gepubliceerd op 31 oktober 2022
Wet tot gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers, en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad en tot regeling van een aantal andere aspecten op het vlak van de verloven (1)
7 OKTOBER 2022. - Wet tot gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers, en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad en tot regeling van een aantal andere aspecten op het vlak van de verloven (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de Arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten
Art. 3.In artikel 39 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het zesde lid worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "de vader" worden telkens vervangen door de woorden "de vader of de meemoeder";b) de woorden "eerste tot vijfde lid" worden vervangen door de woorden "eerste tot zevende lid"; 2° het achtste lid wordt aangevuld met de volgende zin: "Op verzoek van de werknemer stelt de werkgever hem schriftelijk in kennis van deze redenen."; 3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "Voor de toepassing van het zevende tot het tiende lid wordt gelijkgesteld met een ontslag door de werkgever tijdens de periode van bescherming zoals bedoeld in het zevende lid, elke handeling van de werkgever na afloop van deze periode die ertoe strekt eenzijdig een einde te maken aan de dienstbetrekking en waarvoor tijdens deze periode enige voorbereiding werd getroffen.Onder het treffen van enige voorbereiding wordt eveneens begrepen, het nemen van de ontslagbeslissing.".
Art. 4.Artikel 40 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 3 april 1995 en 22 december 2008, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Voor de toepassing van dit artikel wordt gelijkgesteld met een ontslag door de werkgever tijdens de periode van bescherming zoals bedoeld in het eerste lid, elke handeling van de werkgever na afloop van deze periode die ertoe strekt eenzijdig een einde te maken aan de dienstbetrekking en waarvoor tijdens deze periode enige voorbereiding werd getroffen. Onder het treffen van enige voorbereiding wordt eveneens begrepen, het nemen van de ontslagbeslissing.".
Art. 5.In dezelfde wet wordt een artikel 40bis ingevoegd, luidende: "
Art. 40bis.§ 1. Wanneer de werkneemster wiens werkgever op de hoogte is van haar zwangerschap of bevalling, haar arbeidsovereenkomst voor uitvoering van tijdelijke arbeid of dienstbetrekking voor een bepaalde tijd niet hernieuwd ziet, wordt deze niet-hernieuwing geacht verband te houden met de zwangerschap of bevalling.
Op verzoek van de werkneemster stelt de werkgever haar schriftelijk in kennis van de redenen voor de niet-hernieuwing. De werkgever dient te bewijzen dat de niet-hernieuwing van de betrokken arbeidsovereenkomst of dienstbetrekking vreemd is aan de zwangerschap of de bevalling.
Zo de ingeroepen reden tot staving van de niet-hernieuwing van de betrokken arbeidsovereenkomst of dienstbetrekking niet vreemd is aan de zwangerschap of de bevalling, of bij ontstentenis van reden, zal de werkgever aan de werkneemster een forfaitaire vergoeding betalen die gelijk is aan het brutoloon voor drie maanden. § 2. Wanneer de werknemer die zijn werkgever in kennis heeft gesteld van de omzetting van het moederschapsverlof bedoeld in artikel 39, zesde lid, zijn arbeidsovereenkomst voor uitvoering van tijdelijke arbeid of dienstbetrekking voor een bepaalde tijd niet hernieuwd ziet, wordt deze niet-hernieuwing geacht verband te houden met de opname van het omgezet moederschapsverlof.
Op verzoek van de werknemer stelt de werkgever hem schriftelijk in kennis van de redenen voor de niet-hernieuwing. De werkgever dient te bewijzen dat de niet-hernieuwing van de betrokken arbeidsovereenkomst of dienstbetrekking vreemd is aan de opname van het omgezet moederschapsverlof.
Zo de ingeroepen reden tot staving van de niet-hernieuwing van de betrokken arbeidsovereenkomst of dienstbetrekking niet vreemd is aan de opname van het omgezet moederschapsverlof, of bij ontstentenis van reden, zal de werkgever aan de werknemer een forfaitaire vergoeding betalen die gelijk is aan het brutoloon voor drie maanden. § 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt de gebruiker van een uitzendkracht beschouwd als de werkgever.". HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten
Art. 6.In artikel 30 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, laatstelijk gewijzigd bij wet van 20 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden het eerste lid en het tweede lid vervangen als volgt: "De werknemer heeft het recht om van het werk afwezig te zijn, ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming langs zijn zijde vaststaat, gedurende vijftien dagen, door hem te kiezen binnen vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling. Het recht op vijftien dagen geboorteverlof, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt opgetrokken tot twintig dagen voor de geboortes die plaatsvinden vanaf 1 januari 2023."; 2° in paragraaf 2, derde lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 1° wordt opgeheven; b) de bepaling onder 3° wordt aangevuld met de volgende zin: "De voorwaarde onder 2° en 3° inzake de hoofdverblijfplaats van het kind is niet van toepassing wanneer het kind levenloos wordt geboren."; 3° in paragraaf 2, vierde lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het woord "verlof" wordt telkens vervangen door het woord "geboorteverlof";b) het woord "1°," wordt opgeheven;4° in paragraaf 2, vijfde lid tot zevende lid, wordt het woord "verlof" telkens vervangen door het woord "geboorteverlof";5° in paragraaf 2, negende lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "zeven dagen" worden vervangen door de woorden "twaalf dagen";b) de woorden "1° en 2°," worden opgeheven;6° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, luidende: " § 3/1.De werknemer die gebruik wenst te maken van het recht op geboorteverlof, zoals bedoeld in paragraaf 2, stelt zijn werkgever hier vooraf van in kennis."; 7° in paragraaf 4, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het woord "vaderschapsverlof" wordt telkens vervangen door het woord "geboorteverlof";b) de woorden "van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever en eindigt drie maanden na die kennisgeving" worden vervangen door de woorden "van de kennisgeving aan de werkgever en uiterlijk op de eerste dag van het geboorteverlof en eindigt vijf maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling"; 8° paragraaf 4, tweede lid, wordt aangevuld met de volgende zin: "Op verzoek van de werknemer stelt de werkgever hem er schriftelijk van in kennis."; 9° in paragraaf 4, derde lid, worden de woorden "loon voor drie maanden" vervangen door de woorden "brutoloon voor zes maanden";10° paragraaf 4 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Voor de toepassing van deze paragraaf wordt gelijkgesteld met een ontslag door de werkgever tijdens de periode van bescherming zoals bedoeld in het eerste lid, elke handeling van de werkgever na afloop van deze periode die ertoe strekt eenzijdig een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst van de werknemer en waarvoor tijdens deze periode enige voorbereiding werd getroffen.Onder het treffen van enige voorbereiding wordt eveneens begrepen, het nemen van de ontslagbeslissing."; 11° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende: " § 5.Wanneer de werknemer wiens werkgever op de hoogte is van de geboorte van een kind voor wie de werknemer gerechtigd is op geboorteverlof als bedoeld in paragraaf 2, zijn arbeidsovereenkomst voor uitvoering van tijdelijke arbeid of zijn arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd niet hernieuwd ziet, wordt deze niet-hernieuwing geacht verband te houden met de geboorte van het kind.
Op verzoek van de werknemer stelt de werkgever hem schriftelijk in kennis van de redenen voor de niet-hernieuwing. De werkgever dient te bewijzen dat de niet-hernieuwing van de betrokken arbeidsovereenkomst vreemd is aan de geboorte van het kind.
Zo de ingeroepen reden tot staving van de niet-hernieuwing van de betrokken arbeidsovereenkomst niet vreemd is aan de geboorte van het kind, of bij ontstentenis van reden, zal de werkgever aan de werknemer een forfaitaire vergoeding betalen die gelijk is aan het brutoloon voor drie maanden.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt de gebruiker van een uitzendkracht beschouwd als de werkgever.".
Art. 7.In artikel 30bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 mei 1991, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het huidige tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin: "De aldus vastgestelde duur van de afwezigheid bedraagt minstens tien arbeidsdagen per kalenderjaar."; 2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: " § 2.De werknemer heeft het recht om, in het kader van paragraaf 1, van het werk afwezig te zijn gedurende maximaal vijf, al dan niet aaneensluitende, dagen per kalenderjaar, met het oog op het verlenen van persoonlijke zorg of steun aan een gezinslid of een familielid dat om een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun, volgens de voorwaarden en regels waarin deze paragraaf voorziet.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder: 1° gezinslid: elke persoon die samenwoont met de werknemer;2° familielid: de echtgenoot van de werknemer of de persoon met wie de werknemer wettelijk samenwoont, zoals geregeld door de artikelen 1475 en volgende van het oud Burgerlijk Wetboek, alsook de bloedverwanten tot de eerste graad van de werknemer;3° een ernstige medische reden als gevolg waarvan men behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun: elke gezondheidstoestand, al dan niet het gevolg van een ziekte of medische ingreep, die door de behandelende arts als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de arts oordeelt dat er behoefte is aan aanzienlijke zorg of steun;4° zorg of steun: elke vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging. De werknemer die gebruik wenst te maken van het recht op zorgverlof, zoals bedoeld in deze paragraaf, stelt zijn werkgever hier vooraf van in kennis.
De werknemer bezorgt de werkgever ter staving van zijn afwezigheid zo spoedig mogelijk een attest dat in het kalenderjaar waarin het zorgverlof wordt opgenomen door de behandelend arts van het betrokken gezinslid of familielid is afgeleverd en waaruit blijkt dat dit gezinslid of familielid om een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun. Dit attest mag de medische reden zelf niet vermelden.
Het recht op zorgverlof dat op basis van deze paragraaf wordt opgenomen, wordt aangerekend op het verlof om dwingende redenen bedoeld in paragraaf 1.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, een uitkering toekennen voor elke dag zorgverlof, als bedoeld in deze paragraaf, waarvoor de werknemer niet gerechtigd is op loon in het kader van paragraaf 1, het bedrag van deze uitkering bepalen, alsmede de nadere voorwaarden en regelen tot toekenning ervan.
De werkgever stelt geen handelingen die ertoe strekken eenzijdig een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst van de werknemer die gebruik maakt van zijn recht op zorgverlof, zoals bedoeld in deze paragraaf, gedurende een periode die ingaat op het ogenblik van de kennisgeving aan de werkgever, en uiterlijk op de dag van de opname van dit zorgverlof, en eindigt een maand na de opname ervan, behalve om redenen die vreemd zijn aan de opname van het zorgverlof.
De werkgever dient te bewijzen dat zulke redenen voorhanden zijn. Op verzoek van de werknemer stelt de werkgever hem er schriftelijk van in kennis.
Zo de ingeroepen reden tot staving van het ontslag niet beantwoordt aan het bepaalde in het zevende lid, of bij ontstentenis van reden, betaalt de werkgever aan de werknemer een forfaitaire vergoeding gelijk aan het brutoloon voor zes maanden, onverminderd de vergoedingen verschuldigd in geval van verbreking van de arbeidsovereenkomst.
Voor de toepassing van het zevende tot en met het negende lid wordt gelijkgesteld met een ontslag door de werkgever tijdens de periode van bescherming zoals bedoeld in het zevende lid, elke handeling van de werkgever na afloop van deze periode die ertoe strekt eenzijdig een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst van de werknemer en waarvoor tijdens deze periode enige voorbereiding werd getroffen. Onder het treffen van enige voorbereiding wordt eveneens begrepen, het nemen van de ontslagbeslissing.".
Art. 8.In artikel 30ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 9 juli 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/2004 pub. 15/07/2004 numac 2004021090 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 09/07/2004 pub. 16/09/2004 numac 2004015162 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet betreffende de toetreding van België : tot het Internationaal Verdrag tot regeling van de walvisvangst, en tot het Reglement, gedaan te Washington op 2 december 1946; tot het Protocol, gedaan te Washington op 19 november 1956, bij het Internationaal Verdrag tot regeling van de walvisvangst, gedaan te Washington op 2 december 1946 sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 4, derde lid, worden de woorden "loon voor drie maanden" vervangen door de woorden "brutoloon voor zes maanden";2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende: " § 5.Wanneer de werknemer die zijn werkgever overeenkomstig paragraaf 3, eerste en tweede lid, op de hoogte heeft gebracht van de opname van het adoptieverlof, zijn arbeidsovereenkomst voor uitvoering van tijdelijke arbeid of zijn arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd niet hernieuwd ziet, wordt deze niet-hernieuwing geacht verband te houden met de opname van het adoptieverlof.
Op verzoek van de werknemer stelt de werkgever hem schriftelijk in kennis van de redenen voor de niet-hernieuwing. De werkgever dient te bewijzen dat de niet-hernieuwing van de betrokken arbeidsovereenkomst vreemd is aan de opname van het adoptieverlof.
Zo de ingeroepen reden tot staving van de niet-hernieuwing van de betrokken arbeidsovereenkomst niet vreemd is aan de opname van het adoptieverlof, of bij ontstentenis van reden, zal de werkgever aan de werknemer een forfaitaire vergoeding betalen die gelijk is aan het brutoloon voor drie maanden.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt de gebruiker van een uitzendkracht beschouwd als de werkgever.".
Art. 9.In artikel 38, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 29 november 1983 en 26 december 2013, worden de woorden ", 30, § 2, 30bis, 30ter" ingevoegd tussen de woorden "de artikelen 28, 1°, 2° en 5°" en de woorden "en 31".
Art. 10.In artikel 39 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 26 december 2013 en 20 december 2016, wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende: " § 2/1. Wanneer een einde wordt gemaakt aan de arbeidsovereenkomst tijdens een periode van vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van hoofdstuk IV, afdeling 5, van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen en voor zover deze wijziging van de arbeidsvoorwaarden niet voor onbepaalde tijd werd gesloten, wordt begrepen onder "lopend loon" in de zin van paragraaf 1, het loon waarop de werknemer op basis van zijn arbeidsovereenkomst recht zou hebben gehad indien hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd.".
Art. 11.In artikel 57 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 2004 en 26 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "of krachtens" worden ingevoegd tussen de woorden "zoals bepaald bij" en de woorden "de artikelen";2° het woord "30ter" wordt vervangen door de woorden "30ter, 30sexies".
Art. 12.In artikel 138 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, ingevoegd bij de wet van 6 september 2018, worden de woorden "de artikelen 30ter, 30quater en 30sexies" vervangen door de woorden "de artikelen 30, § 2, 30bis, § 2, 30ter, 30quater en 30sexies". HOOFDSTUK IV. - Wijziging van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
Art. 13.Artikel 7, § 1, derde lid, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 december 2018, wordt aangevuld met de bepaling onder zg), luidende: "zg) de uitbetaling verzekeren van de uitkeringen toegekend wegens zorgverlof als bedoeld in artikel 30bis, § 2, van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.". HOOFDSTUK V. - Wijzigingen van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen
Art. 14.In artikel 100ter van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen, hersteld bij de wet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2019 pub. 02/07/2019 numac 2019203027 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot erkenning van de mantelzorgers type wet prom. 17/05/2019 pub. 01/08/2019 numac 2019013211 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Protocol voor de toetreding van de Republiek Noord-Macedonië tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, ondertekend te Brussel op 6 februari 2019 (2) sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden in de Franse tekst de woorden "nécessitant une aide" ingevoegd tussen de woorden "d'une personne" en de woorden ", a droit à la suspension";2° in paragraaf 2 worden de woorden "die een persoon met een grote zorgbehoefte bijstaat" opgeheven.
Art. 15.Artikel 101 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2019 pub. 02/07/2019 numac 2019203027 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot erkenning van de mantelzorgers type wet prom. 17/05/2019 pub. 01/08/2019 numac 2019013211 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Protocol voor de toetreding van de Republiek Noord-Macedonië tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, ondertekend te Brussel op 6 februari 2019 (2) sluiten, wordt vervangen als volgt: "
Art. 101.§ 1. Wanneer de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wordt geschorst of de arbeidsprestaties worden verminderd in het kader van deze afdeling, uitgezonderd onderafdeling 3bis, mag de werkgever geen handeling verrichten die ertoe strekt eenzijdig een einde te maken aan de dienstbetrekking, behalve om redenen die vreemd zijn aan deze schorsing of vermindering van de arbeidsprestaties.
Dit verbod gaat in: - de dag van het akkoord of; - de dag van de aanvraag in geval van toepassing van de artikelen 100bis, 100ter en 105, § 1, evenals in alle gevallen waarbij de werknemer een recht op loopbaanonderbreking kan inroepen.
Dit verbod eindigt drie maanden na het einde van de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of de vermindering van de arbeidsprestaties. Wanneer de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of de vermindering van de arbeidsprestaties geen aanvang heeft genomen, eindigt dit verbod een maand na de aangevraagde begindatum.
De werkgever dient te bewijzen dat de redenen zoals bedoeld in het eerste lid voorhanden zijn. Op verzoek van de werknemer stelt de werkgever hem er schriftelijk van in kennis. § 2. Zo de ingeroepen reden tot staving van het ontslag niet beantwoordt aan het bepaalde in paragraaf 1, eerste lid, of bij ontstentenis van reden, betaalt de werkgever aan de werknemer een forfaitaire vergoeding gelijk aan het brutoloon voor zes maanden, onverminderd de vergoedingen verschuldigd in geval van verbreking van de arbeidsovereenkomst.
Deze vergoeding mag niet worden samen genoten met andere vergoedingen die zijn bepaald in het kader van een bijzondere beschermingsprocedure tegen ontslag. § 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt gelijkgesteld met een ontslag door de werkgever tijdens de periode van bescherming zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste tot derde lid, elke handeling van de werkgever na afloop van deze periode die ertoe strekt eenzijdig een einde te maken aan de dienstbetrekking en waarvoor tijdens deze periode enige voorbereiding werd getroffen. Onder het treffen van enige voorbereiding wordt eveneens begrepen, het nemen van de ontslagbeslissing.".
Art. 16.In artikel 102ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2019 pub. 02/07/2019 numac 2019203027 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot erkenning van de mantelzorgers type wet prom. 17/05/2019 pub. 01/08/2019 numac 2019013211 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Protocol voor de toetreding van de Republiek Noord-Macedonië tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, ondertekend te Brussel op 6 februari 2019 (2) sluiten, worden in de Franse tekst de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden ", alinéa 1er" ingevoegd tussen de woorden "prévue à l'article 100ter, § 3" en de woorden ", est équivalente à";2° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "sur une période" vervangen door de woorden "au cours de la période".
Art. 17.In artikel 104bis, § 7, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2011, worden de woorden "en wat de vervangingen bedoeld in artikel 105, § 3, betreft" opgeheven.
Art. 18.In artikel 105 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wetten van 2 september 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1/1 worden de woorden "en voor zover de overeengekomen periode minstens een maand of een veelvoud daarvan bedraagt" opgeheven;2° paragraaf 3 wordt opgeheven.
Art. 19.In dezelfde wet wordt een artikel 105bis ingevoegd, luidende: "
Art. 105bis.Voor de berekening van de anciënniteitsvoorwaarde in het kader van een ouderschapsverlof in toepassing van deze afdeling worden de vroegere periodes van tewerkstelling die de werknemer als uitzendkracht verricht heeft bij de werkgever in de hoedanigheid van gebruiker mee in aanmerking genomen.". HOOFDSTUK VI. - Recht om flexibele werkregelingen aan te vragen
Art. 20.§ 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de werknemers en de werkgevers verbonden door een arbeidsovereenkomst.
Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de werknemers en de werkgevers die vallen onder het toepassingsgebied van een collectieve arbeidsovereenkomst over de flexibele werkregelingen, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en door de Koning algemeen verbindend verklaard, mits deze collectieve arbeidsovereenkomst voldoet aan de minimumvereisten die de Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad op dit vlak oplegt en uiterlijk op 1 oktober 2022 in werking treedt. § 2. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op de aanvragen van werknemers die gekaderd zijn in wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen die voorzien in een recht op de aanpassing van het bestaande werkpatroon van de werknemer of in andere wettelijke bepalingen die voorzien in een recht om dergelijke aanpassing aan te vragen.
Art. 21.§ 1. De werknemer die gedurende de twaalf maanden die voorafgaan aan de aanvraag, zoals gebeurd overeenkomstig artikel 22, zes maanden door een arbeidsovereenkomst verbonden is geweest met zijn werkgever, heeft het recht om voor een aaneengesloten periode van maximum twaalf maanden een flexibele werkregeling aan te vragen voor zorgdoeleinden.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° flexibele werkregeling: een aanpassing van het bestaande werkpatroon van de werknemer, die onder andere kan worden verwezenlijkt door middel van een aanpassing van de arbeidsregeling of het werkrooster of het verrichten van structureel telewerk;2° zorgdoeleinden: a) de zorg voor zijn kind vanaf de geboorte of, in het kader van de adoptie van een kind, vanaf de inschrijving van het kind als deel uitmakend van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, en dit tot het kind twaalf jaar wordt; b)het verlenen van persoonlijke zorg of steun aan een welbepaald gezinslid of familielid dat om een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun; 3° gezinslid: elke persoon die samenwoont met de werknemer;4° familielid: de echtgenoot van de werknemer of de persoon met wie de werknemer wettelijk samenwoont, zoals geregeld door de artikelen 1475 en volgende van het oud Burgerlijk Wetboek, alsook de bloedverwanten tot de eerste graad van de werknemer;5° een ernstige medische reden als gevolg waarvan men behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun: elke gezondheidstoestand, al dan niet het gevolg van een ziekte of medische ingreep, die door de behandelende arts als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de arts oordeelt dat er behoefte is aan aanzienlijke zorg of steun;dit is elke vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging.
De leeftijdsgrens bepaald in het tweede lid, 2°, a), wordt vastgesteld op 21 jaar wanneer het kind voor ten minste 66 % getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler I van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag of dat ten minste 9 punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag.
Aan de voorwaarde van de twaalfde of eenentwintigste verjaardag moet zijn voldaan uiterlijk gedurende de overeenkomstig artikel 22 aangevraagde periode. § 2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt de gebruiker van een uitzendkracht beschouwd als de werkgever. § 3. De werknemer moet gebruik maken van het recht om een flexibele werkregeling aan te vragen voor het doel waarvoor het is ingesteld.
Hij moet zich onthouden van elk wederrechtelijk gebruik ervan.
Art. 22.De werknemer die een flexibele werkregeling wenst te bekomen voor zorgdoeleinden, bezorgt zijn werkgever hiertoe minstens twee maanden en hoogstens drie maanden vooraf een schriftelijke aanvraag.
Deze termijn kan in onderling akkoord tussen de werkgever en de werknemer worden ingekort.
De aanvraag gebeurt hetzij door de overhandiging van een geschrift aan de werkgever waarbij deze laatste een duplicaat tekent als bericht van ontvangst, hetzij door middel van een aangetekend schrijven dat geacht wordt ontvangen te zijn de derde werkdag na de afgifte ervan bij de post, hetzij op elektronische wijze mits ontvangstbevestiging van het bericht door de werkgever.
Uit de aanvraag moet blijken dat de werknemer zich beroept op het recht om flexibele werkregelingen aan te vragen als bepaald in dit hoofdstuk. De aanvraag bevat daarnaast de volgende elementen: 1° de gewenste flexibele werkregeling;2° de begin- en einddatum van de aaneengesloten periode waarvoor de onder 1° bedoelde flexibele werkregeling wordt gevraagd en die niet meer dan twaalf maanden kan omvatten;3° het zorgdoeleinde waarvoor de onder 1° bedoelde flexibele werkregeling wordt gevraagd, met inbegrip van de identiteit van de persoon ten behoeve van wie de flexibele werkregeling wordt aangevraagd.
Art. 23.§ 1. De werkgever beoordeelt de aanvraag zoals gebeurd overeenkomstig artikel 22 en geeft er gevolg aan rekening houdend met zijn eigen behoeften en die van de werknemer. De werkgever bezorgt de werknemer binnen de maand volgend op de aanvraag een schriftelijk antwoord.
De werkgever kan de aanvraag van de werknemer inwilligen, weigeren of een met redenen omkleed tegenvoorstel doen bestaande uit een andere flexibele werkregeling of periode die beter aansluit bij zijn eigen behoeften.
Indien de werkgever de aanvraag weigert, bevat het in het eerste lid bedoelde geschrift een omstandige motivering van deze beslissing.
Daarbij wordt onder meer aangegeven op welke wijze bij de beoordeling van de aanvraag rekening werd gehouden met de eigen behoeften en die van de werknemer. § 2. Het uitblijven van een antwoord van de werkgever wordt gelijkgesteld met een akkoord van de werkgever. § 3. De werkgever en werknemer kunnen in onderling akkoord een flexibele werkregeling overeenkomen voor een aaneengesloten periode van meer dan twaalf maanden. § 4. Wanneer de werkgever een tegenvoorstel doet aan de werknemer en hierover een overeenkomst tot stand komt tussen de partijen, maakt de daaruit volgende aanpassing van het bestaande werkpatroon van de werknemer een flexibele werkregeling in de zin van dit hoofdstuk uit, ongeacht het tijdstip waarop deze overeenkomst tot stand komt.
Wanneer de werkgever en de werknemer naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 22 overgaan tot een aanpassing van het bestaande werkpatroon van de werknemer, maakt deze aanpassing een flexibele werkregeling in de zin van dit hoofdstuk uit. § 5. Het bepaalde in de paragrafen 1 tot 4 doet geen afbreuk aan de bij wet, koninklijk besluit of collectieve arbeidsovereenkomst opgelegde verplichtingen met het oog op een aanpassing van het werkpatroon van de werknemer.
Art. 24.§ 1. Uiterlijk op het moment dat de flexibele werkregeling een aanvang neemt, verstrekt de werknemer zijn werkgever het document of de documenten tot staving van het ingeroepen zorgdoeleinde.
Ingeval de aanvraag is ingediend met het oog op het verlenen van persoonlijke zorg of steun aan een welbepaald gezinslid of familielid dat om een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun wordt het bewijs hiervan geleverd aan de hand van een attest dat ten vroegste in het kalenderjaar van de aanvraag is afgeleverd door de behandelend arts van het betrokken gezinslid of familielid en waaruit blijkt dat dit gezinslid of familielid om een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun.
Dit attest mag de medische reden zelf niet vermelden. § 2. Tenzij anders wordt bepaald, moet aan alle voorwaarden in het kader van dit hoofdstuk zijn voldaan op het moment waarop de flexibele werkregeling een aanvang neemt.
Art. 25.De werknemer heeft het recht om zijn werkgever tien werkdagen vooraf schriftelijk te verzoeken om de flexibele werkregeling vroegtijdig stop te zetten, teneinde zijn oorspronkelijk werkpatroon te hervatten.
De werkgever beoordeelt dit verzoek en geeft er binnen de vijf werkdagen schriftelijk gevolg aan, rekening houdend met zijn eigen behoeften en die van de werknemer.
Art. 26.De werknemer heeft het recht om na afloop van de flexibele werkregeling zijn oorspronkelijk werkpatroon te hervatten.
Art. 27.Wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd gedurende een periode van vermindering van de arbeidsprestaties in toepassing van dit hoofdstuk, en voor zover deze wijziging van de arbeidsvoorwaarden niet voor onbepaalde tijd werd gesloten, wordt onder "lopend loon" in de zin van artikel 39, § 1, van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, begrepen het loon waarop de werknemer op basis van zijn arbeidsovereenkomst recht zou hebben gehad indien hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd.
Art. 28.§ 1. De werkgever stelt geen handelingen die ertoe strekken eenzijdig een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst van de werknemer die gebruik maakt van zijn recht om een flexibele werkregeling aan te vragen, als bedoeld in artikel 21, behalve om redenen die vreemd zijn aan de uitoefening van dit recht om een flexibele werkregeling te aan vragen.
Dit verbod gaat in de dag van de aanvraag zoals gebeurd overeenkomstig artikel 22 en eindigt een maand na het einde van de flexibele werkregeling. Wanneer geen flexibele werkregeling in de zin van dit hoofdstuk wordt aangevat, eindigt dit verbod een maand na de aangevraagde begindatum.
De werkgever dient te bewijzen dat de redenen bedoeld in het eerste lid voorhanden zijn. Op verzoek van de werknemer stelt de werkgever hem er schriftelijk van in kennis.
Zo de ingeroepen reden tot staving van het ontslag niet beantwoordt aan het bepaalde in het eerste lid of bij ontstentenis van reden, betaalt de werkgever aan de werknemer een forfaitaire vergoeding gelijk aan het brutoloon voor zes maanden, onverminderd de vergoedingen verschuldigd in geval van verbreking van de arbeidsovereenkomst. § 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt gelijkgesteld met een ontslag door de werkgever tijdens de periode van bescherming als bedoeld in paragraaf 1, eerste en tweede lid, elke handeling van de werkgever na afloop van deze periode die ertoe strekt eenzijdig een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst van de werknemer en waarvoor tijdens deze periode enige voorbereiding werd getroffen. Onder het treffen van enige voorbereiding wordt eveneens begrepen, het nemen van de ontslagbeslissing. HOOFDSTUK VII. - Wijzigingen met betrekking tot het Sociaal Strafwetboek
Art. 29.In boek 2, hoofdstuk 2, van het Sociaal Strafwetboek, wordt het opschrift van de afdeling 2 vervangen als volgt: "Moederschapsrust en omgezet moederschapsverlof, geboorteverlof, afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen, zorgverlof, verhindering van het recht op tijdskrediet en loopbaanonderbreking, verstrekking van onjuiste gegevens inzake het tijdskrediet en de loopbaanonderbreking".
Art. 30.In artikel 147 van hetzelfde Wetboek, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het opschrift wordt vervangen als volgt: "Moederschapsrust en omgezet moederschapsverlof"; b) de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt: "3° de werknemer die daartoe een aanvraag heeft ingediend, het omgezet moederschapsverlof waarop hij recht heeft omdat de moeder in het ziekenhuis is opgenomen of overleden, niet heeft toegekend.".
Art. 31.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 147/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 147/1.Het geboorteverlof Met een sanctie van niveau 2 wordt bestraft, de werkgever, zijn aangestelde of lasthebber die, in strijd met de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten: 1° het geboorteverlof niet toegekend heeft aan de werknemer die er recht op heeft;2° de duur of de voorwaarden van het in voornoemde wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten bedoelde geboorteverlof niet in acht heeft genomen. Voor de in het eerste lid bedoelde inbreuken wordt de geldboete vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers.".
Art. 32.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 148/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 148/1.Het zorgverlof Met een sanctie van niveau 2 wordt bestraft, de werkgever, zijn aangestelde of lasthebber die, in strijd met de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten: 1° het verlof met het oog op het verlenen van persoonlijke zorg of steun aan een gezinslid of een familielid dat om een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun niet toegekend heeft aan de werknemer die er recht op heeft;2° de duur of de voorwaarden van het in de voornoemde wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten bedoelde zorgverlof niet in acht heeft genomen. Voor de in het eerste lid bedoelde inbreuken wordt de geldboete vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers.".
Art. 33.In artikel 149, eerste lid, van het hetzelfde Wetboek, worden de woorden "of die de duur of de voorwaarden ervan niet in acht heeft genomen" na het woord "arbeidsprestaties ontzegt" ingevoegd. HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding
Art. 34.Deze wet treedt in werking op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de artikelen 14 en 16 die uitwerking hebben vanaf 1 oktober 2019 en met uitzondering van artikel 13 waarvan de datum van inwerkingtreding door de Koning wordt bepaald bij in Ministerraad overlegd besluit.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 7 oktober 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE Met 's Lands zegel gezegeld: De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: Doc 55 2808/ (2021/2022): 001: Wetsontwerp. 002: Verslag van de eerste lezing. 003: Artikelen aangenomen in eerste lezing. 004 tot 006: Amendementen. 007: Verslag van de tweede lezing. 008: Tekst aangenomen in tweede lezing. 009: Tekst aangenomen door de plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.
Integraal verslag: 29 september 2022