Etaamb.openjustice.be
Samenwerkingsakkoord van 03 april 2015
gepubliceerd op 30 april 2015

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de uitvoering van artikel 16 van de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2015201817
pub.
30/04/2015
prom.
03/04/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 APRIL 2015. - Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de uitvoering van artikel 16 van de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance sluiten houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance


Gelet op de artikelen 1, 2, 3 en 34 van de Grondwet;

Gelet op artikel 92bis, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op artikel 16 van de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance sluiten houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, gewijzigd bij de wet van 24 maart 2015;

Gelet op de artikelen 1 tot 12, 13 tot 14 en 17 van de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;

Gelet op de artikelen 2758 en 2759 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, hersteld respectievelijk ingevoegd bij de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance sluiten en gewijzigd bij de wet van 24 maart 2015;

Tussen : de Federale Staat, vertegenwoordigd door de Federale Regering, in de persoon van de Eerste Minister en de Minister van Financiën, en het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van haar Minister-President en de Minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Wordt het volgende overeengekomen : TITEL 1. - Doelstelling

Artikel 1.Dit samenwerkingsakkoord heeft tot doel de afspraken vast te leggen tussen de Federale Staat en het Vlaamse Gewest (het Gewest) met betrekking tot de steunmaatregelen zoals bedoeld in de artikelen 14 tot 17 van de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance sluiten houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, en in de artikelen 2758 en 2759 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

Dit samenwerkingsakkoord moet er in het bijzonder toe bijdragen dat de cumulatie van steunmaatregelen van de Federale Staat en het Gewest niet tot gevolg heeft dat de maximale steundrempel of steunintensiteit vermeld in de artikelen 4, 14 en 17 van de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, overschreden wordt.

Vervolgens voorziet dit samenwerkingsakkoord in een uitwisseling van inlichtingen waardoor gewaarborgd wordt dat de bepalingen van de artikelen 1, vierde lid, en 2, achttiende lid, d), van de voormelde Verordening effectief worden toegepast.

Dit samenwerkingsakkoord bepaalt ten slotte ook de termijn binnen dewelke de Koning de door het Gewest voorgestelde steunzones afbakent en voorziet in een evaluatie en opvolging van de in het eerste lid bedoelde maatregelen.

TITEL 2. - Contactpunt

Art. 2.Het Gewest richt een contactpunt "Steunzones" op. Het Agentschap Ondernemen van het Vlaamse Gewest wordt aangeduid als contactpunt voor dit Gewest. Dit contactpunt ondersteunt de Federale Overheidsdienst Financiën door het aanleveren van de krachtens dit samenwerkingsakkoord uitgewisselde inlichtingen omtrent aangevraagde, toegekende of teruggevorderde gewestelijke steun. Dit contactpunt functioneert als uniek aanspreekpunt tussen de Federale Overheidsdienst Financiën en de verschillende steungevende entiteiten van het Gewest en vraagt bij deze entiteiten de nodige gegevens op.

Het contactpunt ondersteunt de Federale Overheidsdienst Financiën in het bijzonder bij het voorkomen van een krachtens artikel 8 van de in artikel 1, tweede lid, vermelde Verordening niet toegelaten cumulatie van steun.

TITEL 3. - Cumulatie

Art. 3.De Federale Overheidsdienst Financiën legt aan het in artikel 2 bedoelde contactpunt binnen een termijn van 10 werkdagen, te rekenen vanaf de dag van ontvangst, elke kopie over van een door een werkgever overgelegd formulier bedoeld in artikel 2758, § 5, van het voormelde Wetboek, waarin een investering wordt omschreven die betrekking heeft op een plaats die men geografisch gezien kan identificeren door een adres, waar ten minste één activiteit van de onderneming wordt uitgeoefend of zal worden uitgeoefend en waarbij dit adres zich bevindt op het grondgebied van het Gewest. Dit formulier bevat, onder meer, de in aanmerking komende en door de werkgever geraamde loonkosten en het geraamde bedrag van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing, wat het Gewest toelaat om per formulier de steunintensiteit te berekenen.

Art. 4.Naar aanleiding van de ontvangst van een kopie van het in artikel 3 vermelde formulier, dat werd ingevuld door een werkgever die zich in het toepassingsgebied bevindt van artikel 2759 van het voormelde Wetboek, legt het in artikel 2 bedoelde contactpunt binnen een termijn van 10 werkdagen, te rekenen vanaf de dag van ontvangst, het totale bedrag over van de aan een werkgever en elke met deze werkgever in de zin van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen verbonden vennootschap, toegekende gewestelijke steun, voor zover : - deze steun betrekking heeft op alle investeringen uitgevoerd binnen hetzelfde bestuurlijk arrondissement als de investering die werd omschreven in het in artikel 3 vermelde formulier; - deze steun betrekking heeft op investeringen waarvan de werkzaamheden zijn gestart in de loop van drie jaar voor de datum van de aanvang van de investering vermeld op het in artikel 3 vermelde formulier; - deze steun ofwel is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting krachtens de artikelen 3 en 14 of 17 van de in artikel 1, tweede lid, vermelde Verordening, ofwel door de Europese Commissie verenigbaar met de interne markt werd verklaard en werd beoordeeld op basis van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014-2020 of richtsnoeren die de voormelde richtsnoeren vervangen.

Indien er in het eerste lid bedoelde gewestelijke steun werd toegekend nadat het totale bedrag bedoeld in het vorige lid werd overgelegd, legt het in artikel 2 bedoelde contactpunt het bedrag van deze steun binnen een termijn van 10 werkdagen over te rekenen vanaf de toekenning van deze steun.

Art. 5.De Federale Overheidsdienst Financiën bezorgt aan het in artikel 2 bedoelde contactpunt voor het eind van elk kwartaal per werkgever het bedrag van de door deze werkgever tijdens het voorgaande kwartaal uitbetaalde bezoldigingen die als grondslag hebben gediend voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing die, krachtens artikelen 2758 of 2759 van hetzelfde Wetboek, werd vrijgesteld van doorstorting en het bedrag van deze van doorstorting vrijgestelde bedrijfsvoorheffing, voor zover deze bezoldigingen betrekking hebben op een investering die is verricht op het grondgebied van het Gewest.

Art. 6.Ingeval de Europese Commissie of het Hof van Justitie van de Europese Unie in uitvoering van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zou oordelen dat door de cumulatie van de federale steunmaatregel bedoeld in artikel 1, eerste lid, en een gewestelijke of lokale steunmaatregel de maximale steunintensiteit of het maximale steunplafond overschreden wordt, wordt de door het Gewest toegekende of verleende steun en de door de onder dit Gewest ressorterende lokale overheid toegekende of verleende steun, geacht te zijn toegekend bovenop de steun die werd toegekend krachtens artikel 2758 of artikel 2759 van het voormelde Wetboek.

In het geval de Europese Commissie hierom verzoekt, staat het Gewest in voor het terugvorderen van het teveel aan toegekende of effectief verleende steun en schorst, vernietigt of past het Gewest de gewestelijke of lokale steunmaatregelen zodanig aan, opdat wordt voldaan aan de door de Europese Commissie vooropgestelde maximale steunintensiteit.

TITEL 4. - Uitwisseling van inlichtingen

Art. 7.Indien de Europese Commissie een terugvorderingsbesluit zoals bedoeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft genomen dat betrekking heeft op steun die werd verleend door het Gewest, bezorgt het in artikel 2 bedoelde contactpunt, binnen een termijn van één maand, aan de Federale Overheidsdienst Financiën een overzicht van de werkgevers waarvoor een bevel tot terugvordering krachtens het terugvorderingsbesluit uitstaat.

Het door het Gewest opgericht contactpunt informeert, binnen een termijn van één maand, de Federale Overheidsdienst Financiën in het geval de werkgever, die is opgenomen op het overzicht bedoeld in het eerste lid, de terugvordering heeft ingelost.

Art. 8.Indien de Europese Commissie een in artikel 7 bedoeld terug vorderingsbesluit dat betrekking heeft op steun die werd verleend door de Federale Staat heeft genomen, bezorgt de Federale Overheidsdienst Financiën, binnen een termijn van één maand, aan het in artikel 2 bedoelde contactpunt een overzicht van de in het Gewest gevestigde werkgevers waarvoor een bevel tot terugvordering krachtens de terug vorderingsbeschikking uitstaat.

De Federale Overheidsdienst Financiën informeert, binnen een termijn van één maand, het in artikel 2 bedoelde contactpunt in het geval de werkgever, die is opgenomen op het overzicht bedoeld in het eerste lid, de terugvordering heeft ingelost.

Art. 9.Indien het Gewest steun heeft toegekend die door de Europese Commissie wordt gekwalificeerd als reddings- of herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden, meldt het Gewest de door haar verleende toekenning aan de Federale Overheidsdienst Financiën. In geval van herstructureringssteun vermeldt het Gewest de termijn van het herstructureringsplan, en in het geval van reddingssteun, vermeldt het Gewest de looptijd van de lening.

TITEL 5. - Gewestelijke steun

Art. 10.Ten laatste op de dag van de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord, bezorgt het Gewest aan de Minister bevoegd voor Financiën een lijst waarin de gewestelijke steunmaatregelen worden opgenomen die in aanmerking komen als gewestelijke steun bedoeld in de artikelen 2758, § 3, eerste lid, en 2759, § 3, eerste lid, van het voormelde Wetboek.

Het Gewest bepaalt voor elk van de in deze lijst opgenomen steunmaatregelen de wijze waarop de verleende gewestelijke steun betrekking kan hebben op de investering bedoeld in de artikelen 2758, § 3, en 2759, § 3, van het voormelde Wetboek.

Telkenmale het Gewest een nieuwe steunmaatregel invoert of een in de lijst opgenomen steunmaatregel wijzigt of opheft, bezorgt het Gewest aan de Minister bevoegd voor Financiën een geactualiseerde lijst.

Art. 11.Naar aanleiding van de ontvangst van een kopie van het in artikel 3 vermelde formulier, bevestigt het in artikel 2 bedoelde contactpunt binnen een termijn van 10 werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het formulier, de ontvangst of niet ontvangst van de gewestelijke steunaanvraag vermeld op dit formulier. Indien het contactpunt de ontvangst van de gewestelijke steunaanvraag bevestigt, bezorgt dit contactpunt aan de Federale Overheidsdienst Financiën, binnen de hierboven vermelde termijn, een kopie van het door de werkgever ingevulde gewestelijke steunaanvraagformulier en bevestigt eveneens of de toekenning van de aangevraagde steun werd geweigerd, werd toegestaan of dat de aanvraag nog in behandeling is.

Het contactpunt legt elke door het Gewest genomen beslissing die betrekking heeft op de in het eerste lid bedoelde gewestelijke steunaanvraag over binnen een termijn van 10 werkdagen, te rekenen vanaf deze beslissing.

TITEL 6. - Afbakening steunzones

Art. 12.De door het Gewest voorgestelde steunzone wordt aan de Minister bevoegd voor Financiën voorgelegd in de vorm van een ontwerpbesluit, opgemaakt volgens de gebruikelijke regels van de wetgevingstechniek, dat in de aanhef van het ontwerp bondig de in artikel 16, tweede lid, van de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance sluiten houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, bedoelde verantwoording bevat.

De Minister bevoegd voor Financiën kan nadere regels bepalen omtrent de vorm waarin de voorgestelde steunzone dient te worden voorgelegd.

Uit het voorgelegde ontwerpbesluit moet in elk geval blijken welke adressen zich binnen de voorgestelde steunzone bevinden.

Het Gewest verantwoordt in een verslag op welke wijze de voorgestelde steunzone bijdraagt aan de reconversie van de door het collectief ontslag getroffen regio. Het Gewest verantwoordt de afbakening van de steunzone op basis van één of meerdere objectieve criteria die pertinent zijn in het kader van de door haar beoogde reconversie. Deze criteria kunnen niet rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel hebben om de toegang tot de steunmaatregel bedoeld in artikel 1, eerste lid, te beperkten tot één of enkele specifieke economische sectoren.

In dit verslag wordt eveneens uiteengezet op welke wijze een collectief ontslag zoals bedoeld in artikel 15, 5°, van de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance sluiten houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, heeft plaatsgevonden.

Indien de Europese Commissie zou verzoeken om een effectbeoordeling van de in artikel 1, eerste lid, bedoelde maatregel toegepast op de in het Gewest gelegen steunzones, zal het Gewest alle nuttige inlichtingen bezorgen aan de Minister bevoegd voor Financiën in functie van de uitvoering van deze effectbeoordeling.

Art. 13.De Minister bevoegd voor Financiën gaat na of de door het Gewest voorgestelde steunzone voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 14 tot 17 van de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance sluiten houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, van de artikelen 2758 en 2759 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, en van onderhavig samenwerkingsakkoord.

In het geval de voorgestelde steunzone voldoet, wordt het ontwerp van koninklijk besluit binnen 30 dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst, voorgelegd aan de afdeling wetgeving van de Raad van State.

Art. 14.De Minister bevoegd voor Financiën zal het in artikel 13 bedoelde ontwerp van koninklijk besluit waarover de afdeling wetgeving van de Raad van State een advies heeft gegeven, binnen een termijn van 30 dagen, te rekenen vanaf de datum waarop dit advies is medegedeeld, ter ondertekening voorleggen aan de Koning en het door de Koning getekende besluit onverwijld ter publicatie toezenden aan de diensten van het Belgisch Staatsblad, tenzij de afdeling wetgeving van de Raad van State van oordeel is dat de voorgestelde steunzone of de wijze waarop deze is gemotiveerd in strijd is met de voorwaarden vermeld in artikel 13 of met een andere hogere rechtsnorm.

TITEL 7. - Evaluatie

Art. 15.Na afloop van de toepassingsperiode van een steunzone evalueert het Gewest het effect van de in artikel 1, eerste lid, bedoelde maatregel op de desbetreffende steunzone. Deze evaluatie wordt aan de Minister bevoegd voor Financiën overgemaakt binnen de 12 maand volgend op de maand waarin de toepassingsperiode van de steunzone was beëindigd en heeft tot doel de impact van de in artikel 1, eerste lid, bedoelde maatregel op de tewerkstelling en de economische ontwikkeling van de door het collectief ontslag getroffen regio in kaart te brengen.

Art. 16.Indien de Europese Commissie zou verzoeken om een doorlichting of een evaluatie van de in artikel 1, eerste lid, bedoelde maatregel toegepast op de in het Gewest gelegen steunzones, zal het Gewest alle nuttige inlichtingen bezorgen aan de Minister bevoegd voor Financiën in functie van de uitvoering van deze doorlichting of evaluatie.

Indien de Europese Commissie zou vereisen dat deze doorlichting, evaluatie of de in artikel 12 bedoelde effectbeoordeling moet worden uitgevoerd door een onafhankelijke instantie, draagt het Gewest de kosten hiervan.

TITEL 8. - Slotbepaling

Art. 17.Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt buiten werking op de dag volgend op de zesde maand nadat de Verordening vermeld in artikel 1, tweede lid buiten werking is getreden. De Centrale Secretarie van het Overlegcomité staat in voor deze bekendmaking nadat het door alle partijen is goedgekeurd.

Gedaan te Brussel, op drie april 2015, in twee originele exemplaren.

Voor de Federale Staat : De Eerste Minister, Ch. MICHEL De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Voor het Vlaamse Gewest : De Minister-President van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Ph. MUYTERS

^