Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 14 maart 2011
gepubliceerd op 31 maart 2011

Omzendbrief betreffende de territoriale bevoegdheid van de O.C.M.W.'s voor asielzoekers

bron
programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie
numac
2011011105
pub.
31/03/2011
prom.
14/03/2011
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE


14 MAART 2011. - Omzendbrief betreffende de territoriale bevoegdheid van de O.C.M.W.'s voor asielzoekers


Aan de Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, Geachte Voorzitster, Geachte Voorzitter, Via deze omzendbrief breng ik u op de hoogte van de recente wijziging omtrent de bevoegdheidsregel voor asielzoekers vervat in artikel 2, § 5, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en herinner ik u aan de toepassing van de bevoegdheidsregel vervat in artikel 2, § 8, van de voormelde wet. 1. Nieuwe bevoegdheidsregel van artikel 2, § 5, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Artikel 2, § 5, van de wet van 2 april 1965 werd gewijzigd bij artikel 164 van de wet van 29 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021133 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021132 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 31 december 2010 - ed.3).

Deze bepaling voorziet thans het volgende : « In afwijking van artikel 1, 1°, is bevoegd om maatschappelijke dienstverlening aan een kandidaat-vluchteling of aan een persoon die van de tijdelijke bescherming geniet in het kader van de massale toestroom van ontheemden toe te kennen, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn : a) van de gemeente waar hij in het wachtregister is ingeschreven, voor zover deze inschrijving niet het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken of het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen betreft of b) van de gemeente waar hij in de bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister is ingeschreven. Wanneer verschillende gemeenten vermeld zijn in de inschrijving van een kandidaat-vluchteling of van een persoon die van de tijdelijke bescherming geniet in het kader van de massale toestroom van ontheemden is het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente aangeduid als verplichte plaats van inschrijving, bevoegd om hem maatschappelijke dienstverlening toe te kennen.

Niettegenstaande het behoud van de aanduiding van een verplichte plaats van inschrijving houdt deze territoriale bevoegdheid op wanneer : - ofwel de asielprocedure beëindigd is door het verstrijken van de beroepstermijn tegen een beslissing van het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen of van de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen of ingevolge het arrest tot verwerping van het beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State tegen een beslissing van het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen of van de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen; - ofwel de tijdelijke bescherming van de ontheemden is beëindigd. » Uit deze bepaling volgt dat het O.C.M.W. van de gemeente die is aangeduid als verplichte plaats van inschrijving (code 207 O.C.M.W.) bevoegd is voor de toekenning van maatschappelijke dienstverlening aan een asielzoeker.

Wanneer geen enkel O.C.M.W. of opvangstructuur voor asielzoekers werd aangeduid als verplichte plaats van inschrijving (in code 207) voor de asielzoeker, dan is het O.C.M.W. van de gemeente waar de betrokkene in het wachtregister is ingeschreven bevoegd voor het toekennen van maatschappelijke dienstverlening(financiële maatschappelijke hulp, eerste huur, etc...).

Wat de inschrijving in het wachtregister betreft, wordt de asielzoeker ingeschreven in het wachtregister van de gemeente waar hij zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd (code 001 en 020) (1). Wanneer de asielzoeker bij het indienen van zijn asielaanvraag geen verblijfplaats kan opgeven, wordt hij voorlopig ingeschreven op het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken of van het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (2).

Zoals werd benadrukt tijdens de werkzaamheden ter voorbereiding van artikel 164 van de wet van 29 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021133 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021132 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen, had de inschrijving in het wachtregister van een asielzoeker op het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken of van het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen tot gevolg dat het O.C.M.W. van Brussel bevoegd was voor de toekenning van maatschappelijke dienstverlening, voor zover er geen verplichte plaats van inschrijving werd aangeduid of deze aanduiding werd opgeheven met toepassing van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen.

Omdat in dit geval de inschrijving in feite gebeurt op een fictief adres, wil de wijziging van artikel 2, § 5, van de voornoemde wet dit ongemak verhelpen. Er zal met deze administratieve inschrijving op het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken of van het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen niet langer rekening worden gehouden voor het bepalen van de territoriale bevoegdheid van het O.C.M.W. Ingevolge de wijzing ervan bij artikel 164 van de wet van 29 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021133 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021132 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 31 december 2010 - ed. 3) bepaalt artikel 2, § 5, van de voornoemde wet thans dat « het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente waar hij in het wachtregister is ingeschreven [bevoegd is], voor zover deze inschrijving niet het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken of het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen betreft ».

Wanneer de asielzoeker in het wachtregister wordt ingeschreven op het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken of van het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen, zal deze administratieve inschrijving dus niet meer in aanmerking worden genomen om te bepalen welk O.C.M.W. bevoegd is.

Aangezien met deze inschrijving in het wachtregister geen rekening kan worden gehouden, is in dit geval de algemene bevoegdheidsregel van artikel 1, 1°, van de voornoemde wet van toepassing om te bepalen welk O.C.M.W. bevoegd is, behalve indien een andere specifieke bevoegdheidsregel van de wet van 2 april 1965 moet worden toegepast.

Bijvoorbeeld wanneer de asielzoeker als een dakloze wordt beschouwd, is het O.C.M.W. van de gemeente waar de betrokkene zijn feitelijke verblijfplaats heeft bevoegd om tussen te komen, en dat krachtens artikel 2, § 7, van de wet van 2 april 1965.

Deze inschrijving van de asielzoeker op het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken kan dus evenmin nog in aanmerking worden genomen om het bevoegd O.C.M.W. te bepalen als de asielzoeker verblijft in een instelling bedoeld bij artikel 2, § 1, van de wet van 2 april 1965.

De specifieke bevoegdheidsregel van artikel 2, § 5, van voormelde wet geldt enkel voor kandidaat-vluchtelingen. Deze bepaling is niet van toepassing op de asielzoekers die een erkenning van het statuut van vluchteling, een subsidiaire bescherming, een regularisatie van hun verblijf of de ontvankelijkheid van hun aanvraag voor regularisatie van hun verblijf op basis van artikel 9ter van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten hebben bekomen en op de personen wier asielprocedure negatief werd afgesloten en die illegaal verblijven op het grondgebied. 2. Herhaling van de overige bevoegdheidsregels van toepassing op asielzoekers Wanneer asielzoekers het recht hebben om een opvangstructuur te verlaten en er geen code 207 meer wordt toegekend, is er een specifieke regel inzake de territoriale bevoegdheid van de O.C.M.W.'s voorzien voor de toekenning van de huurwaarborg.

In artikel 2 van de wet van 2 april 1965 werd een nieuwe paragraaf 8 ingevoegd, bij artikel 6 van de programmawet van 22 december 2008Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/12/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008021120 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten (Belgisch Staatsblad 29 december 2008), dat in werking is getreden op 8 januari 2009.

Artikel 2, § 8, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bepaalt het volgende : « In afwijking van artikel 1, 1°, is het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente waar de woonst zich bevindt waarvoor de betrokkene de huurwaarborg vraagt, bevoegd om deze hulp te verlenen bij het verlaten van een opvangstructuur in de zin van artikel 2, 10°, van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen. » Uit deze bepaling komen drie essentiële elementen naar voor : o Met betrekking tot de persoon die steun krijgt : hij verlaat een opvangstructuur.

Dat wil zeggen dat de aanvraag voor een huurwaarborg moet zijn ingediend vóór het verlaten van de opvangstructuur. Zoals werd verduidelijkt tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor artikel 6 van de programmawet van 22 december 2008Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/12/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008021120 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten (3), geldt deze specifieke regel niet wanneer de persoon de opvangstructuur reeds heeft verlaten en reeds een woning heeft betrokken of dakloos is geworden. o Met betrekking tot het type steun : een huurwaarborg die toegekend dient te worden bij het verlaten van een opvangstructuur. o Met betrekking tot het bevoegde O.C.M.W. : het O.C.M.W. van de gemeente waar de woning zich bevindt waarvoor de betrokkene de huurwaarborg aanvraagt, is bevoegd voor de toekenning van deze huurwaarborg.

Wanneer een asielzoeker het recht heeft om een opvangstructuur te verlaten en hij een aanvraag voor een huurwaarborg indient om de opvangstructuur te kunnen verlaten en een woning te betrekken, geldt de specifieke bevoegdheidsregel van artikel 2, § 8, van de wet van 2 april 1965 om te bepalen welk O.C.M.W. bevoegd is om zijn aanvraag voor een huurwaarborg te onderzoeken.

Het is het O.C.M.W. van de gemeente waar de woning waarvoor de betrokkene de huurwaarborg aanvraagt en die hij zal betrekken bij het verlaten van het opvangcentrum zich bevindt dat bevoegd is om zijn aanvraag voor een huurwaarborg te onderzoeken.

Wanneer de specifieke bevoegdheidsregels voor de asielzoekers van artikelen 2, § 5, en 2, § 8, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn niet van toepassing zijn, geldt de algemene bevoegdheidsregel van artikel 1, 1°, van voormelde wet, behalve indien een andere specifieke bevoegdheidsregel van de wet van 2 april 1965 moet worden toegepast (bijvoorbeeld artikel 2, § 1 of 2, § 7).

De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, Ph. COURARD _______ Nota's (1) Overeenkomstig de wet van 24 mei 1994 tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend.(2) Overeenkomstig de omzendbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken van 30 oktober 1995 betreffende het houden van het wachtregister.(3) Parl.St. Kamer, nr. 52/1608/001, p.11.

^