gepubliceerd op 13 juli 2021
Ministerieel besluit houdende de aanstelling van de ambtenaren die beslissen welke procedure gevolgd wordt na de vaststelling van inbreuken zoals bedoeld in artikel XV.60/1, § 2, tweede lid van het Wetboek van economisch recht
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
30 JUNI 2021. - Ministerieel besluit houdende de aanstelling van de ambtenaren die beslissen welke procedure gevolgd wordt na de vaststelling van inbreuken zoals bedoeld in artikel XV.60/1, § 2, tweede lid van het Wetboek van economisch recht
De Minister van Economie, Gelet op het Wetboek van economisch recht, artikel XV.60/1, § 2, tweede lid, ingevoegd bij de
wet van 29 september 2020Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
29/09/2020
pub.
20/11/2020
numac
2020043284
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Wet tot wijziging van het Wetboek van economisch recht en van andere wetten met het oog op het versterken van de opsporings- en handhavingsbevoegdheden in overeenstemming met en in uitvoering van Verordening 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (1)
sluiten;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 30 november 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 25 maart 2021;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 12 mei 2021 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : Enig artikel. Overeenkomstig artikel XV.60/1, § 2, tweede lid van het Wetboek van economisch recht, hebben de hierna aangeduide ambtenaren de bevoegdheid om te beslissen over de procedure die wordt gevolgd na de vaststelling van inbreuken zoals bedoeld in voornoemd artikel: 1° voor de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie: de directeur-generaal, en zo hij afwezig of verhinderd is, een adviseur-generaal van de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 2° voor de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie: a) de directeur-generaal, en zo hij afwezig of verhinderd is, een adviseur-generaal van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; b) het hoofd van de Afdeling Veiligheid;c) het hoofd van de Afdeling Metrologie;d) het hoofd van de Afdeling Kwaliteit en Innovatie; 3° voor de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie: a) de directeur-generaal, en zo hij afwezig of verhinderd is, een adviseur-generaal van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; b) de leidinggevende van de Directie Coördinatie Controle Operaties. Brussel, 30 juni 2021.
P.-Y. DERMAGNE