gepubliceerd op 12 april 2002
Wet tot wijziging van de artikelen 5, 9, 11, 21 en 42 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen in uitvoering van de richtlijn nr. 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen
8 APRIL 2002. - Wet tot wijziging van de artikelen 5, 9, 11, 21 en 42 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen in uitvoering van de richtlijn nr. 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 5, § 1, eerste lid, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen wordt het woord "voertuigen" vervangen door het woord "motorvoertuigen".
Art. 3.In artikel 5, § 1, eerste lid, 10°, van hetzelfde Wetboek wordt het woord "voertuigen" vervangen door de woorden "motorvoertuigen en de samengestelde voertuigen".
Art. 4.In artikel 5, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt het woord "voertuigen" vervangen door het woord "motorvoertuigen" en in artikel 5, § 2, 1° en 2°, van hetzelfde Wetboek wordt het woord "voertuigen " telkens vervangen door de woorden "de motorvoertuigen en de samengestelde voertuigen".
Art. 5.In artikel 9, B, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "met een maximaal toegelaten massa van minder dan 3 500 kilogram" vervangen door de woorden "waarvan de maximaal toegelaten massa 3 500 kilogram niet overschrijdt".
Art. 6.Artikel 9, E, van hetzelfde Wetboek, wordt vervangen als volgt : "E. Motorvoertuigen of samengestelde voertuigen bestemd voor het vervoer van goederen.
Wanneer de maximaal toegelaten massa 3 500 kilogram overschrijdt, wordt de belasting, afhankelijk van het aantal assen van het voertuig en de aard van de ophanging, vastgesteld volgens de onderstaande schalen : 1. Alleenrijdende motorvoertuigen De in aanmerking te nemen maximaal toegelaten massa voor de toepassing van de tabellen I tot IV is de eigen maximaal toegelaten massa van het motorvoertuig. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 7.Artikel 9, F, van hetzelfde Wetboek, wordt vervangen als volgt : "F. Aanhangwagens en opleggers De aanhangwagens en de opleggers zijn onderworpen aan een belasting die respectievelijk 23,92 euro of 49,68 euro bedraagt, naargelang de maximaal toegelaten massa niet hoger is dan 500 kilogram of 501 kilogram bereikt zonder 3 500 kilogram te overschrijden."
Art. 8.Artikel 9, G, van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 9.Artikel 11, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : "De belasting vastgesteld volgens artikel 9, A en C, de minimumbelasting bedoeld in artikel 9, D, de belastingen bedoeld in artikel 9, F, alsmede de forfaitaire belastingen bedoeld in artikel 10, § 1, en de minimumbelasting bedoeld in artikel 10, § 2, zijn gekoppeld aan de schommelingen van het algemene indexcijfer der consumptieprijzen van het Rijk. De aanpassing van de belastingbedragen wordt uitgevoerd op 1 juli van elk jaar op grond van de schommelingen van het algemeen indexcijfer der consumptieprijzen vastgesteld tussen de maand mei van het vorige jaar en de maand mei van het lopende jaar."
Art. 10.In artikel 21, tweede lid, van hetzelfde Wetboek wordt de grenswaarde "3 999 kg" vervangen door de grenswaarde "3 500 kg".
Art. 11.Artikel 42, § 3, 1°, van hetzelfde Wetboek, wordt opgeheven.
Art. 12.De artikelen 2 tot 11 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2001.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 8 april 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegels gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 50-1635 - 2001/2002 : - Nr.1 : Wetsontwerp. - Nr. 2 : Amendement. - Nr. 3 : Verslag. - Nr. 4 : Tekst aangenomen in pleniaire vergadering en overgezonder aan de Senaat.
Integraal Verslag : 21 maart 2002.
Stukken van de Senaat : 2-1086 - 2001/2002 : - Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.