gerechtsbrief geeft de griffier aan de in het bevel van de procureur des Konings, vermelde partijen, kennis van de plaats, de dag en het uur van de zitting en nodigt hen, in voorkomend geval, uit een verzoek te richten tot dringende voorlopige maatregelen of voorlopige maatregelen betreffende de gemeenschappelijke verblijfplaats.

Hij deelt eveneens de dag en het uur van de zitting mee aan de procureur des Konings die het huisverbod bevolen heeft.

Art. 5.§ 1. Indien de partijen of de procureur des Konings daar schriftelijk of mondeling ter zitting om verzoeken, behandelt de vrederechter de zaak en hoort hij de aanwezige partijen.

Deze zaak wordt behandeld in raadkamer. De vrederechter kan evenwel in elke stand van het geding, naargelang van de omstandigheden, de openbaarheid van de debatten bevelen, hetzij ambtshalve, hetzij op vraag van het openbaar ministerie of van een partij in het geding. § 2. De vrederechter doet tijdens deze zitting, op verzoek, uitspraak over de naleving van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde voorwaarden.

Hij kan het huisverbod opheffen of, bij een met redenen omkleed vonnis, verlengen met ten hoogste drie maanden te rekenen vanaf het vonnis indien en voor zover de in artikel 3, § 1, bedoelde feiten of omstandigheden dit op het tijdstip van het vonnis rechtvaardigen.

De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad. § 3. De griffier geeft aan de partijen bij gerechtsbrief kennis van het vonnis, alsmede van de rechtsmiddelen waarover zij beschikken. Hij deelt het vonnis eveneens mee aan de procureur des Konings. § 4. De vrederechter kan te allen tijde, op verzoek van een van de partijen of de procureur des Konings bij een met redenen omkleed vonnis de invulling van de maatregel van het huisverbod wijzigen of het huisverbod opheffen indien de omstandigheden van de zaak dit vereisen. § 5. De zaak blijft ingeschreven op de rol van het vredegerecht totdat het huisverbod eindigt. In geval van nieuwe elementen, kan de zaak opnieuw voor de vrederechter worden gebracht bij conclusie of bij schriftelijk verzoek dat wordt neergelegd bij of is gericht aan de griffie. Artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek is niet van toepassing op deze zaken. § 6. De partijen kunnen tijdens de duur van het huisverbod een verzoek om dringende voorlopige maatregelen neerleggen bij conclusie of bij schriftelijk verzoek dat wordt ingediend bij of gericht is aan de griffie. § 7. Indien de vrederechter binnen de in artikel 3, § 3, bedoelde termijn, geen beslissing heeft genomen, vervalt het huisverbod. Het huisverbod vervalt van rechtswege ingeval er een rechterlijke beslissing werd getroffen die verband houdt met de gemeenschappelijke verblijfplaats. HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding

Art. 6.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin zij is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 15 mei 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister Van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Zitting 2010-2011. Senaat Stukken. - Wetsvoorstel van Mevrn. de Bethune en Franssen, 5-539 - Nr. 1.

Zitting 2011-2012.

Senaat Stukken. - Amendementen, 5-539 - Nr. 2 en 3. - Verslag, 5-539 - Nr. 4. - Tekst aangenomen door de commissie, 5-539 - Nr. 5. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, 5-539 - Nr. 6.

Handelingen van de Senaat. - 12 januari 2012.

Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, 53-1994 - Nr. 1. - Advies van de Raad van State, 53-1994 - Nr. 2. - Amendementen, 53-1994 - Nr. 3 en 4. - Verslag, 53-1994 - Nr. 5. - Tekst aangenomen door de commissie, 53-1994 - Nr. 6 en 7. - Tekst geamendeerd door de Kamer van volksvertegenwoordigers en teruggezonden naar de Senaat, 53-1994 - Nr. 8.

Integraal verslag. - 3 mei 2012.

Senaat Stukken. - Ontwerp geamendeerd door de Kamer van volksvertegenwoordigers, 5-539 - Nr. 7. - Verslag, 5-539 - Nr. 8. - Tekst verbeterd door de commissie, 5-539 - Nr. 9. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, 5-539 - Nr. 10.

Handelingen van de Senaat. - 10 mei 2012.

^