gepubliceerd op 24 februari 1999
Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar, in euro - 4 maart 1999 - 2004 - 2006, en de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet, in Belgische frank, 4 maart 1999 - 2002 - 2004 - 2006
19 FEBRUARI 1999. - Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar, in euro - 4 maart 1999 - 2004 - 2006, en de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet, in Belgische frank, 4 maart 1999 - 2002 - 2004 - 2006
De Minister van Financiën Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1996 betreffende de uitgifte van de Staatsbons, inzonderheid de artikelen 6, 10 en 21, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 juni 1997 en bij het koninklijk besluit van 15 februari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 januari 1999 dat de Minister van Financiën machtigt tot de voortzetting in 1999, van de uitgifte van de leningen genaamd "Lineaire obligaties" en van de uitgifte van de leningen genaamd "Staatsbons", inzonderheid het artikel 1, 2°, Besluit :
Artikel 1.Er wordt overgegaan tot de uitgifte van twee leningen respectievelijk genaamd : "Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 jaar" en "Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet".
De Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 jaar is uitgegeven in euro en de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet is uitgegeven in Belgische frank.
Art. 2.De Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar - 4 maart 1999 - 2004 - 2006 rente 3,35 pct. 's jaars vanaf 4 maart 1999 tot 3 maart 2004. Deze rente blijft behouden ingeval de optie tot verlenging wordt uitgeoefend, hetzij voor de periode van 4 maart 2004 tot 3 maart 2006.
Art. 3.De Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet - 4 maart 1999 - 2002 - 2004 - 2006 rente 3,00 pct. 's jaars vanaf 4 maart 1999 tot 3 maart 2002.
Voor de periode gaande van 4 maart 2002 tot 3 maart 2004, is de faciale rentevoet van deze Staatsbon gelijk aan de rentevoet van de lineaire obligaties uitgegeven door de Staat waarvan de residuele looptijd twee jaar is, zonder dat hij lager mag zijn dan 3,35 pct.
Voor de periode gaande van 4 maart 2004 tot 3 maart 2006, is de faciale rentevoet van deze Staatsbon gelijk aan de rentevoet van de lineaire obligaties uitgegeven door de Staat waarvan de residuele looptijd twee jaar is, zonder dat hij lager mag zijn dan 3,50 pct.
Art. 4.De openbare inschrijving op deze twee Staatsbons zoals bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 10 juni 1996, wordt opengesteld op 23 februari 1999; zij wordt afgesloten op 3 maart 1999.
De datum van betaling is vastgesteld op 4 maart 1999. De betaling is volledig in speciën.
Art. 5.De uitgifteprijs van de Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 jaar - 4 maart 1999 - 2004 - 2006 is vastgesteld op 99,75 pct. van de nominale waarde.
De uitgifteprijs van de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde miniumumrentevoet - 4 maart - 1999 - 2002 - 2004 - 2006, is vastgesteld op 99,75 pct. van de nominale waarde.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 23 februari 1999.
Brussel, 19 februari 1999.
J.-J. VISEUR