Etaamb.openjustice.be
Protocol van 25 november 2000
gepubliceerd op 22 december 2000

Protocolakkoord tot samenwerking tussen de Federale Overheid en de Gemeenschappen inzake mammografische borstkankerscreening

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022867
pub.
22/12/2000
prom.
25/11/2000
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 NOVEMBER 2000. - Protocolakkoord tot samenwerking tussen de Federale Overheid en de Gemeenschappen inzake mammografische borstkankerscreening


Gelet op de respectieve bevoegdheden waarover de Federale Overheid en de Overheden bedoeld bij artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet, hierna « De Gemeenschappen » genoemd, beschikken inzake het gezondheidsbeleid en meer bepaald in verband met de ziekte- en invaliditeitsverzekering om de activiteiten op het vlak van preventie gezondheidszorg te dekken, overeenkomstig artikel 5, § 1, I, 1°, c) en artikel 5, § 2, van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980;

Overwegende dat een mammografisch screeningsonderzoek voor vrouwen tussen 50 en 69 jaar die niet behandeld worden voor borstkanker en die geen regelmatig controleonderzoek ondergaan wegens een verhoogde kans op borstkanker, als een gunstige maatregel moet worden beschouwd waarover afspraken tussen de verschillende overheden dienen te worden gemaakt;

Overwegende dat voor vrouwen die een regelmatig controleonderzoek ondergaan wegens een verhoogde kans op borstkanker een andere diagnostische aanpak voordeliger is;

Overwegende de respectieve ervaring ter zake van de Vlaamse Gemeenschap en van de Franse Gemeenschap;

Overwegende dat een mammografische massascreening omwille van de efficiëntie dient te voldoen aan kwaliteitscriteria m.b.t. de kwalificatie en de ervaring van de geneesheren-specialisten die het protocol van de eerste en de tweede lezing opstellen, het toezicht op de gebruikte apparatuur, de uitnodigingsmodaliteiten, de opnamen, de globale registratie van het proces;

Gelet op de kwaliteitscriteria die erkend zijn op internationaal vlak en met name volgens de mammografische en epidemiologische kwaliteitscriteria die door de Europese Unie bepaald zijn;

Zijn de Federale Overheid en de Gemeenschappen het volgende overeengekomen :

Artikel 1.De Federale Overheid verbindt zich ertoe per jaar, in het kader van de massascreening, het budget ter beschikking te stellen dat nodig is voor de honoraria. Dat budget zal de honoraria dekken voor het uitvoeren van een mammografisch onderzoek met twee incidenties en twee protocollen die elk op basis van een afzonderlijke en achtereenvolgende lezing van dezelfde opnamen door geneesheren-specialisten opgesteld zijn; de honoraria worden vereffend in toepassing van één of twee daartoe gecreëerde nomenclatuurnummers.

Dit mammografisch onderzoek zal om de twee jaar worden aangeboden en zal zich uitsluitend richten tot vrouwen tussen 50 en 69 jaar die niet reeds behandeld worden voor borstkanker, die geen regelmatig controleonderzoek ondergaan wegens een verhoogde kans op borstkanker en op wie de wetgeving i.v.m. het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van toepassing is.

Behoudens de bepalingen bedoeld in artikel 3 wordt bovenvermeld budget beschikbaar gesteld voor een periode van drie jaar vanaf 2001.

Art. 2.De Gemeenschappen verbinden zich ertoe : 1° een voorlichtingscampagne m.b.t. het opstarten van de massascreening op te zetten, die gericht is op de betrokken doelgroep en hun behandelend arts, en hun daarbij om hun medewerking te vragen; 2° een uitnodigings- en recallprocedure te organiseren rond mammografische massascreening;3° mammografie-eenheden te erkennen die voor het borstonderzoek en het protocol van de eerste lezing kunnen instaan en die door een overeenkomst gebonden worden met een eenheid die voor de tweede lezing instaat, alsook eenheden te erkennen die voor het protocol van de tweede lezing kunnen instaan.De eerstgenoemde eenheden beschikken over materiaal en alle eenheden voldoen aan internationaal erkende kwaliteitscriteria, o.a. aan de mammografische en epidemiologische kwaliteitscriteria die door de Europese Unie bepaald zijn; 4° te garanderen dat de resultaten van de screening steeds zullen worden bezorgd aan de verwijzende arts en/of aan een arts naar keuze van de patiënte en naar de huisarts, mits de vrouw haar toestemming gegeven heeft;5° in onderling overleg, in samenwerking met het Nationaal Kankerregister en overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, 2°, alle gegevens te bepalen die noodzakelijk zijn voor de wetenschappelijke evaluatie van massascreening (zoals de leeftijd, de uitvoering, de datum en de plaats van het borstonderzoek en van de protocollen, de codering van het resultaat van de eerste en de tweede lezing, de anatomopathologische gegevens) en deze registratie te verrichten conform de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en in formaten die de uitwisseling van gegevens mogelijk maken;6° in onderlinge overeenstemming een consensusbeleid uit te stippelen voor de mammografische borstkankerscreening op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat door het in artikel 3, 1°, beoogde begeleidingscomité zal worden opgevolgd.

Art. 3.De Federale Overheid en de Gemeenschappen verbinden zich er overigens toe : 1° de werkzaamheden voort te laten zetten van de werkgroep die ten grondslag ligt van het protocolakkoord en die, als gelijkaardig samengesteld begeleidingscomité, voor het opvolgen van het programma zal instaan, voorstellen zal doen met het oog op de eventuele hernieuwing ervan, en in samenwerking met bevoegde deskundigen de globale kwaliteit van de massascreening zal beoordelen, met inbegrip van het deelnemingspercentage; 2° binnen een redelijke termijn een gezamenlijk voorstel uit te werken m.b.t. de registratie van relevante gegevens en de financiering ervan, met inbegrip van de verdeelsleutel.

Aldus gesloten te Brussel, op 25 oktober 2000.

Voor de Federale Regering : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE Voor de Vlaamse regering : De Minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS Pour le Gouvernement wallon : Le Ministre des Affaires sociales et la Santé, Th. DETIENNE Pour le Gouvernement de la Communauté française : La Ministre de l'Aide à la Jeunesse et de la Santé Mme N. MARECHAL Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone : Le Ministre de la Jeunesse, et de la Famille, des Monuments et des Sites, de la Santé et des Affaires sociales, H. NIESSEN Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : Het lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, J. CHABERT Pour le Collège réuni de la Commission communautaire commune de la Région de Bruxelles-Capitale : Le membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de Santé, D. GOSUIN Pour le Collège de la Commission communautaire française de la Région de Bruxelles-Capitale : Le membre du Collège chargé de la Santé, D. GOSUIN

^