gepubliceerd op 14 november 2002
Ministerieel besluit tot vaststelling van de delegaties van bevoegdheden bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
30 OKTOBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de delegaties van bevoegdheden bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;
Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2001 tot vaststelling van de vestigingsplaats, de organisatie en de werking van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 46 van 10 juni 1982 betreffende de cumulaties van beroepsactiviteiten in sommige openbare diensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 1970 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van de personeelsleden der instellingen van openbaar nut, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg van het werk;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 januari 1971 betreffende de schadevergoeding voor beroepsziekten in de overheidssector;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 ter uitvoering van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 14 oktober 2002, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Delegatie wordt verleend aan de Gedelegeerd Bestuurder van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen met betrekking tot de in de bijlage bij dit besluit vermelde bevoegdheden. § 2. Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van de Gedelegeerd Bestuurder worden deze bevoegdheden uitgeoefend door een lid van het Directiecomité dat door hem of, bij gebrek hieraan, door dit comité zelf is aangesteld.
Art. 2.§ 1. Onverminderd hetgeen bepaald is in artikel 1 worden aan de directeurs-generaal respectievelijk belast met het Bestuur van het Controlebeleid, het Bestuur van de Controle, het Bestuur van de Laboratoria en het Bestuur van de Algemene Diensten, wat de diensten betreft waarover zij de leiding hebben, de bevoegdheden gedelegeerd als bedoeld in de bijlage onder titel II, met uitzondering van punten 8 en 9, alsmede onder titel III. § 2. Onverminderd hetgeen bepaald is in artikel 1 worden aan de directeur-generaal van het Bestuur van de Algemene diensten de bevoegdheden gedelegeerd als bedoeld in de bijlage onder titel I, met uitzondering van de punten 2, 3, 5, 6, 7, 9, 10, 12, 17, 21, 23, 26 en 28, alsmede onder titel III.
Art. 3.De directeurs-generaal kunnen, binnen de perken die zij vaststellen, hun bevoegdheid verder delegeren. Indien aldus subdelegaties van bevoegdheden worden verleend, dient zulks niet te worden gerechtvaardigd ten aanzien van derden.
Art. 4.De in dit besluit vermelde bedragen zijn bedragen zonder de belasting over de toegevoegde waarde.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 juli 2002.
Brussel, 30 oktober 2002.
J. TAVERNIER
Bijlage TITEL I. - Delegaties met betrekking tot personeelszaken 1° De relaties met de Gedelegeerd Bestuurder van SELOR.2° De statutaire vacantverklaring van de betrekkingen.3° De benoeming van de personeelsleden van de niveaus 2+, 2, 3 en 4.4° De toelating tot de stage.5° De bevordering in graad en de benoeming bij verandering van graad voor de personeelsleden van de niveaus 2+, 2, 3 en 4.6° De bevordering door verhoging in weddenschaal.7° Het uitspreken van tuchtstraffen.8° De in ontvangstneming van vrijwillige ontslagen.9° Het voorstellen van ontslagen wegens arbeidsongeschiktheid en het ontslag.10° De aanstelling voor de uitoefening van een hoger ambt.11° De machtiging tot het uitoefenen van cumulaties.12° Het uitspreken van het in disponibiliteit stellen wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst voor de personeelsleden van de niveaus 2+, 2, 3 en 4 en het terugroepen in dienstactiviteit.13° De vaststelling en de wijziging van de administratieve standplaats.14° De in ontvangstneming van de aanvraag en de beslissing inzake interne overplaatsing.15° De beslissing betreffende de toekenning van de vrijwillige vierdagenweek en de halftijdse vervroegde uittreding.16° Het opstellen van opvang- en opleidingsprogramma's.17° De schorsing in het belang van de dienst.18° De aanstelling van de « bevoegde hiërarchische meerdere » voor tuchtzaken.19° De vaststelling van de wedde van de personeelsleden en de toekenning van toelagen en vergoedingen in uitvoering van de bezoldigingsregeling en aanvullende reglementaire en uitvoerende besluiten.20° De beslissing betreffende het verrichten van betaald overwerk.21° De ondertekening van arbeidsovereenkomsten voor het contractuele personeel, de schorsing van dergelijke overeenkomsten op verzoek van de betrokkenen en het ontslag.22° De juridische beslissing met betrekking tot de erkenning van arbeidsongevallen, van ongevallen op de weg van en naar het werk en van beroepsziekten, de toekenning van schadevergoedingen, het voorstellen en vaststellen van de rente.23° Het bij de Kamer van Beroep aanhangig maken, de aanstelling van de ambtenaar die het betwiste voorstel moet verdedigen en de betekening van de beslissing van de Minister die niet in overeenstemming is met het advies van de Kamer van Beroep.24° De machtiging om het eigen voertuig te gebruiken voor de dienst en de jaarlijkse verdeling van het kilometercontingent voor gebruik van het eigen voertuig om dienstredenen, binnen de perken van de daarvoor beschikbare kredieten en binnen de perken van de reglementering.25° De eventuele weigering van verblijfsvergoedingen.26° De machtiging om verplaatsingen en zendingen te doen in het buitenland.27° De machtiging om deel uit te maken van examencommissies bij overheidsinstellingen en ministeriële departementen, als deze daarom verzoeken.28° De machtiging van personeelsleden om interviews toe te staan of om voordrachten of toespraken te houden als vertegenwoordiger van het Agentschap. TITEL II. - Andere delegaties 1° Onverminderd de delegaties met betrekking tot overheidsopdrachten, het afsluiten van alle overeenkomsten en de goedkeuring en uitvoering van alle uitgaven ten beloop van de hierna vermelde bedragen : Gedelegeerd Bestuurder 250.000 EUR Directeurs-generaal 125.000 EUR 2° De ondertekening van de briefwisseling betreffende aangelegenheden die het dagelijks beheer van het Agentschap aangaan, behalve die gericht aan het Rekenhof die betrekking heeft op door deze instantie uitgebrachte opmerkingen, alsmede het voor eensluidend verklaren van documenten.3° De ondertekening van legitimatiekaarten.4° Het nemen van alle beslissingen tot berusting of afstand inzake rechtsgedingen en het goedkeuren van alle dadingen en de eruit voortvloeiende uitgaven, zowel hoofdsom als rente, op voorstel of na advies van de Juridische dienst.5° Het instellen van alle rechtsvorderingen en de aanduiding van de advocaten en technische deskundigen.6° De ondertekening van alle geschriften en procedurestukken bestemd voor de Raad van State en de in ontvangstneming van alle briefwisseling en documenten die uitgaan van de Raad van State.7° De ondertekening voor akkoordbevinding, onder alle voorbehoud van aansprakelijkheid en zonder enige nadelige erkenning, vanwege het Agentschap, van de processen-verbaal van expertises inzake schade toegebracht aan roerende en onroerende goederen die eigendom zijn van het Agentschap.8° De beslissing om, bij burgerlijke aansprakelijkheid van het Agentschap, een schadevergoeding toe te kennen aan de personeelsleden die bij een ongeval schade opliepen.9° De beslissing om, wanneer het Agentschap niet burgerlijk aansprakelijk is, een schadevergoeding toe te kennen aan de personeelsleden die een materiële schade hebben geleden die voortvloeit uit de bijzondere risico's die zij lopen bij de uitoefening van hun functie, wanneer de schade niet opzettelijk door het personeelslid werd veroorzaakt of wanneer de schade werd veroorzaakt door een derde op wie regres onzeker of onmogelijk lijkt.10° De machtiging tot publicatie in het Belgisch Staatsblad van de ministeriële en koninklijke besluiten en de officiële berichten met betrekking tot het Agentschap.11° De verklaringen van derdenbeslagen als bedoeld bij artikel 1452 van het Gerechtelijk wetboek.12° De ondertekening voor ontvangst van aan het Agentschap betekende deurwaardersexploten.13° De vaststelling en de wijziging van de affectatie van personeelsleden.14° De machtiging om allerlei verplaatsingen te doen in België.15° De machtiging om deel te nemen aan congressen, colloquia, studiedagen, seminaries en conferenties. TITEL III. - Delegaties met betrekking tot overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten 1° De keuze van de gunningswijze, het opstellen van het bijzonder bestek, het inzetten van de procedure, de selectie van de kandidaten voor een opdracht, de goedkeuring en de uitvoering van de uitgaven die eruit voortvloeien, voor zover de Minister vooraf het voorwerp van de opdracht heeft goedgekeurd. Deze goedkeuring is evenwel niet vereist wanneer de uitgave het bedrag van 67.000 EUR niet overschrijdt. 2° De afwijking van de essentiële clausules en voorwaarden van de gegunde opdracht, de dading en de teruggave van boeten wegens laattijdige uitvoering.3° Het afzien van de gunning van een opdracht, het besluit om de procedure over te doen, desnoods op een andere wijze; ten belope van de hierna vermelde bedragen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 30 oktober 2002.
J. TAVERNIER